Nieuwseditie februari 2017

04-02-2017

Kennis en expertise delen

Transdisciplinair samenwerken in een instelling

Interdisciplinair samenwerken verhoogt de kwaliteit van zorg en is daarom een belangrijk aandachtspunt voor het NVKVV. Revaweb gaat nog een stap verder: de methodiek helpt verschillende disciplines transdisciplinair samen te werken op een revalidatieafdeling. Het NVKVV stelt het project aan je voor.

In een multidisciplinair team werken verschillende disciplines naast elkaar in de zorg voor een patiënt. In een interdisciplinair team overleggen de verschillende zorgverleners met elkaar, bepalen ze samen doelstellingen voor de patiënt en zijn er overlegmomenten: voornamelijk de zorgorganisatie en de communicatie zijn hier sterker uitgebouwd. In het Revawebproject gaan de verschillende zorgverleners nog een stap verder: ze werken transdisciplinair samen. Dat betekent dat zorgverleners uit verschillende disciplines samen werken bij een patiënt om revalidatie een boost te geven. ‘Op die manier delen ze hun kennis op de werkvloer, een aanpak die de patiënt ten goede komt,’ legt Nele Duplacie uit. Nele was hoofdverpleegkundige op een revalidatieafdeling voor niet-aangeboren hersenletsels van de UZ Leuven, campus Pellenberg in Lubbeek toen ze 6 jaar geleden het initiatief nam om Revaweb te ontwikkelen. Revaweb is een methodiek om revalidanten beter te begeleiden naar zelfstandigheid. Revalidatie en revalidant staan centraal, de zorg vertrekt vanuit de nood van de patiënt. ‘Op dat moment was er een dringend personeelstekort op onze afdeling door ziekte en mutaties naar andere afdelingen en raakten vacatures niet ingevuld. Door het wegvallen van ervaren verpleegkundigen was er tegelijkertijd een tekort aan kennis en expertise. Vanuit het verpleegkundig departement slaakten we een noodkreet naar de therapeuten. Die hadden de drukte en het kennistekort ook al aangevoeld en wilden graag mee helpen zoeken naar oplossingen.’

Verfijnen van vaardigheden

Een werkgroep met enkele verpleegkundigen, een logopedist, een kinesitherapeut en een ergotherapeut vertrok van twee vragen: Hoe kunnen we expertise delen? En: Hoe kunnen we meer revalidatie aanbieden? Ze startten met een inventarisatie  van de bezorgdheden binnen het volledige team over de gebieden en tijdstippen waar revalidatiemogelijkheden voor de revalidanten te weinig of niet aanwezig waren. Dat zijn vooral die momenten waarop heel veel gebeurd bij en met de revalidant, maar waarbij de revalidatiemogelijkheden nog teveel onbenut bleven zoals de transfers in en uit bed, wassen en aankleden, verplaatsingen naar de eetzaal en het toilet, eten tijdens de ochtend, middag en bij het avondmaal: momenten die voor verpleegkundigen sowieso erg druk zijn en waarop ze onmacht voelden omdat ze dan te weinig revalidatie konden aanbieden. Nele: ‘Binnen de werkgroep werd er gezocht naar oplossingen om die momenten door het hele multidisciplinaire team te laten dragen. In een eerste stap werd er gefocust op het ochtendgebeuren: de kinesitherapeuten kwamen al van ’s morgens vroeg naar de afdeling en hielpen de verpleegkundigen met de transfers waardoor dat een eerste oefenmoment werd voor de patiënt. Daarenboven was één verpleegkundige per patiënt voldoende om die transfer uit te voeren en ontstond een kennisuitwisseling tussen kinesist en verpleegkundige. Ook het ontbijt werd door de ergotherapeuten aangegrepen als dagelijks oefenmoment. Zo bereikten we onze doelstelling om de revalidanten te activeren buiten de therapiezalen: er werd dagelijks spontaan en op een juiste manier geoefend en begeleid door elke specifieke discipline. Door het samen begeleiden leerden we van elkaar: de verpleegkundige leerde van een kinesitherapeut bijvoorbeeld hoe een patiënt te helpen om zijn evenwicht te bewaren bij het stappen, van een ergotherapeut hoe een patiënt te leren om een boterham te smeren, van de logopedist om een revalidant te helpen bij het slikken.’

Leren van elkaar

Ieder handelt er vanuit zijn deskundigheid en probeert die deskundigheid aan de ander over te brengen. Bijvoorbeeld bij het wassen van een patiënt legt een ergotherapeut andere accenten dan een verpleegkundige, elk vanuit zijn eigen deskundigheid. Nele: ‘Bij het samen wassen, proberen we die accenten uit te wisselen zodat we elkaars’ denkkader begrijpen en er rekening mee kunnen houden. Een ergotherapeut legt de klemtoon op tactiele informatie. Zo vindt die het belangrijk bij een zwaar neurologische patiënt die een volledig bedbad krijgt, dat de hand van de revalidant door de therapeut ook naar zijn gezicht of naar zijn buik gebracht wordt zodat hij tactiele informatie krijgt. Zo wordt de patiënt geprikkeld om bewust te worden van zijn lichaam.  Dit is een invalshoek die wij als verpleegkundigen niet nemen.

Door de nieuwe inzichten die Revaweb bracht, kunnen verpleegkundigen die meenemen in hun zorg op die momenten dat de andere disciplines niet aanwezig zijn. Omgekeerd leren de andere zorgverleners ook om verpleegkundige aandachtspunten te integreren in hun discipline zoals aandacht voor decubituspreventie. De wisselwerking en leermomenten zijn wederzijds.’ Niet enkel taken en technieken werden wederzijds geleerd en gedeeld, ook het inzicht in de mogelijkheden en in de progressie van de revalidanten vergrootte. Verpleegkundigen waren sneller op de hoogte van de vooruitgang die de revalidanten bij elke discipline maakten. Nele: ‘Het nauwere contact tussen de disciplines leidt tot een veel sneller en gemakkelijker inspelen op de noden van de revalidant. Er wordt samen rond en met de revalidant gewerkt. We leren vaardigheden van elkaar en verfijnen elkaars vaardigheden op de verschillende domein overschrijdende gebieden. We merken een vlottere vooruitgang van de revalidant en kunnen daardoor sneller op zijn noden inspelen.’

Naast een andere organisatie voor het ochtendgebeuren bracht Revaweb ook een verschuiving in de doelstellingen: die werden niet langer per discipline geformuleerd maar wel per patiënt voor het volledige team. Nele: ‘Samen wordt er gewerkt aan mobiliteit, zelf wassen, aankleden, eten…. om de revalidant naar zelfstandigheid te begeleiden. Zo evolueerden we tijdens de ochtendzorg van een multidisciplinair naar een interdisciplinair en zelfs een transdisciplinair team. Die manier van werken kwam er niet op één dag. Het was een proces dat enkele jaren duurde en waar iedereen mee moest leren werken.’ Niet alleen de verpleegkundigen, kinesitherapeuten, logopedisten en ergotherapeuten werkten Revaweb uit. Ook artsen, psychologen en sociaal assistenten brachten advies in.

Voor meer informatie over Revaweb, contacteer je Nele Duplacie via nele.duplacie@uzleuven.be.

Van multi- over inter- naar transdisciplinair werken: de succesfactoren

  1. Communicatie tijdens formele, informele en educatiemomenten
  2. Evenwicht vinden tussen vervagen van rollen en grenzen behouden van elke discipline
  3. Vertrouwen en respect, betrokkenheid en ondersteuning tussen de teamleden
  4. Niet-competitieve en vlakke organisatiestructuur: elk teamlid is gelijkwaardig
  5. Educatie en kennisoverdracht: iedereen is afwisselend leerling en leraar
  6. Patiëntenpopulatie: patiënten met complexe noden en chronische letsels

Literatuur

Studies bevestigen dat taakgerichte training een positieve en een groter effect heeft dan enkel repetitieve training:

  1. Sjöholm, A, Skarin, M, e.a., Sedentary Behaviour and Physical Activity of People with Stroke in Rehabilitation Hospitals, Stroke Research and Treatment, vol 2014, article ID 591897.
  2. Ivey, F.M., Hafer-Macko, C.E., e.a., Exercise Rehabilitation After Stroke, The Journal of the American Society for Experimental NeuroTherapeutics, oct 2006, vol 3, 439-450.
  3. French, B., Thomas, L., e.a., Does repetitive task training improve functional activity after stroke? A Cochrane systematic review and meta-analysis. J.Rehabil Med, 2010, 42: 9-15.
  4. Song, Gb, The effects of task-oriented versus repetitive bilateral arm training on upper limb function and activities of daily living in stroke patients. J Phys Ther Sci,2015, May; 27 (5): 1353 -1355.
  5. Cartmill, C, Soklaridis, S., Cassidy, JD. , Transdisciplinary teamwork: The Experience of Clinicians at a Functional Restoration Program. J. Occup. Rehab., 2011, 21, 1-8.

author: Els Put