Juridische vragen en antwoorden #1 - 2022

Mag antibiotica intraveneus toegediend worden in een woonzorgcentrum?

“Mag in een woonzorgcentrum, naar analogie met de thuisverpleging, intraveneus antibiotica toegediend worden?”

Antwoord:

In het koninklijk besluit van 18.06.1990 vermeldt de lijst van de verpleegkundige handelingen onder andere “voorbereiding en toediening van medicatie via volgende toegangswegen: … intraveneus”. De wetgeving is geldig in alle sectoren: ziekenhuis, thuisverpleging, woonzorgcentrum, … en verpleegkundigen mogen dit uitvoeren zonder beperking van plaats. Wel gelden alle wettelijke voorwaarden: medisch voorschrift, procedure, noteren in dossier en vereiste bekwaamheid.

Is een opleiding homeopathie mogelijk in verpleegscholen?

“Een verpleegkundige is gemotiveerd voor de homeopathie die minder nevenwerkingen heeft dan de klassieke allopathie en vraagt naar opleidingen homeopathie in de verpleegscholen. Wat is mogelijk?”

Antwoord:

Om in België patiënten te onderzoeken en behandelen moet men in principe arts zijn. Bepaalde alternatieve geneeswijzen, waaronder de homeopathie, zijn erkend door de wet op de niet-conventionele praktijken van 29 april 1999. Zij kunnen met een erkenning zelf patiënten behandelen. De homeopathie wordt geregeld door het koninklijk besluit van 26.03.2014 dat toelaat dat artsen, tandartsen en vroedvrouwen met een bepaalde opleiding de homeopathie beoefenen.

De overgangsmaatregel waarbij andere beroepsbeoefenaars uit de gezondheidszorg hun registratie van homeopaat konden aanvragen, is nu niet meer geldig. Hierdoor kan een opleiding homeopathie dus ook niet meer ingericht worden in de verpleegscholen.


Juridische vragen en antwoorden #6

Behoudt een verpleegkundige zijn/haar titel bij overstap naar een afdeling functiemetingen?

“Een hoofdverpleegkundige pediatrie met BBT pediatrie-neonatale zorgen wil overstappen naar een consultatie met functiemetingen. Behoudt die persoon dan zijn/haar titel? Is dit een IFIC-bevoegdheid?”

Antwoord:

Er is een onderscheid tussen de BBT en de eraan verbonden premie. De vraagsteller verwijst naar het koninklijk besluit 30.07.2018 dat niet gaat over de BBT maar over behoud van de premie. We veronderstellen dat dit de eigenlijke vraag is. Voor zover de verpleegkundige onder de CAO ziekenhuispersoneel valt, houdt hij/zij de premie die hij/zij kreeg op 31.08.2018, ook als hij/zij van dienst verandert en de BBT niet behoudt. Dit is federale wetgeving en moet niet nagevraagd worden bij IFIC.

Mag een familielid een ander vorm van vrijheidsbeperking vragen in een instelling?

“In een instelling met fixatie-armbeleid wil de familie van een bewoner dat een verpleegdeken gebruikt wordt in plaats van de maatregelen die de instelling toepast (bed tegen de muur, in laagste stand, matras op de grond aan vrije kant).Wat is daarvoor het juridisch kader? Wat is de aansprakelijkheid bij een val?”

Antwoord:

Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn een verpleegkundige handeling B1. Verpleegkundigen beslissen zelf deze al dan niet toe te passen voor de veiligheid van de patiënt/resident. De patiënt, of zijn vertegenwoordiger, moet hiervoor zijn toestemming geven, volgens het informed consent van de wet patiëntenrechten. Indien de patiënt zelf niet meer kan beslissen, duidt de wet een vertegenwoordiger aan, zoals een familielid, die kiest in plaats van de patiënt/bewoner.

De instelling moet de familie volledige informeren over de mogelijkheden van vrijheidsbeperking met hun voor- en nadelen, inclusief voor het verpleegdeken de beleving van de patiënt en het risico op verstikking. De familie weegt het valrisico af tegen de nadelen van fixatie. De familie tekent af dat ze de informatie gekregen heeft en wat de beslissing is en is dus verantwoordelijk voor de beslissing en gevolgen. Indien de resident nadien valt of een ongeval heeft in de verpleegdeken, is het personeel of de instelling niet aansprakelijk.


Juridische vragen en antwoorden #5

Moeten studenten en stagiairs verpleegkunde zich laten vaccineren?

“Mag een stageplek een student weigeren omdat hij/zij niet gevaccineerd is of zijn vaccinatiestatus niet wil delen?”

Antwoord:

De stageplek moet hen steeds informeren over de hygiënemaatregelen en PBM’s ter beschikking stellen. Het NVKVV kijkt voor een antwoord op deze vraag naar de vaccinatie tegen bijvoorbeeld hepatitis. Juridisch hoeft een persoon niet bekend te maken of hij/zij al dan niet gevaccineerd is. Daarom wordt de afwezigheid op het werk om zich te laten vaccineren ook aangeduid in het personeelsregister als “klein verlet”. Vaccinatie is een vrije keuze. Toch heeft de werkgever, zoals een stage instelling, de plicht om werknemers, of stagiairs, te beschermen tegen beroepsziekten. Daarom is in de gezondheidszorg een inenting tegen Hepatitis-B verplicht.

De werkgever kan een verplichte vaccinatie wel in het arbeidsreglement opnemen. Aanvaardt de kandidaat de functie, dan gaat hij/zij uit vrije wil akkoord zich te laten vaccineren. Weigert de kandidaat dit, mag de werkgever beslissen deze persoon niet aan te nemen. Bij een eventuele weigering tot vaccinatie of een leugen, ligt de aansprakelijkheid voor een besmetting bij de werknemer zelf.

Mag een leerling een negatieve eindevaluatie aanvechten?

“Tijdens een stage thuisverpleging voert een leerling HBO5 een blaassonde uit bij een door haar niet gekende patiënt, op aandringen van die laatste. De leerling licht de gediplomeerde verpleegkundige (mentor) niet vooraf in. Bij de sondage ontstaat een bloeding waarop de gediplomeerde de techniek overneemt. Dit voorval samen met eerdere bemerkingen leidt tot een negatieve quotatie van de stage. De leerling wil dit aanvechten. Kan dit?”

Antwoord:

Een leerling kan niet gebuisd worden voor één fout. Om een oordeel te vellen over een negatieve evaluatie worden steeds beide partijen gehoord. Niet één stagedienst of stagebegeleider beslist over het slagen in de studies. De eindevaluatie gebeurt door de klassenraad. Indien de leerling meent een onterechte negatieve evaluatie gekregen te hebben, moet ze een schrijven sturen aan de klassenraad met haar argumenten.

Belangrijke kanttekening wat de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de fout betreft: de leerling/student moet werken als zorgvuldige leerling/student. De gediplomeerde verpleegkundige moet niet aanwezig zijn bij het uitvoeren van elke handeling tijdens de stage. Dit is dus geen fout van de stagementor. Van een zorgvuldige leerling mag verwacht worden dat hij/zij een techniek niet uitvoert zonder toelating of inlichten van de stagementor of vermelding in het zorgplan. Een leerling handelt niet op eigen initiatief maar doet enkel wat opgedragen of minstens afgesproken is met de gediplomeerde stagementor.


Juridische vragen en antwoorden #4

Welke verpleegkundige handeling is een eenmalige arteriële punctie?

“Is een eenmalige arteriële punctie een verpleegkundige handeling B1, B2 of C? Is er verschil voor de verpleegkundigen met de BBT I.Z.-Spoed?”

Antwoord:

“Bloedafneming door arteriële punctie” is een medisch toevertrouwde handeling (C). De handeling staat niet op de lijst van de verpleegkundigen met BBT dus dit maakt voor de uitvoering geen verschil.

Welke verpleegkundige mag high flow zuurstof toedienen?

“In een aantal ziekenhuisdiensten wordt high flow zuurstof (Optiflow) toegepast. High flow (nasal) oxygen therapy is het toedienen van grote debieten zuurstof via een speciale neuscanule om een betere gasuitwisseling in de longalveolen te krijgen en mogelijks kunstmatige beademing te voorkomen. Welke verpleegkundige handeling is dit en wie mag dit toepassen?”

Antwoord:

Een zuurstoftoediening is een B1-handeling en mag dus door verpleegkundigen zelfstandig uitgevoerd worden. Zolang het gaat om toediening bij een spontaan ademende patiënt en zonder beademingstoestel is er wettelijk geen beperking.

Gezien het belang en de impact van de toediening is uiteraard een goede verpleegkundige procedure nodig, inclusief indicaties, contra-indicaties, gebruik, observatie, … Alle zorgen moeten ook in het verpleegkundig dossier genoteerd worden. Verpleegkundigen hebben voor de toepassing van elke zorg en het gebruik van elk materiaal de nodige competentie, opleiding en ervaring nodig. Hebben ze die niet, dan moeten ze de uitvoering weigeren en hun verantwoordelijke verwittigen.

Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NVKVV. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridischadvies@nvkvv.be en de juridische adviesgroep NVKVV gaat voor jou op zoek naar het antwoord.


Juridische vragen en antwoorden #3

Mag een patiënt eisen dat een verpleegkundige gevaccineerd is?

“Moeten verpleegkundigen antwoorden als een patiënt vraagt of ze gevaccineerd zijn tegen COVID-19? Mag een patiënt eisen enkel door gevaccineerde verpleegkundigen verzorgd te worden?”

Antwoord:

Hier zijn twee verschillende wetgevingen van toepassing. Enerzijds worden de medische gegevens beschermd door het beroepsgeheim en door de privacywetgeving. Een verpleegkundige mag dus nooit verplicht worden om zijn vaccinatiestatus bekend te maken. Anderzijds geven de patiëntenrechten wel aan de patiënt het recht op informatie over zijn behandeling heeft en dat hij zijn zorgverlener mag kiezen. Daarbij mag hij rekening houden met de veiligheid die hij van de zorgverlener meent te krijgen.

Het is aan te raden dat verpleegkundigen hierin dezelfde lijn volgen. In een aantal ziekenhuizen geldt de afspraak om de vaccinatiestatus niet mee te delen, maar om wel de toegepaste en effectieve beschermingsmaatregelen te vermelden. Samengevat: de verpleegkundige moet niet antwoorden op de vraag naar zijn eigen gezondheidsgegevens, maar de patiënt mag dit wel vragen en beslissen een andere verpleegkundige te kiezen.

Is een driepuntsfixatie wettelijk verplicht?

“Een driepuntsfixatie wordt aangeleerd op school, maar niet alle ziekenhuizen passen dit toe. Specialisten adviseren om zo min mogelijk te fixeren. Moeten we een driepuntsfixatie opnemen in onze procedure en is het wettelijk verplicht?”

Antwoord:

Er bestaat geen wettelijke norm voor de techniek van fixatie. Algemeen worden wel deze twee zaken aangenomen:

  • Vrijheidsbeperkende maatregelen moeten zoveel mogelijk vermeden worden. Dit kan enkel als laatste oplossing en er moet rekening gehouden worden met de patiëntenrechten.
  • Een procedure bepaalt hoe een instelling een fixatie veilig uitvoert. Algemeen wordt aangeraden een zorgvrager op minstens drie punten te fixeren.

Vrijheidsbeperking is een B1-handeling en de verpleegkundige mag dit zelfstandig beslissen. Er is dus geen medisch voorschrift voor nodig, maar de arts blijft de eindverantwoordelijke. Wil de instelling dat de arts steeds goedkeuring geeft, kan dit vermeld worden in de procedure. In de GGZ ligt het anders. Daar maakt vrijheidsbeperking deel uit van het therapeutisch plan en gebeurt het na de beslissing van een arts. Het is dan een B2-handeling. In dringende gevallen kan de verpleegkundige wel steeds fixeren en nadien bevestiging van de arts vragen.

Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NVKVV. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridischadvies@nvkvv.be en de juridische adviesgroep NVKVV gaat voor jou op zoek naar het antwoord.


Juridische vragen en antwoorden #2

Aansprakelijk voor infectie bij COVID-19-vaccins?

“Heel wat verpleegkundigen zijn wat ongerust. In de vaccinatieprocedure voor de COVID-19-vaccins is geen ontsmetting voorzien. Zijn verpleegkundigen aansprakelijk wanneer zich bij de patiënt nadien een lokale reactie of infectie voordoet?”

Antwoord:

Voor elke verpleegkundige handeling moet een procedure opgesteld worden zodat iedere verpleegkundige, ongeacht de instelling, dienst of praktijk, de zorg op een eenvormige, correcte en veilige manier kan uitvoeren. Verpleegkundigen die een procedure volgen die door verantwoordelijken is opgesteld, zijn niet aansprakelijk wanneer ze deze procedure correct volgen.

Algemeen geldt dat ontsmetten voor een vaccinatie niet nodig is, benadrukt de taskforce vaccinatie. Meer nog: het kan zelfs nadelig zijn door de mogelijke interactie van de ontsmetting met het vaccin. Wetenschappelijk is het niet bewezen dat ontsmetting voor een intramusculaire inspuiting een infectie voorkomt. Enkel een duidelijk bevuilde huid moet ontsmet worden.

Mag ik patiënten op PAAZ-dienst ’s nachts alleen laten?

“Op de PAAZ-dienst zijn door een herschikking ’s nachts minder verpleegkundigen beschikbaar. Daardoor moet, ondanks verplichte observatie voor gefixeerde patiënten, de eigen dienst in sommige gevallen alleen gelaten worden. Dit is in strijd met de normen en vraagt een risico-inschatting van de verpleegkundige. Is de verpleegkundige aansprakelijk wanneer er zich tijdens het helpen van een patiënt op de dienst een incident met eventuele schade voordoet?”

Antwoord:

Een verpleegkundige werkt zo zorgvuldig mogelijk in de situatie en met de middelen die ter beschikking worden gesteld door de zorginstelling. Zijn deze middelen niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen of laten die niet toe om als verpleegkundige op een veilige manier te werken, dan moet de verpleegkundige dit schriftelijk melden aan de directie. Dit kan met een verslag van de dienstvergadering, een e-mail, enzovoort. In dat bericht moet duidelijk staan dat verpleegkundigen in deze omstandigheden de veiligheid van de patiënten en de kwaliteit van de zorgen niet langer kunnen waarborgen. Gaat de directie hier niet op in, dan is de verpleegkundige niet langer aansprakelijk voor de gevolgen van onderbemanning en eventuele inschattingsfouten die in eer en geweten zouden gemaakt worden.

Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NVKVV. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridischadvies@nvkvv.be en de juridische adviesgroep NVKVV gaat voor jou op zoek naar het antwoord.


Juridische vragen en antwoorden #1

Mag een niet-verpleegkundige glycemiewaarden bepalen?

“Mijn echtgenoot is opvoeder in een instelling voor gehandicapten. Niet-verpleegkundigen bepalen er na een bijscholing de glycemie van bewoners. Ze stellen ook de insuline in en dienen die toe, soms met fouten.
Mag dit? Hoe kunnen we de werkgever hierover op een goede, geïnformeerde manier benaderen?”

Antwoord:

Het bepalen van glycemiewaarden en het instellen en toedienen van insuline zijn verpleegkundige handelingen die zonder een diploma verpleegkunde niet mogen worden uitgevoerd. Gebeurt dit toch, dan is deze persoon strafbaar. Maar ook de leidinggevende die een niet-bevoegd persoon de opdracht geeft, is strafbaar. Een arts, verpleegkundige of directielid is dus evengoed in fout. Bij het vergoeden van eventuele schade, kan de leidinggevende ook mee aansprakelijk gesteld worden.

Er is een uitzondering: een mantelzorger mag deze handelingen wel uitvoeren, maar dan enkel buiten zijn of haar beroep.

Mag ik als vrijwilliger werken?

“Mogen gepensioneerde verpleegkundigen ingeschakeld worden voor een vaccinatie. Kan dit dan als vrijwilliger? Waar moet dan op gelet worden?”

Antwoord:

Dit kan zeker. Een verpleegkundige mag vaccineren zonder de aanwezigheid van een arts. Dat is vastgelegd in het koninklijk besluit van 18 juni 1990. Daarnaast moet je een diploma verpleegkunde op zak hebben als je de activiteiten van een verpleegkundige wil uitoefenen. Daar is geen statuut of arbeidscontract aan verbonden. Je mag dus verpleegkundige handelingen uitvoeren, bezoldigd of als vrijwilliger.

Enkele aandachtspunten:

  • Voor elke handeling moet je als verpleegkundige de nodige competentie, opleiding en ervaring hebben. Anders moet je de handeling weigeren.
  • Voor elke verpleegkundige handeling moet de zorginstelling verplicht een procedure hebben. De handeling moet genoteerd worden in het verpleegdossier.
  • Werk je als vrijwilliger, zorg dan dat de instelling of de organisatie waar je helpt een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid afsluit.

Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NVKVV. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridischadvies@nvkvv.be en de juridische adviesgroep NVKVV gaat voor jou op zoek naar het antwoord.