Nieuwseditie december 2019

11-12-2019

Kwaliteit van zorg voor ouderen

Een werkbare lijst voor instellingen en voor zorginspecteurs

Stel, de zorginspecteurs zijn op pad op je afdeling of in je instelling voor ouderenzorg. Hoe weet je wat ze komen controleren? En waarom? Die controlepunten, die eisen, zijn nu uitgeschreven in een eisenkader voor de geriatrische patiënt.

Zorginspectie is een onderdeel van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse overheid en staat in voor het toezicht en de inspectie van zorginstellingen en welzijnsvoorzieningen in Vlaanderen. Het doel van een zorginspectie is niet om te sanctioneren maar wel om aan te zetten tot kwaliteitsverbetering, om kwaliteit van zorg te waarborgen. Zorginspecteurs controleren of instellingen georganiseerd zijn en werken volgens de wettelijke bepalingen.
Die bepalingen volgen niet alleen uit de Vlaamse maar ook uit de federale wetgeving. Voor de geriatrische zorg is vooral het KB van 23 oktober 1964 met de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten nageleefd moeten worden, een basiswet. Een andere belangrijke wet – al zijn er nog meer – is het KB van 29 januari 2007 met de normen voor het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt. Beide wetteksten werden herzien in 2014.
Het eisenkader voor de geriatrische patiënt geeft nu een overzicht van alle wettelijke bepalingen die de kwaliteit van zorg ten goede komen in de zorg voor de geriatrische patiënt.

Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid vroeg om voor de werkgroep over het eisenkader voor de geriatrische patiënt de discipline verpleegkunde te laten vertegenwoordigen door twee verpleegkundigen met expertise in ouderenzorg. Kenny De Cuyper, voorzitter van de werkgroep Ouderenzorg NVKVV en zorgmanager Geriatrie in het AZ Nikolaas, en Kurt Goossens, nursing manager in ZNA Antwerpen, namen die taak op. Sinds begin 2019 is die werkgroep aan de slag. Vertegenwoordigers van verpleegkundigen, artsen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, zorgkundigen en van andere beroepsgroepen in de geriatrische zorg en met vertegenwoordigers uit het beleid, de zorginstellingen en het Vlaams patiëntenplatform nemen er aan deel.

Het nieuwe eisenkader

Zij werkten het nieuwe eisenkader voor de geriatrische patiënt uit met minimale criteria waar een ziekenhuisafdeling aan moet voldoen. Dat eisenkader wordt op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid gepubliceerd en gehanteerd bij enkele proefinspecties door zorginspecteurs om te kijken of het duidelijk en volledig is. Nadien volgt er nog een evaluatie met eventueel een bijsturing.

In het eisenkader voor de geriatrische patiënt werden criteria opgenomen die ziekenhuisbreed van toepassing zijn en eisen die specifiek zijn voor de geriatrische patiënt en zijn zorgtraject. In de discussies werd er gedifferentieerd naar 4 diensten toe: een dienst voor geriatrie (G-dienst), een daghospitalisatie voor de geriatrische patiënt (GDZ), een interne liaison (IL) en een psychogeriatrische dienst (sp-psger). Het maakt immers een groot verschil, bijvoorbeeld voor het aantal beschikbare disciplines, of je spreekt over een geriatrische afdeling in een groot ziekenhuis of over een lokaal geriatrisch dagcentrum.
Het eisenkader moet aansluiting vinden bij hoe de zorg vandaag per ziekenhuis georganiseerd wordt en moet voorbereid zijn op de evolutie naar een organisatie van zorg in netwerken van ziekenhuizen.

Kenny De Cuyper geeft een woordje uitleg bij dat hele proces: ‘We hebben de KB’s artikel per artikel ontleed en gespecifieerd voor de zorg voor ouderen. Wat is meetbaar, wat is relevant, wat is vandaag nog aan de orde? Die vragen stelden we ons steeds opnieuw om zorginspecteurs een concrete, duidelijke en werkbare lijst mee te geven. Het positieve aan de werkgroep was dat we de kans kregen om het referentiekader met de andere beroepsgroepen door te praten – wat is het materiaal waar we mee aan de slag gaan, hoe interpreteert ieder dat? – en dat we voorstellen konden doen tot verbetering vanuit onze eigen praktijk. Ik kreeg een bredere kijk op mijn specialisme door al die ervaringen van anderen.’

Aantoonbare expertise

Eén van de bezorgdheden die in de werkgroep naar voor kwam, is hoe het verder moet met de vereiste beroepstitels (BBT) en -bekwaamheden (BBK) in de geriatrie. De BBT en BBK stimuleerden verpleegkundigen tot specialisatie. Een BBT of BBK gaf recht op een jaarlijkse vergoeding. Die premie maakte het werken in ouderenzorg indirect aantrekkelijker en zorgde voor bijkomende expertise op de werkvloer. In de aanloop naar een nieuw functie- en financieringsmodel (IFIC) werden de premies afgeschaft. Bovendien bevat het IFIC-model de functie van gespecialiseerde verpleegkundige (nog) niet. Steeds minder verpleegkundigen bieden zich aan voor een gespecialiseerde opleiding. Kenny De Cuyper: ‘Bijvoorbeeld: als de wettelijke norm zegt dat een dienst Geriatrie per 24 bedden 9 FTE (full time equivalent) verpleegkundigen met daaronder minstens 4 verpleegkundigen met een BBT of BBK Geriatrie moet hebben, dan weten we al dat dat in de toekomst niet houdbaar is omdat die benaming zal verdwijnen. Daarom hebben we voor die vereiste de bepaling ‘of aantoonbare expertise’ voorgesteld. Onder aantoonbare expertise verstaan we dat je minstens 15 uren specifieke vorming per jaar moet kunnen aantonen. We hebben ook het voorstel gelanceerd om die bepaling over vorming eveneens in te voeren voor de andere paramedici die in de ouderenzorg werken.

Door onze discussies hebben we de gevoeligheden bij de hoofdverpleegkundigen, ergotherapeuten, de kinesitherapeuten en logopedisten beter leren kennen en kunnen we onze organisatie er beter of afstemmen. Zij worden steeds vaker gevraagd om deel te nemen aan de dagelijkse zorg voor een efficiëntere werkverdeling, maar dat ligt wat buiten de verwachtingen van hun jobinhoud. Daarnaast houdt het huidige wettelijke kader met de normen voor de aantallen van verpleegkundigen, zorgkundigen en paramedici op een geriatrische afdeling een echte vernieuwing tegen. We wisten ook van bij de start dat het voorstel ‘meer volk op de werkvloer’ voor vele onderdelen een goede verbetering zou zijn maar dat is budgetafhankelijk en nu – spijtig genoeg – niet aan de orde.’

Meer informatie:

Vragen?

Contacteer de werkgroep Ouderenzorg van het NVKVV via info@nvkvv.be.