Als een bord spaghetti

Ilke Montag (44) is arts-specialist nucleaire geneeskunde, hoofdarts in het Jan Yperman Ziekenhuis in Ieper en lid van de raad van bestuur van het NVKVV. In De Standaard van woensdag 17 november 2021 twijfelt ze of de zorg nog haar roeping is.

Ik ben opgeleid vanuit het principe “eens geneeskunde, altijd geneeskunde”. Al sinds ik zes jaar oud ben, weet ik: ik wil dokter worden. Maar vandaag twijfel ik. Is dit de sector waarin ik oud wil worden? Moet ik uit de zorg stappen om me verdere ontgoochelingen en frustraties te besparen? De pandemie heeft veel pijnpunten uitvergroot. Ik wil kunnen wegen, zodat de juiste zorg op de juiste plaats op het juiste moment aan de juiste patiënt gegeven wordt. Ik heb lang gedacht dat dit voor mij als clinicus aan het bed van de pa­tiënt was. Daarna dacht ik: in het directieteam. En in een ­patiën­tenvereniging. Nu denk ik soms: moet ik met mijn zorgdroom in de politiek gaan?

We missen eenheid van commando. Als directiecomité moeten we ­telkens opnieuw de logge tanker bijsturen die een ziekenhuis is. Met één vingerknip: bedden, al dan niet op intensieve zorg, vrijhouden voor de covidpatiënten, maar ook in voldoende personeel voorzien en het team gemotiveerd en enthousiast houden. Dat alles met onvoldoende ondersteuning door de overheden. Op een nachtelijke levering ­babyfoons en een geopende doos met mondmaskers die niet aan de kwaliteits­eisen voldoen na. Leg het maar eens uit, opnieuw en opnieuw.

Ik heb me nooit een held ­gevoeld, ook niet toen er dagelijks om 20 uur geapplaudisseerd werd. Het applaus is trouwens al lang verdwenen. Onze mensen willen opnieuw gewoon hun ding doen: patiënten kunnen en ­mogen verzorgen en bij voorkeur op de dienst die ze zelf kozen binnen hun team. Maar corona is voor velen de druppel: na de vele uren die ze achter hun computer doorbrengen, schept het virus nog meer afstand tussen hen en de patiënten.

Dus: in of uit de zorg? Ik ging geneeskunde studeren om te mogen en te kunnen zorgen voor patiënten, maar helaas is de zorg een commercie op zich geworden. Het is een uitdaging om een ziekenhuis financieel gezond te houden. Het huidige financieringssysteem is versleten en te complex om snel uit te leggen. Ik vergelijk het vaak met een bord spaghetti: als je ­probeert een sliert uit de massa te trekken, ligt de hele boel op de grond. Voor de eigen veiligheid blijft men liever weg van de echte hervormingen. We worden creatief om toch finan­cieel gezond te blijven: hogere ereloonsupplementen, een minimale bezetting op de verpleeg­afdelingen en duurdere parkeertarieven. Wordt de echte zorg beter? Ik vrees van niet. Daarom zou ik geen deel meer willen uitmaken van deze zoektocht naar meer van hetzelfde. Ik wil liever een nieuw kader voor de zorgverstrekking creëren.

Laten we eens verder kijken dan de volgende coronagolf en de gezondheidszorg klaarmaken voor de toekomst. Een toekomst waarin nog vaker pandemieën zullen voorkomen en die een vernieuwende aanpak nodig heeft. De financiering zal grondig hervormd moeten worden, op zo’n manier dat de artsen zich veilig kunnen voelen. Iedereen heeft het over de nood aan verandering, maar waarom springen we niet als collectief?

De angst voor verandering verlamde ons al, de pandemie deed er een schepje bovenop. Daarom denk ik soms aan stoppen, net als veel mensen in de zorg. Als hoofdarts ben je een aanspreekpunt voor heel wat ­verzuchtingen. Met pijn in het hart zie ik de meest gemotiveerde en enthousiaste mensen vertrekken. Ik herken hun gevoel, maar als ik de patiënten zie, voel ik de goesting en wil ik blijven. We ­willen de patiënten genoeg kunnen zien. We willen hen meer zien, niet minder.


Juridische vragen en antwoorden #2 - 2022

Mag een staand order gebruikt worden voor een ecg-afname?

“In een psychiatrisch ziekenhuis worden ecg’s afgenomen door de verpleegkundigen en geïnterpreteerd door een arts. Het ziekenhuis wil dit digitaliseren maar de artsen hebben geen elektronische handtekening. Is een handtekening noodzakelijk en kan gewerkt worden met een staand order?”

Antwoord:

Uitvoeren van een ecg is een verpleegkundige handeling B2: “gebruik van apparaten voor observatie en behandeling van de verschillende functiestelsels”. Voor afname door verpleegkundigen is een medisch voorschrift vereist, inclusief de handtekening van de arts, op papier of elektronisch. Het voorschrift kan opgemaakt worden onder vorm van een staand order, maar de arts moet aangeven bij welke patiënten het staand order toegepast wordt (individualisering), de verpleegkundige noteert dit in het dossier.

Belangrijk hierbij is dat de prestatie (nomenclatuur) voor het ecg zowel de afname als de interpretatie van de arts omvat, dus de afname kan niet afzonderlijk aangerekend worden.

Mag ik assisteren bij een endoscopie?

“Wat zijn de wettelijke bepalingen voor het assisteren bij een endoscopie en welk diploma is daar voor nodig?”

Antwoord:

Een endoscopie wordt uitgevoerd om diagnostische of therapeutische redenen. Assistentie bij een diagnostische endoscopie is een verpleegkundige activiteit rond het stellen van een diagnose en de behandeling ervan. Deze mag dus enkel uitgevoerd worden door verpleegkundigen en artsen, niet door andere beroepen. Een endoscopische behandeling is een medische techniek waarbij verpleegkundigen mogen voorbereiden, assisteren en instrumenteren. Dit mag enkel in het bijzijn van een arts, in direct verbaal en visueel contact. Beide vormen zijn dus B2 verpleegkundige handelingen waarvoor een medisch voorschrift vereist is. Net zoals een procedure opgemaakt in overleg met de arts. De zorgen moeten genoteerd worden in het dossier en de verpleegkundige moet over de nodige opleiding en ervaring beschikken om de techniek veilig uit te voeren.


“Wees empathisch en maak tegelijk zaken bespreekbaar”

We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Lieven Deltour (60 jaar) is pijnverpleegkundige in AZ Delta Roeselare en lid van de werkgroep Pijnverpleegkundigen.

Waarom ben je verpleegkundige geworden?

Als enige in de naaste familie koos ik voor een job in de zorg. Via vrienden kwam de inspiratie om verpleegkunde te studeren. Het sociale karakter en het contact met mensen sprak me enorm aan. Ik ben afgestudeerd als bachelor psychiatrisch verpleegkundige, volgde een bijkomende opleiding tot hoofdverpleegkundige en ook een lerarenopleiding.

Wat boeit je in je job?

De echte klik kwam toen ik aan de slag kon in het pijncentrum in Roeselare, zo’n twintig jaar geleden. Samen met mijn collega’s heb ik het centrum mogen uitbouwen. Dat was een bijzonder interessante ervaring. Daarnaast ben ik ook actief als gastdocent en geef ik voordrachten. Ik houd wel van die variatie in mijn job. We werken met een multidisciplinair team en de samenwerking met artsen verloopt heel goed. Ik kom in contact met heel diverse patiënten, zowel jong als oud, wat me veel energie geeft. Tot slot is het geen fysiek belastende job en hebben wij redelijk normale werkuren. Dat scheelt.

Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?

Als verpleegkundige moet je een empathische houding aannemen tegenover de zorgvrager, maar tegelijk ook zaken, die anders kunnen, bespreekbaar maken. Als iemand rugklachten heeft en zwaarlijvig is bijvoorbeeld, of iemand komt nog nauwelijks uit zijn stoel. Durf dat dan te benoemen zonder confronterend te zijn. Verder is het ook cruciaal om een goede teamspeler te zijn zodat je als team de mensen behandelt.

Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?

Wij staan er echt op dat onze zorgvragers voldoende uitleg krijgen, zodat ze goed begrijpen wat er gebeurt tijdens hun behandeling. Als ik zie dat die aanpak zich vertaalt in een hoge tevredenheid, dan stemt me dat vrolijk. Veel zorgvragers geven ons ook die feedback en dat doet deugd. Op de werkvloer heerst een heel goede sfeer. En dan zijn er soms zo van die dagen waarop alles vlot verloopt. Dat is altijd mooi meegenomen.

Zijn er ook minder fijne momenten?

Over het algemeen ervaar ik weinig slechte momenten, ik doe mijn job echt graag. Tijdens de lockdown was de pijnkliniek zo goed als gesloten en daarom heb ik een tijd meegedraaid op een pre-coronadienst. Dat vond ik bijzonder zwaar, maar tegelijk heb ik er ook veel geleerd. Al blijft de coronaperiode zeer uitdagend, ook op onze afdeling. Door het tekort aan handen, stijgt de werkdruk en dat merk je overal.

Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?

Momenteel is de grootste uitdaging het vinden van geschikt personeel. Dit creëert natuurlijk ook kansen. Ik vind dat je als verpleegkundige zelf moet zoeken naar opportuniteiten om je job graag te blijven doen. Alleen zo kan je voldoening halen uit je werk.

Wat doe je in je vrije tijd?

Ik heb ondertussen vier kleinkinderen, dus die houden me wel bezig. Ik fiets en lees heel graag en vind reizen echt leuk. Nu is dat vooral binnen Europa of zelfs België, maar ik zoek even graag verre oorden op zoals Cuba, Mexico of Thailand.

 

Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van het NVKVV? Schrijf je in met een mailtje naar info@nvkvv.be.


Praktische ondersteuning voor thuisverpleging

Heel wat Belgische zorgverleners zijn niet verbonden aan een zorginstelling en verlenen dagelijks zorg aan huis. Op het veld komen soms vragen naar boven over een bepaalde aanpak of techniek. Zonder directe collega’s in de buurt, vind je niet altijd het antwoord hierop. Binnenkort komt daar verandering in. Met de Healthcare App van de Arteveldehogeschool zal je toegang hebben tot praktische tips en tricks en meteen ook als zorgverlener een stem krijgen.

In 2017 lanceerde het Verenigd Koningrijk de Teacher Tapp. Deze app brengt inzicht in wat leraren bezighoudt en wat hun bekommernissen zijn. De Arteveldehogeschool lanceerde die ook in Vlaanderen. In navolging daarvan kregen onderzoekers Marieke Coussens en Sabrina Nachtergaele de opdracht een gelijkaardige app te ontwikkelen voor de zorgsector: de Healthcare App. Tijdens de onderzoeksfase – die nog steeds lopende is – werd al snel duidelijk dat een uniform type zorgverlener niet bestaat. “Er zijn zoveel specialisaties dat we niet alle zorgverleners over eenzelfde kam kunnen scheren. Vandaar dat we focussen op thuisverpleging. Dit zijn vaak zorgverleners die niet aan een zorginstelling gekoppeld zijn en dus geen echt klankbord hebben”, legt Marieke uit. “Het is de bedoeling in kaart te brengen welke vragen ze hebben, wat hun noden zijn, maar even goed hoe ze met bepaalde beleidsbeslissingen omgaan. We willen hen een stem geven zodat we een beter zicht krijgen op wat er leeft binnen de groep.”

Tips, tricks en vragen

De Healthcare App zal op twee manieren werken. Gebruikers zullen regelmatig meerkeuzevragen krijgen, die peilen naar hun noden en wensen. Ze beantwoorden deze op hun eigen tempo. “De vragen behandelen thema’s zoals welbevinden, actuele problematiek of polsen naar een persoonlijke mening. Bijvoorbeeld, hoeveel zorgvragers bij wie je langsgaat, hebben of zijn herstellende van COVID-19? Of, hoe tevreden ben jij in jouw job als thuisverpleegkundige? De gebruikers zien de dag erna de antwoorden uit de groep en krijgen zo een referentiekader van de zaken die hen bezighouden”, vertelt Sabrina.

Na het beantwoorden van vragen krijgen de gebruikers concrete tips en tricks. Dat gaat van het uitvoeren van een bepaalde procedure, het delen van kennis rond nieuwe technieken tot het meegeven van praktische tips. Als gebruiker heb je de mogelijkheid zelf vragen door te sturen. Deze worden geconsolideerd en op een later tijdstip beantwoord. De informatie wordt gedeeld in klare, duidelijke taal of via filmpjes en is hands-on.

Vinger aan de pols

De ervaring met Teacher Tapp toont aan dat met de data uit de app heel wat kan bereikt worden, bijvoorbeeld door info terug te koppelen naar beleidsmakers. Marieke: “Alles is geanonimiseerd en conform de GDPR-regelgeving. We willen vooral de vinger aan de pols houden. De app is laagdrempelig en moet in eerste instantie de zorgverlener ondersteunen.” De lanceringsdatum is voorzien in september 2022.


Afdeling in de kijker: “De beste van de beste”

“De verpleegkundigen in woonzorgcentra blijven nog te vaak onderbelicht”, vindt Rudi Logist, campusdirecteur van woonzorgcentrum Dijlehof in het centrum van Leuven. Hoog tijd dus om daar verandering in te brengen en zijn team van zeventien verpleegkundigen, drie zorgcoördinatoren en drie nachtverpleegkundigen in de kijker te zetten.  Samen, met een team van zorgkundigen, woonassistenten, logistiek medewerkers en paramedici, zetten ze zich dag en nacht in voor de 76 residenten van het woonzorgcentrum, de 40 bewoners van de assistentiewoningen en de 15 personen die naar het dagverzorgingscentrum komen.

“Verpleegkundigen in woonzorgcentra hebben een zeer grote verantwoordelijkheid”, zegt Rudi. “Ze moeten veel zelf beslissen en kritisch nadenken. Daarom ben ik van mening dat mijn verpleegkundigen de beste van de beste zijn.” Zijn team van verpleegkundigen is een goede mix van jong en oud, van verschillende opleidingsniveaus en met specialisaties in wondzorg, palliatieve zorg en dementie. “Ze geven ook de nodige bijscholingen aan het ander personeel van ons woonzorgcentrum. Het is een groep die heel sterk aan elkaar hangt.”

Dat merkt Rudi bijvoorbeeld ook aan de manier waarop meer ervaren verpleegkundigen de jongere mensen coachen. “Iedere verpleegkundige heeft die coachende rol in zich. Hij of zij is de rechterhand van de zorgcoördinator. Al merken we dat de rol van de verpleegkundige verandert. De zorggraad ligt hoger en wordt meer intensiever. Verpleegkundigen moeten dan ook autonomer gaan werken en zelf beslissingen nemen.”


Zonder taboes naar betere zorg

Maarten Desimpel is directeur patiëntenzorg in het PZ Bethaniënhuis. Daarnaast is hij ook actief als voorzitter in de werkgroep Geestelijke Gezondheidszorg van het NVKVV.

Taboe, datgene waar niet over gesproken wordt. Een onderwerp dat iedereen uit de weg gaat. Onderwerpen die zich grotendeels afspelen in het verborgene, het privédomein omdat ze als ongepast worden gezien binnen een bepaalde context. Denk maar aan seksualiteit. Hoe wezenlijk het ook is voor het voortbestaan van de mensheid, het is een onderwerp waar we niet makkelijk over praten. Zeker niet wanneer er seksuele zorgen, twijfels of problemen zijn. Dan wordt het onderwerp afgedekt met een laag van schaamte. Nochtans kampen veel mensen met psychiatrische problemen met seksuele moeilijkheden, eigen aan het ziektebeeld en de medicatie. Ook ons opnamebeleid speelt een rol. In veel ziekenhuizen zijn er nog tweepersoonskamers of worden partners niet toegelaten op de kamer.

Dit alles heeft een impact op de kwaliteit van leven, het psychosociaal functioneren en de medicamenteuze therapietrouw. Je kan dus onomwonden stellen dat bij de behandeling van psychiatrische problemen het belangrijk is om voldoende aandacht te besteden aan seksualiteit. En hoewel de meeste hulpverleners dit ondertussen beseffen, wordt er toch weinig over gesproken. Slechts 30 procent van de psychiaters vraagt naar seksualiteit, vaak vanuit de gedachte dat de patiënt er zelf wel over zal beginnen wanneer hij of zij dat belangrijk vindt.

Maar misschien hoeven we het niet enkel over de ander te hebben. Het lijkt me zinvol mocht elk van ons even de tijd te nemen om na te gaan van hoeveel patiënten, cliënten of bewoners je iets weet over hun seksuele tevredenheid. Volgens mij relativeert het antwoord meteen het ‘bespreekbaar maken’, de term waar we zo prat op gaan in de geestelijke gezondheidszorg. Het blijkt nochtans dat wanneer hulpverleners zelf aandacht besteden aan seksualiteit de kans verzesvoudigt dat patiënten seksuele zorgvragen uiten.

Seksualiteit is niet het enige taboe in de geestelijke gezondheidszorg. Veel patiënten geven aan dat ze bij hun hulpverleners weinig gehoor vinden als het gaat om hun sterfwens of over hun geloofsovertuigingen. Maar ook onze eigen schroom om met collega’s te delen wanneer we zelf door een moeilijke periode gaan, speelt mee. We lopen hoog op met kwetsbaarheid. Toch wordt het moeilijk om dit te bespreken wanneer het over onszelf gaat. Bovendien stelt zich de vraag of we überhaupt voldoende contact maken met onze eigen kwetsbaarheden. Hoe kan je omgaan met de kwaadheid en woede van je patiënten als je nog geen contact maakt met je eigen kwaadheid? Dit kadert natuurlijk ook in een ruimer maatschappelijk gegeven: we bevinden ons in een tijd waarin er gefocust wordt op competenties, kwaliteiten en talenten. Het is niet eenvoudig om stil te staan bij onze kleine kantjes.

Uiteindelijk vallen er tal van onderwerpen te bedenken die de meeste hulpverleners liever uit de weg gaan. Zeg je iets tegen een collega wanneer hij of zij met een patiënt omgaat op een manier die niet strookt met hoe jij naar goede zorg kijkt? Kom je er voor uit dat je, uit medemenselijkheid, een sigaret gaf aan een patiënt die de dag ervoor net zijn laatste cent op dronk?

Deze vragen veroorzaken morele stress, een langdurige stress omdat we onze zorgopdracht niet kunnen uitvoeren zoals we voor ogen hebben. Of dat nu aan een persoonlijke, omgevings- of institutionele oorzaak ligt. De gevolgen kunnen desastreus zijn: ethische verstilling, cynisme of burn-out. Tegelijkertijd kan het, in een veilige werkcultuur, ook een geschenk zijn: het startpunt om hulpverlening te bespreken en te kijken hoe het anders en beter kan en zo te komen tot een betere kwaliteit van zorg, waar je bezield en bekommerd blijft om de bewoners, cliënten of patiënten.


Juridische vragen en antwoorden #1 - 2022

Mag antibiotica intraveneus toegediend worden in een woonzorgcentrum?

“Mag in een woonzorgcentrum, naar analogie met de thuisverpleging, intraveneus antibiotica toegediend worden?”

Antwoord:

In het koninklijk besluit van 18.06.1990 vermeldt de lijst van de verpleegkundige handelingen onder andere “voorbereiding en toediening van medicatie via volgende toegangswegen: … intraveneus”. De wetgeving is geldig in alle sectoren: ziekenhuis, thuisverpleging, woonzorgcentrum, … en verpleegkundigen mogen dit uitvoeren zonder beperking van plaats. Wel gelden alle wettelijke voorwaarden: medisch voorschrift, procedure, noteren in dossier en vereiste bekwaamheid.

Is een opleiding homeopathie mogelijk in verpleegscholen?

“Een verpleegkundige is gemotiveerd voor de homeopathie die minder nevenwerkingen heeft dan de klassieke allopathie en vraagt naar opleidingen homeopathie in de verpleegscholen. Wat is mogelijk?”

Antwoord:

Om in België patiënten te onderzoeken en behandelen moet men in principe arts zijn. Bepaalde alternatieve geneeswijzen, waaronder de homeopathie, zijn erkend door de wet op de niet-conventionele praktijken van 29 april 1999. Zij kunnen met een erkenning zelf patiënten behandelen. De homeopathie wordt geregeld door het koninklijk besluit van 26.03.2014 dat toelaat dat artsen, tandartsen en vroedvrouwen met een bepaalde opleiding de homeopathie beoefenen.

De overgangsmaatregel waarbij andere beroepsbeoefenaars uit de gezondheidszorg hun registratie van homeopaat konden aanvragen, is nu niet meer geldig. Hierdoor kan een opleiding homeopathie dus ook niet meer ingericht worden in de verpleegscholen.


Netwerk aan het Woord: “Een verpleegkundige ben je in hart en nieren”

We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Sarah Mortier (35 jaar) is verpleegkundig pijnconsulent in AZ Groeninge in Kortrijk en lid van de werkgroep Pijnverpleegkundigen.

Waarom ben je verpleegkundige geworden?

Verpleegkundige worden was een late roeping. In mijn vorige job had ik weinig doorgroeimogelijkheden, dus besloot ik de sprong te wagen en de opleiding te volgen. Het zorgaspect was altijd al aanwezig in mijn leven. Toen ik startte als schoonheidsspecialiste, haalde ik de meeste voldoening uit behandelingen waarbij klanten hun levenskwaliteit zagen verbeteren.

Wat boeit je in je job?

Pijn is een heel complex gegeven. Er gebeuren veel ontwikkelingen op vlak van pijntherapie en daardoor leer je continu bij over de problematiek. Dat ik me kan blijven ontplooien in mijn job, vind ik bijzonder belangrijk. Een ander aspect is dat we voor pijnbehandeling meestal met een multidisciplinair team werken. Die interactie met verschillende disciplines is zeer boeiend. Ik ben ook betrokken bij het uitstippelen van het pijnbeleid in het ziekenhuis. Mijn job kent dus veel facetten en is zeer gevarieerd.

Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?

Je kan maar verpleegkundige zijn, als je het bent in hart en nieren. In eerste instantie voor de zorgvrager, maar ook voor jezelf is die overtuiging nodig, want het is een veeleisende job. Een andere belangrijke eigenschap is veel empathie hebben en je flexibel kunnen opstellen. Als verpleegkundige ben je vaak het eerste en meest toegankelijke aanspreekpunt, dus je communicatief opstellen en goed kunnen luisteren zijn kerneigenschappen die elke verpleegkundige moet hebben.

Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?

Onze zorgvragers hebben vaak al jarenlang pijn. Hun totale pijn verlichten, zelfs al is het maar een beetje, biedt enorme voldoening. Daarbij is het mentale aspect niet onbelangrijk. Hun verhaal (h)erkennen doet bijvoorbeeld al veel. Wanneer we er als multidisciplinair team in slagen iemand opnieuw een nieuw doel aan zijn leven te doen geven, is dat het mooiste wat er is. Ook haal ik veel energie uit samen als werkgroep projecten op poten te zetten.

Zijn er ook minder fijne momenten?

Chronische pijn valt niet op te lossen, dat botst soms met de hoop die de zorgvrager heeft. Het is extra moeilijk omdat je zelf natuurlijk ook gehoopt had de levenskwaliteit van de zorgvrager te verbeteren. Gelukkig kan ik bij mijn collega’s terecht om eens mijn hart te luchten. Een goede teamondersteuning is enorm belangrijk.

Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?

De druk op verpleegkunde neemt alleen maar toe. De kwaliteit van zorg ligt hoog en dat creëert bepaalde verwachtingen, zowel bij de leidinggevende als bij de zorgvrager. Het vergt veel van je om continu daaraan tegemoet te komen. Daar komt nog bij dat vandaag in de medische wereld steeds meer mogelijk is en dus steeds meer verwacht wordt. Een probleem dat niet kan worden opgelost, is bijna ondenkbaar geworden. Die hoge eis legt nog meer druk.

Wat doe je in je vrije tijd?

Ik hou van shoppen, zeker als mijn zoon van dertien meegaat, en ook van koken en lekker eten. Zo ontspan ik echt. Mijn leergierige ik steekt ook wel in mijn vrije tijd de kop op, dus volg ik Spaanse les. Dat is bijzonder boeiend en bij momenten ook uitdagend, zeker om het in te passen in mijn schema.

 

Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van het NVKVV? Schrijf je in met een mailtje naar info@nvkvv.be.


Hoe kan je hulp bieden, als er niet om gevraagd wordt?

Nog al te vaak kom je als zorgverlener in situaties terecht waarbij je geen passende hulp kan bieden. Omdat je niet wist dat er een probleem was of omdat je niet tijdig kon reageren. Gelukkig bestaan vandaag verschillende noodsystemen die zorgverleners en zorgvragers ondersteunen, zoals Watcherr.

Als verpleegkundige in assistentiewoningen botste Nikolai Stevens op de tekortkomingen in de huidige noodsystemen. Vaak vragen ze een actie van de zorgvrager, werken ze alleen binnen en detecteren ze onvoldoende onregelmatigheden. Vanuit zijn eigen ervaringen startte hij daarom in 2016 met het concept Watcherr. “Er bestaan vandaag systemen voor valdetectie, hartmonitoring, stappen tellen of oproepen tussen zorgvrager en zorgverlener. Alleen zijn dit meestal aparte oplossingen van verschillende fabrikanten en beperken ze zich tot gebruik binnen of gebruik buiten”, legt medeoprichter en mede-eigenaar Frederick Pouders uit. Watcherr biedt hierop een antwoord, door verschillende functionaliteiten te combineren in één toestel en dit zowel binnen als buiten te laten werken.

24/7 vinger aan de pols

Watcherr is naast het gekende oproepsysteem tevens een draagbaar, automatisch noodsysteem, bestaande uit een waterdichte polsband voor de zorgvrager en een app voor de zorgverlener. De polsband, een soort uurwerk, meet de hartslag van de zorgvrager, telt stappen, traceert de locatie, detecteert een val, detecteert handelingen via XYZ-polsbewegingen en houdt afwijkende of onregelmatige patronen bij. “Tijdens zijn wekelijkse wandeling naar de markt pauzeert een zorgvrager bijvoorbeeld meer dan gewoonlijk. Watcherr informeert de zorgverlener over dergelijk afwijkend gedrag, zodat hij kan nagaan of er een medische reden is”, vertelt Frederick. Het systeem werkt binnen met bluetooth en buiten via mobiele data. Het toestel is waterdicht en kan worden opgeladen tijdens het dragen via een externe batterij. “Je moet het dus nooit uitdoen. Ook niet tijdens het douchen. Zo heb je echt 24/7 de vinger aan de pols.”

Preventie op alle vlak

Omdat het systeem continu monitort, krijgt de zorgverlener inzicht in subtiele wijzigingen, zoals hartritme of staplengte. Frederick: “Als iemands staplengte verkleint, is dat vaak een voorbode voor een verhoogd valrisico. Met ons systeem ben je sneller op de hoogte en kan je preventief handelen.” In een acute situatie genereert Watcherr zelf een alarm op de app van de zorgverlener. Via het oproepsysteem kan je als zorgverlener communiceren met de zorgvrager en je zorg daarop afstemmen.

Het systeem beperkt zich niet tot ouderenzorg. Ook in de GGZ, in ziekenhuizen en zelfs thuis is het een handig hulpmiddel. “Het helpt bijvoorbeeld bij dwalen of het toont aan dat iemand ineens niet meer actief is en de hele dag in de zetel zit.” In psychiatrische zorginstellingen waar agressie vaak een probleem vormt, beschermt Watcherr ook de zorgverlener. “Geef je zorgvrager en -verlener een toestel, dan monitort het systeem beiden. Bij agressie lanceert het systeem een (stil) alarm, met de locatie en details van de agressor. Zo weten collega’s waar ze moeten ingrijpen en kunnen ze indien nodig met meerdere ter hulp schieten.”

Minder op de gang en meer bij de mens

Bij een traditioneel oproepsysteem weet de zorgverlener vaak niet waarom de zorgvrager hulp nodig heeft. Via Watcherr kan de zorgverlener overal communiceren met de zorgvrager en dus vragen wat nodig is. Is het een flesje water? Moet de persoon naar het toilet? Zo weet je hoe dringend de oproep is, maar ook of je eventueel een extra collega moet inschakelen, bijvoorbeeld als de persoon te zwaar is om alleen te tillen. Frederick: “Dat bespaart veel heen en weer geloop op de gang en laat je toe taken beter te prioriteren. Dat verbetert de kwaliteit van zorg. En je hebt ineens ook meer tijd voor de persoon.”


Afdeling in de Kijker: “Geen enkele dag is dezelfde”

Op de dienst spoedgevallen van het AZ Glorieux in Ronse werkt een enthousiast team van 28 verpleegkundigen, 9 ambulanciers en 10 artsen. Elke dag zetten ze zich samen honderd procent in voor patiënten in nood. “Onze patiënten komen zowel uit Vlaanderen als uit Wallonië”, zegt Vincent Vanvossel, hoofdverpleegkundige spoedgevallen/MUG. “We zijn dus allemaal goed tweetalig. Voor nieuwe collega’s durft het Frans wel eens een uitdaging te zijn. Het brengt vaak enkele versprekingen en hilarische situaties met zich mee.”

Met een professionele aanpak houdt het volledige team het werk interessant en leerrijk, en de patiënten veilig. “Het leuke aan de spoeddienst is dat je begint aan een shift en dat je nooit kan voorspellen wat je te wachten staat”, vult spoedverpleegkundige Stéphanie Vanavermaete aan. “Geen enkele situatie is dezelfde. En net wanneer je denkt alles meegemaakt te hebben, duikt er iets nieuws op op.”

“Wat ons team uniek maakt is dat we een hechte groep zijn. Collega’s staan altijd klaar om elkaar te helpen. We delen een lach en een traan, en gaan geen enkel probleem uit weg”, zeggen spoedverpleegkundigen Elies Goeminne en Emmily Vandergheynst nog. “Daarnaast houden we er als team ook van om op tijd en stond wat stoom af te blazen met een leuke teamactiviteit. Dan gooien we alles los en kunnen we er weer tegenaan.”