De (on)zin van sap- en detoxkuren
Sap- en detoxkuren zijn populairder dan ooit. Zeker na de feestdagen grijpen velen naar vloeibare diëten om het lichaam te resetten. Maar helpen ze echt om een gezonde levensstijl aan te houden? Voelen we ons daadwerkelijk energieker? Zullen de kilo’s eraf vliegen, zoals vaak beweerd? Of schuilen er toch gevaren om de hoek? Kortom, hoe zinvol zijn de kuren echt?
Moeten we detoxen?
Volgens voorstanders is een detoxkuur nodig om opgestapelde gifstoffen uit het lichaam te verwijderen. Maar experts zijn duidelijk: je lichaam reinigt zichzelf. Organen zoals je lever, nieren, huid en blaas werken dag en nacht om afvalstoffen af te voeren. Het idee dat sapjes deze taak moeten overnemen, is een mythe. Daarnaast is er geen wetenschappelijk bewijs dat populaire detoxingrediënten – de zogenaamde ‘superfoods’ – je metabolisme versnellen of spijsvertering verbeteren. Een sapkuur is vaak te eenzijdig, waardoor je je lichaam opzadelt met een tekort aan cruciale voedingsstoffen.
Meer energie, of toch niet?
Veel detoxliefhebbers claimen zich energieker te voelen tijdens de kuur, maar dat komt eerder door wat ze schrappen uit hun dieet. Door minder bewerkte voeding en toegevoegde suikers te eten, voorkom je bloedsuikerschommelingen en voel je je stabieler. Ook het placebo-effect speelt mogelijk een rol: als je gelooft dat je je beter voelt, gaat je lichaam die gedachte vaak volgen. Toch werkt een sapkuur niet voor iedereen. Sommigen voelen zich juist futlozer en vermoeider door het caloriegebrek.
Afvallen of alleen tijdelijk?
Ja, een sapkuur kan op korte termijn tot gewichtsverlies leiden, maar dat is vooral te wijten aan de lage calorie-inname. De kilo’s komen vaak terug zodra je weer normaal eet. Duurzaam gewichtsverlies vraagt om structurele veranderingen, zoals meer groenten en fruit, minder suikers en een gezonder eetpatroon. Als je na de detox weer in je oude gewoontes vervalt, heeft een kuur weinig nut.
Al mag het psychologische effect niet onderschat worden. Voor sommigen is een detox een eyeopener en motivatie om nieuwe, gezonde gewoontes in te bouwen waar ze op de lange termijn wel de vruchten van plukken.
Wat werkt dan wel?
Wil je toch een detoxkuur proberen? Beperk de kuur dan tot maximaal drie dagen om voedingstekorten te voorkomen. Tegelijk geldt: overdaad schaadt. Sapjes zijn te eenzijdig, en een teveel aan bepaalde stoffen kan gezondheidsproblemen veroorzaken.
Het is zinvoller om je dagelijkse eetpatroon aan te passen: vermijd bewerkte voeding, eet voldoende groenten en fruit, slaap en beweeg genoeg. Een gezonde levensstijl biedt een blijvend effect, een detoxkuur slechts een kortstondig. Je lichaam is van nature een detoxmachine. Jij moet het enkel de juiste brandstof geven.
Wat met smoothies?
Dat hangt ervan af. Supermarktsmoothies bevatten vaak meer fruit dan je nodig hebt, aangevuld met zoet- en vetstoffen. Omdat de vezels in kleine stukjes gebroken worden, komen de suikers sneller in je bloed. Je lichaam reageert op deze suikerpiek met insuline, wat een suikerdip uitlokt. Onze tip: maak je smoothie zelf met natuurlijke ingrediënten. Varieer met fruit, groenten, noten, zaden en yoghurt voor een goede balans in voedingsstoffen.
Herwin de rust in je hoofd met een digitale detox
Melding hier, bericht daar, een news alert ginder. We leven in een wereld waar we altijd maar verbonden zijn. Geen wonder dat je hoofd soms op ontploffen staat. Wat als je die constante digitale afleiding aan de kant schuift? Met een digitale detox verander je de haat-liefdeverhouding met je smartphone in een harmonieus huwelijk.
Vlamingen spenderen gemiddeld drie uur en acht minuten per dag op hun smartphone. Zeven op de tien vindt dat te veel, drie op de tien durft zichzelf verslaafd te noemen. Tegelijk was er nog nooit zo veel bezorgdheid over smartphonegebruik. Je telefoon op de juiste momenten links laten liggen, is broodnodig om je hersenen voldoende rust te gunnen. Met positieve effecten voor je slaap en stressniveau.
De onweerstaanbare lokroep van de smartphone verklaard
Waarom is het toch zo moeilijk om die smartphone naast ons neer te leggen? Eén woord: dopamine. Elke like, melding of scroll bezorgt je een shotje geluk. Hoe vaker je dat gevoel ervaart, hoe meer je hersenen ernaar verlangen. En dat is geen toeval. Smartphones en apps zijn ontworpen om in te spelen op onze zwakke psychologische plekken.
De likes voelen als schouderklopjes en voeden onze drang naar sociale erkenning. Het eindeloos scrollen doen we dan weer vanuit de dwangmatige jacht naar iets bijzonders. En het gevoel van een opgeruimde inbox? Onbetaalbaar. Ondertussen krijgt je prefrontale cortex, de verantwoordelijke voor je focus en concentratievermogen, nauwelijks nog ademruimte.
Begin klein voor een groot effect
Moeten we de smartphone dan voorgoed bannen? Nee, een drastische ommezwaai van diep ingebakken gewoontes werkt zelden. Analyseer liever je routines en pas ze beetje bij beetje aan. Wanneer en waarom grijp je naar je telefoon? Als je dat weet, kan je voor jezelf kleine, haalbare doelen stellen die je op termijn opschaalt.
Maak afspraken met jezelf
Je pakt je smartphone om de tijd te checken. Voor je het weet, ben je twintig minuten verder: mailbox uitgespit, berichtjes beantwoord, het zoveelste kattenfilmpje bekeken, … en ondertussen weet je nog steeds niet hoe laat het is. Herkenbaar? Dit zogenaamde ‘treintjesgedrag’ laat zien waarom het belangrijk is om duidelijke afspraken met jezelf te maken over schermtijd. Bijvoorbeeld: niet op de slaapkamer, niet op het werk en niet na 20 uur.
Zet notificaties uit
Ping! Zo’n 28 procent van de Vlamingen beantwoordt meldingen binnen de minuut. Net als Pavlovs hond reageren we reflexmatig op elke pop-up. De oplossing? Zet je notificaties uit. Plan vaste momenten om je meldingen te checken en verwerk alles in één keer. Dat biedt niet alleen rust, maar ook voldoening. Vermijd daarnaast een kakofonie van meldingen door apps op één toestel te bundelen: smartphone, laptop of smartwatch. En voel je niet schuldig om de niet-storenfunctie in te schakelen als je snakt naar rust.
Haal je dopamine ergens anders
Minder schermtijd betekent meer tijd voor andere dingen. Haal dat muziekinstrument nog eens van onder het stof, trek je loopschoenen aan of lees het boek dat al zo lang ongeopend op je nachtkastje ligt. Het dopamineshot van een activiteit die je graag en zonder afleiding doet, werkt nog meer verslavend.
Bouwstenen voor een positief lichaamsbeeld
Een op de vier jongeren kampt met een negatief lichaamsbeeld. Dit beeld wordt al heel vroeg gevormd en heeft een grote impact op hun welzijn en toekomst. Het boek ‘Het lichaam leren omarmen’ biedt waardevolle inzichten en praktische adviezen voor zorgprofessionals om jongeren te ondersteunen. Ook als verpleegkundige speel je een sleutelrol in het bevorderen van een gezondere relatie tussen jongeren en hun lichaam.
25 procent van de jongeren worstelt met een negatief lichaamsbeeld. Bewustwording over het lichaam begint in de kindertijd, het lichaamsbeeld kan dan al onder druk staan. De omgeving speelt hier onder andere een rol in. Denk aan onschuldig bedoelde opmerkingen over de kloeke billetjes van een kind of de negatieve bijklank van ‘je wil toch niet dik worden?’ Ook de invloed van sociale media op het lichaamsbeeld is niet te onderschatten. “De constante vergelijking met onrealistische beelden leidt vaak tot gevoelens van onzekerheid”, vertelt Jolien De Coen, één van de auteurs van het boek, klinisch psychologe en onderzoeker aan de Universiteit Gent. “Daarnaast zijn jongeren die geconfronteerd worden met een veranderd lichaamsbeeld door ziekte of medische behandelingen kwetsbaar. Deze veranderingen kunnen hun zelfvertrouwen en lichaamsacceptatie onder druk zetten.”
Alert zijn voor signalen
Jongeren kunnen een obsessie ontwikkelen om slanker te willen zijn door bijvoorbeeld overmatig te sporten of strikte diëten te volgen om aan een ideaalbeeld te voldoen. Hierdoor lopen ze het risico op eetstoornissen. Sombere emoties, gevoelens van schaamte en het vermijden van sociale of lichamelijke activiteiten zijn eveneens veelvoorkomende uitingen van een negatief lichaamsbeeld. Deze gedragingen en gevoelens beïnvloeden hun fysieke gezondheid en hun psychische welzijn. “Als verpleegkundige is het goed de signalen te kennen en eventueel te capteren”, vult co-auteur Sandra Verbeken aan, docente klinische ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Gent. “Uiteraard verwijs je patiënten waar je je zorgen om maakt door naar gespecialiseerde hulp. Toch kan je ook zelf het verschil maken. Naast empathisch luisteren en jongeren laten merken dat ze gehoord worden, is het voor de verpleegkundige belangrijk om aandacht te hebben voor de manier van communiceren over het lichaam. Communicatie gericht op de functies, vaardigheden en kwaliteiten van het lichaam helpen om meer veerkracht op te bouwen.”
Praktische tips
Een holistische benadering, waarin we samenwerken met psychologen en andere experts, maakt dat zorg voor jongeren nog beter wordt afgestemd. In dat kader ontwikkelden Jolien en Sandra samen met Juliette Taquet, Jakke Coenye, Lien Goossens en Eva Van Malderen het boek ‘Het lichaam leren omarmen. Therapeutische technieken voor een gezonder lichaamsbeeld bij kinderen en jongeren’. Verpleegkundigen kunnen jongeren aanmoedigen om trots te zijn op wat hun lichaam kan en hoe dit bijvoorbeeld bijdraagt aan zelfzorg en de communicatie met anderen. Jolien: “Lichaamsbeeld gaat niet alleen over hoe je eruitziet, maar ook over wat je lichaam allemaal kan: de zintuigen, het bewegen en het functioneren van organen. Dit bewustzijn kunnen we vergroten door hen daarover positief te benaderen of door zelf een rolmodel te zijn, bijvoorbeeld. In dit boek bieden we concrete handvaten voor zorgprofessionals om hierover het gesprek aan te gaan met kinderen, jongeren en hun ouders, en technieken die ingezet kunnen worden bij een negatief lichaamsbeeld of als aanvulling bij de behandeling van eetstoornissen. Bewust omgaan met de impact van woorden en samenwerken met anderen maken alvast een wereld van verschil.”
Bingewaardige series over verpleegkundigen
Van County General Hospital tot Grey Sloan Memorial Hospital: weet jij meteen wie er op de werkvloer gaat? Niets beter dan een meeslepende ziekenhuisserie bingen wanneer je thuiskomt van een lange shift, geniet van een welverdiende vakantie of – helaas – ziek in de zetel ligt. Het drama, de herkenbare situaties en de spanning tussen de personages: heerlijk! Wij zetten enkele van de populairste ziekenhuis- en doktersseries op een rij. Zo weet jij weer wat gekeken.
1. Een klassieker
Wie in de jaren negentig al eens een televisietoestel aanzette, heeft vast ook ER gekeken. De spoeddienst van het County General Hospital in Chicago was het decor voor de persoonlijke verwikkelingen van dokters en verpleegkundigen als Doug Ross, gespeeld door George Clooney. Met vijftien seizoenen heb je heel wat afleveringen in te halen.
2. Een niet te missen sterkhouder
Een moderne klassieker onder de ziekenhuisseries is Grey’s Anatomy. Deze serie – gemaakt door Shonda Rhimes, die ons ook Bridgerton gaf – volgt het wel en wee van de dokters in het Grey Sloan Memorial Hospital in Seattle. Met vandaag zelfs een 21ste seizoen blijft deze serie je een lach, een traan en bij momenten een gebroken hart bezorgen. En kritische vragen, want de dokters nemen nogal wat werk van de verpleegkundigen uit handen in dit ziekenhuis.
3. Ouderwets verplegen
Hou je van retro? BBC’s Call the Midwife volgt verpleegkundigen en vroedvrouwen die in de jaren vijftig en zestig aan de slag zijn in Londen. Ontstaan vanuit een klooster komen de personages in aanraking met alle aspecten van het beroep en de maatschappij. Benieuwd wat je vandaag nog herkent en welke situaties nu onvoorstelbaar zijn.
4. Back to the nillies
Misschien wel even nostalgisch is het Amerikaanse Scrubs, dat van 2001 tot en met 2010 liep. In het Sacred Heart Hospital leert de stagiair J.D. de kneepjes van het vak en de sociale regels van het ziekenhuis kennen. Je lacht je een breuk met zijn dagdromen, de absurde situaties en de interacties tussen artsen en verpleegkundigen.
5. Zei iemand verpleegkundige in een huisartspraktijk?
Niet elke verpleegkundige werkt in een ziekenhuis, dat hoeven we jou niet te vertellen. Wanneer Mel van de grote stad naar het rustieke Virgin River trekt om er als verpleegkundige en vroedvrouw de lokale huisarts bij te staan, weet ze niet wat haar overkomt. Ze leert er al snel de excentrieke inwoners kennen, in de praktijk en tijdens huisbezoeken. Ook romantiek hangt onmiskenbaar in de lucht. Met zes seizoenen en een veelvoud aan plottwists houdt Virgin River ons aan ons scherm gekluisterd.
6. Van eigen bodem
Van 2000 tot 2008 kreeg Vlaanderen met Spoed zijn eigen ER. We volgden massaal het reilen en zeilen op de spoedafdeling van een “Algemeen Ziekenhuis” in de regio Antwerpen. Met acteurs als Sven De Ridder, Kürt Rogiers en Veerle Dobbelaere is het herbekijken van deze dramaserie vast een nostalgische trip.
AI waarschuwt voor eetbui of bingedrinken
Wat als je smartphone of je smartwatch je kon vertellen wanneer je het risico loopt op een eetbui of om te bingedrinken jij daardoor tijdig maatregelen kan nemen? Nieuw onderzoek van de Mind-Body Research groep van de KU Leuven en de Universiteit van California in Berkeley verduidelijkt de omstandigheden die deze events veroorzaken bij mensen met boulimia nervosa en een alcoholgebruikstoornis.
Onderzoekers van de Mind-Body Research groep van de KU Leuven en de Universiteit van California in Berkeley volgden 120 patiënten tijdens een periode van twaalf maanden. Naast hun eet- en drinkgedrag bestudeerden ze ook verschillende emotionele, gedrags- en contextuele factoren aan de hand van de experience sampling methode (ESM). Die houdt in dat de deelnemers hun gedrag en ervaringen verschillende keren per dag rapporteren – in dit geval acht keer op specifieke dagen in de week.
De oorzaak achterhaald
Uit de analyse van die gegevens – gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Medicine – bleek dat er verschillende voorspellers zijn voor eetbuien en bingedrinken. De belangrijkste waren het tijdstip van de dag en het ervaren van een drang om te eten of drinken. Ook sociale context en emotionele factoren spelen een belangrijke rol. “Deze inzichten zijn een belangrijke stap voorwaarts in het begrijpen en aanpakken van de complexiteit bij boulimia nervosa en alcoholgebruikstoornis”, vertelt onderzoeker Nicolas Leenaerts (KU Leuven). “Door gebruik te maken van artificiële intelligentie kunnen we beter voorspellen wanneer eetbuien en bingedrinken zullen optreden en effectiever ingrijpen.”
Wat betekent dit voor patiënten?
De inzichten uit het onderzoek maken namelijk just-in-time adaptieve interventies mogelijk. Die interventies bieden ondersteuning wanneer de patiënt die het meeste nodig heeft. Wanneer je een app gebruikt om je emoties en gedrag te rapporteren, kan een algoritme de risico’s voorspellen en een waarschuwing versturen, afgestemd op de situatie waarin je je op dat moment bevindt. Die aanpak kan de effectiviteit van behandelingen voor boulimia nervosa en alcoholgebruikstoornissen aanzienlijk verbeteren.
Ook uit de studie blijkt dat de sociale context en emotionele toestand van patiënten significant verschilde bij eetbuien en bingedrinken. Positieve emoties en bepaalde sociale situaties bleken bijvoorbeeld meer voorspellend voor bingedrinken, terwijl negatieve emoties nauwer verbonden zijn met eetbuien. Context is dus cruciaal. Leenaerts: “Dit inzicht stelt ons in staat tussenkomsten te ontwikkelen die niet alleen op tijd komen, maar ook contextueel relevant zijn en rekening houden met de emotionele toestand van patiënten.”
Op wolkjes lopen tijdens je shift? Investeer in goed schoeisel
Wie de hele dag – of nacht – op zijn benen staat, soigneert maar beter zijn voeten. Met gepast schoeisel bijvoorbeeld. Een comfortabele, ondersteunende schoen is geen overbodige luxe als je stappenteller elke werkdag overuren draait. Waarop let je het best als je schoenen koopt om het vuur mee uit je sloffen te lopen?
Als verpleegkundige kom je makkelijk aan je dagelijkse aantal stappen. De uren die je rechtop staat in combinatie met een harde vloer – typisch aan ziekenhuizen en woonzorgcentra – en met heel wat tilwerk, vreten aan je lichaam. Pijn aan de knieën, heupen en rug komt vaak voor en de gevolgen gaan van vervelende klachten tot verschillende maanden ziekteverlof. Je kan veel voorkomen door de juiste, ondersteunende schoenen aan te trekken tijdens je shift.
De perfecte schoen
De beste schoen om te dragen tijdens het werk is niet de duurste, de goedkoopste of de mooiste – gelukkig is het ook niet per se de lelijkste. Het kan zowel een sneaker zijn als een ergonomische schoen. Om te bepalen welk paar jou het meeste comfort geeft, kan je een aantal zaken bekijken. Allereerst is er de demping en het gebruik van schokabsorberende materialen. Dender je hele dagen over een ziekenhuisvloer? Loop je de lange gangen van je werkplek verschillende keren per dag door? Dan is het belangrijk om die schokken op te vangen met de juiste materialen. Zo hoeven je gewrichten dat niet te doen.
Ook de pasvorm van je schoen is belangrijk. Koop sowieso nooit een schoen die te klein of te groot is. Het is dus belangrijk een schoen in de winkel te passen of om te ruilen wanneer je online een paar bestelt dat niet past. Een brede teendoos en stevige hielpasvorm zijn belangrijk om comfortabel te zijn, van de eerste tot de laatste dag waarop je van je schoenen geniet. Steunzolen geven je extra steun – what’s in a name – en doen wonderen voor je benen, knieën en rug.
Veilig en in goede staat
Naast steun en comfort is veiligheid nog een belangrijk aspect van je werkschoenen. Met een antislipzool glij je niet uit. Dat voorkomt niet alleen valpartijen. Als je uitglijdt en je lichaam corrigeert de val, dan kan je je ook verrekken – dat hoeven wij je vast niet uit te leggen. Zo’n verrekking kan even pijnlijk zijn als een val. Schoenen met antislip of een duidelijk profiel in de zool beschermen je hiertegen.
Hoe vaak moet je je schoenen vervangen? Als het van modemerken afhangt zo vaak mogelijk natuurlijk. Als je rekent dat je ongeveer 800 à 1.000 kilometer uit een paar schoenen haalt, dan heb je halfjaarlijks een nieuw paar nodig. Handig toeval dat er ook twee keer per jaar grote solden zijn, niet? En dat paar schoenen mag – ook op de werkvloer – best wat modieus zijn. Laat je gaan!
Enkele vuistregels voor verpleegkundige schoenen:
- Je schoenen moeten gesloten, glad en afwasbaar zijn.
- De schoenen moeten stevig, antistatisch en antislip zijn. Ze zijn vooraan gesloten en het best ook achteraan om valincidenten en verzwikkingen te voorkomen.
- Op bepaalde afdelingen of voor verpleegkundigen die met de mug meegaan, draag je veiligheidsschoenen. In het OK, het verloskwartier en op de dienst fertiliteit gelden hogere normeringen en draag je ruimtegebonden schoeisel.
- Het mogen geen dagelijkse schoenen zijn, je laat het werkpaar in de zorginstelling staan als deel van je dienstkledij en kruist het niet met je gewone kleding.
- Werk je met patiënten in specifieke isolaties zoals Noorse schurft of ebola, dan heb je bijkomende bescherming van je schoeisel nodig in de vorm van overtrekschoenen of speciale laarzen.
- Slippers op de werkvloer zijn absoluut not done.
Vertrouwen op je buikgevoel? Een goed idee
Durf jij aandringen op een bijkomend onderzoek als je het gevoel hebt dat er iets niet klopt? Of handel je puur volgens objectieve feiten? Onderzoekers van de UAntwerpen lieten verpleegkundigen hun buikgevoel definiëren en onderzochten hoe accuraat dat gevoel was in de uiteindelijke diagnose of behandeling. Wat blijkt? Het fingerspitzengefühl van onze verpleegkundigen zou wel eens het verschil kunnen betekenen.
Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen[1] onderzochten hoe betrouwbaar het buikgevoel van verpleegkundigen is in vergelijking met klassieke methoden om te voorspellen of een patiënt sterk zal achteruitgaan of zelfs zal overlijden binnen de 24 uur. Het onderzoek vond plaats in twee Belgische ziekenhuizen. Het richtte zich op hoe verpleegkundigen hun buikgevoel definiëren en in hoeverre dit betrouwbaar is als voorspellend instrument.
De klassieke methode om de toestand van een patiënt te monitoren maakt gebruik van de National Early Warning Score (NEWS). Die is gebaseerd op vitale parameters zoals hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur. Als een aantal van deze waarden afwijkt, wordt er ingegrepen, bijvoorbeeld door een arts op te roepen. Deze methode heeft een voorspellende waarde van 0,83 op een schaal van 0 tot 1, waarbij een score van 0,80 of hoger als goed wordt beschouwd.
Patronen herkennen vanuit expertise
Het onderzoek toonde aan dat het buikgevoel van verpleegkundigen een voorspellende waarde had van meer dan 0,95. Dat is aanzienlijk hoger dan de klassieke methode. Een verpleegkundige voelt soms aan dat er iets mis is, nog voordat het objectief waarneembaar is. Dit buikgevoel is vorm van patroonherkenning gebaseerd op zowel medische kennis als praktijkervaring. De onderzoekers identificeerden negen parameters die verpleegkundigen kunnen gebruiken bij hun beslissingen. Het gaat bijvoorbeeld over een veranderd reactievermogen van de patiënt, een veranderde mimiek en een zichtbare verandering in huidskleur of gedrag. Zodra er vijf parameters aanwezig zijn, is een belangrijke achteruitgang in de toestand mogelijk.
Doordacht handelen
Hoewel het onderzoek veelbelovende resultaten laat zien, is er nog veel meer onderzoek nodig. Factoren zoals bias en onderlinge verschillen tussen ziekenhuizen moeten bijvoorbeeld in rekening gebracht worden. Het onderzoek pleit daarom voor een combinatie van de klassieke methode en het fingerspitzengefühl van verpleegkundigen voor de beste zorg. De kern van de zaak? Luisteren naar je buikgevoel kan levens redden. Spreek erover met je team.
[1] Predicting patient deterioration by nurse intuition: The development and validation of the nurse intuition patient deterioration scale. Filip Haegdorens, Carolien Wils, Erik Franck, e.a. International Journal of Nursing Studies. Elsevier June 2023.
Zorg voor de mantelzorger
Je buurvrouw die de administratie van haar ouders bijhoudt, je beste vriend die elke avond kookt voor zijn broer die een ongeluk had, of je mama die de boodschappen doet voor je grootouders: in Vlaanderen zijn meer dan twee miljoen mantelzorgers.[1] Een op de drie volwassen Vlamingen en een op de vijf jongeren tussen elf en achttien jaar zorgt voor een ander. Die zorg kan wegen op een persoon, die daarnaast nog studies, werk en een eigen sociaal leven heeft. Steek jij op je vrije dag een mantelzorger in je omgeving een hart onder de riem?
Als mantelzorger zorg je voor iemand met een beperking, een chronische ziekte, een psychische kwetsbaarheid of iemand die uit ouderdom zorg of ondersteuning nodig heeft. Dat kan door bij te springen in het huishouden, zorg te coördineren of administratieve taken over te nemen. Geen enkele zorgsituatie is dezelfde en je kan plots of net heel geleidelijk mantelzorger worden. Wat wel hetzelfde is: mantelzorger zijn is niet makkelijk. De zorg combineer je vaak met een eigen job, sociaal leven en andere verantwoordelijkheden. Personen die behoren tot de sandwichgeneratie zorgen bovendien tegelijk voor hun kinderen of kleinkinderen en hun (schoon)ouders. Ze kunnen dus wel een schouderklopje gebruiken.
Kleine dingen
Gevraagd wat we kunnen betekenen voor mantelzorgers in onze omgeving, antwoordt Pieter Vanreybrouck van het Steunpunt Mantelzorg: “Zowel praktische als emotionele ondersteuning zijn belangrijk voor mantelzorgers, maar die tweede ligt wat moeilijker bij de Vlaming. Het zit nochtans in de kleine dingen: vragen hoe het met die persoon gaat en echt luisteren. Begrip en waardering tonen voor wat ze allemaal doen. Mensen beseffen niet hoeveel taken een mantelzorger op zich neemt. Er kruipt veel tijd en energie in. Zeggen ‘chapeau, wat jij allemaal doet’ betekent heel veel.”
Praktische hulp
Wil je een mantelzorger praktisch helpen, stel dan voor om een of enkele taken over te nemen. Neem extra boodschappen mee wanneer je naar de winkel gaat, geef hulp in het huishouden of vervoer de mantelzorger en zorgvrager naar doktersafspraken wanneer ze zelf niet over transportmogelijkheden beschikken. “Bepaalde (zorg)taken overnemen van een mantelzorger kan al voor veel verlichting zorgen bij een mantelzorger”, zegt Pieter. “Daarnaast zijn sociale activiteiten erg belangrijk. Nodig je vriend, zus, vader, … die mantelzorger is uit voor een etentje, een gezellige babbel of ga samen eens naar een concert. Zo zijn ze er even helemaal uit. Maak je je zorgen over de mentale gezondheid van een mantelzorger, aarzel dan niet om ernaar te vragen of adviseer hen om professionele hulp te zoeken.”
Heb je vragen, nood aan een gesprek of ondersteuning? Contacteer Steunpunt Mantelzorg via info@steunpuntmantelzorg.be of 078 77 77 97.
[1] https://www.zorgneticuro.be/nieuws/dahadikeffenodig-draag-mee-zorg-voor-onze-mantelzorgers#:~:text=Vlaanderen%20telt%20meer%20dan%202,geven%20of%20%2Dzorg%20te%20krijgen.
Van breien tot beleggen: wat leer jij dit jaar bij?
Misschien heb je deze ochtend boekentassen klaargemaakt of zag je enthousiaste studenten verzamelen aan het schoolgebouw. September brengt heel wat frisse back-to-school-vibes met zich mee. Of je nu nostalgisch bent naar het geluid van krijt op een schoolbord of niet, ook als volwassene kan je nog van alles bijleren. Het najaar is daarvoor de uitgelezen periode.
Niemand is trotser dan een peuter die iets nieuws leerde. Geen wonder, want als mens zijn we geprogrammeerd om bij te leren. Ooit was het cruciaal om te overleven, vandaag houdt het ons jong van geest. Bovendien is iets nieuws leren vaak ook de manier om mensen te leren kennen of wat meer buiten te komen. Bijleren kan je versterken in je huidige job, je voorbereiden op een toekomstige baan of helemaal niets met je werk te maken hebben. Of je nu op kookles gaat, Zweeds leert via een app of online je eerste stappen zet in programmeren: je nieuwe skills zijn gegarandeerd een goede gespreksstarter.
Ook als verpleegkundige is het essentieel om up-to-date te blijven in je vakgebied. Er zijn wekelijks nieuwe inzichten en er komt een grote digitaliseringsgolf op ons af. Een voorbereide zorgprofessional is er twee waard, dus hou opleidingsmogelijkheden via je werkgever zeker in de gaten. Je kan ook letterlijk weer naar de schoolbanken en je studies als werkstudent combineren met je job als verpleegkundige. Zo ben jij alvast klaar voor de toekomst.
In het klaslokaal of op YouTube
Waar je vroeger steevast op het volwassenen- of deeltijdse kunstonderwijs was aangewezen om naast je werk je vaardigheden aan te scherpen of nieuwe skills te leren, kan je je vandaag op heel wat verschillende manieren blijven ontwikkelen. Wat dacht je van een online cursus die je volgt wanneer het jou uitkomt, op je smartphone of tablet? Met een gratis reeks op YouTube kan je zelfs kosteloos iets nieuws leren, van breien tot beleggen. Nieuwe kennis opdoen is leuk, maar vraagt vaak ook om een portie volharding. Daarom is het interessant om er in september mee te beginnen, wanneer onze hele samenleving rond schoolgaan lijkt te draaien. Zo surf je mee op die golven van studieplezier.
Boksbal of boules de Berlin
Sta je te springen om iets nieuws te leren maar weet je niet wat? Denk eens na over wat je als kind leuk vond: kon je uren tekenen, keek je graag Teenage Mutant Ninja Turtles of bakte je vol overgave (fantasie- of echte) taarten? Een passage in de lokale academie, een introductie in oosterse vechtsport of een avondcursus bakken zijn misschien je ding. Wil je graag schaven aan je professionele vaardigheden, onderzoek dan wat de mogelijkheden zijn samen met je leidinggevende of schrijf je in voor de Week van de Verpleegkundigen. Een leergierige collega is een aanwinst in ieder team.
Groeien meisjes nog na hun eerste menstruatie?
Vrouwen hebben het zelf meegemaakt: ontluikende borstjes, het prille schaamhaar, maar ook buikpijn, kramp, geen eetlust en ‘s avonds die craving naar zoet. Dat alles vaak met de nodige gemengde gevoelens: enerzijds schaamtegevoel en verwarring, anderzijds trots en vreugde in het besef aan de drempel van iets nieuws en groots te staan. En net in die periode wordt nog maar eens een groeispurt ingezet. In de volksmond wordt nochtans gezegd dat meisjes stoppen met groeien zodra ze hun maandstonden krijgen. Maar is dat wel zo?
Erfelijke en etnische factoren
De lengte van de ouders is een sterke voorspeller van de uiteindelijke lengte van een kind. Lange ouders krijgen dus eerder lange kinderen. Bovendien worden jongens gemiddeld langer dan meisjes en Aziatische kinderen zijn doorgaans kleiner dan bijvoorbeeld Europese kinderen.
Gezondheid en voeding
Of het kind gezond is en een adequate voeding met voldoende eiwitten en calorieën krijgt, is dan weer belangrijk voor de aanmaak van hormonen en optimale groei. Zo zijn calcium, vitamine D en ijzer essentiële nutriënten in de botontwikkeling.
Levensstijl
Regelmatige lichaamsbeweging stimuleert de productie van groeihormonen en draagt bij aan een gezonde botontwikkeling. Extreem intensief trainen, vooral bij sporten zoals ballet en turnen, kan de groei bij meisjes dan weer vertragen. Blootstelling aan straling zoals langdurig kijken naar tv en computer of een smartphone gebruiken, beïnvloeden onze diepe slaap net als stress en emotionele problemen. En laat slaap net het moment zijn waarop het groeihormoon geproduceerd wordt.
Groeihormoon
Dat groeihormoon is een eiwit dat door de hypofyse, de hormoonproducerende klier onderaan de hersenen, wordt aangemaakt. Het heeft directe invloed op de groei en indirect ook op de andere groeifactoren. Zo wordt in de lever IGD-I(Inyul-like-Growth Factor) aangemaakt, dat – net als het groeihormoon – kraakbeen laat omzetten in botweefsel en zo de botten langer maakt.
Geslachtshormonen jagen de groeispurt aan
Kinderen groeien niet alleen door groeihormoon, maar ook door geslachtshormonen die vooral tijdens de puberteit worden geproduceerd. Daardoor vindt de grootste groeispurt plaats vanaf het begin van de puberteit, op een gemiddelde leeftijd van 10,5 jaar. Dit kan verschillende jaren duren.
De groeispurt vertraagt na de eerste menstruatie
De menarche of eerste menstruatie vindt gemiddeld plaats op 13,1 jarige leeftijd. Meisjes kunnen dan gemiddeld nog enkele centimeters per jaar groeien. Door de groei van de eierstokken wordt oestrogeen aangemaakt. Dit hormoon speelt een cruciale rol in de sluiting van de groeischijven in de botten. Groeischijven zijn kraakbeenachtige gebieden aan het einde van de lange botten, waar nieuwe botcellen worden aangemaakt, waardoor ze langer kunnen worden. In een eerste fase stimuleert oestrogeen de groei, maar aan het einde van de puberteit – tussen 16 en 18 jaar – leiden ze tot de sluiting van de groeischijven en is het kind volgroeid.
Maar ze groeien wel nog?
Meisjes groeien wel degelijk nog na hun eerste menstruatie. Sterker nog: ze bereiken hun volwassen lengte ongeveer één tot twee jaar erna. Ze groeien nog 20 centimeter na de start van de puberteit. Na de eerste maandstonden komt daar gemiddeld nog 5 tot 7,5 centimeter bij.
Bronnen:
Pubertal Development and Behavior: Hormonal and Neurobiological Interactions** – Dit werk onderzoekt de interacties tussen hormonale veranderingen en lichamelijke groei tijdens de puberteit, inclusief de groei na de eerste menstruatie.
Susman, E. J., Dorn, L. D., & Schiefelbein, V. L. (2003). *Journal of Adolescent Health*.