Alleen samenspraak kan ons redden

01-09-2025

Vaak zit er tussen de patiënten een zorgenkind, iemand die onstabiele parameters vertoont, oncomfortabel blijft, onrustig is, … Volgens de protocollen en regels van de verpleegkunde helpen we die persoon goed, maar ook volgens de wens en levenskwaliteit van de patiënt? Zulke vragen breng ik aan op het interprofessionele overleg. Dat is het forum bij uitstek om de zorg voor iemand zo holistisch mogelijk te bekijken. Als zorgverlener ben je er de spreekbuis, tolk en woordvoerder van de patiënt. Het is tegelijk een kans om de eigen visie en vragen af te toetsen binnen het team. Tijdens het schrijven van ons boek ‘Grenzen aan genezen’ ontstond tussen Philippe en mij een interessant gesprek over dit thema.

Greet: “Verpleegkundigen hebben meer frequente en meer intense interacties met zorgvragers. We komen letterlijk en figuurlijk dichtbij. Die fysiek betrokken positie maakt onszelf ook fragiel. We zien de wonden en de grimassen van pijn bij het draaien, ruiken incontinentie, horen kortademigheid. De broosheid van de patiënt is haast tastbaar. Dat is ingrijpend omdat het ons tot essentiële vragen brengt: doe ik het goed en, vooral, doe ik het goede?”

Philippe: “Het siert verpleegkundigen dat ze zich niet zomaar verzoenen met de situatie zoals ze is. Wanneer ze samen met ons zoeken naar een oplossing of naar medicatie om het comfort te verbeteren. Hoe duidelijker het verpleegkundige verslag, hoe gerichter we kunnen bijsturen.”

Greet: “Maar de broosheid van het bestaan, kunnen we niet weg medicaliseren. Sommige patiënten dragen die afhankelijkheid in een soort overgave. Voor andere patiënten is die permanente hulp een dagelijkse beproeving zijn. Ook dat mentale gewicht drukt zwaar op zorgverleners.”

Philippe: “Of er zijn situaties waarin we de gemoedstoestand van patiënten niet kennen. Mensen die veel zorg nodig hebben en niet meer bewust zijn, zoals op intensieve zorg. Wat ik dan wel eens merk, is dat verpleegkundigen hun eigen onmacht ventileren en dat leidt soms tot hevige reacties zoals ‘dat mogen we niet toelaten’ of ‘dat zou je zelf toch niet willen’. Daar heb ik het soms moeilijk mee.”

Greet: “Die onmacht speelt zeker mee. Zorg is mensenwerk, maar ik geloof dat daaronder een oprechte betrokkenheid ligt voor de patiënten en hun naasten. Verpleegkundigen willen overtuigende pleitbezorgers zijn.”

Philippe: “Zeker. Artsen ook. Veel hangt natuurlijk af van de communicatiestijl van verpleegkundigen om voor patiënten te pleiten. Daarom raakt het ons als verpleegkundigen met een zekere stelligheid de indruk wekken dat we als artsen niet genoeg afwegingen maken. Dat is absoluut niet zo. Door de grote eindverantwoordelijkheid gaan we nooit over één nacht ijs. We bespreken altijd de wetenschappelijke kennis en de individuele context.”

Greet: “Een medisch dossier is soms een complex kluwen. Niet alle details ervan zijn bekend bij verpleegkundigen. Nochtans is sommige informatie essentieel om te blijven geloven dat wat we doen belangrijk is.”

Philippe: “Het zou goed zijn als er nog meer ingezet wordt om de medische gedachtegang proactief over te brengen aan al wie betrokken is bij de zorg van de patiënt. Zo is het niet alleen een gedeelde medische beslissing, maar ook een gedeelde mentale beslissing.”

Greet: “Dat zou goed zijn, want verpleegkundigen zijn vaak uitvoerders van medische beslissingen. Ze controleren van heel dichtbij alle ongemakken die met interventies verbonden zijn. Hun handelingen zijn er altijd op gericht om patiënten te helpen genezen of hun ongemakken op te vangen. Helaas moeten patiënten dikwijls eerst door de ellende die therapieën soms met zich meebrengen.”

Philippe: “Jullie zijn actor en getuige: jullie handelingen dragen bij tot de malaise en jullie willen dat opvangen. Daar staan we als artsen misschien te weinig bij stil. Het onderlijnt hoe verpleegkunde zich bevindt op het raakvlak van de zorg- en levenskwaliteit.”

Greet: “Kokhalzend de nierbekkens vol braaksel aannemen na chemotherapie, slecht helende wonden verzorgen en de pijn zien, mensen opvangen na een operatie, de tranen drogen als patiënten of hun naasten de moed verliezen, … Dat hakt er soms in. Door onze directere nabijheid en bereikbaarheid uiten patiënten of familieleden sneller hun gevoelens tegen ons. De inbreng van die waardevolle informatie bij besluitvorming is cruciaal.”

Philippe: “Zo dragen we allemaal op beroepseigen wijze onze verantwoordelijkheid en onze uitdagingen. Onze besluitvorming weegt soms zwaar. Sommige patiënten volgen we vaak al veel langer op. Je bouwt met hen een band op, maakte misschien bepaalde beloftes en afspraken. Voor sommige artsen komt therapie afbouwen misschien over als falen. Was een andere aanpak niet beter geweest? Dat kruipt onder je vel en dan sluiten we ons misschien af tegenover jullie vanuit een soort zelfbeschermingsreflex. Therapie stoppen is een onherroepelijke beslissing. Met iemand ‘af te tekenen’, teken ik een streep onder een leven. En ik bepaal er het leven van de dierbare naasten mee. Ook al ‘is het goed geweest’, ook al zegt de familie dat ‘hij er klaar voor is’, ook al weet ik rationeel dat dit is wat ik moet doen, toch grijpt het aan. Sinds de geneeskunde ons in staat stelt om levensbedreigende situaties af te wenden en natuurlijke stervensprocessen uit te stellen, moeten we veel meer afwegen of we wel of niet (verder) ingrijpen. Daar moeten we zorgvuldig mee omgaan.”

Greet: “Er is ook weinig marge voor inschattingsfouten. Te lang wachten veroorzaakt ellende, iets overhaast beslissen ook.”

Philippe: “Het is goed om elkaars positie en afwegingen te begrijpen en om van elkaar te weten dat we allemaal proberen te spreken en te handelen als zorgverleners in het belang van elke zorgvrager.”

Greet: “En ook hier kan alleen samenspraak ons daaraan herinneren.”

Greet De Cock is verpleegkundige in het UZ Leuven met 35 jaar ervaring in acute, chronische en palliatieve zorg. Philippe Meersseman is pneumoloog-intensivist in het UZ Leuven. Ze schreven het boek ‘Grenzen aan genezen’ met verhalen uit de dagelijkse zorgpraktijk en persoonlijke getuigenissen van een verpleegkundige en een arts. Het is een uitnodiging om na te denken over onze eigen zorgprocessen en over de moeilijke maar noodzakelijke keuzes die we moeten maken.