Palliatief verpleegkundigen zijn rolmodellen in het mentorschap van studenten

13-02-2023

Christine De Bosschere, al sinds 1984 verpleegkundige en sinds 2004 docente palliatieve zorg aan Arteveldehogeschool. Sinds 2022 is ze coördinator van een nieuw interdisciplinair postgraduaat palliatieve zorg. Haar studenten ervaart ze als gelukkige stagiairs. Ze worden op de afdelingen palliatieve zorg gekoesterd. Net zoals zij bij de patiënten en hun naasten doen.

Studenten krijgen op deze afdelingen een warme, geplande ontvangst. Daar wordt tijd voor uitgetrokken. Er wordt gepeild naar de leerdoelen van de student. Er wordt rekening gehouden met waar hij zich bevindt in zijn traject en met de beleving van de student. Er is van bij het begin ruimte voor zijn gevoelens en gedachten over de komende stage. Want ja, stage doen op een afdeling waarin je oog in oog komt te staan met de dood, is voor een jonge en beginnende hulpverlener een moeilijke, emotionele uitdaging.

Toch slagen zij er zo goed als altijd in om deze uitdaging tot een goed einde te brengen. En dit door de zorg die zij als student ook zelf mogen ontvangen. Een verlegen student zal bijvoorbeeld niet afgerekend worden op het feit dat hij of zij niet veel zegt. In het feedbackdocument zal ook niet staan dat de communicatie beter moet. De student wordt op een fijne manier gevoed om te groeien in het aangaan van gesprekken, nieuwe uitdagingen te starten, overdracht te geven, … Dit met de nodige tussenstapjes en de nodige veilige ondersteuning.

Bij het lezen van de reflecties in Medbook en de ontvangen feedback door het mentoren en team doorheen de volledige stageperiode, voel ik me oprecht heel gelukkig en ben ik trots op mijn studenten. Ook voel ik oprechte dankbaarheid naar de mensen die hen begeleiden en deze constructieve feedback op een zorgzame manier geven.

Misschien denk je al: op zulke afdelingen hebben ze daar tijd voor want ze hebben minder patiënten. Dat klopt, maar ik denk toch dat een aantal kleine dingen ook op een drukke afdeling het verschil kunnen maken voor een startende student. Want zoals iedereen weet: groeien en bloeien lukt enkel met de juiste voeding, de juiste hoeveelheid licht en soms wat extra meststof. Maar neem dat laatste alsjeblief niet letterlijk.

Investeren in studentenbegeleiding is investeren in de toekomst. Er is een schrijnend tekort aan verpleegkundigen, dus is het aan ons allen om jonge mensen die kiezen voor deze mooie job enthousiast te houden wanneer ze starten in het werkveld. De student van nu is biunnen enkele jaren je collega. Als school investeren we in mentorenopleiding, maar ook als organisatie is het belangrijk om voldoende aandacht te hebben voor een degelijk beleid rond studentenwerking.

Ook al ben ik bijna zestig jaar, ik herinner me mijn eerste stage nog goed. Ik heb veel meer uren in de ‘utility’ doorgebracht dan ik echt dingen mocht doen die ik wou leren om een goede verpleegkundige te worden. Ik weet nog hoe pijnlijk het was, alsof het gisteren was. Dachten we toen niet allemaal: dit pak ik anders aan, ik zal studenten graag zien en hen op een respectvolle manier onder mijn vleugels nemen.

Mijn missie op school is vooral ook om studenten te leren omgaan met het feit dat niet iedereen kan genezen en dat palliatieve zorg, in de ruime zin van het woord, ook een belangrijk deel is van de job. Zelf ervaar ik heel veel geluk en voldoening uit het op weg gaan met studenten. Studenten verpleegkunde zijn een heel fijne groep. Ze starten allen met dezelfde missie: “Wij willen mensen helpen”. Ze stromen over van goedheid. En ik denk dat op de werkvloer in elke relatie hulpverlener-student dezelfde prachtige missie schuilt, zowel in een acute als in een chronische zorgsetting. De dankbaarheid van een student die zich goed voelde bij jou als mentor, geeft je vleugels. En deze sprankels van voldoening geven energie om toch door te gaan, ondanks de hoge werkdruk en andere frustraties.