Nieuwseditie juli/augustus 2020

08-08-2020

De eerste lichting van de vierjarige opleiding verpleegkunde

Meerwaarde en kinderziekten

De eerste studenten van de vierjarige bacholoropleiding verpleegkunde studeerden in juni af. Emma, Vincent en Andrès vertellen over hun ervaringen in het vierde jaar verpleegkunde en kijken uit naar hun start als verpleegkundige.

In het vierde jaar van de bacheloropleiding verpleegkunde volgden Emma Ghysels, Vincent Therry en Andrès Verhoeven, leden van de werkgroep Studenten NVKVV, les en liepen ze twee keer 400 uren stage; de verdiepende stage of contractstage. Zij zijn het erover eens dat het vierde jaar een meerwaarde is voor de opleiding verpleegkunde maar hun ervaringen tonen er ook de kinderziekten van. Het grootste pijnpunt is het aanbieden van een kwalitatieve contractstage voor alle studenten, een verdiepende stage die de nadruk legt op klinisch redeneren en leadership.

Jullie waren de eerste studenten die kennis maakten met de verdiepende stage. Hoe verliep die?

Vincent: We hadden mogen aangeven binnen welke domeinen we ons graag wilden verdiepen tijdens het vierde jaar. Ik koos voor pediatrie en spoedgevallen. Die twee contractstages hebben mijn kennis uitgebreid en me doen groeien in zelfstandigheid. Voor mij waren deze verdiepende stages duidelijk anders dan de stages tijdens de vorige drie jaar. Ik werd uitgedaagd om zelfstandig te werken onder begeleiding. Doordat de stages langer duurden, had ik een ander contact met mijn begeleiders, we werden bijna collega’s. Mijn zelfvertrouwen groeide aanzienlijk.

Emma: Mijn verdiepende stage verliep heel goed. De eerste drie jaar focusten mijn stages vooral op verpleegkundige technieken terwijl ik tijdens deze stage ervaring opdeed in de totaalzorg rond een patiënt. Ik had het geluk om op een fijne stageplaats terecht te komen. De eerste weken liep ik mee en leerde ik de afdeling kennen, daarna kreeg ik mijn eigen patiënten toegewezen. Mijn begeleiders en de instelling gaven me het vertrouwen om zelfstandig de zorg voor mijn patiënten op te nemen. Zo had ik toegang tot patiëntendossiers en de medicijnkast. Voor mij was deze stage een grote meerwaarde.

Andrès: Ik ben met grote verwachtingen aan mijn stage begonnen. Tot mijn teleurstelling bleek deze stage voor mij niet zoveel te verschillen van de stages die ik de jaren voorheen deed. Ik had niet het gevoel dat ik op een andere manier begeleid werd of dat ik meer verantwoordelijkheid kreeg. Ik heb zelf initiatief genomen om meer klinisch redeneren en leadership te ontwikkelen maar werd hier niet in begeleid. Tijdens het derde jaar deden we een managementstage die veel leerkansen bood. Mijn contractstage voelde na die stage aan als een stapje terug.

Zien jullie verbeterpunten voor het vierde jaar verpleegkunde?

Andrès: Er zouden meer stageplekken moeten worden aangeboden. Nu lopen we lang stage op dezelfde plek. Ik ben een voorstander van stagetrajecten waarbij je op verschillende afdelingen ervaring kan opdoen. Zo lijkt een combinatie van medische beeldvorming, operatiekwartier en een heelkundige afdeling me boeiend.

Emma: ‘Tijdens het vierde jaar hadden we elke maandag les. Het was zwaar om het studeren te combineren met stage. Naar mijn gevoel was er te weinig studietijd. Het zou misschien beter zijn om minder vakken aan te bieden in het vierde jaar.
De verdiepende stage liep bij mij goed maar ik hoor ontevredenheid bij sommige medestudenten over die stage. Ik denk dat het belangrijk is dat studenten een goede begeleiding krijgen tijdens deze stage en dat ze op stageplekken terecht komen waar ze veel leerkansen krijgen. Dan is dit vierde jaar een grote meerwaarde voor onze opleiding.

Vincent: Ik ben erg tevreden over hoe mijn vierde jaar verliep. Het enige minpunt is de grote onduidelijkheid die er vaak was over de invulling van het vierde jaar en over de eventuele vergoeding voor de contractstage , zowel voor ons als studenten als voor onze docenten was dit niet gemakkelijk.

Hoe blikken jullie terug op jullie vierjarige opleiding verpleegkunde?

Emma: Wanneer ik terugdenk aan mezelf tijdens mijn eerste stage en hoe ik me nu ontwikkeld heb, dan denk ik ‘wat een verschil’. Ik heb ontzettend veel geleerd tijdens mijn studies. Het vierde jaar zorgt er bovendien voor dat ik me veel beter voorbereid voel en meer zelfvertrouwen heb om aan de slag te gaan als verpleegkundige.

Andrès: Ik ben er trots op dat ik mijn studies tot een goed einde heb gebracht en dat ik tot de eerste lichting van de vierjarige opleiding behoor. Ik denk dat het succesvol afronden van het vierde jaar een meerwaarde kan zijn bij sollicitaties. Ik voel me klaar voor de werkvloer. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik dat gevoel ook al had na mijn derde jaar.

Vincent: Voor mij was dat vierde jaar nodig. Ik denk niet dat ik na drie jaar met evenveel zelfvertrouwen afgestudeerd zou zijn. Vorig jaar voelde ik me nog niet klaar voor de werkvloer. Dankzij dit laatste jaar ben ik gegroeid in zelfstandigheid. Het was een extra leerkans om de realiteit van de werkvloer te kunnen ervaren tijdens de verdiepende stage.

Banaba-opleidingen stoppen na het volgende schooljaar. Nadien is er enkel nog een postgraduaatsopleiding of een masteropleiding. Willen jullie graag specialiseren? Of starten met werken als verpleegkundige?

Andrès: Ik heb al een contract getekend, dus ik ga eerst een jaar werken. Daarna wil ik graag aan de masteropleiding verpleegkunde beginnen. Maar het is wel jammer dat de banaba-opleidingen afgeschaft worden.

Vincent: Tijdens mijn stage op een spoedafdeling werd het me duidelijk dat die plek echt iets voor mij is. Tegelijk merkte ik dat ik nog extra kennis en vaardigheden nodig heb om op zo’n afdeling te kunnen werken. Ik grijp dus mijn kans om volgend jaar de laatste lichting van de banaba-opleidingen te volgen. Ik vind het jammer dat die vanaf 2021 zal verdwijnen vooral omdat het postgraduaat een pak duurder is. Het verdwijnen van de banaba-opleiding zorgt voor veel onduidelijkheid. Nu is het zo dat vijftig percent van het personeel van een kritieke dienst een bijzondere beroepstitel (BBT) in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg moet hebben waardoor het behalen van een banaba-diploma je meer kansen biedt om op zo’n afdeling te werken. Zal dit zo blijven? Ik neem in elk geval het zekere voor het onzekere en ga de opleiding volgen. Die zal me in elk geval de nodige extra kennis en ervaring geven.

Emma: De boodschappen die we nu krijgen over specialiseren vind ik erg verwarrend. Het is voor mij onduidelijk hoe de postgraduaatsopleiding precies wordt ingevuld. Daarom stel ik het nog even uit om te specialiseren. Ik heb een contract aangeboden gekregen op mijn stageplaats en ga eerst werken. Ik overweeg om later te specialiseren in intensieve zorgen, maar ik wil eerst de mogelijkheden goed verkennen. Bovendien heb ik al keuzevakken Acute Zorg gevolgd. Voor ik een specialisatie-opleiding start, wil ik graag uitzoeken of die me nog meer te bieden heeft dan de keuzevakken die ik al volgde.

Author: Ellen Van Pelt

 

MVG
Minimale verpleegkundige gesprekken

Wat drijft je als verpleegkundige? Wat boeit je, wat maakt je dag? Stijn Watson (27) vertelt over zijn puzzel die klopt.

‘Blij dat ik die keuze gemaakt heb’

Ik miste het contact met mensen, het sociale engagement tijdens mijn eerste academiejaar industrieel ingenieur en ik switchte naar de opleiding verpleegkunde. Die heeft ook een technische invalshoek, dat zit dus helemaal goed. Maar ook de zorg voor mensen, het coachen, en het nadenken over de zorg van morgen, is mijn ding. Die puzzel klopt.
Ik ben blij dat ik de keuze voor verpleegkunde gemaakt heb. Verpleegkunde heeft nog te vaak het imago dat je enkel met ‘wassen en plassen’ bezig bent en dat je alleen een horizontale carrière voor je hebt. Maar dat klopt helemaal niet. Mensen die ambitieus zijn, het hart op de juiste plaats hebben en iets voor en met mensen willen doen, vinden in verpleegkunde absoluut hun job.
Over het belang van een beroepsorganisatie en over het vrijwaren van de specifieke plek van verpleegkundigen in de gezondheidszorg, daarover vertelde een docent tijdens het vak sociaal recht tijdens mijn opleiding. Dat en de waardevolle inhoud van het tijdschrift Nursing maakten dat ik me aanmeldde als lid bij het NVKVV.
Het lag me, verpleegkunde in de kijker helpen zetten in een dynamische ploeg, al heb ik net mijn bestuursfunctie bij het regionaal netwerk Gent-Eeklo even on hold gezet omdat ik bij een andere vzw net een project gestart ben en ik mijn engagement niet slechts half wou opnemen. Een moeilijke keuze.
Totaalzorg kunnen geven tijdens mijn stage was een eerste mooi moment. Iets voor een patiënt kunnen betekenen heeft me altijd al een drive gegeven en nu als hoofdverpleegkundige krijg ik ook een blij gevoel bij het coachen van mijn ploeg op het oncologisch dagziekenhuis in het AZ Maria Middelares in Gent.
Een moment dat me bijblijft is de opluchting op het gelaat van een patiënte nadat ik haar man kon helpen. Zij was op een dag erg ongerust over zijn toestand en ik bracht hem in contact met een arts die na een onderzoek meteen medicatie opstartte. Ze ontspande zichtbaar.
Afscheid moeten nemen van een patiënt, of zorg dragen voor een familielid van een collega, wanneer verdriet dichtbij komt, dat hakt er wel eens in, dat zijn moeilijke momenten.
De wetenschap dat ik wel weet waar de dag begint maar niet waar hij eindigt, doet me ’s morgens opstaan. Elke dag is onvoorspelbaar en brengt nieuwe uitdagingen aan.
Rust vind ik bij mijn vriendin, bij haar kan ik veel ventileren. En op mijn fiets: het traject van thuis naar werk en terug maakt mijn hoofd leeg. Sporten in mijn vrije tijd heeft ook dat effect. En sociale contacten doen deugd.

Author: Els Put