Overdag fuiven: is het een trend?
Zin om je dansbenen los te gooien, maar zijn de clubs nog dicht? Daytime clubbing bewijst dat het anders kan. Feesten en fuiven op klaarlichte dag: al jaren een bekend fenomeen in de Verenigde Staten en in Engeland, een ware hype bij onze noorderburen, en nu ook stevig in opmars in België. Eindelijk feestjes die wel matchen met je onregelmatige shifts en drukke agenda, zonder chronisch slaaptekort.
Begin februari opende ICU de deuren op de Louizalaan. Het concept? Feesten bij daglicht. Op die manier wil oprichtster Angie Ceccarini werkende mensen de kans geven om uit te gaan zonder slaap in te leveren. De geavanceerde licht- en geluidsinstallaties scheppen de sfeer van een klassieke nachtclub, maar dan zonder de nachtelijke uren. En ICU is lang niet de enige. Ook andere clubs en events pikken in op de trend, met feestjes die soms al in de middag starten. Ideaal om stoom af te blazen tussen de onregelmatige shifts.
Feesten op het ritme van je dag
Een van de grootste pluspunten van daytime clubbing? Feesten wanneer het jou uitkomt. Of je nu een nachtraaf of vroege vogel bent, je kiest zelf wanneer je het feestbeest in jezelf naar boven haalt. Perfect voor wie werk, gezin en plezier slim wil combineren. En het beste van alles? Je bent thuis voor bedtijd. Gedaan met slaaptekort of mottige ochtenden die je dagen later nog steeds in de kleren hangen. Bovendien hoef je je nooit meer zorgen te maken over de laatste tram of trein, je geraakt altijd veilig thuis.
Terug van weggeweest
Overdag feesten is minder nieuw dan je denkt. Vroeger startten dansfeesten vaak al in de namiddag. Vanaf de jaren vijftig en zestig schoof het startuur steeds verder op, tot we op het punt belandden waarop clubs pas na middernacht echt vol lopen. Sinds enkele jaren keert het tij. Mensen willen wel feesten, maar zonder hun dag- of slaapritme op te offeren. Daytime clubbing brengt de balans tussen uitgaan en het dagelijkse leven terug. Daar spelen clubs, danscafés en fuiforganisatoren natuurlijk gretig op in.
Geboost door de coronapandemie
De coronapandemie gaf daytime clubbing een onbedoelde duw in de rug. De lockdowns gooiden het nachtleven dan wel op slot, maar de drang om te feesten bleef. Zodra de maatregelen versoepelden, gingen we op zoek naar veilige alternatieven om onze zogenaamde knaldrang te stillen. Het resultaat? Openluchtfeesten, ook wel open airs genoemd – dansen in de openlucht op klaarlichte dag. De formule bleek aan te slaan, want na de pandemie bleef daytime clubbing overeind. Meer nog, het fenomeen breidt zich steeds verder uit naar indoorlocaties.
Blijver of tijdelijke hype?
Open airs zijn intussen niet meer weg te denken in de zomer. Elk jaar duiken podia op met stevige soundsystems en beats die enkele honderden tot duizenden feestvierders samenbrengen. Dat alles in een strikt legaal kader, of net niet. De illegale raveparty’s schieten als paddenstoelen uit de grond, wat de drang naar overdag feesten onderstreept. Maar daytime clubbing is al lang niet meer seizoensgebonden. Clubs als ICU bewijzen dat we een ander ritme opzoeken, waarin we nog steeds kunnen feesten zonder het de dag erna te bekopen. Dus, een tijdelijke hype? Nope. Dit is een blijver.
Netiquette: netjes online communiceren doe je zo
E-mails, appjes, berichten, … Onze communicatie verloopt grotendeels online. Vaak zijn het korte teksten zonder volzinnen. Soms zelfs enkel een reeks emoji’s. En dat beperkt zich niet tot vrienden. Ook tijdens het werk vliegen berichten over en weer. Helaas hebben we niet altijd in handen hoe zo’n bericht binnenkomt bij de ontvanger. Tijd voor vijf praktische tips om ook online netjes en genuanceerd met elkaar te communiceren. Netiquette, met of zonder knipoog. 😉
1. Bezint, eer je begint
Schrijf je een bericht? Onthoud dan vooral dit: je praat niet met een machine, maar met echte personen. Denk na over wat en hoe je schrijft. Alles wat je online zet, blijft daar namelijk eeuwig staan. Een screenshot of een kopie van je berichten is snel gemaakt en deze blijven bestaan, ook nadat jij je berichten achteraf verwijderde.
2. Een kort antwoord is niet altijd boos
Een e-mail met alleen ‘Ja, prima’ of ‘Oké’ voelt misschien kil, maar betekent in de meeste gevallen simpelweg dat de ander snel antwoordt en geen tijd verspilt. Geen verborgen boodschap, geen passief-agressieve toon: gewoon efficiëntie. Probeer dus niet meteen te twijfelen aan de intentie van de ander. En als je zelf kort antwoordt, voeg dan eventueel een extra woordje of emoji toe: ‘Ja, prima! 😊’ of ‘Oké, dank!’.
3. Besteed aandacht aan grammatica en interpunctie
Neem de tijd om je antwoorden nog eens na te lezen. Controleer ze op grammatica, interpunctie en spelling. Het kan voor anderen frustrerend zijn als ze slecht geschreven zinnen moeten ontcijferen om te begrijpen wat je bedoelt. Bovendien leidt het af van het doel van je bericht. Blijf ook weg van uitroeptekens. Eentje kan geen kwaad, maar te veel uitroeptekens maken je bericht onprofessioneel of zelfs kinderachtig. Het wekt de indruk dat je schreeuwt of dat je niet in staat bent om je boodschap helder en overtuigend over te brengen.
4. Emoji’s: ja of nee?
Emoji’s kunnen helpen om je toon zachter te maken. Een ‘Bedankt!’ kan zakelijk of streng overkomen, terwijl ‘Bedankt! 😊’ net iets warmer voelt. Gebruik emoji’s met mate, vooral in formele mails. Let ook op. Emoji’s zijn niet eenduidig. Voor de een is een aubergine een groente, voor de ander is het seksueel getint. Het gebruik van emoji’s is ook generatiegebonden. Neem nu deze:👍. Jongeren gebruiken deze emoji op een heel andere, ironische, manier. Met de duim zeg je op een passief-agressieve, sarcastische manier dat iemand iets ‘goed’ heeft gedaan. Bijvoorbeeld: “Bedankt dat je de vuilniszak weg hebt gebracht 👍”, als iemand dat dus niet heeft gedaan.
Wil je emoji’s gebruiken op je laptop? Zo doe je dat:
- Windows: Druk op Windows-toets + . (punt) en kies een emoji
- Mac: Druk op Control + Command + Spatie om het emoji-venster te openen
5. Laat je online van je beste kant zien
Ook al leidt online communicatie tot een gevoel van anonimiteit, laat jezelf toch maar van je beste kant zien. Blijf vriendelijk, ook als je van mening verschilt. Goede netiquette gaat over respect, beleefdheid en professionaliteit. Wat je vooral niet moet doen? Hele berichten of losse woorden in hoofdletters schrijven, zelfs als je je woorden meer kracht wilt bijzetten. Hoofdletters op het internet staan namelijk voor schreeuwen en worden over het algemeen beschouwd als onbeleefd. Blijf dus weg van de capslock.
Who let the dogs out? Ga eens wandelen met een asielhond
Dierenasielen zitten bomvol. Ondanks de adopt don’t shop-campagne blijven vrijwilligers de toestroom aan achtergelaten honden en katten met lede ogen aanzien. Het probleem? De asielen raken steeds voller, maar het aantal vrijwilligers groeit niet mee. Dat betekent minder aandacht per viervoeter. Wil je helpen zonder zelf een hond in huis te nemen? Trek je wandelschoenen aan en neem een asielhond mee op pad.
Van kennel naar buitenlucht
Even een frisse neus halen en de benen strekken? Een hond heeft er evenveel nood aan als jij. Een regelmatige wandeling houdt hem fit en voorkomt gezondheidsproblemen zoals overgewicht, spierpijn, gewrichtsklachten of zelfs cardiovasculaire aandoeningen. Maar een wandeling zet ook alle zintuigen open. Buiten snuffelen, nieuwe geuren ontdekken en andere honden ontmoeten is pure mentale stimulatie. Een hond leeft nu eenmaal niet alleen van brokken, maar ook van prikkels.
Vooral voor asielhonden is een regelmatige wandeling belangrijk. Vaak brengen de viervoeters het grootste deel van de dag noodgedwongen door in kleine ruimtes. Zonder de nodige beweging en afleiding stapelen stress en gezondheidsproblemen op, terwijl hun adoptiekansen slinken. Zeker oudere honden en honden met gezondheidskwaaltjes hebben het moeilijk. Zonde, want hun karakter kan net zo warm en liefdevol zijn als dat van een speelse pup. Veel honden komen zo in een vicieuze cirkel terecht. Het goede nieuws? Jij kan helpen die te doorbreken door af en toe met de hond te wandelen.
Reset voor hond en mens
De voordelen van wandelen? Die gelden niet alleen voor de hond, maar ook voor jou. Meerdere studies toonden al aan dat wandelen stress vermindert, het humeur verbetert en wonderen doet voor je gezondheid. “Ik doe al genoeg kilometers tijdens mijn shiften”, horen we je al denken. Begrijpelijk, maar het doel is anders. Een hond sleurt je letterlijk uit je routine – al is het maar voor even – en helpt je in het moment te zijn. Even geen drukte, geen werkstress, geen vervelende vragen, geen verwachtingen. Gewoon je hoofd leegmaken, de resetknop indrukken en op je eigen tempo wandelen. En die kwispelende staart en fonkelende puppyogen? Daar word je toch meteen gelukkig van?
Kortom: als je niet de fulltime verantwoordelijkheid van een hond wil, maar toch iets wil betekenen voor zowel de dieren als de vrijwilligers, is dit de ideale middenweg. Een kleine moeite voor jou, een wereld van verschil voor hen.
Probeer het zelf
Wil je het zelf proberen? Ga eens langs bij een dierenasiel in je buurt en vraag naar de mogelijkheden. De meeste asielen verwelkomen wandelvrijwilligers met open armen. Sommige asielen werken met vaste tijdssloten, andere met reserveringen. Na een korte uitleg trek je eropuit met één – of misschien zelfs twee – honden die staan te popelen om uitgelaten te worden. Zet jij ook je beste pootje voor?
Feiten en fabels over tandenpoetsen
Poets minstens tweemaal per dag je tanden! Deze gouden regel is ondertussen flink ingeburgerd. Maar moet dat per se na het ontbijt en vóór het slapengaan? Neen. Ook beter niet doen: je mond spoelen na het poetsen. Je ziet: als het over tandenpoetsen gaat, staan we nog te vaak met onze mond vol tanden. Dit artikel brengt hier verandering in. Alle do’s en don’ts op een rij.
Een gezond gebit is niet alleen van belang voor een stralende glimlach, maar ook voor de gezondheid. Zowel fysiek als mentaal. Onderzoek wijst uit dat ontstekingen in de mond een verhoogd risico meebrengen op hart- en vaatziekten. Ook diabetes en zelfs reumatische aandoeningen worden hiermee in verband gebracht. Daarnaast kan een slecht gebit leiden tot pijn en voedingsproblemen en een verminderd zelfvertrouwen, wat de mentale gezondheid beïnvloedt. Genoeg redenen om dagelijks een tandje bij te steken voor een optimale mondhygiëne.
Tweemaal per dag, minimum twee minuten poetsen
Wist je dat de meeste tandartsen aanraden om je tanden te poetsen vóór het ontbijt? Idealiter zit er een halfuur tot drie kwartier tussen je ontbijt en poetsbeurt. Waarom? Voedingsmiddelen zoals ontbijtgranen en fruitsappen maken de mond zuurder. Als je meteen na het eten poetst, kan het zuur dieper in de tanden doordringen en schade veroorzaken. Dus best eerst tandenpoetsen en dan pas ontbijten of lang genoeg wachten.
Hoeveel minuten moet zo’n poetssessie dan duren? Hoe langer, hoe beter? Ook dat klopt niet helemaal. Waar wel veel van afhangt, is de grondigheid waarmee je poetst. Doe je dat op de juiste manier, bij voorkeur elektrisch, dan volstaan twee minuten. Liever manueel? Gebruik dan een zachte tandenborstel. Weet wel dat je dan vijf keer langer moeten poetsen voor hetzelfde effect.
Flossen: ja. Spoelen: liever niet
Correct flossen is niet voor iedereen weggelegd. Gelukkig zijn er tegenwoordig gebruiksvriendelijke alternatieven zoals tandenstokers en interdentale borstels die helpen bij het reinigen tussen de tanden. Een must, want de eerste gaatjes ontstaan net daar.
Hoe zit het met spoelen? Heb je geen tandproblemen, dan is mondwater niet per se nodig. En na het poetsen? Spoel niet na met water. Spuug de overtollige tandpasta uit, maar laat de fluoride en andere beschermende stoffen in je mond achter. Zo krijgen ze extra tijd om hun werk te doen.
Je bent wat je eet
Alcohol, nicotine en suiker zijn niet alleen slecht voor je gezondheid, ook je gebit ziet ervan af. Al deze ongezonde gewoonten verhogen de zuurgraad in de mond, wat schade aan het glazuur kan veroorzaken. Wil je je tanden versterken? Kies voor voedingsmiddelen die rijk zijn aan calcium zoals zuivelproducten of vezels zoals groenten, fruit en bepaalde granen.
Wist je trouwens dat ook nagelbijten een invloed heeft op je gebit? Vooral als je gel- of acrylnagels draagt. Deze nagelproducten kunnen een acrylatenallergie veroorzaken, wat problemen kan opleveren bij tandheelkundige behandelingen, aangezien acrylaten ook in vullingen en andere tandheelkundige materialen zitten. Hou hier rekening mee, zeker als je een nagelbijter bent.
BMI op de schop?
Neem je gewicht en deel het door je lengte in het kwadraat. Met deze simpele formule bereken je je Body Mass Index of BMI. Al decennialang is BMI de maatstaf om te bepalen of je een gezond gewicht hebt. Toch komt de eeuwenoude formule steeds meer onder vuur te liggen. Wetenschappers pleiten voor een herziening van de BMI en dringen aan op een meer genuanceerde aanpak.
Een BMI onder de 18? Ondergewicht. Boven de 25? Overgewicht. Vanaf 30? Obesitas. Simpel, maar volgens velen te zwart-wit. Zo houdt de BMI geen rekening met de verschillen in lichaamssamenstelling, waardoor je onmogelijk correcte conclusies kan trekken. In het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet roepen talloze gerenommeerde wetenschappers op om het gebruik van BMI te herzien. “Gezondheid in hokjes plaatsen, is compleet achterhaald”, klinkt het.
Vertekend beeld
We grijpen nog te vaak naar BMI om te weten of iemand onder- of overgewicht heeft en om zo gezondheidsrisico’s op te sporen. Het resultaat strookt evenwel niet altijd met de realiteit. Zo laat de formule cruciale factoren, zoals de verhouding tussen vet en spiermassa, volledig links liggen. Denk maar aan topatleten: geen grammetje vet en flinke spierbundels. Door het hoge percentage spiermassa zal de BMI de atleet onterecht in het hokje ‘overgewicht’ klasseren.
Dit legt een grote beperking van de BMI bloot: het negeren van verhoudingen. Het cijfer dat we op de weegschaal zien, is een optelsom van spieren, vet en andere lichaamscomponenten. Gezondheid draait om de balans tussen die elementen, niet alleen om het cijfer.
Risico op onjuiste conclusies
BMI als de enige graadmeter gebruiken leidt tot misleidende conclusies over iemands algemene gezondheid. Maar liefst 76 gezondheidsorganisaties onderschrijven dit standpunt in The Lancet. “De huidige BMI-methode kan zowel obesitas onderschatten als overschatten en biedt onvoldoende informatie over de individuele gezondheid”, staat te lezen.
Het gevaar? Mensen kunnen ten onrechte als gezond beschouwd worden terwijl ze een verhoogd risico lopen op ernstige aandoeningen zoals hart- en vaatziekten of diabetes type 2. Omgekeerd kunnen mensen met een hoge spiermassa onterecht het label ‘ongezond’ krijgen. Door een verkeerde diagnose blijft de juiste zorg of behandeling uit.
Representatievere modellen
De kritiek op BMI is niet nieuw en heeft de weg vrijgemaakt voor nieuwe, representatievere modellen. Volgens Elisabeth De Waele, diensthoofd klinische nutritie van het UZ Brussel, is een bio-elektrische impedantieanalyse of BIA2 een krachtige aanvulling op de BMI. BIA gebruikt elektrische impulsen om vet- en spiermassa in kaart te brengen. Een aanpak die veel preciezer is dan enkel gewicht en lengte. “Binnen de drie minuten weet je precies hoe jouw lichaam in elkaar zit.”
Daarnaast wint de Body Roundness Index (BRI) 3 terrein. BRI vervangt het gewicht door de heupomtrek, wat een realistischer beeld geeft van de lichaamssamenstelling. Onderzoek toont aan dat deze index sterk correleert met BIA en betrouwbaarder is bij het detecteren van gezondheidsrisico’s dan enkel BMI. Kortom: BMI alleen is lang niet meer voldoende.
Slow living: de kunst van niets moeten
Shiften draaien op het werk, de kinderen van school halen, je huis op orde krijgen, sporten, je sociale leven onderhouden, … We hollen van punt a naar punt b, terwijl het leven ons voortdurend op de hielen lijkt te zitten. Herkenbaar? Probeer aan slow living te doen. Letterlijk: trager leven.
Het klinkt als een buzzwoord van de laatste jaren, maar slow living bestaat al meer dan twintig jaar. De term dook voor het eerst op in Carl Honoré’s In Praise of Slowness, een boek uit 2004. Geïnspireerd op de Slow Food-beweging van 1980, beschreef de Canadese auteur hoe we traagheid niet alleen in de keuken, maar ook in andere aspecten van het leven konden toepassen, zoals werk en vrije tijd. Zo kreeg slow living een bredere betekenis.
Traag maar gestaag
Slow living is geen pleidooi voor luiheid, maar voor traagheid. Door bewust een versnelling lager te schakelen, laat je jezelf toe meer aandacht te hebben voor het moment. Probeer het eens tijdens een wandeling: wandel langzamer, kijk om je heen, voel de wind op je huid en luister naar het gezang van de vogels. Je zal ervan versteld staan hoeveel moois je ervaart en observeert, zaken die je gewoonlijk ontgaan door de dagelijkse rush. Net daar schuilt juist de kracht van slow living. Je geniet meer van de kleine momenten, waardoor je batterij sneller oplaadt.
Ook in het huishouden loont het om te vertragen. Neem je tijd tijdens het koken, afwassen of klussen. Omdat je de taken met meer focus doet, schiet je efficiëntie de lucht in en haal je er meer voldoening uit. Onthoud: jij hebt de regie over je tijd, gebruik die wijs.
Van multitasken naar monotasken
In een wereld waarin we het gewoon zijn om meerdere ballen in de lucht te houden, moedigt slow living aan om ons op één bal tegelijk te concentreren. Monotasken dus, in plaats van multitasken. Die ellenlange to-dolijst? Laat je niet overweldigen, maar pak taak per taak aan en voltooi die met al je aandacht. Wie te veel bezig is met de lengte van de lijst, loopt het risico verlamd te geraken en helemaal niets meer gedaan te krijgen. Bovendien helpt deze stapsgewijze aanpak meer veerkracht en mentale rustmomenten op te bouwen.
Kwaliteit boven kwantiteit
De ratrace verlaten klinkt mooi, maar hoe doe je dat in een wereld die altijd maar doordraait? Slow living helpt je het kaf van het koren te scheiden. Stel jezelf de vraag wat je echt gelukkig maakt. Een fijne hobby, een goed boek, qualitytime met je dierbaren? Neem de tijd om je passies te herontdekken en laat overbodige ballast los. Is het echt nodig om elke dag eindeloos door sociale media te scrollen of drie Netflixafleveringen te bingewatchen? Door bewust te kiezen, creëer je ruimte voor de dingen die er echt toe doen.
Gezondheidsvoordelen
Dat slow living goed is voor je mentale welzijn staat buiten kijf. Maar deze mentale kracht uit zich ook in fysieke kracht. Minder haast betekent minder stress, een lagere bloeddruk en een scherpere focus. Dit geeft ook een boost aan je concentratie en kortetermijngeheugen. Slow living kan je helpen minder vergeetachtig te worden over recente acties, zoals of je de voordeur wel op slot hebt gedaan of het fornuis hebt uitgezet.
Probeer het zelf
- Bouw routines in: dagelijkse gewoontes zoals tanden poetsen en koffiezetten bieden houvast en rust. Voltooi ze met volle aandacht in plaats van op automatische piloot.
- Probeer mindfulness: mindful wandelen, bewegen of mediteren brengt je terug naar het heden en legt onrustige gedachten het zwijgen op.
- Overweeg een digitale detox: minder schermtijd creëert meer tijd en ruimte om echt te ontspannen en te verbinden met de realiteit.
- Herontdek een hobby: zoek een passie die je gelukkig maakt en waarin je je energie kwijt kan.
- Doe eens niets: gun jezelf af en toe een pauze zonder schuldgevoel.
De (on)zin van sap- en detoxkuren
Sap- en detoxkuren zijn populairder dan ooit. Zeker na de feestdagen grijpen velen naar vloeibare diëten om het lichaam te resetten. Maar helpen ze echt om een gezonde levensstijl aan te houden? Voelen we ons daadwerkelijk energieker? Zullen de kilo’s eraf vliegen, zoals vaak beweerd? Of schuilen er toch gevaren om de hoek? Kortom, hoe zinvol zijn de kuren echt?
Moeten we detoxen?
Volgens voorstanders is een detoxkuur nodig om opgestapelde gifstoffen uit het lichaam te verwijderen. Maar experts zijn duidelijk: je lichaam reinigt zichzelf. Organen zoals je lever, nieren, huid en blaas werken dag en nacht om afvalstoffen af te voeren. Het idee dat sapjes deze taak moeten overnemen, is een mythe. Daarnaast is er geen wetenschappelijk bewijs dat populaire detoxingrediënten – de zogenaamde ‘superfoods’ – je metabolisme versnellen of spijsvertering verbeteren. Een sapkuur is vaak te eenzijdig, waardoor je je lichaam opzadelt met een tekort aan cruciale voedingsstoffen.
Meer energie, of toch niet?
Veel detoxliefhebbers claimen zich energieker te voelen tijdens de kuur, maar dat komt eerder door wat ze schrappen uit hun dieet. Door minder bewerkte voeding en toegevoegde suikers te eten, voorkom je bloedsuikerschommelingen en voel je je stabieler. Ook het placebo-effect speelt mogelijk een rol: als je gelooft dat je je beter voelt, gaat je lichaam die gedachte vaak volgen. Toch werkt een sapkuur niet voor iedereen. Sommigen voelen zich juist futlozer en vermoeider door het caloriegebrek.
Afvallen of alleen tijdelijk?
Ja, een sapkuur kan op korte termijn tot gewichtsverlies leiden, maar dat is vooral te wijten aan de lage calorie-inname. De kilo’s komen vaak terug zodra je weer normaal eet. Duurzaam gewichtsverlies vraagt om structurele veranderingen, zoals meer groenten en fruit, minder suikers en een gezonder eetpatroon. Als je na de detox weer in je oude gewoontes vervalt, heeft een kuur weinig nut.
Al mag het psychologische effect niet onderschat worden. Voor sommigen is een detox een eyeopener en motivatie om nieuwe, gezonde gewoontes in te bouwen waar ze op de lange termijn wel de vruchten van plukken.
Wat werkt dan wel?
Wil je toch een detoxkuur proberen? Beperk de kuur dan tot maximaal drie dagen om voedingstekorten te voorkomen. Tegelijk geldt: overdaad schaadt. Sapjes zijn te eenzijdig, en een teveel aan bepaalde stoffen kan gezondheidsproblemen veroorzaken.
Het is zinvoller om je dagelijkse eetpatroon aan te passen: vermijd bewerkte voeding, eet voldoende groenten en fruit, slaap en beweeg genoeg. Een gezonde levensstijl biedt een blijvend effect, een detoxkuur slechts een kortstondig. Je lichaam is van nature een detoxmachine. Jij moet het enkel de juiste brandstof geven.
Wat met smoothies?
Dat hangt ervan af. Supermarktsmoothies bevatten vaak meer fruit dan je nodig hebt, aangevuld met zoet- en vetstoffen. Omdat de vezels in kleine stukjes gebroken worden, komen de suikers sneller in je bloed. Je lichaam reageert op deze suikerpiek met insuline, wat een suikerdip uitlokt. Onze tip: maak je smoothie zelf met natuurlijke ingrediënten. Varieer met fruit, groenten, noten, zaden en yoghurt voor een goede balans in voedingsstoffen.
Herwin de rust in je hoofd met een digitale detox
Melding hier, bericht daar, een news alert ginder. We leven in een wereld waar we altijd maar verbonden zijn. Geen wonder dat je hoofd soms op ontploffen staat. Wat als je die constante digitale afleiding aan de kant schuift? Met een digitale detox verander je de haat-liefdeverhouding met je smartphone in een harmonieus huwelijk.
Vlamingen spenderen gemiddeld drie uur en acht minuten per dag op hun smartphone. Zeven op de tien vindt dat te veel, drie op de tien durft zichzelf verslaafd te noemen. Tegelijk was er nog nooit zo veel bezorgdheid over smartphonegebruik. Je telefoon op de juiste momenten links laten liggen, is broodnodig om je hersenen voldoende rust te gunnen. Met positieve effecten voor je slaap en stressniveau.
De onweerstaanbare lokroep van de smartphone verklaard
Waarom is het toch zo moeilijk om die smartphone naast ons neer te leggen? Eén woord: dopamine. Elke like, melding of scroll bezorgt je een shotje geluk. Hoe vaker je dat gevoel ervaart, hoe meer je hersenen ernaar verlangen. En dat is geen toeval. Smartphones en apps zijn ontworpen om in te spelen op onze zwakke psychologische plekken.
De likes voelen als schouderklopjes en voeden onze drang naar sociale erkenning. Het eindeloos scrollen doen we dan weer vanuit de dwangmatige jacht naar iets bijzonders. En het gevoel van een opgeruimde inbox? Onbetaalbaar. Ondertussen krijgt je prefrontale cortex, de verantwoordelijke voor je focus en concentratievermogen, nauwelijks nog ademruimte.
Begin klein voor een groot effect
Moeten we de smartphone dan voorgoed bannen? Nee, een drastische ommezwaai van diep ingebakken gewoontes werkt zelden. Analyseer liever je routines en pas ze beetje bij beetje aan. Wanneer en waarom grijp je naar je telefoon? Als je dat weet, kan je voor jezelf kleine, haalbare doelen stellen die je op termijn opschaalt.
Maak afspraken met jezelf
Je pakt je smartphone om de tijd te checken. Voor je het weet, ben je twintig minuten verder: mailbox uitgespit, berichtjes beantwoord, het zoveelste kattenfilmpje bekeken, … en ondertussen weet je nog steeds niet hoe laat het is. Herkenbaar? Dit zogenaamde ‘treintjesgedrag’ laat zien waarom het belangrijk is om duidelijke afspraken met jezelf te maken over schermtijd. Bijvoorbeeld: niet op de slaapkamer, niet op het werk en niet na 20 uur.
Zet notificaties uit
Ping! Zo’n 28 procent van de Vlamingen beantwoordt meldingen binnen de minuut. Net als Pavlovs hond reageren we reflexmatig op elke pop-up. De oplossing? Zet je notificaties uit. Plan vaste momenten om je meldingen te checken en verwerk alles in één keer. Dat biedt niet alleen rust, maar ook voldoening. Vermijd daarnaast een kakofonie van meldingen door apps op één toestel te bundelen: smartphone, laptop of smartwatch. En voel je niet schuldig om de niet-storenfunctie in te schakelen als je snakt naar rust.
Haal je dopamine ergens anders
Minder schermtijd betekent meer tijd voor andere dingen. Haal dat muziekinstrument nog eens van onder het stof, trek je loopschoenen aan of lees het boek dat al zo lang ongeopend op je nachtkastje ligt. Het dopamineshot van een activiteit die je graag en zonder afleiding doet, werkt nog meer verslavend.
Bouwstenen voor een positief lichaamsbeeld
Een op de vier jongeren kampt met een negatief lichaamsbeeld. Dit beeld wordt al heel vroeg gevormd en heeft een grote impact op hun welzijn en toekomst. Het boek ‘Het lichaam leren omarmen’ biedt waardevolle inzichten en praktische adviezen voor zorgprofessionals om jongeren te ondersteunen. Ook als verpleegkundige speel je een sleutelrol in het bevorderen van een gezondere relatie tussen jongeren en hun lichaam.
25 procent van de jongeren worstelt met een negatief lichaamsbeeld. Bewustwording over het lichaam begint in de kindertijd, het lichaamsbeeld kan dan al onder druk staan. De omgeving speelt hier onder andere een rol in. Denk aan onschuldig bedoelde opmerkingen over de kloeke billetjes van een kind of de negatieve bijklank van ‘je wil toch niet dik worden?’ Ook de invloed van sociale media op het lichaamsbeeld is niet te onderschatten. “De constante vergelijking met onrealistische beelden leidt vaak tot gevoelens van onzekerheid”, vertelt Jolien De Coen, één van de auteurs van het boek, klinisch psychologe en onderzoeker aan de Universiteit Gent. “Daarnaast zijn jongeren die geconfronteerd worden met een veranderd lichaamsbeeld door ziekte of medische behandelingen kwetsbaar. Deze veranderingen kunnen hun zelfvertrouwen en lichaamsacceptatie onder druk zetten.”
Alert zijn voor signalen
Jongeren kunnen een obsessie ontwikkelen om slanker te willen zijn door bijvoorbeeld overmatig te sporten of strikte diëten te volgen om aan een ideaalbeeld te voldoen. Hierdoor lopen ze het risico op eetstoornissen. Sombere emoties, gevoelens van schaamte en het vermijden van sociale of lichamelijke activiteiten zijn eveneens veelvoorkomende uitingen van een negatief lichaamsbeeld. Deze gedragingen en gevoelens beïnvloeden hun fysieke gezondheid en hun psychische welzijn. “Als verpleegkundige is het goed de signalen te kennen en eventueel te capteren”, vult co-auteur Sandra Verbeken aan, docente klinische ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Gent. “Uiteraard verwijs je patiënten waar je je zorgen om maakt door naar gespecialiseerde hulp. Toch kan je ook zelf het verschil maken. Naast empathisch luisteren en jongeren laten merken dat ze gehoord worden, is het voor de verpleegkundige belangrijk om aandacht te hebben voor de manier van communiceren over het lichaam. Communicatie gericht op de functies, vaardigheden en kwaliteiten van het lichaam helpen om meer veerkracht op te bouwen.”
Praktische tips
Een holistische benadering, waarin we samenwerken met psychologen en andere experts, maakt dat zorg voor jongeren nog beter wordt afgestemd. In dat kader ontwikkelden Jolien en Sandra samen met Juliette Taquet, Jakke Coenye, Lien Goossens en Eva Van Malderen het boek ‘Het lichaam leren omarmen. Therapeutische technieken voor een gezonder lichaamsbeeld bij kinderen en jongeren’. Verpleegkundigen kunnen jongeren aanmoedigen om trots te zijn op wat hun lichaam kan en hoe dit bijvoorbeeld bijdraagt aan zelfzorg en de communicatie met anderen. Jolien: “Lichaamsbeeld gaat niet alleen over hoe je eruitziet, maar ook over wat je lichaam allemaal kan: de zintuigen, het bewegen en het functioneren van organen. Dit bewustzijn kunnen we vergroten door hen daarover positief te benaderen of door zelf een rolmodel te zijn, bijvoorbeeld. In dit boek bieden we concrete handvaten voor zorgprofessionals om hierover het gesprek aan te gaan met kinderen, jongeren en hun ouders, en technieken die ingezet kunnen worden bij een negatief lichaamsbeeld of als aanvulling bij de behandeling van eetstoornissen. Bewust omgaan met de impact van woorden en samenwerken met anderen maken alvast een wereld van verschil.”
Bingewaardige series over verpleegkundigen
Van County General Hospital tot Grey Sloan Memorial Hospital: weet jij meteen wie er op de werkvloer gaat? Niets beter dan een meeslepende ziekenhuisserie bingen wanneer je thuiskomt van een lange shift, geniet van een welverdiende vakantie of – helaas – ziek in de zetel ligt. Het drama, de herkenbare situaties en de spanning tussen de personages: heerlijk! Wij zetten enkele van de populairste ziekenhuis- en doktersseries op een rij. Zo weet jij weer wat gekeken.
1. Een klassieker
Wie in de jaren negentig al eens een televisietoestel aanzette, heeft vast ook ER gekeken. De spoeddienst van het County General Hospital in Chicago was het decor voor de persoonlijke verwikkelingen van dokters en verpleegkundigen als Doug Ross, gespeeld door George Clooney. Met vijftien seizoenen heb je heel wat afleveringen in te halen.
2. Een niet te missen sterkhouder
Een moderne klassieker onder de ziekenhuisseries is Grey’s Anatomy. Deze serie – gemaakt door Shonda Rhimes, die ons ook Bridgerton gaf – volgt het wel en wee van de dokters in het Grey Sloan Memorial Hospital in Seattle. Met vandaag zelfs een 21ste seizoen blijft deze serie je een lach, een traan en bij momenten een gebroken hart bezorgen. En kritische vragen, want de dokters nemen nogal wat werk van de verpleegkundigen uit handen in dit ziekenhuis.
3. Ouderwets verplegen
Hou je van retro? BBC’s Call the Midwife volgt verpleegkundigen en vroedvrouwen die in de jaren vijftig en zestig aan de slag zijn in Londen. Ontstaan vanuit een klooster komen de personages in aanraking met alle aspecten van het beroep en de maatschappij. Benieuwd wat je vandaag nog herkent en welke situaties nu onvoorstelbaar zijn.
4. Back to the nillies
Misschien wel even nostalgisch is het Amerikaanse Scrubs, dat van 2001 tot en met 2010 liep. In het Sacred Heart Hospital leert de stagiair J.D. de kneepjes van het vak en de sociale regels van het ziekenhuis kennen. Je lacht je een breuk met zijn dagdromen, de absurde situaties en de interacties tussen artsen en verpleegkundigen.
5. Zei iemand verpleegkundige in een huisartspraktijk?
Niet elke verpleegkundige werkt in een ziekenhuis, dat hoeven we jou niet te vertellen. Wanneer Mel van de grote stad naar het rustieke Virgin River trekt om er als verpleegkundige en vroedvrouw de lokale huisarts bij te staan, weet ze niet wat haar overkomt. Ze leert er al snel de excentrieke inwoners kennen, in de praktijk en tijdens huisbezoeken. Ook romantiek hangt onmiskenbaar in de lucht. Met zes seizoenen en een veelvoud aan plottwists houdt Virgin River ons aan ons scherm gekluisterd.
6. Van eigen bodem
Van 2000 tot 2008 kreeg Vlaanderen met Spoed zijn eigen ER. We volgden massaal het reilen en zeilen op de spoedafdeling van een “Algemeen Ziekenhuis” in de regio Antwerpen. Met acteurs als Sven De Ridder, Kürt Rogiers en Veerle Dobbelaere is het herbekijken van deze dramaserie vast een nostalgische trip.