Netwerk aan het woord: “Bij ouderenzorg staat het relationele centraal”
We zetten graag de mensen achter de werkgroepen en Regionale Netwerken in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Myriam Arren (54 jaar) is lid van de raad van bestuur van het NVKVV en van de werkgroep pijnverpleegkundigen. Als studente werkte ze tijdens het weekend in een woonzorgcentrum, nu is ze Quality Manager bij Armonea. Ouderenzorg ligt haar na aan het hart.
Waarom ben je verpleegkundige geworden?
Mijn keuze voor verpleegkunde was een evidentie. Vooral het zorgende aspect trok me aan en maakte een diepe indruk op mij. Het is een veelzijdige job waarin je jezelf kan ontwikkelen. Mijn passie voor ouderenzorg heeft te maken met het feit dat je als verpleegkundige in deze sector een lange relatie kan opbouwen met de mensen voor wie je zorgt. Je krijgt de kans om hun levensverhaal te leren kennen en je kan het relationele aspect van de job centraal zetten.
Wat boeit je in je job?
Mijn job als kwaliteitsmanager is gevarieerd. Ik vind het belangrijk om onze sites regelmatig te bezoeken en zo een nauw contact met de werkvloer te behouden. Vooral het samen op weg gaan met de teams boeit mij. Samen streven we ernaar dat onze bewoners zich thuis voelen en dat ze genieten van fijne en mooie momenten.
Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?
Verpleegkundigen moeten over heel wat eigenschappen beschikken: flexibiliteit, verantwoordelijkheidsgevoel, menselijkheid. Specifiek binnen ouderenzorg wordt er heel wat verwacht van verpleegkundigen op vlak van kennis en kunde. Ze moeten van alle markten thuis zijn. Vaak nemen ze binnen de teams ook een coachende rol op.
Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?
Vooral de momenten van samenhorigheid tussen teams en tussen teams en bewoners blijven me bij. Tijdens de COVID-19-crisis werd een van onze huizen zwaar getroffen. Ik werd er stil van toen ik zag hoe iedereen kwam helpen en bijsprong waar mogelijk. Ook hoe het verdriet samen gedragen werd, maakte een diepe indruk.
Zijn er ook minder fijne momenten?
Wanneer je binnen de ouderenzorg werkt, weet je dat je op een bepaald moment afscheid moet nemen van je bewoners. Maar de coronacrisis hakte erop in, we hebben verschillende bewoners verloren. Dat was een bijzonder zware periode.
Wat zijn de uitdagingen van vandaag en morgen voor verpleegkundigen?
Het grote tekort aan verpleegkundigen is een grote uitdaging die de werkdruk op verpleegkundigen verhoogt. Verder vind ik het een boeiende uitdaging in onze sector om steeds te blijven bijleren. Verpleegkundigen hebben veel ontwikkelingsmogelijkheden en kunnen zichzelf een carrière lang blijven ontplooien.
Wat doe je in je vrije tijd?
Ik hou ontzettend veel van muziek en geniet van concerten. Muziek is voor mij de taal van onuitspreekbare emoties, de taal van verbindingen. Daarnaast heb ik ook een passie voor filosofie. Ik volg les bij de School voor Comparatieve Filosofie en werk er ook als vrijwilliger. Filosofie opent mijn gezichtsveld en laat me zaken vanuit verschillende perspectieven bekijken. Verder hou ik van de natuur, van lezen, van de zee, van citytrips en van koken.
Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van NVKVV? Schrijf je in met een mailtje naar info@nvkvv.be.
Een professioneel kompas, je hele carrière lang
Als (toekomstig) verpleegkundige koester je grote dromen. Om die te bereiken en het verschil te maken op de werkvloer is levenslang leren de hefboom. Welke competenties kan je nu al inzetten? En welke opleidingen brengen je dichter bij je doelen? Als een soort digitaal groeipad wijst MyCompass je als student of als praktiserende verpleegkundige de weg vooruit.
Waar zie jij jezelf binnen vijf jaar? Het is een vraag die heel wat radartjes in beweging zet. Voor beginnende verpleegkundigen, maar ook voor verpleegkundigen die elders een nieuwe uitdaging starten. Om je professionele doelen te bereiken, moet je leren, groeien en jezelf ontwikkelen. De weg kronkelt vaak en kent hindernissen. MyCompass plaveit die weg, met behulp van digitale tools en persoonlijke coaches. Het helpt je eigen professionele route uitstippelen, je leerproces plannen, bijsturen en evalueren. Met jouw talenten als basis, of je nu schrijft, foto’s of filmpjes maakt.
“Wat je moet kunnen om een diploma te behalen is wettelijk vastgelegd, zeker voor verpleegkundigen”, zegt Johan De Wilde, coördinator van MyCompass en expert in levenslang leren. “Voor de student zelf is het evenwel geen exacte wetenschap, maar vaak een zoektocht. Een waar MyCompass een leidende rol in kan geven. We hebben onder meer heel wat instrumenten om ook jezelf te evalueren. Daarin geef je je minpunten aan die je vervolgens gaat wegwerken tijdens een nieuwe stage of opdracht. Met MyCompass werken we niet alleen de minnetjes weg, maar zetten we ook de professionele droom voorop.” Sabien Van Rampelberg, coördinator Health Care Management aan Odisee, vult aan: “Studenten weten vaak niet waarom ze iets studeren. Deze toepassing geeft de student autonomie over zijn/haar leerproces: wie ben ik, wat wil ik, wie begeleidt mij? Door al zo vroeg in je studie hierover na te denken, verkleint dit ook de kans dat studenten afhaken tijdens de opleiding.”
Voortdurende evolutie
De app combineert vier pijlers. De MyCompass-pagina brengt je droom in beeld. Via MyCoach nodig je je eigen coaches uit. Zij motiveren, dagen je uit en inspireren. Op MyNetwork zie je waar andere gebruikers mee bezig zijn. MyShowcase tenslotte biedt je de kans een selectie van je leertraject en verwezenlijkingen te tonen aan potentiële partners of werkgevers, maar ook om uitdagingen te formuleren en je eigen groeipad uit te stippelen.
Net zoals een carrière is ook dit groeipad een dynamisch gegeven. Na elk leerproces blik je, samen met je coaches, tijdens overlegmomenten even terug. Aan de hand van deze evaluatie verfijn je waar nodig je droom en bereid je je voor op de volgende concrete uitdaging. “Zowel voor de werknemer als voor de werkgever is dit een praktische tool, als onderdeel van een duurzaam personeelsbeleid”, zegt Johan De Wilde. “Het laat de gebruiker toe om te groeien in de job. Voor studenten of net afgestudeerden verkleint de app dan weer de kloof tussen opleiding en werkveld omdat ze concreet weten welke richting ze uit willen. Die kloof is een universeel probleem en bij verpleegkundigen ongetwijfeld een oorzaak van de grote uitstroom.”
Levenslange tool
“De app wordt gebruikt in een aantal zorgopleidingen”, zegt Sabien. “Een neutrale blik helpt je het overzicht bewaren en de juiste keuzes te maken richting jouw professionele dromen. Maar het neemt ook onzekerheid weg. Ook bij zij-instromers of bij studenten en werknemers die heroriënteren. Je wordt geïnspireerd door de coaches die je aanduidt en aan hen heb je meteen ook een klankbord. Je kan sneller bij iemand terecht en voelt je gewaardeerd. Allemaal factoren die je veerkracht verhogen.”
Zelfs met de app blijft coaching iets heel persoonlijks. Als gebruiker kies je je eigen coaches. Die kunnen meerdere rollen aannemen naargelang de situatie: als klankbord, verkenner, inspirator of uitdager, zonder permanent karakter. De rollen vloeien in elkaar over, naar gelang je noden. “MyCompass is dan ook een levenslange tool”, besluit Johan. “De app geeft richting van de eerste sollicitatie over nieuwe functies en andere diensten tot informele contacten en gesprekken met collega’s, zorgvragers en coaches waaruit je zaken leert. Net zoals de werkcontext voortdurend verandert, legt de tool veel flexibiliteit aan de dag. Het helpt je keuzes te maken op basis van wie jij bent en wat jouw talenten zijn en niet enkel op basis van procedures en protocollen.”
Afdeling in de kijker: Mucocentrum UZ Gent
“Een klein, maar hecht team”
Tijdens een shift in het Mucoviscidosecentrum van UZ Gent kreeg Marleen Vanderkerken een verrassend telefoontje. Ze was verkozen als ‘Parel van 2020’. De kers op de taart na een mooie, lange loopbaan. Begin 2021 ging Marleen namelijk met pensioen. Ze werkte bijna 20 jaar in het Centrum voor Mucoviscidose, zowat de helft van haar carrière. “Als verpleegkundige probeer je je werk zo goed mogelijk te doen. Dat spreekt voor zich. Die appreciatie, zeker ook van de jongere collega’s, doet deugd”, zegt Marleen.
Het team verpleegkundigen in het Mucoviscidosecentrum is klein, maar hecht. “Het is een intensieve job, die we met heel ons hart doen”, zegt Marleen. Dat beamen ook haar collega’s Ann Raman en Gina Van Damme: “We zijn met twee voltijdse verpleegkundigen en één halftijdse. Fien Vanden Neucker vervangt Marleen. Zij was een echt la mamma van het team en de patiënten. Omdat we een vaste patiëntengroep hebben en weinig met overlijden te maken hebben, is dat haalbaar. Al werken we wel met chronisch zieke patiënten, die het mentaal ook al eens zwaar hebben. Dan spreken wij hen, de familie en elkaar nieuwe moed in. We kunnen een beroep doen op heel wat wetenschappelijke vooruitgangen en op een echt muco-vangnet. Zowel patiënten als zorgverleners worden goed omkaderd door de mutualiteiten, de mucocentra en de patiëntenvereniging.”
Afdeling in de kijker: “Hier staat hoop altijd centraal”
Op de dienst Pediatrie van het UZ Antwerpen werken vijftig verpleegkundigen voor 57 bedden. Het team bestaat uit welgeteld twee mannen en 48 vrouwen. “Maar die staan hun mannetje wel, hoor”, zegt hoofdverpleegkundige Katrien Vandevelde. “Al geef ik toe dat wat meer testosteron wel welkom zou zijn (lacht).” Haar verpleegkundigen vormen een leuk, jong team dat altijd voor elkaar klaar staat. Bij de positieve en bij de droevige verhalen.
Werken met kinderen zorgt ervoor dat er altijd leven in de brouwerij is. Toch kijken kinderverpleegkundigen er ook naar uit om even stoom af te blazen na corona. “Emotioneel is het vaak zwaar om dragen. Daarom zetten we hoop altijd centraal. We praten veel samen en tonen onze appreciatie voor elkaar”, zegt Katrien. “Ik bewonder de enorme doorzetting en het enthousiasme van mijn team. Ze vangen elkaar op wanneer het moeilijk gaat en zijn altijd positief. Een attitude die ik zelf ook hanteer. Het is belangrijk het goede voorbeeld te geven.”
Column: Eergevoel
Liesbeth Moortgat is verpleegkundige en projectcoördinator van Samen is Beter (SIBE), een federaal pilootproject rond geïntegreerde zorg in de regio Torhout-Oostende-Veurne. Elke maand deelt ze wat haar bezighoudt, in haar job en daarbuiten.
Neen, ik ben er nog altijd niet uit bij de eerste alinea’s van deze column. Moeten we op onze strepen staan als het gaat over de Dag van de Verpleegkundige? Of laten we oogluikend toe dat deze dag stilaan vervangen wordt door de dag van de zorgmedewerker?
Het is gekend, als verpleegkundige zijn we niet gewoon om eigen belang boven algemeen belang te plaatsen. Zorgen voor is belangrijker dan zelfzorg. Toch zijn ook trots en eergevoel ons niet vreemd. Een spreidstand dus, tussen laten begaan of onze stem laten horen.
Jaren werd geijverd voor meer erkenning van verpleegkundigen. Nadat een eerste voorstel door de Amerikaanse president Eisenhower verworpen werd in 1953, werd op 12 mei 1964 voor het eerst wereldwijd hulde gebracht aan verpleegkundigen. Pas in 1974 kreeg de dag officieel de benaming Internationale Dag van de Verpleegkundige (#IND).
In Westminster Abbey (Londen) vindt jaarlijks op 12 mei een Florence Nightingale herdenkingsdienst plaats waarbij de symbolische lamp uit de verplegingskapel van de abdij doorgegeven wordt van de ene verpleegkundige naar de andere. De overhandiging van de lamp reflecteert het wederzijds respect van verpleegkundigen en staat symbool voor het doorgeven van kennis. Ook leerling-verpleegkundigen nemen een prominente plaats in tijdens deze ceremonie met aandacht voor de overdracht van kennis naar toekomstige generaties.
De Dag van de Verpleegkundige is dus niet zomaar een dag. Naast een belangrijke geschiedkundige achtergrond, is de Dag van de Verpleegkundige ook gericht op de toekomst van ons vak. Zo wordt vanuit de International Council of Nurses (ICN) jaarlijks een specifiek thema aangekaart met betrekking tot de verpleegkundige zorg. Dit jaar focust #IND2021 op de stem van de verpleegkundigen binnen het beleid. Met het subthema: een visie op de toekomst van de gezondheidszorg en de impact van COVID-19 op het gezondheidssysteem en het verpleegkundig beroep.
Het is me intussen duidelijk, de geschiedkundige en toekomstgerichte betekenis van de Dag van de Verpleegkundige, is in Vlaanderen in de vergeethoek geraakt. Is het daarom dat we oogluikend toelaten dat de Dag van de Verpleegkundige meer en meer omgezet wordt naar Dag van de Zorg(medewerker)?
Interdisciplinair samenwerken is cruciaal om op een duurzame manier geïntegreerde zorg te bieden. Maar voldoende inzicht over onze eigen rol binnen deze samenwerking is essentieel. Laat ons op 12 mei dan ook reflecteren over eigen kunnen, tijd nemen om terug te kijken en een blik te werpen op de toekomst van onze rol in de steeds complexere gezondheidszorg.
Van die benaming maak ik echt geen erezaak. Maar beloof mij één iets, de #trotsoponzezorg hashtag strooien we royaal rond op sociale media. Laat het de start zijn van iets nieuws. Ik kijk nu al uit om al jullie verhalen te lezen!
Juridische vragen en antwoorden #2
Aansprakelijk voor infectie bij COVID-19-vaccins?
“Heel wat verpleegkundigen zijn wat ongerust. In de vaccinatieprocedure voor de COVID-19-vaccins is geen ontsmetting voorzien. Zijn verpleegkundigen aansprakelijk wanneer zich bij de patiënt nadien een lokale reactie of infectie voordoet?”
Antwoord:
Voor elke verpleegkundige handeling moet een procedure opgesteld worden zodat iedere verpleegkundige, ongeacht de instelling, dienst of praktijk, de zorg op een eenvormige, correcte en veilige manier kan uitvoeren. Verpleegkundigen die een procedure volgen die door verantwoordelijken is opgesteld, zijn niet aansprakelijk wanneer ze deze procedure correct volgen.
Algemeen geldt dat ontsmetten voor een vaccinatie niet nodig is, benadrukt de taskforce vaccinatie. Meer nog: het kan zelfs nadelig zijn door de mogelijke interactie van de ontsmetting met het vaccin. Wetenschappelijk is het niet bewezen dat ontsmetting voor een intramusculaire inspuiting een infectie voorkomt. Enkel een duidelijk bevuilde huid moet ontsmet worden.
Mag ik patiënten op PAAZ-dienst ’s nachts alleen laten?
“Op de PAAZ-dienst zijn door een herschikking ’s nachts minder verpleegkundigen beschikbaar. Daardoor moet, ondanks verplichte observatie voor gefixeerde patiënten, de eigen dienst in sommige gevallen alleen gelaten worden. Dit is in strijd met de normen en vraagt een risico-inschatting van de verpleegkundige. Is de verpleegkundige aansprakelijk wanneer er zich tijdens het helpen van een patiënt op de dienst een incident met eventuele schade voordoet?”
Antwoord:
Een verpleegkundige werkt zo zorgvuldig mogelijk in de situatie en met de middelen die ter beschikking worden gesteld door de zorginstelling. Zijn deze middelen niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen of laten die niet toe om als verpleegkundige op een veilige manier te werken, dan moet de verpleegkundige dit schriftelijk melden aan de directie. Dit kan met een verslag van de dienstvergadering, een e-mail, enzovoort. In dat bericht moet duidelijk staan dat verpleegkundigen in deze omstandigheden de veiligheid van de patiënten en de kwaliteit van de zorgen niet langer kunnen waarborgen. Gaat de directie hier niet op in, dan is de verpleegkundige niet langer aansprakelijk voor de gevolgen van onderbemanning en eventuele inschattingsfouten die in eer en geweten zouden gemaakt worden.
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NVKVV. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridischadvies@nvkvv.be en de juridische adviesgroep NVKVV gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Netwerk aan het woord: “Elke patiënt verdient de juist zorg”
We zetten graag de mensen in de kijker. Wie is de verpleegkundige achter het uniform en waar komt hun passie voor het beroep vandaan? Bart Rens (46) is hoofdverpleegkundige Spoedgevallen in het AZ Sint-Maarten in Mechelen. Hij is ook voorzitter van de werkgroep Kritieke Diensten.
Waarom ben je verpleegkundige geworden?
Mijn ouders waren sociaal bewogen en hebben mij ook zo opgevoed. Ik groeide op in Olen en tegenover ons woonde een boerengezin. Toen het koppel hulpbehoevend werd, ging ik daar helpen. En dat beviel me erg. Later kwam ik via de jeugdbeweging in contact met mensen met een beperking. Ik wilde toen orthopedagogie gaan studeren, maar koos uiteindelijk voor verpleegkunde omdat het een polyvalente opleiding is waarmee je alle kanten uit kunt.
Wat boeit je in je job?
Als hoofdverpleegkundige bots ik elke dag op nieuwe uitdagingen en nieuwe situaties die om een oplossing vragen. Ik vind het boeiend om er telkens voor te zorgen dat mijn team alle nodige middelen heeft om goede zorgen te kunnen bieden.
Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?
Hoofdverpleegkundigen moeten in staat zijn om telkens het overzicht te bewaren. We zijn een soort go-between tussen de verschillende disciplines in een team. Tegelijk zijn we ook de pleitbezorgers voor de patiënten.
Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?
Het doet me altijd ontzettend deugd wanneer onze patiënten ons laten weten dat ze tevreden zijn over onze afdeling. We willen hen meer betrekken in de zorg. Daarom starten we met een onderzoek naar patiëntenbeleving. Ook de dankbaarheid van onze patiënten en hun familie omdat we tijdens de coronacrisis toch één bezoeker per patiënt toelieten op onze afdeling, zal ik niet snel vergeten. Dat heeft voor onze patiënten vaak het verschil gemaakt.
Zijn er ook minder fijne momenten?
Af en toe hebben we patiënten die agressief of veeleisend zijn. De laatste jaren merk ik ook vaker dat er soms een juridische strijd volgt. Voor de hulpverleners die het beste van zichzelf gegeven hebben, is zo’n rechtszaak altijd pijnlijk. Ik maak me ook zorgen om de meest kwetsbaren onder ons. Op de spoeddienst komen mensen uit alle lagen van de bevolking binnen. Ik merk dat mensen die economisch zwakker staan, vaak niet de toegang hebben tot de juiste zorg. Terwijl elke patiënt dat net verdient.
Wat zijn de uitdagingen van vandaag en morgen voor verpleegkundigen?
Het zal een uitdaging zijn om een balans te blijven vinden tussen het verhogen van efficiëntie in ons werk en tegelijk kwalitatieve, menselijke zorg blijven bieden. Gelukkig merk ik dat er meer en meer wordt ingezet op kwaliteit op maat. Heel wat ziekenhuizen stappen uit uniforme kwaliteitssystemen en kiezen voor systemen waarbij de patiënt centraal staat en niet het aantal checklists dat wordt ingevuld.
Wat doe je in je vrije tijd?
Tijdens het weekend ga ik met twee vrienden mountainbiken. Dat is voor mij de perfecte manier om mijn hoofd vrij te maken. We trekken dan de bossen in en genieten van de natuur en van de fysieke inspanning.
Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van het NVKVV? Schrijf je in met een mailtje naar info@nvkvv.be.
Digitaal dagboek als hulpmiddel in GGZ
In de geestelijke gezondheidszorg vertelt de zorgvrager zijn/haar verhaal op een retrospectieve manier, een verhaal dat kan gekleurd worden door het geheugen of emoties die op het moment spelen. Om een accurater beeld te krijgen werd in 1977 de Experience Sampling Methode (ESM)[1] ontwikkeld. Een intensieve techniek waarbij iemand gevraagd wordt meermaals per dag een korte vragenlijst in te vullen over emoties, gedrag, en context. Een tijdrovend werkje, dat het Centrum voor Contextuele Psychiatrie (KU Leuven) in samenwerking met m-Path (KU Leuven) nu omzet naar een handige app.
Zorgverleners in de GGZ beseffen dat de mentale gezondheidsklachten van hun zorgvragers vaak momentopnames zijn, gebonden aan een context. Als zorgvrager in de GZZ ben je beïnvloed door je geheugen en je emoties. Om als zorgverlener een accuraat beeld te schetsen en de verbanden tussen gebeurtenissen en emoties in kaart te brengen, ontwikkelde de Amerikaans-Hongaarse psycholoog Mihalyi Csikszentmihalyi de Experience Sampling Methode (ESM). Toen was het een dagboekje met vragen waarvoor de zorgvrager tien keer per dag een herinnering kreeg via een horloge. Daaruit werd een grafiek gemaakt om de reactiviteit van emoties in kaart te brengen.
In de klinische realiteit was deze methode van in kaart brengen bijzonder tijdrovend, alles wat in het boekje werd ingevuld moest eerst handmatig in een computer worden gezet. Dat kan eenvoudiger, vonden ze bij KU Leuven. De afdeling Contextuele Psychiatrie ging samen met m-Path aan de slag en ontwikkelde op basis van ESM een app die toelaat klinisch relevante data te verzamelen en die meteen in kaart te brengen. “En die tool willen we klinisch implementeren. UPC Kortenberg en enkele zelfstandige praktijken testen die momenteel volop uit”, zegt Jeroen Weermeijer, onderzoeker Contextuele Psychiatrie aan de KU Leuven.
Emoties in realtime
Als zorgvrager installeer je de app op je smartphone. Daarna krijg je tienmaal per dag, een week lang, een melding om enkele vragen te beantwoorden. Dit duurt slechts één of twee minuten. “We peilen naar positieve stemmingen zoals tevredenheid, enthousiasme en ontspanning, maar evengoed naar negatieve emoties zoals eenzaamheid, angst, stress, onzekerheid of droefheid”, legt Jeroen uit. “Dat wordt gekoppeld aan de situatie waarin die persoon zich op dat moment bevindt: is hij/zij alleen, bij vrienden of familie, op het werk, enzovoort.”
Een dagboek in realtime dus. “Dit werkt heel eenvoudig voor alle betrokken partijen. Als zorgvrager ben je bewuster met je emoties bezig en als zorgverlener kan je er de behandeling op af stemmen. Zo kan de zorgvrager één week de app gebruiken, therapie volgen en dan ter evaluatie nog een week de vragenlijsten invullen”, zegt Jeroen. “Je kan die beide weken vergelijken en concluderen of de behandeling al dan niet aanslaat. Dit is overigens niet enkel interessant voor de behandelende arts of psycholoog, maar ook voor verpleegkundigen en andere leden van het zorgteam. Tijdens briefings kan duidelijk aangegeven worden of de betrokken zorgvrager al dan niet vooruitgang boekt, gekoppeld aan zijn/haar gedrag.”
Momenteel peilt de app standaard naar zorgvragers hun emoties en context, maar zorgverleners kunnen ook eigen vragenlijsten opstellen of vragen toevoegen die speciaal zijn ontwikkeld voor dwangstoornissen, psychoses of niet-suïcidale verwondingen of suïcidale gedachten. Op termijn zal de tool ook de mogelijkheid bieden om vragen toe te voegen over bijvoorbeeld depressie of burn-out. “De zorgverleners die de app vandaag gebruiken zijn in het algemeen positief. Al hebben ze terecht ook bezorgdheden over privacy en anonimiteit. De app die we gebruiken voldoet aan alle GDPR-richtlijnen en is volkomen veilig”, zegt Jeroen nog. “We willen hiermee onderzoek en de klinische realiteit samenbrengen. Bruggen bouwen, zeg maar.”
[1] Csikszentmihalyi, M, Larson, R., & Prescott, S. (1977). Flow experience in the daily lives of older adults: An analysis of the interaction between flow, individual differences, serious leisure, location, and social context. Journal of Youth and Adolescence, 6, 281–294.
Afdeling in de kijker: CR1 Zorggroep Sint-Kamillus
“Je hart luchten bij de collega’s is goud waard”
Op dienst CR1 van Zorggroep Sint-Kamillus zet een gemotiveerd team zich dagelijks in voor patiënten met een niet-aangeboren hersenletsel. Het is een afdeling waar verpleegkundigen hun job intens beleven. In de oriënterende en behandelende taken, maar ook wat de verhalen van hun patiënten betreft. Het delen van die beleving en hun gevoelens erbij maakt dat het team erg hecht is. Misschien schuilt daarin wel de reden dat verpleegkundige Kimberly Jammaers verkozen werd tot Parel van 2020. Een erkenning die ze meteen ook graag opdraagt aan al haar collega’s. “We kunnen alles delen met elkaar op de werkvloer, ook als we eens een lastig moment hebben, zodat we het niet mee naar huis nemen. Dat is goud waard.”
Afdelingshoofd Karel Claessens bevestigt: “Op CR1 zijn mensen opgenomen wanneer verwardheid en desoriëntatie op de voorgrond staan. Het lukt hen vaak niet om zelf onder woorden te brengen wat belangrijk is voor hen of waar ze nood aan hebben. Dit maakt dat ze onrust kunnen ervaren. Het enerzijds kunnen omgaan met dit gevoel van onmacht en het zich anderzijds kunnen verplaatsen in de belevingswereld van de patiënt vraagt veel moed, expertise en creativiteit van het team. Een goede interdisciplinaire samenwerking en communicatie zijn hiervoor cruciaal. Ik ben er alvast van overtuigd: enkel parels kunnen dit werk aan.”
Column: Zielenroerselen
Liesbeth Moortgat is verpleegkundige en projectcoördinator van Samen is Beter (SIBE), een federaal pilootproject rond geïntegreerde zorg in de regio Torhout-Oostende-Veurne. Elke maand deelt ze wat haar bezighoudt, in haar job en daarbuiten.
Een onverwachte vraag met een antwoord waar ik geen seconde over moest twijfelen. Ja, ik wil als columnist deel uitmaken van Netwerk Verpleegkunde!
Het is niet nieuw, een vaktijdschrift voor verpleegkundigen in Vlaanderen. Vanaf de prille ontstaansjaren van de verpleegkundige vakvereniging in Vlaanderen verscheen een tijdschrift. Oerdegelijk maar saai, zoals actief NVKVV-lid Michel Foulon het in zijn afscheidsinterview verwoordde. In 1996 startte de samenwerking met Nursing, een jong en fris blad waar Foulon wel perspectief in zag. Nursing is een vakblad om u tegen te zeggen. Toch weet ik zeker dat we ons allemaal wel eens geërgerd hebben aan de typische Nederlandse terminologie zoals bejegening, handreiking, zuster en het visite lopen. Termen die alleszins geen deel uitmaken van mijn dagelijks professioneel taalgebruik. Ook het verschil in benaming van de verpleegkundige opleiding in de beide landen is en blijft verwarrend.
Mijn eerste Nursing dateert van oktober 2010, de start van mijn jaren in het onderwijs. De stempel op het tijdschrift, herinnert me aan het feit dat ik dit exemplaar nooit teruggaf aan de rechtmatige eigenaar. Excuses, Hilde, mocht je al jaren op zoek zijn naar dat ene ontbrekende nummer. Al snel werd ik zelf lid van het NVKVV en werd mijn stapel aangevuld met vele stempelvrije exemplaren. Ontelbare artikels, quizvragen, PICO’s en andere werden gebruikt tijdens mijn lessen in het verpleegkundig onderwijs. Op zoek naar begrijpbare en toegankelijke vakliteratuur vond ik altijd wel mijn gading. De vele onderzoeksvragen lagen mee aan de basis van de opstart van een journal club en de jaarlijkse uitstappen met de studenten naar de Week van de Verpleegkunde in Oostende zijn om diverse redenen memorabel.
Nog meer herinneringen komen boven bij het doorbladeren van de vele tijdschriften die zichtbaar variëren in lay-out doorheen de jaren en waarin NVKVV jaar na jaar toch een meer aanwezige rol krijgt aangemeten. Het was hard werken om Nursing een vleugje Vlaanderen mee te geven, liet Foulon verder optekenen. Balanceren op een dunne lijn van samen denken en samen werken en de angst om onze ziel weg te geven. “Ik kreeg dikwijls kritiek vanuit de organisatie: Ge geeft uw ziel weg aan de Nederlanders”, zei hij toen. Evenwicht zoeken in samenwerkingsverbanden, het is en blijft een herkenbaar gegeven. De lijn tussen echt samenwerken met een zelfde doel voor ogen en in de valkuil van het opportunisme trappen is flinterdun.
Het getuigt van lef en durf dat NVKVV kiest voor het verbindende Netwerk Verpleegkunde. Verpleegkunde anno 2021 staat namelijk meer dan ooit voor transdisciplinair samenwerken met artsen, zorgkundigen, apothekers, thuiszorg, maatschappelijk werkers, … en bovenal een nauwe samenwerking met onze patiënten en dit alles binnen een breed netwerk. In dit oerdegelijk, maar alles behalve saai vaktijdschrift, lees je de komende tijd meer over mijn zielenroerselen als mens en verpleegkundige. En vergeet intussen niet: netwerken in alle mogelijke facetten – online en offline – is net als werken, later meer hierover, beloofd!
Liesbeth