Thuisverpleegkundigen op de fiets

Je kent ze wel, de Wit-Gele Kruisautootjes die Vlaamse wegen doorkruisen. De ene wagen maakt al wat meer vaart dan de andere, maar opvallen doen ze ongetwijfeld. Behalve in Mechelen stad, want daar kiest de meerderheid van het verpleegteam voor de fiets. “Toeren met de auto? Nooit meer. Door weer en wind neem ik de fiets. Het verkeer in het centrum van Mechelen is verschrikkelijk. En ik fiets ook gewoon heel graag”, aldus Wim Vandoorne.

Wim is met zijn dertig jaar WGK-ervaring de vaderfiguur van het kleine maar dappere team. “We bellen al eens snel naar Wim”, vertelt collega Silke Struyven. “Weg kwijt? Platte band? Vraag over een patiënt? We kunnen steeds bij elkaar terecht voor raad.”

Krokodillen

“Je moet als thuisverpleegkundige in eerste instantie wel altijd zelf de situatie goed kunnen inschatten”, legt Jorien Dens uit. “Pas in tweede instantie kan je terecht bij een collega. Dat is typisch voor de thuisverpleging: we zijn allemaal plantrekkers.” En dat is soms nodig in een stad waar stadskrokodillen schuilen. Heidi De Weser legt uit: “Een stadkrokodil is een oudere dame of heer van stand. Je benadert ze best met de nodige voorzichtigheid, anders kan je wel eens gebeten worden (lacht).”

Ondanks de gevaren die schuilen in de stad, denkt het team er geen seconde aan om hun job in te ruilen voor een andere. Ann Winkelmans werkte tot een half jaar geleden in het ziekenhuis. Ze is erg blij met haar overstap naar de thuisverpleging. “In het ziekenhuis had ik soms het gevoel meer met de administratie bezig te zijn dan met de patiënt. Dat is in de thuisverpleging zeker anders. Ik kan mijn patiënt verzorgen zonder continu gestoord of onderbroken te worden.”


Een hecht kernteam met brede ondersteuning

Liesbet Van Steen en Debbie Warnier zijn beiden als borstverpleegkundige aan de slag in de borstkliniek van het AZ Sint-Blasius in Dendermonde. Hiervoor werken ze nauw samen met de artsen in hun team. Vanuit een multidisciplinaire aanpak begeleiden ze dagelijks vrouwen met borstproblemen en/of borstkanker, van diagnose tot therapie.

Het kernteam van de borstkliniek bestaat uit twee borstverpleegkundigen, twee artsen en twee psychologen. “Omdat we zo’n kleine groep zijn, hebben we een zeer goede band onderling”, vertelt Liesbet, die haar job combineert met die van diabeteseducator. “We hanteren een heel open communicatie en houden elkaar steeds op de hoogte van dringende zaken. Voor ons is permanentie in de borstkliniek cruciaal. Zo vermijden we dat patiënten te lang in onzekerheid leven. Al na één dag weet iemand of een letsel goed- of kwaadaardig is, en als het kwaadaardig is, weet de patiënt na twee dagen om welk soort letsel het gaat.”

Grote autonomie

Elke week heeft het team een formeel overlegmoment, maar daarnaast luncht het quasi dagelijks samen en gaat geregeld iets drinken. “We vinden veel steun bij elkaar tijdens moeilijke momenten. En dat is soms nodig. Bepaalde verhalen blijven nu eenmaal meer hangen dan andere.” Om patiënten zo goed mogelijk te begeleiden, komt wekelijks ook een multidisciplinair team samen. Liesbet en Debbie zijn goed afgestemd op die collega’s uit de andere afdelingen, zoals radiologie, nucleaire geneeskunde of reconstructieve heelkunde, en daar hebben de patiënten alle baat bij.

De borstverpleegkundigen krijgen veel autonomie in hun job en volgen de patiënt van begin tot einde. “Een voordeel van onze structuur”, weet Liesbet. “Ons takenpakket is heel divers en ons werk ziet er elke dag anders uit. Al volgen we wel een wekelijkse routine. Operaties gebeuren op vrijdag, ons verpleegkundig spreekuur is op maandag, … De dossiers zijn altijd up-to-date en de artsen zijn transparant. Zo kunnen we onze patiënten heel gericht ondersteunen. Bovendien doen we er alles aan om vlot bereikbaar te zijn. Dat waarderen onze patiënten enorm.”


Toegewijd team voor warme zorg

Zuster Isabelle Vancauwenberghe, verpleegkundige en coördinator kloosterafdeling Warme zorg Zusters, leidt een twintigkoppig team van verpleegkundigen, zorgkundigen, logistieke medewerkers en keukenpersoneel. De afdeling ‘Warme Zorg’ (Cura/Curando) zorgt voor de zusters van de congregatie Zusters Onze- Lieve-Vrouw van 7 Weeën in Ruiselede.

Het team van zuster Isabelle verzorgt de zusters in eigen huis, het hoofdklooster van de congregatie. In het klooster leven zusters met de ziekte van dementie, palliatieve of andere zorgnoden allemaal samen. “Dat is soms een uitdaging”, zegt zuster Isabelle. “We streven ernaar iedereen gepersonaliseerde en diepgaande zorg te bieden. We hebben oog voor wat de zusters nog kunnen en laten hen zo veel mogelijk bewegen en zelf doen. In samenspraak met de zorgvrager en het team blijft iedere zuster in de gemeenschap. De zusters  worden hier verzorgd tot aan het einde van hun leven. Dat vinden we belangrijk. Wanneer iemand overlijdt, staan we hen bij tot ze heengaan. Er is tijd om afscheid te nemen, voor de zorgvragers en voor de teamleden.”

Zorg op natuurlijke wijze

In het kloostergebouw is ook plaats voor aromatherapie en muziektherapie. Dat biedt ontspanning voor de zorgvragers en werkt tegelijk rustgevend voor de medewerkers. “Ik ben ontzettend fier op mijn team”, vertelt zuster Isabelle. “Dag en nacht staan we paraat om de zusters warme zorg te bieden. Dat wil zeggen: vanuit een warm hart. Naar onze zorgvragende zusters en naar elkaar toe. Hier is belevingstijd belangrijker dan klokketijd. Het logische gevolg is dat onze zuster centraal staan, en niet het commerciële aspect. Ook onze medewerkers leven in die belevingstijd en ervaren minder stress en ziekte. Onder de teamleden heerst een open sfeer, met veel ruimte voor overleg. We geloven allemaal dat je met openheid veel kan bereiken. Nodig de zorgvrager uit en je kan samen nog heel veel doen en gelukkig zijn.”


Nauwe band tussen zorgverleners, bewoners en familie

Mark Beelaert maakt deel uit van het hechte team van woonzorgcentrum Sint-Jozef in Haaltert dat twee afdelingen telt en plaats biedt aan 74 bewoners. Ook in stressvolle tijden steunen de zorgverleners elkaar. “Dat maakt onze job net zo mooi. Het is een beroep met een lach en een traan, maar vooral werken vanuit het hart.”

Op elke afdeling in het WZC wordt in de ochtend één verpleegkundige bijgestaan door een ergotherapeute, een begeleider wonen en leven, twee logistieke medewerkers en een poule van vier zorgkundigen. Ook in de namiddag en nacht is er één verpleegkundige aanwezig, omringd door bekwame zorgkundigen. Hoofdverpleegkundige Mark Beelaert leidt de afdeling Stil Geluk voor personen met een fysieke beperking. In de gesloten afdeling Morgendauw verblijven mensen met dementie. “Dertien jaar geleden besloot ik om mensen op mijn afdeling die dementie ontwikkelen niet over te plaatsen naar de gesloten afdeling, zolang ze geen storend gedrag vertonen voor de andere medebewoners of beginnen dwalen”, zegt Mark. “De band die in de loop der jaren ontstaat tussen het personeel en de bewoner en zijn of haar familie is ons erg dierbaar. We willen hun gewoontes niet zomaar wegnemen en stellen correcte communicatie voorop.”

Vertrouwen en respect

De verpleegkundigen in het woonzorgcentrum werken nauw samen met al hun collega’s. “We vertrouwen in de bekwaamheid van de zorgkundigen”, stelt Mark. “We hebben respect voor elkaar en vullen elkaar goed aan. Alles begint bij goede afspraken. De verpleegkundige is namelijk verantwoordelijk voor de taken die aan de zorgkundige worden toevertrouwd. Het zijn voor iedereen stressvolle tijden geweest. Als hoofdverpleegkundige ben ik enorm trots op mijn team dat spontaan oplossingen aanreikte en een tandje bijstak wanneer nodig, onder het motto: plezier maken als het kan, sereen als het moet. In ons woonzorgcentrum wordt heel wat afgelachen. Ik denk dat ieder van ons al een boek kan schrijven vol hilarische verhalen. Ook onze bewoners houden van mopjes, want zij zijn hun ondeugende jeugd niet vergeten. Wanneer we als zorgverleners deelnemen aan de groepsactiviteiten samen met de bewoners doet ons dat de soms zware dag vergeten.”


Het beste van jezelf geven voor patiënt en elkaar

Martine Van Alboom is hoofdverpleegkundige van het Dagziekenhuis 1 in het OLV Aalst. Elke medische discipline kan patiënten doorsturen, toch behandelt het team van zestien verpleegkundigen in de praktijk vooral oncologische patiënten. Ze leunen sterk op elkaar tijdens leuke en moeilijke momenten.

Het is elke dag druk in het Dagziekenhuis. De eerste patiënten komen aan rond half acht, de laatste patiënten vertrekken rond zeven uur. “Er zijn 28 plaatsen, maar dagelijks zien wij zo’n 65 patiënten”, vertelt Martine. “Je kan je dus voorstellen welke drukke flow hier heerst. Een behandeling kan een uur duren, maar ook de hele dag.” Het verpleegkundig team staat in nauw contact met het oncologisch supportteam, apothekers en artsen. “Er is een groot vertrouwen tussen iedereen. De arts rekent ook op de expertise van de verpleegkundigen.”

Net als thuiskomen

Martine is trots op haar team omdat het energiek, sterk en veerkrachtig is. ”We doen het werk met een lach, maar soms ook met een traan”, zegt ze. “Doorheen de maanden of zelfs jaren word je met bepaalde patiënten heel close. Dat is echt uniek aan onze afdeling. De patiënt wordt een stukje familie, ook hun eigenlijke familieleden leer je gaandeweg kennen. Als je iemand na pakweg drie jaar behandeling toch moet opgeven, doet dat pijn. We vinden dan veel steun bij elkaar.”

Om stoom af te laten en elkaar door en door te leren kennen trekt het team jaarlijks op teambuilding in de buitenlucht. Daarnaast organiseren ze regelmatig etentjes met de artsen en de partners erbij en engageren ze zich voor initiatieven zoals Levensloop en de Dag tegen Kanker. “Zo ontstaan mooie vriendschappen en komen we elke dag opnieuw met de glimlach werken. Patiënten merken ook hoe positief wij erin staan. Het doet ons deugd als zij zeggen dat ze bij ons ook een beetje thuiskomen.”


Verpleegkundigen met buitengewone technische knowhow en een gouden hart

Met meer dan vijftig jaar op de teller is het brandwondencentrum van UZ Leuven een van de oudste van België. Hoofdverpleegkundige Karen Decock en adjunct-hoofdverpleegkundigen Frans Vanwingh en Manu Van Rossom coördineren er een team van een vijftigtal verpleegkundigen in drie ploegen. “Het werk is uitdagend, maar daardoor ontstaan net de hechtste vriendschappen.”

Het brandwondencentrum in Leuven zit ingebed in de afdeling intensieve zorgen van het universitair ziekenhuis. “Dat draagt bij aan de sterkte van onze afdeling”, vindt hoofdverpleegkundige Karen Decock. “We hebben een enorme slagkracht. Als level 1-traumacentrum vangen we dag en nacht slachtoffers op. Onze job bestaat erin mensen een tweede kans in het leven te geven. Dat is waar we elke dag voor vechten.”

Flexibiliteit en empathie

Om zowel kinderen als volwassenen met uiteenlopende wonden en trauma’s gepaste zorg te bieden, moeten de verpleegkundigen dynamisch ingesteld zijn. Het verloop van de werkdag kan op ieder moment omgegooid worden. Multidisciplinaire samenwerking is onontbeerlijk in het brandwondencentrum. “Om het zorgtraject van een brandwondenpatiënt optimaal te laten verlopen is een nauwe samenwerking tussen verpleegkundigen, artsen, brandwondenchirurgen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, sociaal assistenten, zorgcoördinatoren en psychologen echt onmisbaar”, zegt Frans Vanwingh. “Het feit dat zoveel disciplines op elkaar afgestemd moeten zijn, vormt een grote uitdaging waarbij communicatie en overleg bijzonder belangrijk zijn.” In het brandwondencentrum moeten verpleegkundigen ook over een grote dosis empathie beschikken. “Patiënten blijven gemiddeld lang op onze afdeling. Dan ben je ook een beetje psycholoog aan bed. Voor de patiënt zelf en diens naasten.”

Veel bijleren in een hechte groep

Het team organiseert regelmatig activiteiten om de sfeer erin te houden, zoals een feestje, skireis of weekendje weg. Ook op de werkvloer is er plaats voor speelsheid. “Binnen de perken, natuurlijk”, lacht Karen. “Een goede sfeer is cruciaal om ons overeind te houden, van dag tot dag, maar zeker tijdens piekmomenten.” In het brandwondencentrum is er nooit een saai moment, het werk gaat gepaard met veel adrenaline. “Iedereen die hier aan de slag is, heeft een hart voor wondzorg en beschikt over gespecialiseerde technische kennis. Toch leren verpleegkundigen nog heel wat vaardigheden aan het bed. We zijn steeds op zoek naar extra werkkrachten. Je komt hier terecht in een hecht team dat op elkaar steunt om de uitdagende job de baas te kunnen.”


Komen werken met de glimlach

Samen met achttien andere verpleegkundigen staat Deborah Baele op de dienst chirurgie in het AZ Sint-Vincentius Deinze. Het team staat steeds klaar voor elkaar en stelt alles in het werk om een zo goed mogelijke patiëntenzorg te bieden.

Op de dienst chirurgie komt Deborah met uiteenlopende disciplines in aanraking: van urologie over neurochirurgie tot gynaecologie. Door de samenwerking met het AZ Maria Middelares komen om de twee weken ook nog eens patiënten van Gent naar Deinze. De verpleegkundigen werken nauw samen met de kinesitherapeut en ergotherapeut om elke patiënt optimaal te begeleiden. “De band met de patiënt staat centraal. Daarom stellen we ons elke keer persoonlijk voor en doen we nu ook de overdracht van de vroege naar de late shift aan het bed. Zo tonen we hun dat we tijd maken en is de patiënt zelf meer betrokken.”

Deborah weet nog hoe het was om in het AZ Sint-Vincentius als verpleegkundige te beginnen: “Spannend, natuurlijk, maar ik ben hier met open armen ontvangen. Mijn collega’s stonden klaar om me te helpen en hun ervaringen te delen.” In het team werken verpleegkundigen van alle leeftijden, maar dat merk je volgens Deborah niet in de omgang. “Iedereen komt met iedereen overeen. We gaan regelmatig samen een hapje eten of een rondje bowlen om de band te versterken. We hebben ook een Whatsappgroepje waar af en toe ook eens een vakantiefoto in wordt gedeeld. Iedereen komt met de glimlach werken – achter het mondmasker – waardoor ik ook elke dag met plezier naar het ziekenhuis kom.”


Open communicatie en zorgen voor elkaar

OPZ Geel is een openbaar psychiatrisch zorg- en kenniscentrum met een tweedelijnsopdracht. Ze bieden gespecialiseerde zorg aan mensen met een psychiatrische zorgvraag en aan hun omgeving wanneer begeleiding door de eerste lijn niet meer volstaat. Het werk kan uitdagend zijn, maar de zorgverleners vinden veel steun bij elkaar.

Verpleegkundige Nancy Geypen werkt samen met verpleegkundigen, psychologen, psychiaters en therapeuten in het Outreach-team van OPZ Geel, dat jongeren tijdens of na hun verblijf in gemeenschapsinstellingen jeugdpsychiatrische ondersteuning biedt. “We zijn hier allemaal casemanager”, vertelt Nancy. “Als verpleegkundige ben ik een spilfiguur tussen de gemeenschapsinstelling en de kinder- en jeugdpsychiater.” Jongeren begeleiden en therapie geven, medicatie opvolgen, het contact met de ouders en de leefgroep opvolgen, opvoeders coachen, linken leggen naar vervolghulp, … het behoort allemaal tot het brede takenpakket van het Outreach-team.

“In ons team is iedereen gelijk”, vervolgt Nancy. “Iedereen heeft natuurlijk zijn of haar specialisatie, maar eigenlijk loopt de taakverdeling nogal door elkaar.” Er bestaat een groot vertrouwen tussen de teamleden, die ondertussen goed op elkaar zijn ingespeeld, maar dat is er niet vanzelf gekomen. “In het begin was het voor ons ook even zoeken naar de juiste balans. De sleutel is open communiceren, stoppen met hokjesdenken en samen ook leuke dingen doen. We zorgen goed voor elkaar, zodat we nog beter voor onze jongeren kunnen zorgen. We staan altijd voor elkaar klaar op moeilijke momenten, maar er is ook genoeg ruimte voor humor op de werkvloer en we gaan geregeld samen iets eten, het liefst van al in de zon.”


Organisatorisch en sociaal talent

In Medisch Centrum Sint-Jozef verblijven kinderen, volwassenen en ouderen die onder andere worstelen met depressie of angst. Op de afdeling Terra wonen 25 volwassenen en is er plaats voor zeven of acht dagpatiënten. Argo, de afdeling voor ouderen, telt 22 bedden en biedt vijf dagplaatsen.

De dagen in het Medisch Centrum Sint-Jozef zijn goed gevuld met therapieën, gesprekken, onderzoeken en activiteiten. Lastminute veranderingen in het programma zijn daarbij niet ongewoon. “We kunnen heel snel schakelen”, vertelt Nick, verpleegkundige op de zorgeenheid Terra. “We bespreken alles tijdens onze vergadering en zijn in het team goed op elkaar afgestemd.”

Elke verpleegkundige volgt individueel tot vijf zorgvragers op. Daarnaast spelen verpleegkundigen een belangrijke verbindende rol tussen zorgvrager, arts en psycholoog. Bovendien zijn ze mee verantwoordelijk voor het afdelingsklimaat. Hilde, hoofdverpleegkundige Terra: “Hier wonen veel mensen samen die zich niet goed in hun vel voelen. Gezelligheid en samenhorigheid zijn minstens even belangrijk als professionaliteit.”

De verpleegkundigen in het Medisch Centrum Sint-Jozef weten hoe belangrijk het is de grenzen te bewaken – van jezelf en van anderen. “We hebben twee pauzebewakers aangesteld”, vertelt Karen, verpleegkundige op de afdeling Argo. “Als het heel druk is, loop je het risico te hard te willen gaan. Nu herinneren zij ons eraan dat rust belangrijk is.” Hoofdverpleegkundige Jeroen vult aan: “We brengen ook allerlei lekkernijen mee om elkaar op te peppen. Nu de zon wat vaker schijnt, trekken we geregeld naar buiten om even het hoofd leeg te maken. Zo hebben we nadien meer energie om weer verder te gaan.”


Verpleegkundigen in het hart van het Brusselse fertiliteitscentrum

Het team van Brussels IVF, het centrum voor reproductieve geneeskunde van UZ Brussel, telt meer dan 200 medewerkers. Artsen, laboranten, embryologen, administratieve krachten werken nauw samen met vroedvrouwen en verpleegkundigen. Van consultatie tot het operatiekwartier staan meer dan 65 vroedvrouwen en verpleegkundigen mee aan de basis van de goede werking van het centrum.

“Wij hebben altijd sterk geloofd in de toegevoegde waarde van verpleegkundigen”, vertelt zorgmanager Guy De Mesmaeker. “Verpleegkundigen hebben een brede kijk en staan erg dicht bij de zorgvrager. Ze bouwen echt een menselijke connectie op.” Vooral bij de consultatie, de verpleegeenheid en het operatiekwartier zijn verpleegkundigen goed vertegenwoordigd. De verschillende eenheden zijn eigenlijk een kunstmatige opsplitsing van een gestroomlijnd zorgproces. Alle afdelingen van Brussels IVF werken nauw samen om wensouders steeds persoonlijk te benaderen.

Communicatie in het DNA

Alles begint bij heldere communicatie. Volgens hoofdverpleegkundige in het operatiekwartier Kelly Pieters zit dat in het DNA van het ziekenhuis en van de zorgverleners. “We zitten bijna wekelijks samen om elkaar op de hoogte te houden van het reilen en zeilen in onze eenheden. Binnen het team steunen we op elkaar en is er plaats voor eerlijke feedback. We kunnen ook steeds ons hart luchten bij elkaar.” Dat beaamt ook hoofdvroedvrouw Britt Schoonjans: “Voor corona spraken we regelmatig af voor een drankje of een gezellige barbecue. Dat missen we nu echt wel, dus hopelijk kan het binnenkort weer.”