Red de verpleegkundige
Lotte Debrouwere is columniste bij Het Nieuwsblad. Ze schrijft wisselcolumns over de actualiteit met Nico Dijkshoorn en een weekendcolumn over het leven met haar dochter. Ze bracht ook het boek ‘Slaap kindje slaap verdomme’ uit.
Een op de negen verpleegkundigen valt uit. Nou, wat wil je? Dat draagt zowat de hele zieke mensheid. Letterlijk dan. Uit bed, in bed. En figuurlijk. Dat helpt je door de meest donkere dagen van je leven. Je wil daar niet liggen. Je bent nukkig, lastig, triestig en in volle pijn. Je wil naar huis. Je wil geen ziekenhuisboterhammen met zielige confituur. Geen plasbuis of bedpan.
Je hebt zeer hier, je voelt je niet lekker daar. Je bent ongerust, bang en al je menselijke kleinigheden worden uitvergroot. Je bent ontpeld van je status. Van alle franje en alle schone schijn. Je schuurt aan het randje van de eigen waardigheid, daar halfnaakt, in peignoir of witte schort onder die stijve lakens.
Kortom, je bent de lelijkste versie van jezelf. De meest hulpeloze. En toch dragen zij jou. Zij zorgen dat je schoon blijft. Dat je het volhoudt. Dat jouw lijf zijn pillen krijgt. Dat jouw lijf zijn munitie ontvangt om jou erdoorheen te sleuren. Dat heft je op en laat je niet vallen. Dat noteert, informeert, controleert en kalmeert. Nochtans is er geen tijd. Dat moet jakkeren tussen sondes en katheters, tussen verslagen en verwondingen. Dat gaat door. Altijd maar door. Spurten door de witte gangen als opgejaagde beesten. Met vijanden als lumbago, hernia en burn-out die vervaarlijk om de hoek loeren.
Verplegers en verpleegsters. Dat heeft immer en altijd te veel te doen voor te weinig handen. Kamer binnen, kamer buiten. Courage hier, sterkte daar. Voor een loon dat nog altijd schandalig blijft. Ondertussen kloppen ze uren. Veel uren. Vroege diensten, late diensten, weekenddiensten. En vervangen ze de medestrijders die uitvallen. Dus nog meer vroege diensten, late diensten en weekenddiensten. Overuren à volonté. Ze zijn met te weinig. Veel te weinig. Dat is een gapende wonde van de maatschappij, die zij zelf niet kunnen stelpen.
Een op de negen verpleegkundigen valt uit. Verzorg hen, want zij verzorgen ons. Hef hen op alsjeblieft. Als zij vallen, vallen wij mee.
Foto: copyright Ivan Put
Meer comfort en vlottere interactie met zorgverleners
In 2023 lanceerde het ZNA Middelheim-ziekenhuis de bedbox: een handige opbergdoos die aan het bed van een patiënt wordt gehangen en waarin hulpmiddelen, zoals een bril, hoorapparaat en gebitsprothese, worden opgeborgen. De bedbox werd bijzonder goed onthaald door zowel patiënten als verpleegkundigen. Niet alleen verhoogt het bijhouden van deze persoonlijke items het comfort van de patiënt, het bevordert ook de interactie met zorgverleners. Daarop besloot ZNA om deze tool uit te breiden naar al hun sites.
De bedbox is een doos uit stevig karton van twintig op zestien centimeter, die met twee oren aan het bed gehangen wordt. De doos heeft een apart opbergvak voor brillen, zodat geen brillendoos nodig is. Met een vouwslotje sluit je de bedbox af. “Het idee van de bedbox kwam van een arts die het concept in de praktijk zag in een Nederlands ziekenhuis”, steekt ZNA-manager patiëntervaring en bemiddeling Naomi De Bruyn van wal. “Voor patiënten met een gebitsprothese, bril of hoorapparaat biedt de bedbox extra comfort tijdens het verblijf in het ziekenhuis. Ook mensen met diabetes vinden dit hulpmiddel een bijzondere troef, want de doos laat hen toe hun glucosemeter altijd bij zich te houden. Dat vermijdt dat ze moeten prikken op de ontwaakafdeling.”
Zo lang mogelijk zelfstandig blijven
Het ZNA Middelheim-ziekenhuis testte de bedbox een drietal maanden uit in het dagziekenhuis en breidde deze tool stelselmatig uit naar de andere diensten. Na een pilootfase van ongeveer zeven maanden werd de tool ook beschikbaar voor de andere ZNA-sites. Naomi: “De interesse is vooral groot bij het dagziekenhuis en op de heelkundige afdelingen. Al kan eender welke dienst ermee aan de slag. Tijdens de pandemie moesten we patiënten regelmatig van afdeling veranderen. Daarbij gingen persoonlijke bezittingen wel eens verloren. Met de bedbox zijn we zeker dat de patiënt altijd de meest cruciale hulpmiddelen bij zich heeft.”
Dat wil niet zeggen dat een patiënt verplicht wordt om de doos te gebruiken. Sommigen verkiezen dat hun spullen op de kamer blijven. “Toch ervaren patiënten dit als heel positief. Het feit dat ze hun bril kunnen aanhouden tot net voor de ingreep en die al terug hebben bij het ontwaken, maakt een verschil op het vlak van interactie en beleving. Zeker als het over gebitsprotheses gaat. Een patiënt kan zich vlotter uitdrukken en dus begrijpt de verpleegkundige die persoon ook beter. Het verhoogt de zelfstandigheid van de patiënt en versterkt zijn eigenwaarde en cognitieve denkvermogen.”
Muziektherapie
Op basis van feedback van de gebruikers voegde ZNA een checklist toe aan de bedbox. Zo kunnen verpleegkundigen aanduiden wat in de doos zit. Verder verstevigde het ziekenhuis de bodem en het slotje van de doos. Daardoor kan de patiënt nu ook de smartphone in de bedbox opbergen. “Hier stelden we wel een aantal regels voor vast”, vult Jo De Puydt, ZNA-bedrijfsleider, aan. “Het is niet de bedoeling dat een patiënt eindeloos zit te bellen op de ontwaakafdeling. Al is het interessant om de persoonlijke smartphone bij de hand te hebben om bijvoorbeeld aan muziektherapie te doen. We weten dat muziek helpt om angsten bij patiënten te verminderen. Dit is dus zeker een piste die we willen bekijken naar de toekomst toe.”
“Blijf geloven in de schoonheid, kracht en meerwaarde van je job”
We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Ilke Beckers (43 jaar) is verantwoordelijke kwaliteit ouderenzorg in St. Annendael Grauwzusters en lid van de werkgroep Ethiek.
Waarom ben je in de zorg actief?
“Ik heb een diploma in de moraalwetenschappen, specifiek in morele begeleiding. Voor mijn opleiding was ik al geboeid door de zorg en hoe mensen omgaan met lastige situaties waarin ze moeten handelen, zoals verpleegkunde. Na een opleiding tot gespreksleider moreel beraad botste ik op de vacature voor medewerker kwaliteit, vanwaar ik uitgegroeid ben tot verantwoordelijke kwaliteit wonen, leven en zorg van de bewoners in woonzorgcentra Huize Sint-Augustinus Diest en wzc OLV Ster der Zee Scherpenheuvel. Binnenkort vertrek ik naar Palliatieve Zorg Vlaanderen om er als beleids- en projectcoördinator te werken.”
Wat boeit je in je job?
“Ik vind het maatschappelijk relevant om dit te doen. Ook al zitten we in zwaar weer, er kan nog altijd heel veel, als je mensen dicht bij hun kunde laat staan, zijn en ontdekken. Er is zo veel negatieve berichtgeving over zorg en ouderenzorg, maar wie er middenin staat, ziet fantastische dingen gebeuren. Dat moeten mensen die in de zorg staan ook blijven zien, dat ze dat schitterend werk doen. Hen achter de schermen faciliteren voelt heel zinvol.”
Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?
“Dat je toch altijd de mens in zijn geheel blijft zien. Dat klinkt als een wollig cliché, maar het is wel zo. ‘Aan wie verleen ik zorg? Wie kleed ik aan? Wat verwacht die persoon in kwestie van mij? Ik geef zorg aan iemand in plaats van een taak uit te voeren.’”
Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?
“Wij hebben met onze organisatie een accreditatietraject achter de rug voor het kwaliteitslabel van Qualicor. De toekenning gaf alle collega’s een grote erkenning voor het goede werk dat we doen. Dat was een fantastisch ijkpunt waar we heel hard voor gewerkt hebben.”
Zijn er ook minder fijne momenten?
“De covidcrisis was een overspoeling in de ouderenzorg. Het was een traumatische ervaring met alle regels die plots in voege gingen en niet goed voelden. Maar het was ook een periode van samenhorigheid en er samen voor gaan. Ook het personeelstekort is een maatschappelijk probleem waar we over moeten nadenken. Hoe kunnen we zorg dragen voor elkaar, in de hele brede zin van het woord?”
Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?
“Blijven geloven in de schoonheid, kracht en meerwaarde van hun job. Verpleegkundigen moeten fier blijven op wie ze zijn en wat ze doen, en die fierheid besmettelijk maken om de aantrekkelijkheid van de job uit te dragen.”
Wat doe je in je vrije tijd?
“Ik spendeer veel tijd met mijn vrienden en ga graag eens lekker uit eten. Ik hou van lezen, joggen en podcasts, zoals Bob van Collectief Schik.”
Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van NETWERK VERPLEEGKUNDE? Schrijf je in met een mailtje naar info@netwerkverpleegkunde.be.
Tussen de regels vind je de mooiste zorg
Als een afdeling naar voren wordt geschoven door een oud-patiënt, dan moet het wel de moeite zijn. Dat gebeurde bij het team van Claudia Peeters, coördinerend hoofdverantwoordelijke op de dienst intensieve zorg en medium care van het AZ Sint-Maarten. Ze zet trots haar ‘team Awesome’ in de kijker.
De dienst intensieve zorg en medium care in het Mechelse AZ Sint-Maarten bestaat uit ongeveer 56 verpleegkundigen. De groep is momenteel verdeeld over drie afdelingen, al heeft dat geen impact op de hechte sfeer. “Iedereen is heel flexibel en bereidwillig”, zegt coördinerend hoofdverantwoordelijke Claudia Peeters. “Er heerst een open cultuur binnen het verpleegkundige en artsenteam waarbij we elkaar versterken met hetzelfde doel voor ogen. Dat zal nog verbeteren wanneer we deze zomer fusioneren tot een grote dienst waar we het beste van alle afdelingen kunnen combineren.”
Een warm verhaal schrijven
De dienst intensieve zorg en medium care is een heel gestructureerde afdeling. Met ruim 150 werkafspraken wil men fouten zoveel mogelijk uitsluiten. Strikte regels zijn noodzakelijk in een hightech omgeving maar het team zet compenserend in op warme en individuele zorg aan de patiënten. Claudia: “Tussen de regels door is alles mogelijk. Een partner laten bijslapen, met warme kleren aan en een zuurstoftank bij de hand een frisse neus halen, na de bezoekuren toch belangrijke personen toelaten voor de broodnodige ondersteuning van een patiënt. Het lijken kleine dingen, maar ze maken echt het verschil.”
Initiatief vanop de werkvloer
Het ziekenhuis hanteert een shared governance-principe waardoor medewerkers inspirerende ideeën zelf vormgeven en mee het beleid mogen maken. “De werkgroep ‘tussen de regels’ moedigt bottom-up initiatieven aan en zet bevlogen zorgmedewerkers in de kijker”, aldus Claudia. “Binnenkort licht een van onze collega’s haar ‘daarom doe ik het’ toe in een artikel dat we ziekenhuisbreed publiceren. De drive van dit ‘team Awesome’ is zalig. Ze doen geen dingen omdat het moet, wel omdat ze willen. Recht uit het hart.”
Is er een verband tussen overbelasting, opleidingsniveau en de kwaliteit van de zorg?
Dr. Yannis Léon Bakhouche is huisarts en schrijft regelmatig opiniestukken en columns voor magazines in de gezondheidszorg. Voor Netwerk Verpleegkunde geeft hij zijn visie op het verpleegkundig beroep.
De vraag om verpleegkunde te erkennen als zwaar beroep neemt toe. Dat leunt op vier criteria: de werkomstandigheden, de organisatie van werk, de veiligheidsrisico’s en de emotionele en mentale belasting. We zouden allemaal voorstander moeten zijn van de zware aspecten die bij de job van verpleegkundigen en zorgkundigen komen kijken, zowel in de publieke als in de privésector. Hierdoor kunnen verpleegkundigen ofwel met vervroegd pensioen gaan, ofwel blijven werken en een verhoogd pensioen ontvangen.
Overbelasting door het werk blijkt namelijk een verband te houden met burn-out. Ook het niveau van opleiding speelt mee. Kunnen de recente en voorgestelde hervormingen dan bijdragen om de werkomstandigheden te verbeteren en het risico op burn-out te verminderen? Volgens studies is burn-out sterk verbonden met de werkdruk. Er is de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan, vooral op medisch en verpleegkundig gebied. Verpleegkundigen hebben dan ook te maken met onder meer specifieke roosterbeperkingen zoals onregelmatige uren, nacht- en weekenddiensten, vroege ochtenden, late avonden, … Dit beïnvloedt hun persoonlijke leven vaak op een negatieve manier. Die arbeidstijdproblemen worden nog verergerd in combinatie met fysieke, mentale en psychologische overbelasting.
Daarom stip ik burn-out aan, omdat het een rol speelt in hoe we verpleegkundigen aan het werk kunnen houden. Net zoals we verpleegkundigen kunnen motiveren door de taakverdeling te herzien. Administratieve taken en het opnemen van vitale parameters kunnen ook door andere zorgberoepen gebeuren, zodat verpleegkundigen zich kunnen concentreren op de organisatie en kwaliteit van zorg, net zoals op de meer complexe handelingen.
Want ook de vergrijzing stelt de zorg voor grote uitdagingen. Volgens het Federaal Kenniscentrum van de Gezondheidszorg zal het aantal Belgen ouder dan 65 jaar in 2025 stijgen tot 21 procent van de bevolking en tegen 2050 tot 26 procent. Het percentage 85-plussers gaat nog sterker omhoog. Dat heeft onbetwistbaar een impact op de zorg en verpleegkundigen moeten zich aanpassen aan deze nieuwe realiteit. Daarom geloof ik sterk in de samenwerking tussen huisartsen en verpleegkundigen in de eerste lijn, ook in de vorm van de praktijkassistent en verpleegkundige consultaties. Huisartsen zullen de coördinatoren van chronische zorg worden, waarbij verpleegkundigen in de eerste lijn een nog prominentere rol zullen spelen in het uitvoeren van deze zorgen.
Toch is de gezondheidszorg in ons land te gefragmenteerd en gericht op het genezen van acute problemen waarvoor zorg in een ziekenhuis nodig is. Chronische zorg vraagt een andere aanpak, in lijn met de behoeften van de patiënt. De rol en de kennis van de verpleegkundige is daarin essentieel, om de patiënt en zijn familie bij te staan, te ondersteunen, te motiveren en op te leiden.
Is het geen idee om een nationaal college van verpleegkundigen op te richten? Een plek waar alle ontwikkelingen op het vlak van kwaliteit, deontologie en ethiek van de verpleegkundige zorg opgenomen worden. Zo kunnen we samen de waarden en eisen van de sector behartigen.
Juridische vragen en antwoorden #4 – 2024
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridisch.advies@netwerkverpleegkunde.be en de juridische adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Mogen zorgkundigen een neusspray met glucagon toedienen?
“Zorgkundigen mogen medicatie toedienen die voorbereid of klaargezet werd door een apotheker of verpleegkundige (met uitzondering van verdoving, I.M.- en I.V.-toediening). In het zorgplan kan omschreven worden dat ze dit mogen toedienen ‘in geval van nood bij ernstige hypoglycemie’ en waar ze het kunnen vinden. Mogen ze dan een neusspray met glucagon toedienen?”
Antwoord:
Het K.B. 12/01/2006 met de handelingen van de zorgkundigen geeft geen lijst van wat ze niet mogen toedienen, wel van de toegelaten toedieningswijzen. Als er voldaan is aan de bijkomende opleiding, hebben ze toelating voor de “toediening van medicatie, met uitsluiting van verdovende middelen, die voorbereid is door de verpleegkundige of de apotheker langs volgende toedieningswegen:
- oraal (inbegrepen inhalatie);
- rectaal;
- oogindruppeling;
- oorindruppeling;
- percutaan;
- subcutaan: enkel voor wat betreft de subcutane toediening van gefractioneerde heparine.”
De toediening van medicatie langs mucosale weg is daarbij niet vermeld en dus niet toegelaten. Het is evenmin ‘inhalatie’, dat geldt voor aërosols en puffs. De toegelaten medicatie moet vooraf klaargezet worden door apotheker of verpleegkundige, het is niet voldoende te beschrijven waar de zorgkundig deze kan vinden.
Mag een zorgkundige glycemie meten via een sensor en een insulinepomp bedienen?
“Mogen zorgkundigen in een zorginstelling de glycemie meten via een sensor in de arm van de patiënt? Mogen ze ook een insulinepomp bedienen?”
Antwoord:
De meting van de glycemie door capillaire bloedname staat op de lijst van handelingen van de zorgkundigen. De meting met een sensor kan daarmee gelijkgesteld worden.
Het instellen en vullen van een insulinepomp staat niet op de lijst van de zorgkundigen. Dit moet dus gebeuren door een verpleegkundige. Het is de bedoeling dat de pomp na het instellen automatisch loopt, waardoor geen verdere handeling van de zorgkundige nodig is. Is er een probleem met de werking, dan verwittigt de zorgkundige de verpleegkundige.
Uniform softwarepakket optimaliseert thuiszorgdiensten en klantbeleving
Zorgorganisatie Motena koos voor haar thuiszorgdiensten Kotee een overkoepelend softwarepakket dat de klantbeleving enorm verbeterde en tegelijk de dienstverlening een stuk professioneler maakte. Niet alleen daalde het aantal administratieve fouten en de nodige interne controle, de overstap naar Care-Ace Software vertaalde zich ook in een tijdswinst voor het personeel.
Motena ondersteunt jong en oud met een brede waaier aan diensten: kinderopvang, therapie en zorg, een dagverzorgingscentrum, assistentieflats, diensten- en woonzorgcentra en thuiszorgdiensten. Die laatste bieden onder meer maaltijden aan huis, poetshulp, thuisverpleging en een klusdienst. Toen Motena in 2016 thuisverpleging opstartte, zocht het een softwarepakket om die service te faciliteren. “Het betekende het zoveelste pakket binnen onze groep, want we hadden al verschillende tools en Excelbestanden om gegevens van klanten bij te houden”, legt ICT-projectleider Annelies Poot uit. “Dat was frustrerend voor onze klanten, omdat ze telkens opnieuw hun gegevens moesten doorgeven wanneer ze een nieuwe dienst inschakelden. Het creëerde ook veel administratief werk voor ons, bijvoorbeeld bij een adreswijziging, en verhoogde de kans op fouten door dezelfde data op verschillende plaatsen bij te houden.”
Professionelere dienstverlening
Om efficiënter te werken en de klantbeleving te verbeteren besloot Kotee te investeren in één softwaretool voor al hun thuiszorgdiensten. Annelies: “Het pakket Care-Ace Software werd op maat aangepast zodat je als klant nu slechts één klantenfiche hebt. Zodra je bij een van onze diensten bent aangesloten, hoef je die procedure niet meer te doorlopen wanneer je extra diensten vraagt.” Motena breidde stelselmatig de functionaliteit van de software uit, van thuisverpleging naar maaltijden en nadien naar de poets- en klusdienst. “Voor maaltijden aan huis is de tool zo aangepast dat we er alle informatie rond allergenen in bijhouden. Onze medewerkers maken eenvoudig een klant aan, geven zijn voorkeuren in, zoals allergenen, diëten en bereiding, en wanneer een maaltijd gewenst is. Het pakket stelt automatisch de planning op. Qua workload is dit een grote verbetering, want vroeger gebeurde dit allemaal in Excel.”
Planning op de smartphone
Kotee ging een stap verder in de automatisering. Voor thuisverpleegkundigen was het softwarepakket standaard voorzien van een tablet die ze gebruiken bij hun patiënten. Dat vertaalde zich in een enorme efficiëntiewinst, waarop Kotee besliste die werking door te trekken naar de andere thuiszorgdiensten. Zo ook voor de dienst maaltijden aan huis. “Via een app op de smartphone krijgt de chauffeur een duidelijke lijst in de juiste volgorde van de te bedienen klanten en welke maaltijd ze moeten krijgen”, aldus Annelies. “Bij de poetsdienst ervaarden we problemen rond wijzigingen in planning en foutieve data, bijvoorbeeld een verkeerd aantal uren, een foute datum. Het resulteerde in veel intern controlewerk. Daarom integreerden we deze service ook in de software.” Nu krijgen alle poetshulpen een eigen planning via de app. Zo zien ze wanneer ze waar moeten zijn en zijn ze onmiddellijk op de hoogte van veranderingen. Door de gegevens correct in het systeem bij te houden slaagt Kotee erin op één dag alle facturen op te maken. Voor eenzelfde klant staan bovendien alle verrichte diensten op dezelfde factuur. “Dat is een enorme vooruitgang. We zoeken continu naar manieren om via de software onze dienstverlening nog meer op punt te stellen om onze klanten de zorg te bieden waar ze naar op zoek zijn.”
Juridische vragen en antwoorden #3 – 2024
Heb je nood aan een juridisch antwoord op maat? Dit is gratis voor leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Je stelt je vraag eenvoudigweg via juridisch.advies@netwerkverpleegkunde.be en de juridische adviesgroep NETWERK VERPLEEGKUNDE gaat voor jou op zoek naar het antwoord.
Mag een zorgkundige assisteren bij proctologische onderzoeken?
“De consultatieafdeling gastro-enterologie vraagt zich af of een zorgkundige mee mag assisteren bij proctologische onderzoeken? Daarbij wordt geen steriel materiaal of medicatie gebruikt. Het gaat louter om het aangeven van materiaal aan de arts en het meehelpen om de patiënt op de onderzoekstafel te leggen.”
Antwoord:
Het assisteren bij een proctologisch onderzoek valt onder de verpleegkundige handeling ‘voorbereiding van en assistentie bij invasieve ingrepen tot diagnosestelling’ of ‘voorbereiding, assistentie en instrumenteren bij medische en chirurgische ingrepen’ (KB 18.06.1990). Bij de definitie van assistentie wordt bovendien vermeld ‘dat arts en verpleegkundige samen handelingen verrichten bij een patiënt (…)’.
Dit zijn B2-handelingen en niet delegeerbaar aan een zorgkundige gezien ze niet vermeld staan op de lijst van zorgkundige handelingen (KB 12.01.2006). Of hierbij al dan niet steriel materiaal en/of medicatie gebruikt wordt, is niet relevant.
Mag een verpleegkundige zijn observaties delegeren naar een administratieve ondersteuner, die deze info invult in een dossier?
“Administratieve medewerkers (health care management assistenten) helpen op ziekenhuisafdelingen om de werkbelasting van verpleegkundigen te verlichten. De verpleegkundige spreekt na zijn verzorging een gestructureerd verslag in (SBAR) dat naar een administratief assistent verstuurd wordt. Die geeft het dan in het elektronisch patiëntendossier in. De verpleegkundige leest na en vult aan. Hij blijft identificeerbaar. Mag dit wettelijk?”
Antwoord:
Art.3 van het KB 1990 stelt ‘Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en aangevuld, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan.’
De inhoud van het dossier is de verantwoordelijkheid van de verpleegkundige. Dit sluit niet uit dat iemand anders gegevens intikt of inbrengt. De verpleegkundige leest de tekst na, vult aan en valideert deze (manueel of elektronisch) om de inhoud te bevestigen. Hierbij moet rekening gehouden worden met de Wet op Patiëntenrechten en de privacywetgeving. De patiënt moet akkoord gaan met het doorgeven van de gegevens aan de nodige medewerkers.
Uitleenbare technologie voor meer kwaliteit van leven, wonen en werken
Welzijnsvereniging Mintus zette de technologiebibliotheek TOBI op waar zorgprofessionals eenvoudig technologie kunnen ontlenen voor hun eigen dienst. “We willen technologie laagdrempelig maken door alle medewerkers een nieuwe tool of techniek lang genoeg te laten uitproberen op de werkvloer, vooraleer ze die zelf aanschaffen”, legt zorginnovator Jakob Decavel uit.
Samen met Stad Brugge en het Brugse OCMW voorziet welzijnsvereniging Mintus seniorenzorg voor alle inwoners met een beginnende of gevorderde zorgnood. Zowel in een residentiële context via woonzorgcentra als in een thuisomgeving met ondersteuning van thuiszorgdiensten en buurtcentra. “Onze naam Mintus is het Brugse dialect voor ‘mijn thuis’ en omvat de kern van waar we voor staan: mensen een thuis geven door hen ofwel zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen of hen een warme woonst te bieden in een van onze residenties”, legt Jakob Decavel uit. Als zorginnovator is hij verantwoordelijk voor het aanbrengen van innovatie en technologie zodat Mintus de zorg kan aanbieden die het nastreeft. “Zo willen we de kwaliteit van wonen, leven en werken verbeteren voor onze zorgvragers en ons zorgpersoneel.”
26 technologieën binnen handbereik
Vanuit Mintus’ filosofie ‘Zorg met een plus’ ontstond TOBI: een technologiebibliotheek waar zorgprofessionals technologie kunnen ontlenen om zelf uit te testen in het werkveld. “De laatste jaren evolueerde technologie enorm en we zijn overtuigd van de meerwaarde die ze biedt. Toch blijft de drempel soms te hoog door het kostenplaatje en het gebrek aan kennis. Met TOBI maken we die stap kleiner”, aldus Jakob. “De bibliotheek bevat 26 technologieën die in een thuisomgeving of woonzorgcentrum inzetbaar zijn, zoals een heupairbag voor extra veiligheid bij het wandelen, een slimme drinkfles om vochtinname te monitoren, een nachtlamp met bewegingssensor, een robotkat of -hond als gezelschap, een seniorentablet of een slim fotokader om de band met de familie aan te halen. Recent voegden we Moofie toe. Dat is een kleurrijke beweegstok met sensoren die gesproken opdrachten geeft. De stick nodigt uit om bewegingsactiviteiten te doen.”
Betere digitale vaardigheden
Iedereen binnen Mintus mag items uitlenen uit TOBI en ze gedurende drie weken in de praktijk uittesten. “Waar ik de verschillende diensten coach om innovaties te implementeren, gaat onze zorgtechnoloog Margot met de betrokken medewerkers aan de slag zodat de tool ook effectief wordt uitgeprobeerd”, gaat Jakob verder. “Ze vormt de brug tussen technologie en bewoners en personeel, waardoor mensen meer vertrouwen krijgen. Wil een medewerker of dienst na de uitleenperiode de technologie permanent toepassen, dan moeten ze die aankopen. Al bekijken we ook of een deelsysteem mogelijk is, bijvoorbeeld wanneer een bepaald hulpmiddel een hoge aankoopprijs heeft.”
De technologiebibliotheek is binnenkort online beschikbaar zodat medewerkers nog makkelijker zien welke items er zijn, inclusief een korte omschrijving, handleiding en richtprijs. Verder laat een handig boekingssysteem toe het item voor jouw dienst te reserveren. “TOBI verbetert niet alleen de kwaliteit van zorg en leven, maar verhoogt ook de digitale vaardigheden van medewerkers. We streven steeds naar een goede match tussen technologie en praktijk om zo concrete uitdagingen uit het werkveld het hoofd te bieden. Zo is er een mooi voorbeeld van een oudere dame die het Louvre wou zien. Dat was niet realistisch, maar een medewerker gaf haar een VR-bril met beelden van het museum. Fantastisch hoe technologie de droom van iemand kan waarmaken.”
Foto: copyright Bart Lasuy
“Je kan zoveel doen met je twee handen, of door een babbeltje te slaan”
We zetten graag de mensen achter de werkgroepen in de kijker. Wie zijn ze en waar komt hun passie voor verpleegkunde vandaan? Peter van Rosendaal (50 jaar) is coördinator van de mobiele en nacht-equipe bij het Wit-Gele Kruis in Antwerpen en lid van het Regionaal Netwerk Antwerpen.
Waarom ben je verpleegkundige geworden?
Eigenlijk per toeval: als achttienjarige wist ik niet welke richting ik uit wou en ik bezocht na een jobbeurs in Antwerpen de campus van Sint-Berlindis. Daar was zo’n aangename sfeer dat ik me meteen inschreef. In het begin was het zoeken, maar tijdens mijn stages is mijn passie gegroeid. Het is de beste beslissing ooit geweest en ik heb nog geen seconde getwijfeld.
Wat boeit je in je job?
Mijn job geeft me zuurstof: mensen mogen helpen en zorg voor hen dragen. In de thuisverpleging is er altijd veel te leren en ik ben gepassioneerd door de technische handelingen in mijn job. Ik schuim de vormingen af, want verpleegkunde is een job in evolutie. Er verandert altijd iets. Ik vind het leuk om mijn collega’s hier ook in te ondersteunen en begeleiden. Daarnaast mogen we bij de mensen thuis komen en ontvangen ze ons met open armen. Er is zoveel dat je kan doen met je twee handen, of zelfs gewoon door een babbeltje te slaan. Mensen voelen zich gehoord en hebben vertrouwen.
Wat is een belangrijke eigenschap van een verpleegkundige?
Openheid naar mensen. Flexibiliteit: het heeft soms een negatieve bijklank, maar kan ook erg verrijkend zijn. En empathie natuurlijk.
Wat zijn de mooie momenten op de werkvloer?
Heb je een paar dagen? (Lacht) Het leukste vind ik om met weinig inspanning veel te bereiken. Die kleine dingen die het mooi maken, al is het vaak met een lach en een traan.
Zijn er ook minder fijne momenten?
Het blijft een job die beklijvend is. Wanneer mensen er slecht aan toe zijn of overlijden, dan kruipt dat onder je vel. Als jonge man was dat voor mij heel evident, maar nu ik zelf ouder ben, besef ik dat het leven eindig is. Voor mij ook. Je staat er meer bij stil.
Wat zijn de uitdagingen voor vandaag en morgen voor verpleegkundigen?
Ik kijk reikhalzend uit naar de verdere digitalisering. Toen ik startte als thuisverpleegkundige belde ik elke ochtend naar mijn afdelingshoofd om te horen wat mijn ronde was. Tijdens die briefing van een halfuur schreef ik alles op een papier. Vandaag gaan we op stap met een elektronisch verpleegdossier. Binnenkort introduceren we nieuwe software die ons werk nog eenvoudiger gaat maken. Wat gaat artificiële intelligentie betekenen voor ons werk als verpleegkundige? Ik vraag het me af en kijk er nu al naar uit. Ook het gebruik van technische middelen zie ik heel positief in.
Wat doe je in je vrije tijd?
Mijn vrouw en ik zijn van de stad Antwerpen verhuisd naar de Kempen en zijn volop in ontdekkingsfase, dus we fietsen heel veel. Daarnaast probeer ik me ook te engageren voor de zwakkeren in onze maatschappij. Ik heb me graag als vrijwilliger ingezet voor de daklozenwerking in Antwerpen. Nu bekijk ik hoe ik dat kan verder zetten in de Kempen, om een steentje bij te dragen met de kennis en kunde die ik heb.
Wil jij ook lid worden van de werkgroepen of Regionale Netwerken van NETWERK VERPLEEGKUNDE? Schrijf je in met een mailtje naar info@netwerkverpleegkunde.be.