Gert Peeters nieuwe algemeen directeur in Tienen

Het RZ Tienen heeft vanaf 1 mei een nieuwe algemeen directeur. Na een uitgebreide selectieprocedure ging de job naar Gert Peeters. Hij neemt de fakkel over van dokter Hans Struyven.

Gert Peeters startte 32 jaar geleden in de zorg als verpleegkundige. Hij werd leidinggevende en vervulde verschillende staf- en directiefuncties, onder meer bij de Federale Overheid. Voor zijn functie als algemeen directeur was hij operationeel directeur van het UPC KU Leuven, dat hij mee vorm gaf. Hij is ook bestuurder van het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg.


Nieuwe adviezen en verslagen van de Planningscommissie

Net voor de jaarovergang publiceerde de Planningscommissie Medisch Aanbod nieuwe verslagen over de situatie op de arbeidsmarkt in 2021. Het gaat om drie rapporten die te maken hebben met de job van kinesitherapeuten, klinisch orthopedagogen en klinisch psychologen. De effectieve activiteit van deze drie beroepsgroepen werd geanalyseerd en geëvalueerd.

In 2021 waren 50.894 personen beroepsgemachtigd om de activiteit van kinesitherapeut uit te oefenen in ons land. Daarvan bevinden zich er 22.837 in de Vlaamse Gemeenschap. In totaal waren er 32.517 kinesitherapeuten beroepsactief in België, waarvan 18.456 in Vlaanderen. Jonge kinesitherapeuten (25 tot 30 jaar) bedragen 21 procent van alle actieve kinesitherapeuten. Van het totale aantal werkt 23 procent als loontrekkende, 60 procent als zelfstandige en 17 procent combineert beide.

Voor klinisch orthopedagogen ligt het aantal personen gemachtigd om het beroep uit te oefenen op 1.637. Daarvan is 97 procent ook beroepsactief. In de Franse Gemeenschap zijn er slechts 58 mensen gediplomeerd orthopedagoog. De verklaring daarvoor is dat de opleiding nog maar recent gestart is.

Wat de klinisch psychologen in ons land betreft, mogen 14.845 personen het beroep uitoefenen. Daarvan zijn er 13.915 actief, respectievelijk 7.941 in Vlaanderen en 5.974 in Wallonië. Van de volledige beroepsgroep zijn 86,6 procent vrouwen. Van de actieve klinisch psychologen werkt 37 procent in loonverband, 22 procent als zelfstandige en 41 procent combineert beide statuten.

Tot slot publiceerde de Planningscommissie nog een advies over de evolutie van de workforce van logopedisten tot 2024. Dat beroep is tussen 2013 en 2019 vervrouwelijkt met meer dan 95 procent vrouwelijke logopedisten. Er is ook een sterke jonge generatie (tot 35 jaar) actief, die meer dan 40 procent van de voltijdse equivalenten bedraagt. Bijna de helft van de actieve logopedisten werkt in loonverband, een vierde is zelfstandig.

Het aantal logopedisten in ons land is tussen 2013 en 2019 gestegen met 31 procent. De Planningscommissie verwacht dat het aanbod tot 2044 nog zal toenemen, al volgt de vraag naar logopediezorg dat aanbod niet. Een mogelijk overaanbod kan zich voordoen.

Alle rapporten raadpleeg je via overlegorganen.gezondheid.belgie.be/nl/documenten.


Oude bekenden aan het hoofd van het KCE

In Vizier Collectief op pagina 8, 9 en 10 van dit nummer lees je alles over het twintigjarig bestaan van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Daarvoor gingen we in december in gesprek met toenmalig algemeen directeur Marijke Eyssen. Zij keert nu terug naar haar onderzoeksfunctie. Sindsdien heeft het KCE met Ann Van den Bruel een nieuwe algemeen directeur en met Christophe Janssens een nieuwe adjunct algemeen directeur.

Ann Van den Bruel werkte tot 2010 zes jaar lang als arts-onderzoeker bij het KCE en werd daarna professor aan de universiteit van Oxford. Sinds 1999 combineert ze wetenschappelijk werk met haar praktijk als huisarts en in 2018 werd ze professor huisartsgeneeskunde aan de KU Leuven. Ze was ook nauw betrokken bij de New Deal voor huisartsen. “Ik kijk ernaar uit om terug te keren naar het KCE”, zegt Ann Van den Bruel. “Het is een sterke onderzoeksinstelling die zijn stempel drukte op de Belgische gezondheidszorg. Samen met het getalenteerde team wil ik voortbouwen op deze indrukwekkende erfenis.”

Ook Christophe Janssens is geen vreemde voor het KCE. In 2007 ging hij aan de slag als hoofd van de afdeling risicobeheer van de gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk binnen de FOD Volksgezondheid. Dat combineerde hij met de job van kinesitherapeut en een leeropdracht bij de UCLouvain. Elf jaar later kwam hij aan boord bij het KCE als programmadirecteur en tijdens de coronacrisis was hij vier jaar lang adjunct algemeen directeur ad interim. Nu is hij definitief in dit mandaat benoemd.


Onderwijs- en beroepskwalificatie basisverpleegkundige goedgekeurd

De Vlaamse Regering keurde de ontwikkeling van de onderwijskwalificatie Graduaat in de basisverpleegkunde goed. Dit is een afgebakend, ingeschaald geheel van noodzakelijke competenties om het beroep uit te oefenen. Gelijktijdig werd de erkenning voor de beroepskwalificatie basisverpleegkundige goedgekeurd.


OESO-rapport wil meer taken toewijzen aan verpleegkundigen

Een recent rapport[1] van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) pleit ervoor om meer taken toe te wijzen aan verpleegkundigen en apothekers om zo zorg betaalbaar te houden. Het onderzoek kijkt specifiek naar beleidsopties om gezondheidszorg te financieren, door stijgende levensduurte en beperkte budgetten.

De organisatie verwacht dat de uitgaven voor gezondheidszorg in de dertig OESO-landen tegen 2040 zullen stijgen tot 11,2 procent van het BBP, in verhouding met 8,8 procent in 2018. Er zijn volgens de OESO enkele opties om die extra uitgaven te financieren, waaronder een belastingverhoging of het aandeel voor gezondheidszorg in de overheidsuitgaven verhogen. Al is dit voor veel landen niet haalbaar. Daarnaast is er de mogelijkheid om de bijdrage van patiënten te verhogen of verlagen, maar dit staat in de weg van toegankelijke zorg voor kwetsbare mensen.

Een vierde scenario is inzetten op efficiëntie, bijvoorbeeld door meer digitalisering, het stimuleren van generieke geneesmiddelen en het werkterrein van verpleegkundigen en apothekers uitbreiden. Al waarschuwt de OESO dat hiervoor doorgedreven wetveranderingen nodig zijn. De vier voorstellen in het rapport sluiten elkaar niet uit en kunnen gecombineerd worden om gezondheidszorg in de toekomst betaalbaar te houden.

Nog volgens het rapport zijn betere lonen cruciaal voor de aantrekkelijkheid van een job in de zorg. Al is dit nu al de belangrijkste uitgave voor een zorginstelling. Enerzijds bedragen personeelskosten vaak zestig tot zeventig procent van de totale uitgaven, anderzijds is het nodig om te werken aan de aantrekkelijkheid van zorgberoepen.

[1] OECD (2024), Fiscal Sustainability of Health Systems: How to Finance More Resilient Health Systems When Money Is Tight?, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/880f3195-en.


Wetsontwerp versterkt rol verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg

Midden januari werd het wetsontwerp voor een grondige hervorming van het verpleegkundig beroep goedgekeurd op de federale ministerraad. Al sinds de jaren 70 maken verpleegkundigen hun standpunten en verwachtingen duidelijk. Toch staat het beroep al tientallen jaren stil. Daar komt met deze wet beweging in.

De verpleegkundige functies maakten de voorbije jaren een tweezijdige stroomversnelling mee. Enerzijds door de invoering van nieuwe functies zoals verpleegkundig specialist, verpleegkundig onderzoeker en basisverpleegkundige. Anderzijds door aankomende randwetgevingen zoals ADL, de bekwame helper en het gestructureerde zorgteam. Zo moet elke verpleegkundige functie in de toekomst haar rol ten volle kunnen opnemen.

De nood aan deze vernieuwingen drong zich op. De hoge werkdruk is niet langer houdbaar en de enorme zorgvraag die op ons afkomt maakt een grondige functie- en taakdifferentiatie cruciaal. Met enkel verpleegkundigen trekt ons zorgsysteem het niet. Wel kunnen ze in dit geval  een coördinerende rol opnemen om de kwaliteit van zorg te waarborgen.

Vormgegeven met en door verpleegkundigen

Het nieuwe, goedgekeurde wetsontwerp is het resultaat van een denktank die door NETWERK VERPLEEGKUNDE, verpleegkundige juridisch experten en juristen werd opgestart in 2020. Die ontstond uit de nood aan verandering en het concreet maken van de nodige wetswijzigingen en werd gevolgd door federale overlegmomenten, taskforces, werkgroepen, adviezen, … Het zorglandschap van vandaag is niet meer hetzelfde als tien of twintig jaar geleden. Als beroepsorganisatie zijn we bijzonder tevreden dat we zo nauw betrokken werden bij dit proces.

Of het honderd procent is wat we wilden? Neen, maar veel van onze principes zijn wel opgenomen. Andere zaken moeten meer uitgediept, geschrapt of toegevoegd worden. Al moeten we hier de kanttekening maken dat het om een politiek akkoord gaat na jarenlange stilstand. Elke betrokken minister leverde een bijdrage en kwam zoveel mogelijk tegemoet aan de bezorgdheden van alle partijen. Een complexe taak, gezien de grote diversiteit van het verpleegkundig werkveld.

Hiërarchisch model

In het wetsontwerp is een belangrijke rol weggelegd voor de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg (VVAZ) en voor de basisverpleegkundige. Het is een hiërarchisch model waarbinnen elke verpleegkundige functie tot haar recht komt. Vooraleer dit vorm krijgt in het werkveld, moeten nog heel wat praktische zaken uitgeklaard worden en uitvoeringsbesluiten geschreven. Vandaag verandert er dus nog niets. Het wetsvoorstel bevestigt enkel de gelijkstelling van de bevoegdheden van de respectievelijke huidige HBO5- en bachelorverpleegkundigen. De effectieve differentiatie zal pas in 2025 beginnen, wanneer de eerste basisverpleegkundigen afstuderen en ingezet worden.


Nieuwe bepalingen voor vroedkundigen

Op 13 november 2023 werd de wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid gepubliceerd. Onder meer de WUG werd aangepast over de vaccinatie van jonge kinderen door vroedvrouwen. Het artikel zegt nu het volgende:

  • Vroedkundigen afgestudeerd voor 1 oktober 2018 mogen dezelfde verpleegkundige handelingen uitoefenen als gegradueerde verpleegkundigen.
  • Vroedkundigen afgestudeerd na 1 oktober 2018 mogen technische en medische verpleegkundige handelingen uitvoeren binnen de verloskunde, fertiliteitsbehandeling, gynaecologie en neonatologie.
  • Vroedkundigen mogen vaccinaties bij jonge kinderen tot en met de leeftijd van 2,5 jaar uitvoeren onder bepaalde voorwaarden.

Er volgt nog een KB waarin deze extra bevoegdheid wordt uitgewerkt. Zodra dit er is, brengt NETWERK VERPLEEGKUNDE je hiervan op de hoogte.


Benchmark spoed: aantal patiënten en personeelsbezetting stijgt niet evenredig

Begin 2023 gaven 47 Vlaamse spoedgevallendiensten in Vlaanderen hun gegevens anoniem door voor de monitoring van de benchmark spoed. Een succes, want de respons steeg van 45 naar 70 procent. Aan de dataverzameling in Wallonië wordt verder gewerkt. Deze bevraging werd georganiseerd door NETWERK VERPLEEGKUNDE, AFIU en VVVS. Het is geen exact wetenschappelijk onderzoek, maar monitort wel algemene tendensen op spoedgevallendiensten en is een handvat voor de kwaliteitsbewaking.

Gemiddeld vingen de respondenten van de bevraging 29.268 patiënten op in 2022. Dat betekent dagelijks gemiddeld 80 contacten. Dat zijn er meer dan de 28.406 patiënten of 77 per dag. Voor het aantal ambulante spoedgevallen ligt het gemiddelde op 20.919 patiënten (71 procent), voor opnamepatiënten op 8.257 (29 procent). In 2001 ging dat nog om respectievelijk 65 en 35 procent.

Het aantal verpleegkundigen stijgt niet evenredig mee. Waar spoedgevallendiensten in 2001 beschikten over 23 voltijdse equivalenten, zijn dat er 29,6 in 2022. Een verpleegkundige verwerkt op jaarbasis gemiddeld 1.072 patiënten, waar dat in 2001 nog 764 patiënten waren. Per voltijds equivalent stijgt het aantal patiënten met 40 procent, waar het aantal werkkrachten met slechts 28 procent omhoog gaat. De personeelsverdeling in 45 van de 47 ziekenhuizen uit de bevraging ziet eruit als volgt:

  • 80 procent heeft een BBT spoed/kritische zorgen.
  • 14 procent heeft een bachelordiploma.
  • 42 procent van de spoedgevallendiensten respondenten hebben HBO5-verpleegkundigen in dienst, in totaal beslaat dit 2 procent van de verpleegkundigen op de Vlaamse spoedgevallendiensten.
  • 44 procent van de spoedgevallendiensten in Vlaanderen heeft zorgkundigen vast in dienst, in totaal goed 3 procent van de verpleegkundige beroepsbeoefenaars op spoed.
  • 21 van de 46 diensten geeft aan ambulanciers op de dienst ter beschikking te hebben. Dit komt overeen met 46 procent. Acht spoedgevallendiensten (17 procent) hebben ambulanciers en zorgkundigen structureel in hun personeelskader.


Meld bijwerkingen van medicatie

Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) is bevoegd om de kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van geneesmiddelen in ons land te bewaken. Via geneesmiddelenbewaking wil het FAGG de bijwerkingen van medicatie opsporen, analyseren en voorkomen. Door bijwerkingen duidelijk te melden worden patiënten beschermd en geneesmiddelen zo veilig mogelijk gemaakt.

Verpleegkundigen kunnen het FAGG ondersteunen bij geneesmiddelenbewaking door bijwerkingen te melden die ze tijdens hun praktijkvoering vaststellen. Het gaat om elke schadelijke of ongewenste reactie op een medicijn die de verpleegkundige vanuit een medisch standpunt belangrijk vindt. Daarbij hoeft geen oorzakelijk verband tussen het geneesmiddel en de bijwerking vastgesteld te zijn.

Deze bijwerkingen moet je melden:

  • Bijwerkingen die leiden tot een levensbedreigende situatie of overlijden, een (verlengde) ziekenhuisopname, een aangeboren afwijking of een andere medische gebeurtenis.
  • Nieuwe en onverwachte bijwerkingen waarvan de aard, ernst of evolutie niet overeenstemt met de bijsluiter.
  • Bijwerkingen bij kinderen en andere kwetsbare bevolkingsgroepen zoals zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en oudere patiënten.
  • Verdachte bijwerkingen: bekende bijwerkingen waarvan de frequentie, de ernst of de uitkomst abnormaal is.
  • Bijwerkingen met een vaccin.
  • Bijwerkingen bij het overschakelen van een geneesmiddel naar een ander.
  • Bijwerkingen bij professionele blootstelling aan een geneesmiddel: blootstelling aan/contact met een geneesmiddel tijdens het uitoefenen van een beroep.
  • Bijwerkingen van een geneesmiddel onder aanvullende monitoring, aangeduid met het symbool▼.

Meld daarnaast ook gevallen van misbruik en verkeerd gebruik van een geneesmiddel. Dit doe je via het online formulier (eenbijwerkingmelden.be), via e-mail (adr@afmps.be) of via een papieren meldingsfiche. Verkeerd gebruik van een geneesmiddel zonder bijwerkingen meld je via medication-errors@afmps.be.


Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen wint award patiëntgerichte zorg

Het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen won de Customer-Centered Organization Award als meest patiëntgerichte organisatie in 2023. Met een ijzersterk dossier overtuigden ze een professionele jury ervan dat ze alles op alles zetten om patiënten en hun omgeving te betrekken tijdens hun zorg.

Ben Willaert, directeur Zorg en Kwaliteit Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen: “Aangezien we bij het Wit-Gele Kruis zorg verlenen bij patiënten thuis, in hun vertrouwde omgeving, zijn onze thuisverpleegkundigen eigenlijk bij hen te gast. Dit maakt patiëntgerichte zorg voor ons nog belangrijker om op in te zetten. Onze patiënten willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen en wensen ook meer en meer de regie van hun zorg mee in handen te nemen. Deze ambities realiseren we makkelijker door hierover met de patiënt en zijn mantelzorgers in dialoog te gaan.”