Gezondheidsbevorderaar gezocht

29-09-2025

Jasmine Buntinx (35 jaar) is nierpatiënte, verpleegkundige en docent aan de UCLL. Als auteur van Doe ik het wel goed als zorgverlener?, spreker en trainer gebruikt ze verhalen om verschillende perspectieven naast elkaar te leggen en zo de uitdagingen van zorg uit te klaren.

In de zorg doen we vaak alsof gedragsverandering een kwestie is van logica. Je legt uit dat bewegen goed is, dat minder zout beter is, dat stoppen met roken voordelen heeft. Klaar. Maar iedereen die ooit écht iets moest veranderen, weet dat het zo niet werkt.

Toen ik in 2017 de diagnose polycystische nieren kreeg, kreeg ik niet één of twee adviezen, maar minstens dertig. Van “let op dat ene ingrediënt op een etiket”, genoeg drinken, gewicht op peil houden, minder zout, niet te veel rood vlees, bewegen, bloeddruk meten, tot elke dag trouw medicatie innemen. Dertig! Ik dacht even dat ik er een Excelbestand van moest maken, met kleurtjes en filters. Want die ‘kleine aanpassingen’ nemen een groot stuk van je brein in. Het gaat niet alleen over eten of bewegen, maar over jezelf telkens opnieuw motiveren, controleren en bewust zijn. Soms voelt het alsof je er een fulltime job bij krijgt: manager van je eigen gezondheid.

Toch denken wij als zorgverleners vaak dat we de boodschap nóg duidelijker moeten uitleggen. Alsof de patiënt koppig is of het niet goed begrijpt, en wij met het juiste zinnetje de knop kunnen omdraaien. Maar gedragsverandering is geen lichtschakelaar. Het is eerder een ingewikkeld mengpaneel waarvan je telkens opnieuw moet ontdekken welke knopjes werken.

In mijn lessen verpleegkunde komt dit terug. Studenten vragen: “Waarom doen mensen dat niet gewoon? Het is toch beter voor hun gezondheid?” Vanuit je eigen normen klinkt het simpel. Ik heb nooit gerookt, dus “stop er toch mee” lijkt logisch. Maar daar begint het: beseffen dat veranderen altijd méér is dan logica. Echte zorg start wanneer je dat zonder oordeel erkent.

In de theorie heet dit de gezondheidsbevorderaar, rol vijf van CANMEDS. In Bachelor Nursing 2030 staat ze mooi beschreven en iedereen vindt haar belangrijk. Maar in de praktijk blijft ze vaak ongrijpbaar. Soms voelt ze als het buitenbeentje van het CANMEDS-gezin: erbij horen doet ze wel, maar hoe zet je haar echt aan tafel?

Gezondheid versterken klinkt prachtig, maar er is geen protocol, geen checklist. Gezondheidsbevorderaar zijn betekent leren omgaan met onzekerheid, minder focussen op wat misgaat en meer op wat iemand sterker maakt. En dat voelt soms net zo spannend voor ons als gedragsverandering voor onze patiënten. Eerlijk: soms lijkt de rol op een fitnessabonnement in januari. Vol goede bedoelingen, maar moeilijk vol te houden. Toch ligt daar de toekomst. In kleine stappen zien, verbinding maken, en soms gewoon samen lachen of huilen om hoe ingewikkeld het allemaal is.

Misschien zit de echte zorg niet in nóg een advies of nóg een richtlijn, maar in durven zeggen: “ja, dit is lastig, dit is veel.” In kwetsbaar durven zijn, samen zoeken, en erkennen dat veranderen niet simpel is. Dáár zit de kracht van zorgverlening. Niet in beter weten, maar in beter zien van de mens achter al die moeite.