Innoverend communiceren met en voor patiënten

Apps, digitale tools, nieuwe communicatiemiddelen. Wat intussen duidelijk is, is dat de technologie niet stil staat. Ook en vooral niet in de zorgsector. In AZ Groeninge zetten ze deze nieuwe hulpmiddelen ten volle in om de communicatie tussen zorgverleners onderling en met zorgvragers efficiënt te laten verlopen. Centraal daarbij staat een meer kwalitatieve zorg voor de patiënt. Projectleider innovatie Brian Desplinter en IT-manager Kevin Meerschaert lichten enkele belangrijke projecten toe.

Van snelle registraties of alarmering tot hele workflows aansturen of de rampenwagen uitrusten met een eigen 5G-module: bij AZ Groeninge staat innovatie hoog op de agenda. Zo werd al enkele jaren terug het smartphone in de zorg-traject uitgerold. “Het elektronisch patiëntendossier (EPD) gebruiken we al sinds 2009, maar sindsdien is de technologie enorm geëvolueerd”, zegt IT-manager Kevin Meerschaert. “Intussen is IT in het hele traject van de zorgvrager aanwezig. De computer on wheels – of COW – bood al heel wat mogelijkheden. Toch gebeurde de overdracht nog altijd aan het bed van de patiënt met een relatief groot toestel. Vandaag kan dat ook aan de hand van apps. Met tablets en smartphones ben je mobieler en meer flexibel. Al zijn tablets in een verpleegkundige context niet het handigste hulpmiddel. Daarom introduceerden we specifieke smartphones op de werkvloer.”

Dat zijn niet de Android- of Apple-toestellen die we allemaal kennen, wel specifieke apparaten geselecteerd op kwaliteit, hygiëne en duurzaamheid. Zo is ieder toestel ingesteld conform aan de privacywetgeving, beschikt het over een lange batterijduur en wordt de veiligheid van de data nauwlettend in de gaten gehouden. “In de software zit een remote wipe waardoor we vanop afstand het toestel volledig onbruikbaar kunnen maken. Sterker nog: je kan de smartphone enkel binnen de ziekenhuismuren en op het ziekenhuisnetwerk gebruiken”, vertelt Kevin. De uitrol startte bij de nachtverpleegkundigen en ondersteunende diensten. Vandaag maakten heel wat afdelingen al de switch.

Innovatie en veiligheid

In AZ Groeninge worden slimme communicatiemiddelen gebruikt voor onder meer de dispatching van het interne patiëntenvervoer. Via een track-and-trace wordt dat vervoer geoptimaliseerd en op de smartphone zien de medewerkers meteen of een patiënt speciale zorgnoden heeft en of er een bed- of tillift nodig is. Ook die liften zijn eenvoudig via de smartphone te lokaliseren. “Daarnaast worden de takenlijsten van onze onderhouds- en schoonmaakploegen digitaal aangestuurd”, zegt Kevin. “Omdat we evolueren naar meer dagopnames, moeten we snel inspelen op een ontslag uit het ziekenhuis om kamers te reinigen. Op de smartphone staan ook enkele tools die medisch rekenen toelaten en de Companion app. Dat is een mobiele EPD-toepassing waarin de verpleegkundige notities kan maken, observaties registreren of medicatieschema’s consulteren. Waar je er anders de COW moest bij halen om dat in orde te brengen, verloopt dat met de smartphone op zak vlotter. Het ontzorgt ook de onboarding via de COW, want door het stijgende aantal dagopnames moet ook dat steeds vaker en sneller gebeuren.”

Nog een belangrijke eigenschap van deze communicatiemiddelen is het hogere veiligheidstoezicht. Alarmmoeheid kan al eens optreden. Met een klassiek toestel ontvang je enkel een bepaalde toon, maar met de smartphone kan je alarmen differentiëren en prioriteiten toekennen. “Op een klassiek systeem zie je enkel de laatste meldingen, via de app heb je ook de volledige historiek. Kritieke parameters krijgen uiteraard altijd voorrang. Maar zo kan je als verpleegkundige wel makkelijker de dringendheid van een belletje inschatten. Heeft iemand hulp nodig of wil iemand gewoon een glas water? Door daar het onderscheid in te maken, help je verpleegkundigen in hun dagelijkse taken”, zegt Kevin. “Zo kan bijvoorbeeld ook een logistiek medewerker perfect een glas water naar een patiënt brengen. Op de afdeling intensieve zorg zijn soms vijf tot zes toestellen nodig om iemand in leven te houden. Dat zijn best veel alarmen die kunnen afgaan. Door die op een slimme manier en met bepaalde vertragingen uit te sturen, weet de verpleegkundige beter wanneer een patiënt in nood is. Veiligheid schuilt bovendien ook in de slimme aggressiemeldingen. De security van het ziekenhuis krijgt dan meteen de actuele locatie van de hulpverlener toegestuurd via Bluetooth en ziet ook de snelste route om tot bij de hulpverlener te komen.”

Vinger aan de pols

Technologie introduceren is één zaak, de interne processen erop afstemmen een andere. Daarom zet AZ Groeninge sterk in op innovatie. “De technologische vooruitgang binnen het medisch landschap gaat enorm snel. Een vinger aan de pols houden is belangrijk, bij de technologie bedrijven en bij de medewerkers om zo te horen wat er leeft en waar de evoluties zitten”, zegt Brian Desplinter projectleider innovatie. “Je moet die veranderingen goed ondersteunen. Er kan altijd eens iets foutlopen bij de implementatie.” Kevin vult aan: “Daarin merken we vooral de twee snelheden waarmee technologie omarmd wordt. De jongere generatie is er algemeen genomen sneller mee weg dan de oudere. Maar we zien dat ze vaak bij elkaar te rade gaan of bij de digicoaches die voor de verschillende afdelingen klaarstaan. We kiezen voor digitale hulpmiddelen om de patiënt nog kwalitatiever te helpen, maar dat kan enkel als al onze medewerkers mee zijn in het verhaal. Daarom pleiten we ervoor om van digitale geletterdheid ook een vaardigheid te maken binnen de verpleegkundige opleidingen. Zo verzoenen we innovatie met mensgerichte, kwalitatieve zorg.”

Altijd verbonden met het ziekenhuis

De rampenwagen van het AZ Groeninge is een mug uitgerust met een eigen 5G-module. “We merkten op ons grondgebied enkele blinde vlekken op en ook bij rampen is het netwerk vaak overbelast”, zegt Brian Desplinter. “Met deze module houden we steeds contact met het ziekenhuis.” Dat is vooral nuttig voor de lokalisatie of wanneer bijstand van het ziekenhuis gevraagd wordt, bijvoorbeeld door middel van smart glasses, maar ook voor de monitoring levert het voordelen op. “De interne wifi van de ambulance communiceert met de 5G-module die op zijn beurt dan de parameters van een patiënt doorstuurt naar de spoeddienst. Snelle communicatie is van levensbelang op kritieke diensten. De module heeft ook een hotspot om het netwerk te delen met andere hulpdiensten zoals brandweer of politie. Onze maatschappij evolueert steeds verder met het IoT (Internet of Things). Dat is in het ziekenhuis niet anders. We moeten klaar zijn voor de toekomst. De 5G-module biedt trouwens nog andere mogelijkheden, zoals het streamen van robotingrepen voor opleidingen of bijstand vanop afstand. Een stabiele verbinding zonder vertraging is dan absoluut noodzakelijk en dat kan vandaag enkel met 5G.”


Snelle en contactloze meting van vitale parameters

Om de gezondheid van zorgvragers te beoordelen, voeren zorgverleners in verschillende settings dagelijks metingen uit van vitale parameters. De Gentse start-up IntelliProve ontwikkelde een gebruiksvriendelijke softwaretool om dit efficiënter te laten verlopen. De vzw Zorg-Saam ZKJ neemt deel aan een pilootproject met hun woonzorgcentrum Sint-Rafaël in Liedekerke.

Vitale parameters, zoals de bloeddruk, de hartslag, de ademhalingsfrequentie, de gemiddelde arteriële druk en de zuurstofverzadiging van het bloed, bepalen in grote mate of iemand zich in gezondheidsnood bevindt of niet. Vandaar dat in verschillende zorgsettings deze parameters regelmatig gecontroleerd worden, zodat een accurate gezondheidsinschatting van de zorgvrager mogelijk is. Denk aan spoeddiensten, operatiekwartieren, maar ook woonzorgcentra. Zeker in die laatste gebeuren deze metingen vandaag nog vaak manueel, waarbij de zorgverlener de bewoner bijvoorbeeld een bloeddrukband omdoet of een bloedstaal afneemt via een prik.

Om dit sneller en eenvoudiger te laten verlopen, ontwikkelde de Gentse start-up IntelliProve een tool die via een optische gezichtsmeting nauwkeurig de vitale gezondheidsparameters bepaalt. Met een smartphonecamera neemt de zorgverlener een korte video op van het gezicht van de zorgvrager. Vijftien seconden later krijgt de zorgverlener een overzicht van de verschillende parameters op het scherm.

Slimmer worden door piloot

Om hun tool verder te ontwikkelen, startte IntelliProve verschillende pilootprojecten op met IDEWE, thuiszorgorganisaties, woonzorgcentra, … De vzw Zorg-Saam ZKJ zet al langer in op innovatie en sprong meteen op de kar. “De piloot is erop gericht zoveel mogelijk data te verzamelen, zodat het systeem steeds slimmer wordt in het interpreteren van het beeldmateriaal”, vertelt Kristine Dekrick, stafmedewerker Wonen en Zorg bij woonzorgcentrum Sint-Rafaël in Liedekerke. “Omdat we overtuigd zijn van de voordelen van de tool, startten we in september 2022 het testtraject op binnen onze beschermde gemeenschap.” IntelliProve installeerde de software bij de zorgverleners en gaf hun uitleg over de werking ervan. Tien bewoners werden betrokken in het project en gaven hier zelf of via hun familieleden toestemming voor.

Om het systeem bij te sturen en de kwaliteit van de beeldverwerking te verbeteren, voeren de zorgverleners in Liedekerke vandaag nog steeds een manuele meting uit op de vertrouwde manier. “Dit laat toe de nauwkeurigheid van de parameters te verifiëren en feedback te sturen. Ook over het gebruik van de tool gaven we zo al nuttige informatie mee. De video moet nu zo’n vijftien seconden lang zijn. Voor mensen met dementie is het niet evident om zo lang stil te zitten of te zwijgen. Dit koppelden we terug naar de ontwikkelaars, die nu kijken of kortere video’s mogelijk zijn.”

Intuïtieve, non-invasieve tool

De tool is zeer eenvoudig in gebruik. Om ermee aan de slag te gaan, is enkel een app nodig. Net zoals bij een camera toont de tool hoe de zorgverlener makkelijk het gelaat van de zorgvrager kan centreren binnen een kader, zodat de video correct wordt opgenomen. Kristine: “Dat de tool contactloos werkt, laat niet alleen een veel snellere meting toe, het vermindert ook het risico op kruisbesmettingen tussen bewoners onderling, of tussen zorgverleners en bewoners. Bovendien kunnen we ook metingen uitvoeren terwijl een bewoner slaapt. Deze non-invasieve manier van werken biedt heel wat voordelen. Bijvoorbeeld bij palliatieve zorg of zwaar zieke bewoners.”

De vzw Zorg-Saam ZKJ stemde ermee in om ook in een andere woongemeenschap een piloottraject op te starten in het voorjaar. “We zijn er absoluut voorstander van om zoveel mogelijk mensen te betrekken. Het is belangrijk om verschillende personen, met verschillende huidskleur en al dan niet met gezichtsbeharing, in kaart te brengen. We stimuleren daarom ook onze eigen medewerkers om met de tool aan de slag te gaan, en ook de familieleden van bewoners en bezoekers.”

In de toekomst voorziet IntelliProve een softwaremodule die geïntegreerd kan worden in een extern zorgplatform. De gegevens uit de app of de module kunnen zo gekoppeld worden aan de digitale systemen van een bepaalde organisatie. Voor de vzw Zorg-Saam ZKJ biedt dit, naast het gebruiksgemak en de tijdswinst ,een absolute meerwaarde. “Als deze informatie automatisch kan doorstromen naar het verpleegdossier van een bewoner, heeft elke zorgverlener onmiddellijk toegang tot alle noodzakelijke en juiste data. Dat komt de gezondheid van elke bewoner ten goede.”

Kristine Dekrick

Wie is de vzw Zorg-Saam?

De vzw Zorg-Saam ZKJ is een zorggroep van veertien woonzorgcentra, waaronder woonzorgcentrum Sint-Rafaël in Liedekerke. Hun kernopdracht is het aanbieden van een eigentijdse, kwalitatieve dienstverlening aan ouderen. Dit doen ze samen met 2.300 deskundige medewerkers en 800 geëngageerde vrijwilligers. De voorzieningen van de vzw Zorg-Saam ZKJ hebben een “HART” voor ouderen en investeren in warme, persoonsgerichte zorg.

Wie is IntelliProve?

IntelliProve is een MedTech start-up gevestigd in Gent. Het bedrijf ontwikkelt software voor het meten van zowel fysiologische als mentale gezondheidsparameters door het uitvoeren van een gezichtsanalyse. Door het aangaan van kwalitatieve samenwerkingen met grote nationale en internationale organisaties is IntelliProve in staat om een accuraat product te bouwen met een grote meerwaarde binnen ziekenhuizen, woonzorgcentra, digitale geestelijke gezondheidszorg en tijdens teleconsultatie.

Voor meer info kan je terecht op www.intelliprove.com.


Awareness rond informatieveiligheid

Sinds de invoering van GDPR is het bewustzijn rond data en informatieveiligheid bij de brede bevolking opvallend toegenomen. Ook in de zorgsector zijn grote inspanningen geleverd om te conformeren aan de wetgeving. Peter Raeymakers van Zorgnet-Icuro en Kurt Maekelberghe van Smals geven duiding.

In onze gedigitaliseerde maatschappij is slim, veilig en efficiënt omspringen met data cruciaal. Zeker in de gezondheidszorg. “Medische gegevens zijn erg delicaat”, zegt Kurt Maekelberghe, DPO bij eHEalth Platform. “De openbaarmaking ervan kan ernstige ernstige risico’s inhouden, zoals geweigerde toegang tot een verzekering of een bepaalde job. Of denk aan de huidige situatie in de Verenigde Staten waar het recht op abortus wordt niet meer federaal gegarandeerd is, maar per staat dient te worden geregeld. Sommige staten die verklaarden dat abortus in een andere staat ook niet langer toegestaan zou zijn voor hun inwoners, zouden zeer geïnteresseerd kunnen zijn in de informatie hierover.

GDPR

In 2016 standaardiseerde de Europese Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), beter bekend als GDPR, de regels voor de verwerking van persoonsgegevens door particuliere bedrijven en overheidsinstanties in de hele Europese Unie. “Databescherming is niet nieuw”, vertelt Kurt. “GDPR verving de databeschermingsrichtlijn uit 1995. België had altijd al een strenge privacywetgeving, daaraan is weinig veranderd. De invoering van GDPR had als positieve nevenwerking dat het bewustzijn over cybersecurity en informatieveiligheid is toegenomen bij de brede bevolking.”

Een van de belangrijke doelstellingen van GDPR is transparantie voor de betrokkenen, dus komt er veel administratie kijken bij de omgang met data. “Zeker de uitwisseling van data met derde partijen is erg strikt. Elke verwerking wordt omschreven. Zo heeft iedere voorziening beter zicht op welke data door wie worden verwerkt. Als patiënt merk je dat niet als je het ziekenhuis binnenwandelt, maar in de backoffice gebeurt heel wat om de privacy te garanderen en te verbeteren.”

De zorgsector heeft de afgelopen jaren grote inspanningen geleverd om te conformeren aan de wetgeving. “Vroeger was het ondenkbaar dat iedere medewerker met toegang tot een medisch dossier zich individueel zou authenticeren, bijvoorbeeld”, vertelt Peter Raeymaekers, stafmedewerker technologie en innovatie bij Zorgnet-Icuro. “Daar heeft GDPR aan bijgedragen. Op de werkvloer wordt nu dus zeker wel anders omgegaan met data. Het is een proces: we blijven stap voor stap werken aan een betere privacy.”

Toegenomen bewustzijn

Tijdens de coronacrisis is ook een verschuiving gebeurd richting meer bewustwording rond data en privacy. Er werd een moeilijke afweging gemaakt tussen de bescherming van de individuele privacy en de belangen van de maatschappij. “Als iemand corona heeft, moeten we die medische data beschermen, maar ook denken aan degene die naast de besmette persoon zit op de trein, bijvoorbeeld. Mag die weten dat die risico loopt op besmetting of is recht op privacybescherming absoluut? GDPR doet ons nadenken over de beste methode om de belangen van alle partijen te dienen en te beschermen. Dat we massaal onze testresultaten consulteerden via gezondheid.be heeft ook een zaadje geplant voor meer betrokkenheid bij de burgers”, zegt Peter. “Mensen zijn er meer mee bezig”, bevestigt Kurt. “Dat merken we in zorginstellingen en via het eHealth-platform. Mensen stellen vaker terechte vragen over hun persoonlijke gegevens en wat ermee gebeurt. Dat vinden wij een goede zaak. Eén van de doelstellingen van GDPR is ook: degene van wie de data verwerkt wordt, heeft controle over wat ermee gebeurt.”

Veilig en efficiënt omgaan met data is steeds een evenwichtsoefening. Kurt geeft een voorbeeld op de spoeddienst. “Als iemand binnenkomt na een zwaar ongeval, kan die dan en daar misschien geen expliciete toestemming geven om zijn gegevens te consulteren. Binnen die context moet het rechtmatig zijn voor de arts om je medische gegevens te raadplegen of informatie toe te voegen aan het dossier. GDPR heeft ons gedwongen om ook over zulke situaties na te denken. Belangrijk is dat alles correct en transparant gedocumenteerd wordt.”

Bescherming tegen cybercrime: NIS2

De dreiging van cyberaanvallen neemt met de digitalisering snel toe. Bescherming tegen cybercrime is essentieel voor het goed functioneren van de samenleving. Volgens ramingen van de Europese Commissie bedroegen de jaarlijkse kosten van cybercriminaliteit voor de wereldeconomie 5,5 biljoen euro in 2020. Dat is een verdubbeling tegenover 2015.

In november 2022 heeft het Europees Parlement de EU-wetgeving bijgewerkt om meer te investeren in sterke cyberbeveiliging voor essentiële diensten en kritieke infrastructuur. De richtlijn inzake netwerk- en informatiebeveiliging (NIS2) is een actualisering van de richtlijn inzake netwerk- en informatiebeveiliging uit 2016. De nieuwe wet breidt het toepassingsgebied uit met sectoren en activiteiten die cruciaal zijn voor de economie en de samenleving, waaronder energie, vervoer, banken, digitale infrastructuur, openbaar bestuur, ruimtevaart en gezondheid. In deze essentiële sectoren is de mogelijke maatschappelijke en economische impact van een cyberaanval groot. NIS2 legt dus meer entiteiten en sectoren maatregelen op voor risicobeheer, melding van cyberincidenten en informatie-uitwisseling. “Het is nu aan de Belgische wetgever om de Europese wetgeving om te zetten naar nationaal recht. Dit wordt het komende anderhalf jaar hot topic. We volgen het op de voet”, aldus Kurt.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Dataveiligheid is een gedeelde verantwoordelijkheid, want een klein moment van onoplettendheid kan grote gevolgen hebben. “Het is essentieel dat iedereen op de werkvloer bewust en verantwoordelijkheid omgaat met het internet, mails en informatie”, zegt Kurt. “Bedrijven worden vandaag regelmatig aangevallen met ransomware. Daardoor worden gegevens in de systemen onbruikbaar gemaakt. Hackers vinden hun entry point of toegang meestal via phishing. Je klikt op een link of bijlage die onschuldig oogt, maar daardoor wordt een stukje software op de computer geïnstalleerd waarmee de hacker later je systeem kan aanvallen en gegevens encrypteren. Phishingmails zien er vandaag de dag almaar realistischer uit. Twijfel je ook maar een seconde, ga dan te rade bij je IT-specialist of informatieveiligheidsconsulent. Liever vijftien minuten kritisch naar een mail kijken dan weken problemen door een cyberaanval. Als er infosessies en dergelijke gegeven worden in je instelling; laat die dan niet aan je voorbijgaan. En volg de maatregelen op die je werkgever oplegt. Algemeen kunnen we stellen dat we als sector goed bezig zijn, maar er zullen altijd risico’s en incidenten zijn. Het is aan ons allemaal om het aantal te reduceren en de impact te minimaliseren.”

Peter Raeymakers

Kurt Maekelberghe


Innovatieve werkorganisatie verhoogt betrokkenheid en jobtevredenheid bij zorgpersoneel

Om de zorg binnen hun woonzorgcentra anders en toekomstgericht te organiseren, koos Woonzorgnet-Dijleland ervoor de principes van de innovatieve arbeidsorganisatie toe te passen. Hierdoor krijgt het personeel meer autonomie en is hun jobtevredenheid hoger. En dat vertaalt zich dan weer in een hogere retentie bij de medewerkers.

Zo’n vijf jaar geleden besloot Woonzorgnet-Dijleland de principes van de innovatieve arbeidsorganisatie in te zetten binnen hun groep. Gestoeld op een concept van Geert Van Hootegem en Benny Corvers, die in hun boek ‘Slimmer zorgen voor morgen’ uitspitten hoe de zorg morgen anders georganiseerd moet worden door personeelstekorten. “Een van de basisprincipes van de innovatieve arbeidsorganisatie is om alle bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. Hierbij geef je medewerkers effectief de autorisaties die nodig zijn om dagelijks goede zorg te verlenen”, vertelt Rudi Logist, campusdirecteur van het WZC Dijlehof in Leuven.

“In veel organisaties zien we zogenaamde afstemmingsverschijnselen, waarbij werknemers aan een of meerdere personen goedkeuring moeten vragen om iets te mogen doen. Dat was hier vroeger ook zo. Met de innovatieve arbeidsorganisatie pakken we dat nu anders aan. Zo geven we bijvoorbeeld medewerkers in teamverband een duidelijk kader waarbinnen ze aankopen mogen doen. Denk aan een zorgmedewerker die verjaardagskaarten wil kopen voor de bewoners. Tot een paar jaar terug was hiervoor mijn goedkeuring nodig. Nu krijgen de teams budgetten, waarbinnen ze vrij kunnen beslissen hoe ze het geld besteden. Dat budget is niet ongelimiteerd en maandelijks controleren we de uitgaven.”

Autonoom team

Daarnaast bekeek Woonzorgnet-Dijleland op welke manier ze hun personeel beter konden ondersteunen door taken anders uit te voeren. Rudi: “Tot voor kort verliep gangrevalidatie steeds onder toezicht van twee kinesitherapeuten. Voor ons bleek het een haalbare kaart om onze logistieke medewerkers, die zorgondersteuning doen, hierbij te betrekken mits een goede scholing.” Een ander voorbeeld gaat over het organiseren van activiteiten op woningniveau. Die verantwoordelijkheid ligt normaal bij een specifieke medewerker. “We merkten dat sommige zorgkundigen dat ook graag doen en er echt een talent voor hebben. Dus waarom zouden we hun die kans niet geven, als ze hiervoor tijd hebben?”

Wat is de innovatieve arbeidsorganisatie?

De innovatieve arbeidsorganisatie omvat nieuwe manieren om het werk te organiseren zodat er een evenwicht is tussen de kwaliteit van de organisatie en de kwaliteit van de arbeid. Om zo de creativiteit en betrokkenheid van medewerkers te verhogen en meer uitdaging te bieden op de werkvloer. Dit kan door:

  • procesgericht te werken
  • hiërarchie te vermijden
  • teams horizontaal te organiseren
  • procedures te vereenvoudigen
  • minder aanwijzingen te geven hoe iets moet worden aangepakt

Werknemers binnen een innovatieve arbeidsorganisatie hebben ‘actieve’ jobs, met meer autonomie en leermogelijkheden.

Door hun organisatie op die manier in vraag te stellen, heeft Woonzorgnet-Dijleland bepaalde centrale functies in de woning geïntegreerd. Elke woning heeft een eigen team, aangestuurd door een woonzorgcoach. Deze equipe bestaat niet alleen uit zorg- en verpleegkundigen, maar ook uit een woonassistente, een kinesitherapeut en logistieke medewerkers. “Vroeger waren die functies centraal georganiseerd. Dat betekende dat de woningverantwoordelijke een aanvraag voor kinesitherapie indiende bij het centrale team van kinesitherapeuten. De persoon die als eerste beschikbaar was, werd hier dan voor ingezet. Daardoor kregen de bewoners steeds met andere kinesitherapeuten te maken. Nu is één kinesitherapeut verantwoordelijk voor één woning, met dertig bewoners. Daarnaast creëerde deze inkanteling van functies ook de mogelijkheid om het werk van sommige medewerkers aan te passen. Zo hadden logistiek medewerkers vroeger enkel een taak om te poetsen. Nu bieden ze hulp bij maaltijden. Ook hier kregen ze een gepaste opleiding voor. Deze nieuwe manier van werken hanteren we intussen al drie jaar en resulteert duidelijk in een grotere betrokkenheid van onze medewerkers.”

Afgelijnd kader

De rol van de woonzorgcoaches – dit zijn verpleegkundigen met bijkomende opleidingen – is niet onbelangrijk in dit verhaal. “De teams hebben een grote mate van autonomie, maar dat wil niet zeggen dat er geen aansturing is. Daar staat de woonzorgcoach voor in. De functie is vergelijkbaar met die van hoofdverpleegkundige in een ziekenhuis”, gaat Rudi verder. “De woonzorgcoach begeleidt het hele team in het opnemen van de bevoegdheden waar ze goed in zijn. Om dit goed te laten functioneren, hebben de coaches wel duidelijke kaders nodig. Vanuit de directie leggen we het financiële en personeelskader vast. Woonzorgcoaches beslissen binnen de personeelsmandaten die ze hebben, hoe ze hun personeel inzetten en welke functies nodig zijn binnen de woning. De sollicitatiegesprekken verlopen rechtstreeks met hen. Toch wordt niet alles op het niveau van de woning georganiseerd. Specifieke expertises, zoals de sociale dienst en de verwerking van lonen, blijven gecentraliseerd.”

Talenten benutten

Woonzorgnet-Dijleland zet door deze nieuwe aanpak in op de talenten van hun medewerkers. De komende twee jaar wil de groep dit verder uitwerken. “We willen ‘sterrollen’ definiëren, die medewerkers toelaten bijkomende taken op zich te nemen”, legt Rudi uit. “Denk aan een logistieke medewerker die graag samenwerkt met studenten, en hen kan begeleiden bij het ontvangst aan het begin van hun stage. Of een zorgkundige met een sterke technische achtergrond die ook enkele klusjes in de woning wil uitvoeren. We zien zeker nog verdere mogelijkheden vanuit het concept van de innovatieve arbeidsorganisatie. De impact op de tevredenheid van ons personeel is hoog en dat zien we ook aan het lage verloop binnen onze centra.”