“Humor is het beste medicijn, wanneer het kan”

28-04-2025

We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Dimitri De Glas (49 jaar) is spoedverpleegkundige en stafmedewerker juridisch adviseur voor de directeur verpleging in het AZ Sint-Jan in Brugge, werkt bij het Brussels Airport Rescue-Team, is actief binnen de Federale Toezichtscommissie en is lid van de Juridische Adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE.

Waarom ben je verpleegkundige geworden?

Als kind maakte ik de reanimatie van een van onze buren mee. Toen zei ik: “Dat wil ik nooit doen.” Mijn vader was brancardier en zo rolde ik uiteindelijk toch de zorg in. Al had ik nooit de ambitie om een Florence Nightingale te worden. Wie me wel inspireert? René Tytgat, die ik leerde kennen tijdens mijn werk in het AZ Sint-Jan.

Wat boeit je in je job?

Het is geen 9-to-5 en je bent steeds in beweging waardoor je op plaatsen komt die niet altijd vanzelfsprekend zijn. Daarnaast heb je voor verpleegkunde een stevige dosis maturiteit nodig en moet je respect hebben voor iedereen. Iedereen weet dat verpleegkundigen in een ziekenhuis of in de thuisverpleging werken, maar er zijn nog zoveel andere plaatsen: scholen, de arbeidsgeneeskundige dienst, de luchthaven, cruiseschepen of zelfs de IT-sector. Zoveel uitdagingen met één diploma.

Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?

Verpleegkunde gaat verder dan de technische handelingen. Ik praat altijd met de omgeving van de patiënt. Zo doorbreek je de spanning of bereid je hen al voor op eventueel slecht nieuws. Je moet er zijn wanneer mensen je nodig hebben, maar ook weten wanneer je best zwijgt. Ik zeg altijd: “humor is het beste medicijn”, zelfs in kritieke situaties. Maar je moet aanvoelen wanneer het kan. Die gesprekken blijven mensen meer bij dan een infuus dat goed geprikt is. Je hebt die vaardigheid of niet, maar je kan er ook in groeien. Ga gesprekken met de patiënt en diens omgeving dus niet uit de weg.

Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?

Dat zijn voor mij niet de succesvolle reanimaties of een ledemaat dat correct gegipst is, wel de situaties waarin we als verpleegkundige het verschil kunnen maken en waarin de patiënt zijn verhaal kwijt kan.

Zijn er ook minder fijne momenten?

De agressie die toeneemt is een keerzijde aan onze job. Met je uniform ben je zeer herkenbaar. Door mijn juridische opleiding weet ik hoe ik die situaties aanpak. Die kennis draag ik over aan andere verpleegkundigen. Zo weten ze waar en wanneer ze klacht kunnen indienen en wat hun rechten en plichten zijn.

Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?

Ik noem mezelf soms een verpleegkundig filosoof omdat ik graag nadenk over de toekomst van ons beroep. Als spoedverpleegkundige kom je overal en babbel je met veel mensen, ook met zorgverleners in de woonzorgcentra en thuiszorg. Je hebt een brede kijk. Er zijn verpleegkundigen genoeg, als we de uitstroom aanpakken. Je moet je boven de stress en de randvoorwaarden die bij de job horen zetten. Jongeren krijgen te veel negatieve beeldvorming over het beroep binnen. Dat maakt starten aan de opleiding niet evident. Daarnaast blijf ik met de vraag zitten: is er wel voldoende verpleegtijd om alle vernieuwingen in te voeren?

Wat doe je in je vrije tijd?

Ik doe veel met mijn gezin en ga ontzettend graag zwemmen. Dat is voor mij echt vrij zijn, een beetje zoals vliegen. Daarnaast ben ik bezig met ontspullen. Ik wil minder hebben en meer beleven. Geprikkeld worden, door ervaringen en door de natuur.