Omgang met kinderen met een Ernstige Meervoudige Beperking (EMB)

07-07-2022

In deze rubriek presenteren bachelor- en masterstudenten hun eindproef.  Ook meedoen?  Mail je proef naar journalist@netwerkverpleegkunde.be
Nursing november 2018
Nathalie Jansens (40)
Afgestudeerd: 2018
Waar: Thomas More, bachelor verpleegkunde
Werk: Anesthesieverpleegkundige UZ Brussel, bezig met postgraduaat anesthesie
Geleerd van de proef: ‘Wat me opviel, was het gebrek aan communicatietechnieken bij de zorggevers en niet enkel bij EMBpatiënten. Ik ben van mening dat als je goed communiceert, je de patiënt (en ouders) al heel wat vertrouwen geeft en een zekere rust. In de praktijk gedraag ik me nu niet anders door mijn onderzoek net omdat ik hier al bewust mee bezig was. Wel merk ik dat ik er nog meer aandacht aan besteed, nu ik mijn intuïtie bevestigd heb gezien in de wetenschappelijke artikels.’

Context

Interacties die een kind met een EMB met verpleegkundigen heeft, bepalen in grote mate hoe het kind de ziekenhuisopname beleeft. Uit literatuur blijkt dat ouders vinden dat verpleegkundigen te veel op hen rekenen in de communicatie met hun kind. Tijdens de briefings wordt er te weinig informatie doorgegeven, waardoor dezelfde informatie steeds opnieuw wordt bevraagd. Dit ervaren de ouders als storend. Ook krijgen ouders de indruk dat gedurende hun afwezigheid niet met hun kind gecommuniceerd wordt. Ouders geven aan hun kind liever niet alleen achter te laten, zelfs niet om even naar de cafetaria te gaan.
Via participerende observatie kon ik zelf vaststellen hoe intrigerend en soms zelfs schrijnend de communicatie en omgang met deze kinderen in een ziekenhuis verloopt.

Methode

De bachelorproef bestond uit een literatuurstudie en verschillende gesprekken met ouders en verpleegkundigen.1 Deze gegevens vormden de basis voor een communicatiepaspoort voor het werkveld. Deze tool is voorgelegd aan een moeder, opvoedster, en verpleegkundige.

Resultaten

Op basis van de onderzoeksgegevens stelde ik het communicatiepaspoort op: ‘Dit ben ik!’. Dit boekje wordt door de ouders ingevuld en bevat alle informatie die de verpleegkundige nodig heeft om de communicatie met het kind vlot te kunnen opbouwen. Het reikt onder andere praktische vaardigheden aan die een verpleegkundige nodig heeft om het kind goed te leren kennen, zoals hoe het kind reageert als het blij is of verdrietig, in welke mate het dingen begrijpt, en wat het fysiek kan. Informatie die anders steeds opnieuw aan de ouders gevraagd wordt, is nu gebundeld.

Conclusie

Met behulp van dit communicatiepaspoort kunnen verpleegkundigen bijdragen aan de verbetering van de communicatie en vooral de algemene omgang met het kind met een EMB.
Het boekje zorgt er hopelijk voor dat er wederzijds begrip komt tussen ouders en verpleegkundigen. Als verpleegkundigen weten hoe een kind meestal reageert, en wat hij kan en begrijpt, dan verloopt de ziekenhuisopname rustiger. De verpleegkundigen kunnen hun gedrag en uitleg rond procedures nu immers makkelijker aan het kind aanpassen.

Noten

  1. Jansens N. Communicatie en omgang met het kind met een meervoudige beperking op de pediatrie. Bachelorproef opleiding verpleegkunde Thomas More, 2017-2018.