Nieuwseditie september 2019

01-09-2019

Impact op de verpleegkunde

Het competentieprofiel voor de verpleegkundig klinisch onderzoeker is klaar.

Een nieuwe verpleegkundige functie krijgt vorm: die van de verpleegkundig klinisch onderzoeker. Die kijkt vooruit en bouwt aan de toekomst van de verpleegkunde en van de zorg. Een schets.

Verpleegkundige expertise en wetenschappelijk onderzoek bundelen: dat wordt de uitdaging voor de verpleegkundig klinisch onderzoeker. De voorbije maanden en jaren kregen de verpleegkundig specialist, de gespecialiseerde verpleegkundige en de verpleegkundig consulent al een wettelijke basis voor hun functie. De Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) heeft nu ook het competentieprofiel van de verpleegkundig klinisch onderzoeker vorm gegeven. De FRV gaf haar akkoord al eerder aan het functieprofiel voor deze groep verpleegkundigen op 13 juni 2017. Lieven De Maesschalck, Innovatiemanager Mobilab aan de Thomas More Hogeschool in Geel en trekker van Zorg Onderzocht, een publicatie van het NVKVV, vertegenwoordigde het NVKVV in de werkgroep van de FRV die dit competentieprofiel uitwerkte. Vanuit het NVKVV nam ook Susan Broekmans PHD, verpleegkundig specialist Pijn, Leuvens algologisch centrum (LAC) – Competentiecentrum Verpleegkunde UZ Leuven en voorzitter van het Netwerk Vlaamse Pijnverpleegkundigen – NVKVV, deel aan de werkgroep verpleegkundig klinisch onderzoeker van Federale Raad voor Verpleegkunde.

Lieven De Maesschalck: ‘Deelnemen aan die werkgroep was een zeer goede ervaring’, vertelt hij. ‘We hebben heel open kunnen discussiëren met onze Vlaamse en Franstalige collega’s en zijn tot een gedragen en duidelijke tekst gekomen. In Vlaanderen kennen we de functie van klinisch verpleegkundig onderzoeker al met verpleegkundigen die op doctoraatsniveau werken. In Wallonië moet die functie nog groeien. Toch hebben we over de taalgrenzen heen een goed competentieprofiel kunnen uitwerken.’

De opdracht

De opdracht van een verpleegkundig klinisch onderzoeker gaat een stap verder dan die van de verpleegkundig specialist. Die functie heeft definitief vorm gekregen op donderdag 28 maart 2019 toen het Parlement de toevoeging van deze functie aan de WUG (Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen) goedkeurde. Een verpleegkundig specialist is een master in de verpleegkunde die de nieuwste wetenschappelijk inzichten helpt vertalen naar de praktijk. Hij of zij is gespecialiseerd in een zorgdomein, heeft een functie op de werkvloer en in onderzoek en opleiding. Lieven De Maesschalck: ‘Waar de verpleegkundig specialist zijn of haar functie nog lokaal – binnen een ziekenhuisgroep of regio – zal uitvoeren, zien we voor de verpleegkundig onderzoeker een werkterrein op doctoraatsniveau dat zich niet alleen lokaal, maar ook nationaal en internationaal uitstrekt. Een verpleegkundig klinisch onderzoeker heeft een gemengde opdracht in praktijk en onderzoek: hij – of zij – geeft advies en heeft ervaring in complexe situaties in zijn domein van expertise, voert of stuurt wetenschappelijk onderzoek en is gesprekspartner met stakeholders in de gezondheidszorg. Patiëntencontact loopt als een rode draad doorheen het competentieprofiel en is een basisvoorwaarde. Door die functie te benoemen en vorm te geven, nemen we in België internationaal het voortouw.’

Het competentieprofiel vraagt het functioneren op doctoraatsniveau, niet louter het behalen van een doctoraat. Lieven De Maesschalck: ‘Omdat dit niveau nog zo nieuw is, vertrekken we van de erkenning door peers en van eerder verworven competenties, bijvoorbeeld door publicaties, in plaats van enkel het behalen van een doctoraat als voorwaarde voor deze functie te stellen. We zien de functie ook ruimer dan enkel thuishorend in de ziekenhuiswereld. Een verpleegkundig klinisch onderzoeker kan zich ook specialiseren in bijvoorbeeld de thuiszorg of de ouderenzorg. Daarom spreken we in het competentieprofiel ook van patiënt/cliënt. We beseffen dat we een profiel voor een superverpleegkundige geschetst hebben: het competentieprofiel wil zo volledig mogelijk zijn. Een verpleegkundig klinisch onderzoeker is een mix van competenties al zijn die elk op zich geen absolute voorwaarde. Ze zijn eerder een leidraad voor een onderzoeker om een eigen pad uit te stippelen. Het profiel kan zo inspiratie geven om je loopbaan vorm te geven.’

Een lijstje competenties

Het competentieprofiel dat de FRV uitwerkte, haalt zeven competenties of rollen aan. Een eerste is die van klinisch expert. Lieven De Maesschalck: ‘Een verpleegkundig klinisch onderzoeker heeft een bijzondere expertise in een bepaald zorgdomein zoals bijvoorbeeld wondzorg of katheterzorg en zal in complexe zorgsituaties advies geven aan collega’s, aan patiënten en aan andere zorgverleners. Hij heeft hierin een toonaangevende stem. Die expertise heeft hij opgebouwd via ervaring, studie en onderzoek.’ De verpleegkundig onderzoeker maakt onlosmakelijk deel uit van de praktijk, daarom is ook de rol als klinisch expert als eerste rol opgenomen in het competentieprofiel. Hier staat letterlijk vermeld dat de verpleegkundig onderzoeker verpleegactiviteiten uitvoert. De rol van klinisch expert heeft in dit opzicht raakvlakken met die van de verpleegkundig specialist.

In de volgende competenties ligt het verschil met de verpleegkundig specialist in een schaalvergroting. Als communicator en samenwerker communiceert een verpleegkundig klinisch onderzoeker zowel intern als extern met collega’s en stakeholders in de gezondheidszorg zoals ziekenhuizen, het beleid en bedrijven. Hij bouwt een netwerk uit, neemt initiatieven en werkt actieplannen uit.

Die initiatieven en actieplannen vinden we ook terug in een volgende competentie, namelijk die van “professioneel ontwikkelaar”. Lieven De Maesschalck: ‘Hierin tilt de verpleegkundig klinisch onderzoeker de verpleegkunde op een hoger niveau. Hij fungeert als rolmodel in weten en in doen, in klinische én in ethische vraagstukken, hij gaat mee het gesprek aan in beleidsorganen en toont leiderschap.

In een vierde competentie als gezondheidsbevorderaar maakt hij gebruik van (toegepast) wetenschappelijk onderzoek om de verpleegkundige zorg te helpen verbeteren tot voordeel van de patiënt of cliënt. Hij ondersteunt opleiding en vorming, ook in het kader van levenslang leren, voor studenten, verpleegkundigen, zorgvragers en zorgverleners.’

Ook de rol “kwaliteitspromotor” leunt deels aan bij de vorige competentie en gaat weer een stap verder: een verpleegkundig klinisch onderzoeker breidt zijn eigen kennis en vaardigheden uit door het bijwonen en organiseren van vormingen en het volgen en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Hierin maakt hij de klik om zijn eigen presteren te evalueren en bij te sturen en zelf onderzoeksvragen te formuleren. Bij die vragen kiest hij voor klinisch onderzoek dat een impact heeft voor de patiënt, voor de zorg, voor de kwaliteit van zorg, voor de verpleegkunde of voor de opleiding verpleegkunde. Naast het initiëren en deelnemen aan nationaal en internationaal onderzoek verwachten we dat een verpleegkundig klinisch onderzoeker samen met collega’s ook aanvragen voor subsidies en fondsen schrijft, deelneemt aan het verwerven van prijzen en publiceert in (peer reviewed) tijdschriften.

Vanuit zijn competentie als opleider heeft een verpleegkundig klinisch onderzoeker een bijdrage in de opleiding van verpleegkundigen, vooral in het verdiepen van de expertise van reeds ervaren verpleegkundigen en neemt hij de leiding in het uitbouwen van een evidente leercultuur die gericht is op persoonsgerichte zorg.

Lieven De Maesschalck: ‘Doorheen de verschillende competenties die we hier naar voor schuiven, loopt de rol van innovator als een rode draad. De verpleegkundig klinisch onderzoeker start en stuurt nieuwe ontwikkelingen, geeft hier advies over en volgt actief de internationale tendensen binnen de verpleegkunde en in de gezondheidszorg.’

Erkenning

Om al die competenties in één zin samen te vatten: een verpleegkundig klinisch onderzoeker is iemand die impact heeft. Impact op de verpleegkunde en op de kwaliteit van zorg. Iemand met leiderschapskwaliteiten, met tonnen expertise, iemand met visie. Hij krijgt daarvoor ook externe erkenning. Die erkenning vloeit als vanzelfsprekend voort uit zijn expertise en attitude.

Het voorstel van competentieprofiel voor de verpleegkundig klinisch onderzoeker werd op 9 april 2019 door de werkgroep voorgesteld aan het Bureau van de Federale Raad voor Verpleegkunde. Tijdens de vergadering van 14 mei 2019 werd het advies goedgekeurd door de Federale Raad voor Verpleegkunde en die dag ook gepubliceerd. Nu is het aan het beleid om dit advies ook vorm van wet te geven.

Het volledig uitgewerkte competentieprofiel vind je op de website van de FRV: https://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/sites/default/files/documents/profil_de_fonction_et_competences_infirmier_chercheur-klinisch_verpleegk_1.pdf