Afdeling in de kijker: “Hier staat hoop altijd centraal”
Op de dienst Pediatrie van het UZ Antwerpen werken vijftig verpleegkundigen voor 57 bedden. Het team bestaat uit welgeteld twee mannen en 48 vrouwen. “Maar die staan hun mannetje wel, hoor”, zegt hoofdverpleegkundige Katrien Vandevelde. “Al geef ik toe dat wat meer testosteron wel welkom zou zijn (lacht).” Haar verpleegkundigen vormen een leuk, jong team dat altijd voor elkaar klaar staat. Bij de positieve en bij de droevige verhalen.
Werken met kinderen zorgt ervoor dat er altijd leven in de brouwerij is. Toch kijken kinderverpleegkundigen er ook naar uit om even stoom af te blazen na corona. “Emotioneel is het vaak zwaar om dragen. Daarom zetten we hoop altijd centraal. We praten veel samen en tonen onze appreciatie voor elkaar”, zegt Katrien. “Ik bewonder de enorme doorzetting en het enthousiasme van mijn team. Ze vangen elkaar op wanneer het moeilijk gaat en zijn altijd positief. Een attitude die ik zelf ook hanteer. Het is belangrijk het goede voorbeeld te geven.”

Afdeling in de kijker: CR1 Zorggroep Sint-Kamillus
“Je hart luchten bij de collega’s is goud waard”
Op dienst CR1 van Zorggroep Sint-Kamillus zet een gemotiveerd team zich dagelijks in voor patiënten met een niet-aangeboren hersenletsel. Het is een afdeling waar verpleegkundigen hun job intens beleven. In de oriënterende en behandelende taken, maar ook wat de verhalen van hun patiënten betreft. Het delen van die beleving en hun gevoelens erbij maakt dat het team erg hecht is. Misschien schuilt daarin wel de reden dat verpleegkundige Kimberly Jammaers verkozen werd tot Parel van 2020. Een erkenning die ze meteen ook graag opdraagt aan al haar collega’s. “We kunnen alles delen met elkaar op de werkvloer, ook als we eens een lastig moment hebben, zodat we het niet mee naar huis nemen. Dat is goud waard.”

Afdelingshoofd Karel Claessens bevestigt: “Op CR1 zijn mensen opgenomen wanneer verwardheid en desoriëntatie op de voorgrond staan. Het lukt hen vaak niet om zelf onder woorden te brengen wat belangrijk is voor hen of waar ze nood aan hebben. Dit maakt dat ze onrust kunnen ervaren. Het enerzijds kunnen omgaan met dit gevoel van onmacht en het zich anderzijds kunnen verplaatsen in de belevingswereld van de patiënt vraagt veel moed, expertise en creativiteit van het team. Een goede interdisciplinaire samenwerking en communicatie zijn hiervoor cruciaal. Ik ben er alvast van overtuigd: enkel parels kunnen dit werk aan.”


