Student Corner: Intranasale ketaminespray bij majeure depressie

Op basis van wereldwijde data wordt geschat dat tussen de 4 en 10 procent van de bevolking op een bepaald moment in zijn of haar leven wordt getroffen door een depressie. Uit onderzoek blijkt dat patiënten met majeure depressie die klassiek behandeld worden, vaak hervallen of therapieresistent worden. Hierdoor zijn wetenschappers op zoek naar een effectief medicijn om depressieve stoornissen te bestrijden. Intranasale (IN) ketaminetoediening is momenteel een van die behandelingen die experimenteel wordt ingezet. Bovendien is deze minder invasief dan de IV-toediening en wordt deze, bij correct gebruik, bijna helemaal opgenomen.

Beste dosis

Intranasale esketamine wordt idealiter gecombineerd met orale antidepressiva. Uit onderzoek blijkt dat 28mg, 56mg en 84mg esketamine de meest voorkomende dosissen voor een neusspray zijn. Toch komt de dosis van 56mg uit de literatuur als meest effectieve toediening naar boven. De dosis van 28mg lijkt een te lage hoeveelheid met minder doeltreffendheid. Een dosis van 84mg is dan weer te hoog en heeft dus ook meer bijwerkingen. Er wordt gebruikgemaakt van neussprays die met één verstuiving 14mg esketamine bevat.

Kosteneffectiviteit

Uit de onderzochte literatuur viel vooral op dat het geneesmiddel aanzienlijk duurder is dan courante antidepressiva. Volgens de literatuur suggereren onderzoekers, dat er nood is aan een dagopname en monitoring gedurende twee uur na de toediening. Dit heeft een aanzienlijk kostenplaatje.

Discussie

Intranasale esketaminetoediening is een veelbelovende behandeling. Zo kan al een positief effect van esketamine op depressieve symptomen (MADRS-schaal) worden waargenomen vanaf vier uur na de eerste toegediende dosis (84 mg). Volgens onderzoek kon de positieve respons op esketamine aanhouden tot een jaar.

Er werd bij 90,1 procent van de deelnemers gezien dat er sprake was van vaak voorkomende bijwerkingen die licht of matig van intensiteit zijn zoals duizeligheid (32,9 procent), dissociatie (27,6 procent), misselijkheid (25,1 procent) en hoofdpijn (24,9 procent). De bijwerkingen verdwenen diezelfde dag.

Verpleegkundige relevantie

De verpleegkundige heeft een groot aandeel bij de toepassing van intranasale esketamine. Zo staat deze in voor het instrueren en begeleiden van de patiënt tijdens de toediening. Na contactname met het werkveld blijkt dat dit best gebeurt op een PAAZ-afdeling. Op zo’n afdeling is monitoring en observatie haalbaarder omdat de patiënten dan in dichte omgeving van het zorgpersoneel zijn. Verder staat de verpleegkundige ook in voor de parametercontrole en opvolging van de bijwerkingen na toediening. Dit gebeurt best in een grote zaal, waar het overzicht kan behouden worden over een groep patiënten. Er moet een verpleegkundige aanwezig zijn die getraind is in cardiopulmonale reanimatie. Hierdoor is er potentieel noodzaak tot (her)educatie.

Brian Dumon, Emma Gribbe, Caro Vonck en Tomas Christleven zijn vier vierdejaarsstudenten van de professionele bachelor in de verpleegkunde aan de Odisee hogeschool, campus Aalst. Dit academiejaar onderzochten ze de optimale dosage van de esketamine neusspray. Dit praktijkonderzoek vormt het sluitstuk van hun opleiding tot bachelor in de verpleegkunde. Met dit artikel hopen ze meer bekendheid te genereren over het onderwerp.


Student Corner: Evaluatie en optimalisatie van de Marijuana Withdrawal Checklist

In deze bachelorproef werd een evaluatie en optimalisatie gedaan van de Marijuana Withdrawal Checklist (MWC) die al gebruikt werd op de afdeling ontwenning in de Kliniek Sint-Jozef in Pittem. Deze optimalisatie resulteerde in, voor verpleegkundigen, drie gebruiksklare documenten. Voor verpleegkundigen werd een leidraad gemaakt om ontwenningssymptomen beter in te schatten. De duur van de opvolging van de ontwenning en de frequentie van afname van het instrument werd herbekeken. Als laatste werd een document opgemaakt waarbij de patiënten inzicht krijgen op de mogelijke ontwenningssymptomen die zich kunnen manifesteren. Voor patiënten werden de eerste stappen gezet richting een educatieve sessie rond energiebalans. Deze sessie wordt verder geïmplementeerd door de bewegingstherapeut van de afdeling.

Tekst: Hanne Coussens (Hogeschool VIVES)

Context

Bij de ontwenning van cannabis is het van groot belang om als verpleegkundige kennis te hebben over mogelijke ontwenningssymptomen die kunnen optreden. Om deze symptomen goed op te volgen en te interpreteren, is een duidelijk instrument noodzakelijk. Voor mijn bachelorproef herwerkte ik de al bestaande MWC. Hierbij werd voornamelijk gefocust op het toekennen van een score aan de geobserveerde ontwenningssymptomen.

Methode

Via een vragenlijst werd gepeild naar de ervaringen van de verpleegkundigen met de huidige MWC. Er werd specifiek bevraagd welke moeilijkheden ze ondervonden en welke aanbevelingen ze hadden voor de optimalisatie van het instrument. Daarnaast werd een literatuurstudie gedaan om nieuwe inzichten te verkrijgen omtrent de ontwenning van cannabis. De gehanteerde MWC werd door middel van een literatuuronderzoek vergeleken met de huidige beschikbare evidentie. Vele gesprekken met verpleegkundigen, psychologen en met de afdelingspsychiater vonden plaats om deze optimalisatie voor te bereiden. Met al deze verzamelde informatie werd een nieuw instrument ontwikkeld.

Resultaten

Een belangrijk verzameld gegeven uit de literatuurstudie is dat de ontwenningssymptomen van cannabis tijdelijk zijn. Ze zijn daarnaast ook niet levensbedreigend, maar wel onaangenaam. Via de vragenlijst werden suggesties ter optimalisatie verzameld.

De geoptimaliseerde MWC bestaat uit drie delen. Het eerste deel is het document dat gehanteerd wordt om het uitgangspunt te kiezen en de scores te noteren. Het tweede document is de leidraad, die bestaat uit verschillende onderdelen. Als eerste zijn er de interventies die moeten gebeuren bij het bekomen van bepaalde scores. Als tweede is er de verduidelijking van de checklist met mogelijk te stellen vragen en scores die gegeven moeten worden aan bepaalde antwoorden. Als laatste is er de extra uitleg bij de uitgangspunten. Hierbij staan afnameschema’s en uitleg rond keuzes voor uitgangspunten. Het laatste document is voor de patiënt bij wie de MWC wordt afgenomen. Het is een blad met pictogrammen waarop de mogelijke ontwenningssymptomen van cannabis genoteerd staan.

Conclusie

Er werd een nieuw instrument gecreëerd en geïmplementeerd door deze bachelorproef. Er werden evaluatiecriteria afgegeven aan de afdeling. Tijdens de voorstelling van het herwerkte document werd het met veel enthousiasme door de afdeling onthaald.

Hanne Coussens (22 jaar)

Zal afstuderen in: Juni 2021, VIVES campus Kortrijk

Geleerd: Ik heb geleerd dat ik in elf weken een instrument volledig kon herwerken naar de noden van een afdeling. Dit gaf me veel voldoening. Het was een ware leerschool om met verschillende mensen in overleg te gaan, samen met mijn begeleiding en de mensen van op stage na te denken en zo tot het best mogelijke resultaat te komen.

Zet je graag jouw bachelorproef of masterproef hier in de kijker? Laat het ons weten via journalist@nvkvv.be.