Nieuwseditie januari 2020

08-01-2020

Wie mag welke verpleegkundige handeling doen?

 

Een advies van de FRV en TCV voor verpleegkundige zorg buiten een zorgvoorziening

 

De rol van bekwame helpers krijgt duidelijkheid in een advies van de FRV en TCV dat voorziet in de legale uitvoering van verpleegkundige handelingen door bekwame helpers na opleiding en delegatie en mits evaluatie.

Het uitwerken van de rol van de verpleegkundige en het creëren van een wettelijk kader voor mensen uit de omgeving van een persoon met een zorgbehoefte wanneer zij verpleegkundige handelingen uitvoeren bij die persoon, was de opdracht van de gemengde werkgroep van de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) en de Technische Commissie voor Verpleegkunde (TCV). Wanneer je geen verpleegkundige bent en dus niet bevoegd bent om verpleegkundige handelingen uit te voeren en je doet dit toch, dan handel je immers onwettig.

Het advies dat die gemengde werkgroep uitwerkte, vult de hiaten in die het mantelzorgakkoord van april 2014 en de verschillende protocolakkoorden over dit onderwerp nog lieten. Het advies werd goedgekeurd door de FRV en door de TCV. Het advies zal overgemaakt worden aan de bevoegde ministers in de hoop dat zij die in een wetsbesluit bekrachtigen. De gemengde werkgroep bestond uit leden van de FRV en TCV en externe experts. Eén van die experts is Sam Cordyn, verpleegkundig beleidsmedewerker Wit-Gele Kruis Vlaanderen, bestuurslid van het NVKVV en lid van de Juridische Adviesgroep van het NVKVV. Sam Cordyn was co-voorzitter van de gemengde werkgroep. Hij legt uit: ‘Door die hiaten in de huidige wetgeving zijn er nu mensen die tijdens hun beroepsactiviteit verpleegkundige handelingen onwettig uitvoeren zoals een kinderverzorgster in een kinderdagverblijf of een onderwijzer in een school die bij een kind koortswerende medicatie toedient, of een verzorgende die compressiekousen aandoet bij een patiënt aan huis. Voor die mensen wilden we een wettelijk kader creëren en daarin de prominente rol van de verpleegkundige uittekenen,’ vertelt Sam Cordyn. Hij vervolgt: ‘Voor een mantelzorger blijft alles hetzelfde: hij of zij helpt de patiënt met ADL-zorgen en voert gedelegeerde verpleegkundige handelingen uit na opleiding door een verpleegkundige of een arts. Voor de andere mensen in het leven van een patiënt die tijdens hun beroepsactiviteit zorgen toedienen maar geen verpleegkundige of arts zijn, gebruiken we de term ‘bekwame helper’.

3 lijsten

Het advies maakt een onderscheid tussen bekwame helpers waarvan de opleiding van verpleegkundige handelingen mogelijk is in de basisopleiding (bv. kinderverzorgsters, polyvalent verzorgenden…) en die waarvan de opleiding in de eerste plaats niet gericht is op de hulp in het dagelijks leven (bv. personen binnen onderwijs, opvoeders…). Voor de eerste groep stelt het advies voor om relevante verpleegkundige handelingen op te nemen in de beroepsopleiding: bijvoorbeeld het nemen en interpreteren van de temperatuur bij een kind in de opleiding kinderverzorging of het aantrekken van compressiekousen in de opleiding verzorgende. Het gaat hier om basishandelingen die relevant zijn voor hun beroep. Het advies voorziet ook in overgangsmaatregelen voor bekwame helpers die dat vandaag al doen. Voor de tweede groep bekwame helpers die handelingen uitvoeren die voor het overgrote deel buiten hun beroep vallen zoals het toedienen van koortswerende medicatie door een leerkracht of opvoeder, stelt het advies voor om een complementaire opleiding te voorzien door een verpleegkundige of een arts om die handelingen aan te leren die voor hen relevant zijn.

Bekwame helpers kunnen enkel handelingen uitvoeren onder subsidiariteit, d.i. toevertrouwd door een verpleegkundige of een arts, wanneer de patiënt klinisch stabiel is en in het kader van ondersteuning van hulp in het dagelijks leven. Die toestand van de patiënt wordt regelmatig opnieuw geëvalueerd.

Voor bekwame helpers werkte de werkgroep drie lijsten uit. Een eerste lijst zijn verpleegkundige handelingen die bekwame helpers – mits opleiding – kunnen uitvoeren onder subsidiariteit. Een tweede lijst bevat handelingen die niet in de eerste of de derde lijst voorkomen en in uitzonderlijke omstandigheden uitgevoerd kunnen worden in het kader van hulp in het dagelijks leven. De derde lijst is een exclusieve lijst van handelingen die enkel door verpleegkundigen en artsen uitgevoerd mogen worden. Uit deze lijst kunnen zij nog wel B1- of B2-handelingen delegeren aan mantelzorgers maar niet aan bekwame helpers.

 

Concreet

Katleen De Wandel, voorzitter van de werkgroep Verpleegkundigen in de Gehandicaptenzorg NVKVV en verpleegkundige verantwoordelijk voor medische zorg in De Lovie, een instelling voor jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap of een andere beperking, legt uit wat dat concreet voor de werknemers in de gehandicaptenzorg betekent: ‘Onze medewerkers, zoals opvoeders (ortho-agogen), ergotherapeuten, logopedisten en anderen, die voor de begeleiding van onze bewoners zorgen, voeren in het absolute voordeel van de bewoners af en toe ook verzorgende taken uit maar mogen dat wettelijk gezien niet doen. Door dit advies – dat hopelijk snel in een wettekst gegoten wordt -, kunnen zij dat als bekwame helpers wel doen. In onze instelling werken heel wat verpleegkundigen en artsen die voor de nodige opleiding kunnen zorgen en ook de uitvoering ervan kunnen evalueren. De lijsten met verpleegkundige handelingen die het advies voorziet, dekken onze noden goed. Het is een mooie oplossing voor ons om onze werknemers effectief te kunnen inzetten en een goede zorg te kunnen waarborgen.’

 

De verpleegkundige invalshoek

Wat voorbehouden blijft voor verpleegkundigen is de specifieke verpleegkundige invalshoek: de verpleegkundige diagnostiek, het opstellen van een zorgplan, het evalueren van de zorg, de coördinatie of opleiding van verpleegkundige handelingen. Dat aanleren van verpleegkundige handelingen kan ook door een arts gedaan worden. De bekwame helper is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de handelingen, het rapporteren van zijn observaties en het melden wanneer bepaalde handelingen buiten zijn bekwaamheid of verantwoordelijkheid liggen.

Sam Cordyn bepleit: ‘We kunnen niet anders dan ons realistisch opstellen: er is een grote zorgnood op het werkveld en deze nood zal in de toekomst alleen maar toenemen. Het advies dat we uitwerkten, speelt in op de nieuwe tendens die volmondig door NVKVV wordt ondersteund, namelijk het centraal stellen van de behoeften van patiënten en bewoners gekoppeld aan de vernieuwde rol van de verpleegkundigen. Dat creëert de opportuniteit voor verpleegkundigen om met een klinische blik de toestand van de patiënt in te schatten, het kwaliteitskader te waarborgen en verpleegkundige handelingen te delegeren en op te volgen bij een patiënt die hiervoor voldoende stabiel is. De kwaliteitsbewaking van de toegediende zorgen blijft een opdracht van de verpleegkundige en de arts.

Die evolutie naar een coördinerende rol voor een verpleegkundige vraagt het loslaten van een aantal gewoontes en van routinematig denken. Dat ‘loslaten’ is niet altijd vanzelfsprekend maar wel de weg naar een kwaliteitsvolle verpleegkundige zorg in de toekomst. De verpleegkundige zal naast het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen ook meer intellectuele prestaties verrichten zoals met een brede klinische blik naar de patiënt kijken en de zorg organiseren. Die evolutie zal ook een grotere erkenning geven aan verpleegkundigen in hun beroep en bijdragen tot haar attractiviteit.’

 

NVKVV-leden die meewerkten aan dit advies

  • Sam Cordyn, verpleegkundig beleidsmedewerker Wit-Gele Kruis Vlaanderen, bestuurslid NVKVV, lid Juridische adviesgroep NVKVV
  • Caroline Dolieslager, hoofdverpleegkundige Zorgprogramma Pediatrie UZ Gent, voorzitter werkgroep Kinderverpleegkundigen NVKVV
  • Koen Wauters, directeur woon-zorgcentrum vzw De Mick, lid werkgroep Directies NVKVV
  • Monica Bulcke, wetenschappelijk medewerker VWVJ, medewerker POC CLB GO!, lid werkgroep verpleegkundigen Maatschappij en gezondheid NVKVV
  • Luc Heirstate, projectmedewerker Wit-Gele kruis Antwerpen, lid Technische Commissie Verpleegkunde, bestuurslid NVKVV, lid Juridische adviesgroep NVKVV
  • Marc Van Bouwelen, voorzitter Technische Commissie Verpleegkunde, lid Juridische adviesgroep NVKVV