Nieuwseditie april 2019

03-04-2019

De verpleegkundige in de toekomst

Wat ligt er voor ons?

Evoluties in de gezondheidszorg gaan razendsnel, verpleegkundige zorg wordt complexer, taken verschuiven. Hoe zal ons beroep er in de toekomst uitzien? En zijn we klaar voor die uitdagingen? Prof. Ann Van Hecke duidt het rapport ‘Future of Nursing’, Koen Balcaen geeft uitleg bij het Memorandum van het NVKVV.

Een groep van experts uit de Vlaamse universiteiten schetsten in het rapport ‘Future of Nursing: improving health, driving change: een toekomstgerichte visie op verpleegkunde’ een beeld van de verpleegkunde en van de verpleegkundige in de toekomst op basis van internationale literatuur, van de Europese richtlijnen over het verpleegkundig beroep en van de visie die tijdens de symposia over dit onderwerp in 2017 naar voor werden gebracht. Zij deden dat op vraag van Maggie De Block, minister van Volksgezondheid.

De opleiding

In het rapport tonen de experts de ontwikkelingen binnen de verpleegkundige opleiding en in het beroep en staan ze stil bij de voornaamste aanbevelingen voor de toekomst van de verpleegkunde. Een van die aanbevelingen is de keuze om de verpleegkundige beroepsuitoefening in de toekomst voor te behouden vanaf het niveau van bachelor. Prof. Ann Van Hecke, hoofddocent in het Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde (UCVV) aan de Universiteit Gent is één van de coauteurs van dit rapport en legt uit: ‘Europa vraagt een bacheloropleiding voor een verpleegkundige en internationaal is het ook steeds meer een trend dat een verpleegkundige minimum een bachelordiploma heeft. Verpleegkundige zorg wordt alsmaar technischer en complexer en vraagt dat je overzicht kan houden, dat je de totaalzorg voor een patiënt in gedachten houdt en dat je, waar nodig, leiderschapskwaliteiten kan tonen met bijzondere aandacht voor multidisciplinair werken. Daarom beveelt het rapport ook aan dat een verpleegkundige minimum een bachelordiploma heeft. Dat wil niet zeggen dat we de HBO5-opgeleide zorgverleners niet nodig hebben in de zorg. We pleiten voor het nadenken over goede overgangsmaatregelen voor mensen die nu in het werkveld staan. Naar de toekomst toe vraagt Europa dat we inzetten op bachelorverpleegkundigen en dat lijkt ons een goede zaak.’

Prof. Van Hecke vervolgt: ‘Wat me tijdens het overleg bij het realiseren van het rapport opviel, is dat de discussies over de verschillende titels voor verpleegkundigen – we kennen nu de HBO5- en de bachelorverpleegkundigen – al sinds 1957 bestaan en dat er al een hele rits aan benamingen gebruikt werd: de A1-en de A2-verpleegkundige, de gegradueerde verpleegkundige, de gediplomeerde verpleegkundige, de gebrevetteerde verpleegkundige, de verpleegassistent, waarbij enkele termen nu een andere lading dekken dan voorheen. Dat is voer voor verwarring. We erven hier een lange geschiedenis waarin hopelijk op korte termijn meer duidelijkheid mag komen.  We zijn immers meer dan 60 jaar verder. En nog iets dat verraste: we bestudeerden onderzoek naar de effecten in andere landen waar de minimumvereiste van een bachelordiploma voor verpleegkundigen reeds ingevoerd werd. We vertrokken vanuit het vermoeden dat hier de instroom van verpleegkundigen gedaald zou zijn. Maar neen, die nam toe. Dat is voor ons ook een argument om te pleiten voor het behalen van een bachelordiploma om verpleegkundige te kunnen worden.’

Verpleegkundig specialist

Het rapport ‘Future of Nursing’ bespreekt niet alleen de instroom of de titel van bachelorverpleegkundigen maar geeft ook de verpleegkundig specialist (Advanced Practice Nursing – APN) een duidelijke plaats. Prof. Van Hecke: ‘Vaak groeien masterverpleegkundigen door naar leidinggevende en middenkaderfuncties, maar naast die eerder hiërarchische loopbaan is er voor hen ook een meer klinische carrière mogelijk, één waarin ze zich specialiseren in een zorgdomein en daar klinisch expert worden. Zij zijn dan de motor van innovatie, doen aan onderzoek, ontwikkelen richtlijnen, geven vorming maar blijven ook een deel van hun tijd in direct contact met de patiënt waar zij hun klinische expertise kunnen blijven inzetten en uitbouwen. Het rapport voorziet voor hen niet zozeer een plaats in de zorg ter vervanging van artsen om medische handelingen te doen maar verwacht van hen dat ze blijven kijken met een brede verpleegkundige bril naar de zorgnoden van de patiënt en dat ze garant staan voor een hoge kwaliteit van zorg. Daarvoor moeten ze klinisch inhoudelijk sterk staan. Het creëren van een directe toegang tot de universitaire opleiding verpleegkunde naast de bestaande bacheloropleiding, kan het huidige opleidingstraject aanzienlijk inkorten. Bovendien kan de directe toegang tot een universitaire opleiding verpleegkunde een mogelijke aantrekkingspool zijn voor 18-jarigen die voor een universitaire opleiding willen kiezen.’

In de zorg evolueren we naar steeds meer interdisciplinair en multidisciplinair samenwerken. Overleg met andere zorgverleners zal in de toekomst steeds een evidentie zijn. Prof. Van Hecke: ‘In multidisciplinaire teams is het belangrijk dat iedereen weet waar de ander voor staat en dat de verschillende professionals elkaar in hun expertise (h)erkennen om tot een goede samenwerking te komen in het voordeel van de patiënt. Daarin is het belangrijk dat we als verpleegkundige onze eigenheid als professional tonen. Veel gesprekspartners in multidisciplinaire teams zoals artsen, kinesitherapeuten en psychologen zijn academisch opgeleid. Om volwaardig gesprekspartner te kunnen en te mogen zijn, kan het helpen om minstens over een bacheloropleiding te beschikken en soms bij voorkeur over een masterdiploma.’

Permanente vorming

Permanente vorming en het bijhouden van een portfolio is een vierde aanbeveling in het rapport. Vandaag vraagt elk beroep dat je je horizon blijft verruimen. De halfwaardetijd van medische kennis bijvoorbeeld, is vandaag 3 tot 5 jaar: kennis veroudert snel. Prof. Van Hecke: ‘Permanente vorming is een noodzaak voor een kwalitatieve zorgverlening al is er momenteel in België geen verplichting voor verpleegkundigen om die te volgen. In het rapport vragen we dan ook dat er een voldoende groot aanbod aan vorming gecreëerd wordt, dat verpleegkundigen gemotiveerd worden om vorming te volgen en dat de werkgever hier middelen beschikbaar voor stelt. Een portfolio bijhouden is daarnaast ook een volgende logische stap zodat je die vorming en dus je competentie kan aantonen. Naast vorming kan een goede intervisie ook een mooi werkinstrument zijn om te blijven groeien in je vak.’

Memorandum NVKVV

In de aanloop naar de federale en de regionale verkiezingen in mei 2019 bracht het NVKVV een aantal werkpunten naar voor in haar Memorandum. De beroepsorganisatie wilt de volgende regering daar graag op aanspreken. Een aantal van die punten vinden we ook terug in de aanbevelingen uit het rapport ‘Future of Nursing: improving health, driving change: een toekomstgerichte visie op verpleegkunde’.

Koen Balcaen, voorzitter van het NVKVV, toetst af: ‘Eerst en vooral duwt de realiteit van vandaag ons met de neus op het feit dat de nood aan een toereikend aantal hoog opgeleide verpleegkundigen heel groot is. Verpleegkundigen hebben het, ongeacht de sector, niet gemakkelijk met de evoluties binnen de gezondheidszorg, de verantwoordelijkheid, de digitalisering, het wetgevend kader en de blijvende nood tot bijscholing en specialisatie.

Een Europese toets leert ons dat 17 van de 30 landen bewust en expliciet de keuze maken om aan verpleegkunde een minimumniveau van bachelor toe te kennen.  De resultaten van talrijke studies onderschrijven die noodzaak. We moeten dringend aan de slag met een Belgisch transitieplan op een doelgerichte manier en met respect en zorgvuldigheid naar het verleden, met duidelijke overgangsmaatregelen en met valorisatie van opgebouwde ervaring en bekwaamheid. Er moet dringend beleid gevoerd worden om de schaarse verpleegkundige resources in te zetten voor strikt verpleegkundige zorg zowel op vlak van preventie, acute en chronische zorg als in palliatieve zorg. Dat zal met zich meebrengen dat er nieuwe zorgberoepen gecreëerd moeten worden die ons in staat zullen stellen om de tsunami aan zorgbehoefte aan te pakken.

Levenslang leren

Daarnaast merken we dat de verpleegkundige specialisatiedomeinen zich niet beperken tot de traditionele domeinen van de bijzondere beroepstitels en bekwaamheden. In elk zorgdomein is er nood aan opleiding en training. Die beperkt zich niet tot het begin van de carrière maar strekt zich uit over de volledige loopbaan. Dat zal juist de carrièrekansen van verpleegkundigen eindeloos uitbreiden, een loopbaanswitch binnen verpleegkunde aanmoedigen en de uitstroom beperken.

De klinische ladder zoals die is uitgewerkt door de Federale Raad voor Verpleegkunde biedt excellente stappen: verpleegkundige, gespecialiseerd verpleegkundige, verpleegkundig consulent en verpleegkundig specialist. De wettelijke verankering van deze functies zal een extra boost geven aan de aantrekkelijkheid van een verpleegkundige loopbaan en aan duurzame bekwaming, aan de wetenschappelijke onderbouw en aan de vereiste plaats van de verpleegkundige in interprofessionele teams.

Patient/nurse ratio

Ten slotte is er het strijdpunt om naast kwantitatief ook kwalitatief over voldoende middelen te beschikken. Opnieuw is België niet de beste leerling van de Europese klas. Opnieuw is er voldoende evidentie die onderlijnt hoe een precaire patiënt/nurse ratio de uitkomst van de geleverde zorg hypothekeert. Een innovatief financieringsmodel voor verpleegkunde dat zich baseert op een bijdrage tot de gezondheidswinst van de patiënt is een beter uitgangspunt dan het huidige loonkost gerelateerde financiering van ziekenhuizen en WZC.’

Meer informatie

  • Sermeus W, Eeckloo K, Van der Auwera C, Van Hecke A., Future of Nursing: improving health, driving change: Lessen uit de internationale literatuur en studiedagen 2017, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, 26B
  • Memorandum NVKVV – Wat verwachten verpleegkundigen van het beleid na de federale en regionale parlementsverkiezingen in 2019? nvkvv.be > Nieuws > Memorandum verkiezingen 2019, 3 december 2018.
  • Aiken et al, Nurse staffing and education and hospital mortality in nine European countries: a retrospective observational study; The Lancet; May 24, 2014; Volume 383, Number 9931, p1781-1860.
  • KB 27 09 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde.

Els Put