Verder investeren in zorgpersoneel is een must

Het ontwerpadvies van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (FRZV) over de prioritaire behoeften in 2022 is goedgekeurd.  Vanuit hun eigen ervaringen en inzichten somde de Raad de belangrijkste investeringsposten op voor het komende jaar. Intussen is een NVKVV-werkgroep voor enkele van die behoeften al druk bezig achter de schermen.

COVID-19 was een echte stress-test voor de zorgsector, ook op financieel vlak. Reden temeer om heldere, maar ook realistische inschattingen te maken van de prioriteiten voor de komende jaren. Voor 2022 zette FRZV alvast zijn krijtlijnen op papier. “We namen zelf het initiatief om dit advies te formuleren”, zegt Koen Balcaen, lid van de Raad en voorzitter van de Werkgroep Directies van het NVKVV. “De gebeurtenissen van het afgelopen anderhalf jaar hebben dit advies mee gekleurd. Zowel naar inschatting van de mogelijkheden als naar het in kaart brengen van de pijnpunten.”

5 prioriteiten

Het ontwerpadvies bevat 5 concrete thema’s of projecten die volgend de Raad de nodige aandacht – en centen – verdienen:

  • Digitalisering, technologie en cybersecurity, met het geïntegreerd elektronisch patiëntendossier als grote troef
  • Verdere investeringen in voldoende en kwalitatief personeel, voor de juiste omkadering van patiënten
  • Financiering van lopende projecten die nieuwe zorgvormen bekijken en valideren in het kader van beter patiëntencomfort
  • Financiële middelen voor verplichtingen en hervormingen, zoals de verdere uitrol van ziekenhuisnetwerken
  • De behandelkloof in de geestelijke gezondheidszorg verkleinen en structurele financiering opzetten voor B4-contracten, een projectfinanciering die nu elk jaar moeten vernieuwd worden

Koen Balcaen: “De ondersteuning voor het zorgpersoneel is duidelijk prioriteit nummer 1. COVID-19 legde nog eens heel duidelijk de vinger op de wonde. We zoeken middelen om een veilige patiënt-verpleegkundige ratio te kunnen blijven garanderen, om de instroom te verhogen en om de passende ondersteuning voor zorgpersoneel te voorzien. Hoeveel extra middelen we nog kunnen krijgen, is nog maar de vraag als je weet dat al een miljard euro toegekend is voor 2022 (zorgpersoneelsfonds, 100%IFIC, sociale akkoorden). Een kritische evaluatie van het huidige financieringsmodel van de gezondheids- en welzijnszorg dringt zich op. Een duurzame financiering van de zorg, met dit advies in het achterhoofd, is volgens mij de toekomst”, besluit Koen Balcaen.


Laagdrempelige zorg voor dak- en thuislozen in Hasselt

Ondanks alle eerstelijninitiatieven vindt een bepaalde groep mensen nog steeds moeilijk de weg naar de reguliere zorg. Bij gebrek aan vertrouwen, financiële middelen of door hun persoonlijke problematiek. Voor deze groep zijn in Hasselt twee straatverpleegkundigen van het Wit-Gele Kruis actief. Ivo Todts is een van hen en legt ons uit hoe ze te werk gaan.

Opgestart vanuit het Centrum voor Alcohol- en andere Drugproblemen in Hasselt, stapte Ivo Todts, psychiatrisch verpleegkundige van opleiding, in 2017 mee in het project. Het was opgezet om het hiaat op straat rond medische zorg op te vangen, met als oorspronkelijke doelgroep de veranderingsresistente alcoholgebruikers zonder netwerk. Door campagnes van het stadsbestuur om alcoholmisbruik op straat aan te pakken, bleek die doelgroep niet zo makkelijk te bereiken. “De alcoholgebruikers werden uit het straatbeeld verdrongen. Toen hebben we voorgesteld die doelgroep anders te definiëren. Vandaag richten we ons op dak- en thuislozen, sociaal geïsoleerde mensen die niet meer bij de reguliere zorg geraken. In Hasselt is dat in 95 procent van de gevallen mensen met een verslavings- of psychiatrische problematiek”, vertelt Ivo.

Herkenbare rugzak

Samen met collega Ilvie Awouters en met een grote rugzak vol medisch materiaal trekt Ivo dagelijks de straat op, langs pleinen, stationsbuurten, kraakpanden of sociale ontmoetingsplaatsen. “Op onze rugzak prijkt een groot rood kruis. Dat is heel herkenbaar en werkt drempelverlagend. Initieel dachten we dat het enige tijd zou duren eer mensen onze hulp zouden inroepen, maar door onze medische insteek hadden we onmiddellijk een mandaat op straat”, licht Ivo toe. “Om zelf verzorgd te worden, maar evengoed om iemand anders te helpen. Bovendien stappen wij op de mensen af. Dat is een andere insteek dan bij straathoekwerkers bijvoorbeeld.”

Sinds dit jaar maken Ivo en Ilvie deel uit van het team dak- en thuisloosheid van het OCMW Hasselt. Samen met vier sociaal werkers pakken ze meer aan dan alleen de medische hulpverlening. Todts: “Onze insteek is natuurlijk altijd de medische zorg. Denk aan wond- en voetverzorging, ontstoken abcessen maar ook chronische aandoeningen zoals diabetes. Al is de sociale problematiek van deze mensen nooit veraf. Dat casemanagement nam vroeger veel van onze tijd in. Het is dus een verademing dat we nu in een team met sociaal werkers zitten.”

Als straatverpleegkundige is het niet eenvoudig deze mensen terug in het reguliere zorgcircuit te krijgen. “Het vertrouwen is meestal langs beide kanten weg. De zorgvrager is vaak niet therapiegetrouw, wat tot een vicieuze cirkel leidt. Toch enten we ons op de verschillende teams, om die brug te slaan naar de reguliere zorg. Vanuit het Wit-Gele Kruis willen we kwaliteitsvolle, warme zorg thuis bieden. Die ‘thuis’ kan van vandaag op morgen ineens de straat worden. Wij willen ook daar de mensen ondersteunen, met onvoorwaardelijke zorg.” Een initiatief dat veel interesse wekt bij andere steden. Het Wit-Gele Kruis Limburg is dan ook van plan een uniform pakket van deze straatverpleegkunde naar heel Vlaanderen brengen.


Pilootproject digitaliseert Rwandese vroedkunde-opleiding

De Gentse Arteveldehogeschool, UGent en Medbook werkten samen met de Universiteit van Rwanda om een e-leerplatform voor Rwandese vroedkundestudenten op te zetten. Op die manier willen ze het nijpende tekort aan vroedvrouwen in het land aanpakken.

Het e-portfolio Medbook werd geïmplementeerd in twee ziekenhuizen in de hoofdstad Kigali. En dat verliep niet altijd van een leien dakje. Praktische zaken zoals internet en de kostprijs van de software veroorzaakten enkele problemen. Toch werpt het project duidelijk zijn vruchten af. Niet alleen tilt dit het Rwandese onderwijs naar een hoger niveau, het is ook een strategische aanpak van globale gendergelijkheid en het verminderen van moeder- en kindersterfte. Daarnaast kan Rwanda zo een kwalitatieve gezondheidszorg uitbouwen. “Dit project is niet enkel voor vroedkunde van toepassing. Elke zorgopleiding kan hier mee werken”, zegt Mieke Embo, onderzoeker aan de Arteveldehogeschool. Intussen wordt ook aan de Belgische vroedkunde-opleiding gewerkt. De Arteveldehogeschool stapte mee in het consortium SCAFFOLD, een multidisciplinair project dat onderzoekt hoe digitale portfolio’s het leren op de werkplaats ondersteunen. Die portfolio’s zullen vanaf 1 juli 2022 een grote rol gaan spelen in de zogenoemde Kwaliteitswet.


Inzet van het Zorgpersoneelfonds

Het Zorgpersoneelfonds werd opgericht in 2019 met als doel de werkgelegenheid, de bestaffing van verpleegkundigen en de aantrekkelijkheid van zorgberoepen te verbeteren. Ook voor de kosten van het ondersteunend personeel dat verpleegkundigen ontlast, kan een beroep gedaan worden op het Zorgpersoneelfonds. In 2019 werd hier 67 miljoen euro voor uitgetrokken, in 2020 ging het om 402 miljoen euro. Dat jaar kwam er naast de ziekenhuizen en de thuiszorg, ook geld bij voor opleiding en mentoring en voor zelfstandige thuisverpleegkundigen. Voor 2021 werd 354 miljoen euro uitgetrokken.

Uit een rapport van de FOD Volksgezondheid blijkt dat de verschillende sectoren goed gebruik gemaakt hebben van de beschikbare middelen. Zowel om banen te creëren als de arbeidsomstandigheden te verbeteren en om te investeren in opleiding en mentoring. In 2019 maakte het Zorgpersoneelfonds zo’n 1.000 voltijdse equivalenten (VTE) mogelijk. In 2020 ging het om liefst 4.500 VTE’s. Voor 2021 is 354 miljoen euro uitgetrokken.


Zorgpersoneel liet zich massaal vaccineren

De overheid wil de vaccinatie van het zorgpersoneel tegen COVID-19 verplichten. Vanuit het NVKVV baart ons dit zorgen. Minder mensen zullen misschien voor onze sector kiezen, terwijl de huidige vaccinatiegraad in de zorg een succesverhaal is. Zo’n 92 procent laat zich vaccineren, blijkt uit cijfers van Sciensano.

Toch moeten er enkele kanttekeningen gemaakt worden. Zo is het onduidelijk welke bron Sciensano gebruikt voor haar cijfers. Het totaal aantal verpleegkundigen in Vlaanderen zou volgens hen op 26.000 liggen, terwijl er volgens de federale data zo’n 140.000 actieve verpleegkundigen in ons land zijn, waarvan zo’n 85.000 in Vlaanderen.

Hoe dan ook ligt de vaccinatiegraad bij Vlaamse verpleegkundigen hoog. Waar het vaccin tegen Hepatitis-B de zorgverlener beschermt, beschermt het vaccin tegen de griep en COVID-19 vooral de zorgvrager. Vanwaar dan de twijfels bij verpleegkundigen die kiezen om zich niet te laten vaccineren? Enerzijds zijn de bijwerkingen op lange termijn niet gekend en het gaat hier niet om evidence-based medicine.

Ook de steeds wisselende richtlijnen van de overheid helpen niet en boezemen geen vertrouwen in. In het begin van de pandemie werden verpleegkundigen, zorgkundigen en artsen zonder bescherming in de vuurlijn gestuurd. De totale isolatie van intensieve patiënten en woonzorgbewoners van hun familie stond haaks op elke verpleegkundige visie en waarde. Ook het vrij laten uitvoeren van medisch-verpleegkundige handelingen, door zelfs dierenartsen, is door alle verpleegkundigen en artsen ervaren als een totaal negeren van hun deskundigheid en inzet. Dat verpleegkundigen ondanks al deze elementen zich toch massaal laten vaccineren, bewijst hun engagement voor de zorgvragers en voor de maatschappij.


Meer vacatures door onder meer Zorgpersoneelfonds en VIA6

De VDAB houdt nauwgezet de openstaande vacatures bij. Logisch dat is hun opdracht. Voor  de zorg volgt Zorgambassadeur Lon Holtzer deze cijfers al tien jaar lang vier maal per jaar op. “Mijn job is om de arbeidsmarkt zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst”, zegt ze. “De strijd tegen de openstaande vacatures is daarin een zeer belangrijke graadmeter.”

In de cijfers van juni 2021 merken we een stijging in het aantal vacatures ten opzichte van vorig jaar. Het is niet onlogisch dat eind juni het aantal vacatures piekt. “In juni moeten er enerzijds nog heel wat studenten afstuderen en zij vullen dan die vacatures in. In september ziet deze grafiek er al wat anders uit”, zegt Lon. “Anderzijds is er veel geïnvesteerd in de zorg. Dat is een goede zaak. Het Zorgpersoneelfonds en het zesde Vlaams intersectoraal akkoord voor de social profit (VIA6) brengen extra budgetten met zich mee om meer mensen aan te nemen in zorgorganisaties, waarvan een heel groot deel verpleegkundigen, zorgkundigen en verzorgenden.”

Toch stellen de huidige cijfers haar niet meteen gerust. “Hoe je het ook draait of keert, de trend is stijgend. Er is dan wel een sterk verhoogd aantal afstuderende verpleegkundigen (+78% t.o.v. 2009), maar de vacatures voor verpleegkundigen en zorgkundigen steken er altijd met kop en schouders bovenuit. De meer dan 2.000 vacatures stemmen me dan ook niet zo blij. Er studeren zo’n 1.200 mensen af in de bacheloropleiding verpleegkunde en daarnaast nog een heel aantal verpleegkundigen die zich hebben gespecialiseerd en HBO5-verpleegkundigen , maar er zijn heel wat afgestudeerden die verder studeren of – ook dat gebeurt – verpleegkundigen die de zorg verlaten. Vandaag zitten we met de grote generatie babyboomers waardoor het aantal zorgverleners die op welverdiend pensioen gaan, piekt. Die vacatures zijn in september dus lang niet allemaal ingevuld.”

De oplossing? “Onze zorg anders organiseren”, zegt de zorgambassadeur nog. “Door hetzelfde te blijven doen en toffe campagnes te organiseren lossen we de problematiek niet op. Zorg verlenen is een complexe zaak. Het mag nooit routine worden. Er moet een verschuiving van taken komen en de financiering moet volgen.”


Verpleegkundige Kristien Scheepmans ontvangt Anna Reynvaan Wetenschapsprijs 2021

Kristien Scheepmans is verpleegkundige en werkt op de studiedienst van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen. Dit jaar mocht ze de Anna Reynvaan Wetenschapsprijs in ontvangst nemen voor haar onderzoek “Reducing physical restraints by older adults”. Daarin bestudeerde ze de vrijheidsbeperkende maatregelen in de thuiszorg. Samen met haar onderzoeksgroep constateerde ze dat de middelen vaak de laatste keuze zijn, door de eventuele risico’s en ethische vraagstukken. Er werd een praktijkrichtlijn ontwikkeld met een flowchart voor het gebruik van dergelijke middelen. In die richtlijn beantwoordt Kristien ook zes klinische vragen, die aangevuld zijn met tien aanbevelingen.

 


Eenmalige onkostenvergoeding studenten verpleegkunde goedgekeurd

Studenten verpleegkunde die in het academiejaar 2020-2021 hun bachelordiploma behalen na een studietraject van 240 studiepunten, ontvangen van de Vlaamse regering voor de tweede keer op rij een eenmalige onkostenvergoeding van 1.000 euro. De studenten ontvangen deze vergoeding voor hun stage tijdens de coronacrisis.

In het vierde bachelorjaar volgen studenten 2 lange stageperiodes van elk 400 uur. Zo zijn ze beter voorbereid op de uitdagingen in het werkveld. De voorbije twee schooljaren werden de studenten bachelor in de verpleegkunde, die een uitgebreide opleiding van 240 studiepunten volgden, massaal ingezet in Vlaamse zorginstellingen om de extra werkdruk door de pandemie op te vangen. Daarom besliste minister Wouter Beke om studenten die hun academiejaar succesvol afronden, deze vergoeding toe te kennen. 

Joffrey Vermunicht, 4ejaars bachelor verpleegkunde aan Thomas More Mechelen en lid van de werkgroep Studenten van het NVKVV: “De financiële vergoeding is voor veel studenten het lichtpuntje aan het einde van de tunnel na de lange stages. Was het de inspanning waard? Absoluut! En ik kan de studies alleen maar aanbevelen aan iedereen met interesse in de gezondheidszorg. Al is er wel een nood aan een structurele duurzame oplossing zoals het VIO-statuut om de opleiding aantrekkelijk te houden en voor onze inschakeling in de zorgorganisaties in het laatste jaar van onze opleiding.”

En aan dat VIO-statuut (Verpleegkundige in Opleiding) wordt nu verder gewerkt door de Vlaamse regering, samen met de zorgambassadeur, zorgorganisaties, de federale minister van volksgezondheid, het onderwijs en de studenten zelf. 


Advies FRV over praktijkregister

In april 2021 vroeg minister Frank Vandenbroucke advies aan alle raden van de gezondheidszorgberoepen, waaronder de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) over het register van praktijken met het oog op de Kwaliteitswet. De kwaliteitswet en het kadaster bieden samen een goed register van alle gezondheidsbeoefenaars in België. Al staat daar geen informatie in over de praktijk of uitoefening van het beroep. 

Praktijkregistratie heeft als doel onder meer het gebruiksgemak voor de gezondheidsbeoefenaars te verbeteren. Het zit momenteel in de conceptfase en bevat enkele definities en categorieën. De minister vroeg de FRV dit allemaal na te gaan en concreet te antwoorden op enkele vragen. Een daarvan is hoe de gegevens verzameld zullen worden. Het FRV vindt dat de verantwoordelijkheid daarvoor bij de verpleegkundige ligt, net zoals de actualisering ervan. 

Daarnaast wil de minister ook weten of het uitgewerkte concept voldoende gegevens bevat om het praktijkregister te realiseren. Daarom moeten volgens het FRV volgende gegevens zeker opgenomen worden:

  • Het profiel en de contactgegevens van de zorgverlener.
  • De verschillende types praktijken en instellingen, samen met hun contactgegevens en professionele informatie.
  • Samenwerkingsverbanden: de namen en contactgegevens van zorgverleners die samenwerken.

Het FRV besluit in haar advies dat verpleegkundigen meestal in loondienst werken. De zorgvrager kiest dan ook de zorginstelling en niet de individuele verpleegkundige. Daarom beveelt het FRV aan de gegevens te beperken tot de wet van de kwaliteit van de praktijk en de wet over de uitoefening van de beroepen in de gezondheidszorg. Zo kan iedere zorgvrager nagaan of de verpleegkundige bijzondere machtigingen heeft. Voor zelfstandige thuisverpleegkundigen moet de mogelijkheid tot toegang van contact- of andere gegevens (facultatief) mogelijk zijn. Lees het advies op de website van de FOD FRV. 


Actieplan Fonds voor de Medische Ongevallen

Het Fonds voor de Medische Ongevallen (FMO) stelt een actieplan voor met als doel dossiers sneller af te ronden. Het gaat om een structurele bijsturing en om de oprichting van een tijdelijke taskforce om de achterstand weg te werken.

Het FMO werd in 2010 opgericht. Toen al kampte de organisatie met een historische achterstand. Deze achterstand werd gedeeltelijk weggewerkt, maar de doorlooptijd van een dossier blijft te hoog. Daarom komt het FMO nu met een actieplan. Zo past het voortaan de dossierbehandeling aan. Dat begint al bij de samenstelling van het dossier. De aanvraag dient de nodige stukken voortaan zelf in. Vroeger vroeg het FMO dit zelf op. In zo’n dossier zitten een aanvraagformulier, een medisch dossier, de gegevens van het ziekenfonds in verband met de arbeidsongeschiktheid en een medische vragenlijst. Voor de interne medische analyse die volgt zal het FMO minder een beroep doen op externe expertises. Zo verdwijnen belangrijke vertragingsfactoren.

Daarnaast richt het FMO ook een taskforce op om de achterstallige 1.300 dossiers weg te werken binnen de twee jaar. De overheid stelt hiervoor 3,3 miljoen euro ter beschikking. De nog uit te betalen schadevergoedingen worden geschat op 30,3 miljoen euro. Tot slot zal het FMO ook haar communicatie optimaliseren en het mogelijk maken een dossier digitaal in te dienen en te raadplegen. Via het mandaat NVKVV in FMO volgen we actief op.