EU wil halt toeroepen aan onbetaalde stages

Zo’n 18 procent van de stages in België zijn onbetaald, dat meldt de Vlaamse Jeugdraad. Stages moeten de overgang van de studiebanken naar het werkveld makkelijker maken, maar vaak gaat het om nepstages waarbij jongeren onbetaald werken. Het Europees Economisch en Sociaal Comité tikte ons land daar in 2022 al voor op de vingers met de duidelijke vraag om daar tegen op te treden.

Volgens Europa schenkt de Belgische arbeidsinspectie te weinig aandacht aan het oneigenlijk gebruik van stages. Het gaat dan niet over de stages die studenten, al dan niet vrijwillig, volgen in het kader van hun opleiding. Wel over de stages waarmee jongeren meer ervaring willen opdoen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. In slechts 18 procent van de gevallen hangt daar een vergoeding aan vast. Daarmee scoort België het laagst van alle EU-lidstaten. Die onbezoldigde stages hebben volgens de Vlaamse Jeugdraad enkele gevolgen. Ze veroorzaken een ongelijkheid in de samenwerking, want niet iedereen kan het zich veroorloven om gratis te werken. Jongeren die dat niet kunnen, hebben zo minder kansen op de arbeidsmarkt. Ook mentaal heeft het een negatieve invloed. Ze voelen zich niet gewaardeerd en bouwen geen financiële zekerheid op. Op Europees niveau wordt intussen gewerkt aan een wettelijk kader met duidelijke regels, een statuut en/of een minimumvergoeding.


Alle competenties op de werkvloer benutten

2023 is bijna halfweg. Dat betekent dat de internationale dag van de verpleegkundigen op 12 mei er weer aan komt. We blikken even terug op een woelige maar boeiende periode en kijken vooral vooruit naar de niet zo verre toekomst. Kunnen we in aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar nog een aantal dingen in beweging krijgen? Komt er eindelijk schot in een oplossing voor het nijpend personeelstekort? Hoe wapenen we ons tegen de zorgmassa die op ons afkomt? Hoe staan we tegenover actuele topics binnen de verpleegkunde? Ellen De Wandeler, algemeen coördinator van NETWERK VERPLEEGKUNDE, leidt ons door haar blikveld.

De verbouwingen aan de kantoren van NETWERK VERPLEEGKUNDE aan het Vergotesquare in Brussel zijn voor een belangrijk deel achter de rug. De beroepsorganisatie maakt bewust de keuze voor een circulair gebouw met een duurzaam karakter. “De renovatie had heel wat voeten in de aarde, maar we zijn fier op het resultaat. Dit draagt bij aan de professionele uitstraling van NETWERK VERPLEEGKUNDE en van verpleegkundigen in het algemeen. We nodigen al onze leden en externe partners van harte uit om gebruik te maken van onze lokalen voor vergaderingen, opleidingen of netwerkmomenten. Dit is jullie thuis”, vertelt Ellen. “Niet enkel met ons gebouw willen we de ecologische voetafdruk van onze organisatie verkleinen, ook voor onze evenementen maken we de denkoefening om minder afval te produceren en minder energie te verbruiken.”

Memorandum

Hoewel de klimaatproblematiek een belangrijke rol speelt, is de hoofdrol nog steeds weggelegd voor het zorgpersoneel. “Ook op dat vlak beweegt er heel wat en dat is goed. In 2024 trekken we naar de stembus, de campagnes komen volop op gang. Met NETWERK VERPLEEGKUNDE gaan we na de zomer aan de slag met een memorandum dat we aan alle politieke partijen bezorgen. Dit maken we op in samenspraak met al onze leden en werkgroepen. In deze politieke adviesnota zullen we onze visie en de speerpunten voor de toekomst van verpleegkunde op een transparante manier toelichten. We hopen dan ook van harte dat onze signalen serieus genomen worden en een prominente plaats op de politieke agenda zullen innemen.”

Gestructureerd zorgteam

Een precair agendapunt blijft het aanwerven en inzetten van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel. “Momenteel horen we volop de terechte schreeuw naar meer personeel, maar nationale en internationale cijfers tonen aan dat dit eigenlijk relatief is”, stelt Ellen. “Het aanwezige, goed opgeleide personeel voert gewoon teveel taken uit die door andere profielen opgenomen kunnen worden.” Door een combinatie van een uitgebreid zorgaanbod en verouderde ongedifferentieerde normering, wordt het aantal beschikbare verpleegkundigen te veel gespreid en onvoldoende ingezet voor de functies en plaatsen waar het echt nodig is. “Dat is echt jammer en het draagt niet bij tot de attractiviteit van verpleegkunde. Bepaalde financieringen en taken zijn wettelijk en exclusief aan verpleegkundigen toegewezen, hierdoor worden verpleegkundigen te vaak ingezet voor enkelvoudige, losstaande verpleegkundige taken en te weinig voor de coördinatie en planning van de verpleegkundige zorg.”

Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE werd het voorbije jaar hard gewerkt aan een wetsvoorstel over het gestructureerd zorgteam verantwoordelijk voor de coördinatie van de verpleegkundige zorgen. “Dat kan in principe al na de zomer 2023 in voege gaan. Het wetsvoorstel hebben we overgemaakt aan minister Vandenbroucke. Tegelijkertijd verzetten we momenteel hemel en aarde om zoveel mogelijk de neuzen van verschillende stakeholders in dezelfde richting te zetten. Binnen het zorgteam, onder coördinatie van een verpleegkundige, moeten handelingen kunnen worden gedelegeerd aan andere gezondheidzorgberoepen, maar ook niet-gezondheidzorgberoepen. Uiteraard dient de nodige opleiding verzekerd te zijn. Op deze manier behoudt de verpleegkundige het toezicht, dat enkel afhankelijk van de context, fysiek dient te zijn. Zo worden ze ook ontzorgd, maar vooral ook bijgestaan bij de uitvoering van de totale verpleegkundige zorgen. Dat laat ook toe andere collega’s op een veel efficiëntere manier in te zetten.”

Op initiatief van minister Vandenbroucke werd in 2023 een werkgroep samengesteld om concrete voorstellen uit te werken rond een grondige taak- en functiedifferentiatie en randvoorwaarden. Het voorstel van gestructureerd zorgteam verantwoordelijk voor de coördinatie van de verpleegkundige zorgen hebben we ook daar een onderdeel van kunnen laten uitmaken. Deze zomer worden de resultaten verwacht. Het resultaat wordt deze zomer verwacht. “NETWERK VERPLEEGKUNDE werkt constructief mee aan deze gesprekken. We zijn dankbaar dat onze expertise erkend wordt.”

Wachten op goedkeuring

Twee laatste belangrijke items op de agenda zijn het wettelijk verankeren van de bekwame helper en de hervorming van de verpleegkundige HBO5-functie. NETWERK VERPLEEGKUNDE kijkt uit naar de parlementaire goedkeuring van deze wetsvoorstellen tijdens de zomer van 2023, die een waardevolle impact kunnen betekenen in het werkveld. De bekwame helper moet toelaten dat de nabijheid van kwaliteitsvolle zorg gegarandeerd is en dat hierbij aansluitend de personen die de verpleegkundigen handelingen uitvoeren juridisch beschermd zijn. “Met NETWERK VERPLEEGKUNDE ijveren we samen met andere belangrijke partners zoals het Vlaams Welzijnsverbond al tientallen jaren voor deze wetsaanpassing”, zegt Ellen nog. “De voorbije jaren werden FRV- en TCV-adviezen uitgewerkt die nu deels uitgevoerd worden. Tijdens de studiedag gehandicaptenzorg op de Week van de Verpleegkundigen in Oostende komen we hier uitgebreid op terug.”

De nieuwe HBO5-titel, basisverpleegkundigen, werd inmiddels door de bevoegde overheden afgeklopt, samen met de uitwerking van een volwaardig beroepsprofiel en takenpakket op basis van FRV- en TCV-adviezen. “Het is onze opdracht als beroepsorganisatie hier op een positieve manier mee om te gaan en te verzekeren dat deze nieuwe verpleegkundige functie ook in complexe zorgsituaties kan worden ingezet binnen een gestructureerd zorgteam verantwoordelijk voor de coördinatie van de verpleegkundige zorgen. Vandaag lezen we in de communicatie van het kabinet van minister Vandenbroucke dat deze functie voornamelijk voorbehouden zal worden voor minder complexe zorg. De minister stipuleert daarbij specifiek de ouderenzorg, eerstelijnszorg, geestelijke gezondheidzorg, … Daar staan we met NETWERK VERPLEEGKUNDE absoluut niet achter. Meer nog, zulke boodschappen openen de deur naar devalorisatie van de benoemde sectoren. We blijven de stelling verdedigen dat ongeacht de sector of dienst complexe zorg aanwezig kan zijn en dat een grondige taak- en functiedifferentiatie ongeacht de sector of dienst moet worden doorgevoerd. Ik wil benadrukken dat voor afgestudeerde HBO5-verpleegkundigen en zij die de opleiding al gestart zijn, niets verandert”, besluit Ellen. “Hier heeft NETWERK VERPLEEGKUNDE steeds zeer hard voor geijverd. HBO5-verpleegkundigen zullen in de toekomst ook hun verpleegkundige bevoegdheden behouden en op een efficiënte, opbouwende manier kunnen doorgroeien naar andere functies.”

 

Meer informatie over het nieuwe beroepsprofiel voor HBO5 vind je op netwerkverpleegkunde.be.

 

Bedankt aan onze vrijwilligers!

NETWERK VERPLEEGKUNDE is een beroepsorganisatie die groeit en bloeit door de hulp van haar vrijwilligers. Zo’n 450 verpleegkundigen zetten zich gemotiveerd en vrijwillig in voor onze vzw. Het is een netwerk van betrokken en geëngageerde mensen en we verwelkomen graag nieuwe gezichten. Zo waren er dit jaar opnieuw twee keer zoveel kandidaten als plaatsen in onze raad van bestuur. Iedere vrijwilliger in onze organisatie werkt mee aan ons succes en laat zijn positivisme afstralen op ons NETWERK. We zijn ongelooflijk fier en bijzonder dankbaar. Die trots tonen we ook met onze nieuwe naam, waar we veel complimentjes op krijgen. De naamsverandering werd vorig jaar gestemd tijdens de Algemene Vergadering en in de zomer van 2022 doorgevoerd. Zo maken we een duidelijke link naar ons magazine, dat intussen al aan de twintigste editie toe is en twee kaarsjes mag uitblazen.


Gault&Millau-erkenning voor AZ Groeninge

Zorgkwaliteit staat in iedere zorginstelling en bij iedere zorgverlener centraal. AZ Groeninge gaat nog een stapje verder en nam de voeding voor hun 900 patiënten onder de loep, met steun van de mensen van gastronomiegids Gault&Millau. Als eerste ziekenhuis in België ontvangen ze een erkenningslabel. Philip Dupont, facilitair manager in AZ Groeninge, is fier op zijn keukenteam.

In AZ Groeninge worden dagelijks 900 maaltijden in koude lijn klaargemaakt. Philip Dupont startte met Gault&Millau een consultatietraject van zes maanden om de recepturen voor de patiënt te verbeteren en dat verliep niet zonder slag of stoot. “Bij de eerste inspectie proefden de inspecteurs 35 sauscomponenten. Daarvan waren er 5 goed, 15 te verbeteren en de rest moest weg”, zegt Philip. “We denken soms dat we goed bezig zijn, maar een externe partner biedt vaak een waardevolle blik. Ze bevroegen de zorgondersteuners, de koks, controleerden de buffetwagens, het aanbod aan variatie, … Daarnaast deden ze bevragingen bij patiënten naar hospitality, smaak, verblijfduur, temperatuur, consistentie, uitzicht, keuze, dieet, enzovoort. Elke proefsessie gebeurde in een apart zaaltje. Ze kregen het menu van de dag voorgeschoteld en we vroegen ook hun advies voor nieuwe gerechten. Daarna bespraken ze de feedback rechstreeks met de keuken. Hun aanpassingen voeren we nu door, met aandacht voor verbeteringen, suggesties en innovaties.”

Als in een labo

De erkenning behalen was een intensief proces. Een zoektocht naar de juiste smaken en combinaties. Zo werd voor de audit 30 procent zelf gemaakt en 60 procent ingekocht. Nu ligt die verhouding op respectievelijk 60 en 40 procent. “De keuken werd net geen labo”, zegt Philip. “Ik denk dat we vijftig soorten stoofvlees proefden, op zoek naar de perfecte samenstelling. Die switch naar meer zelf bereiden wilden we doen omdat we het vaak lekkerder vonden en omdat het verser is. Goed eten is primordiaal voor een vlot herstel van de patiënt. Ik ben blij dat we de steun kregen van de directie en dat mijn team met veel passie te werk ging. De kwaliteitserkenning is zeker geen eenmalig feit. We bekijken voortdurend wat we extra kunnen doen en hoe we ons keuzebeleid kunnen bijsturen. Ik ben er zeker van dat andere zorginstellingen ook zullen volgen.”


Foute berekening vraagt rechtzetting

X-Care in Motion, recent nog vierde in de verkiezing Great Place To Work Belgium van Vlerick Business School, betreurt de vele misverstanden die de voorbije maanden over projectstaffing en interimwerk ontstaan zijn. “De cijfers die de ronde doen zijn totaal maar dan ook totaal onjuist”, benadrukt Sam Baro, CEO van hr-dienstverlener PLANET Group, waarvan X-Care in Motion als zorgverlener deel uitmaakt. “Superhoge afwervingssommen worden in praktijk voor interimwerk totaal niet toegepast. En wat projectmedewerkers betreft: die willen niet en horen niet te worden afgeworven. Die staan op de payroll van onze eigen zorgonderneming. Een contractueel beding met een afwervingssom moet gezien worden als een soort boete waarvan je wil vermijden dat je die moet betalen. Het enige doel is een mogelijke afwerving van een vaste medewerker van het projectstafbedrijf te vermijden, niet om een som van, bijvoorbeeld, 25.000 euro te kunnen aanrekenen.”

Ook de berekening dat interim- en projectverpleegkundigen 50 tot 80 procent duurder zouden zijn, klopt volgens Sam Baro hoegenaamd niet. “De meerkost voor de zorgvoorziening is slechts tussen de 24 en 30 procent. Dit ligt mijlenver van de cijfers die Zorgnet-Icuro iedereen wil laten geloven. De kost van een verpleegkundige is geen jaarkost die je zomaar deelt door het maximaal aantal weekdagen of werkuren per jaar of per maand. De formule is complexer. Er zijn gemiddeld tot vijftig dagen per jaar waarop medewerkers niet presteren. Verlofdagen, opname overuren, feestdagen, ziektedagen, opleidingen, … Al die dagen en/of uren moet je aftrekken van het totaal aantal effectieve gepresteerde en ongepresteerde weekdagen in een jaar. Als je dan de jaarkost deelt door het correcte gemiddelde aantal prestatiedagen of -uren, dan kom je uit op een meerkost voor zowel interimwerk als projectwerk van slechts 24 tot 30 procent. Wie anders beweert, rekent bewust of onbewust totaal fout.”

Nochtans stak X-Care in Motion heel wat tijd en energie in het uitleggen van deze berekening. “We hebben het met handen en voeten aan de koepelorganisaties al uitgelegd dat hun berekening fout is. Ook aan Zorgnet-Icuro en aan het kabinet van de Vlaams minister van Welzijn. Onbegrijpelijk dat ze dit naast zich blijven neerleggen en foute informatie de wereld blijven insturen. Aangezien ze via ons wel degelijk over de juiste informatie beschikken, kan ik alleen maar concluderen dat ze doelbewust niet willen luisteren. Zo zet je de eigen leden, namelijk de zorgvoorzieningen, en de minister van Welzijn inclusief, helemaal op het verkeerde been. Deze desinformatie is sterk polariserend en dus heel destructief voor de zorgsector. Niet moeilijk om op die manier met valse premisses een onterechte tweestrijd te creëren. En dat kan tellen vind ik, in een sector die al zwaar onder druk staat door het hoge werktempo en arbeidskrapte. Ik nodig minister Crevits dan ook graag persoonlijk uit om tijd te maken voor dialoog. Zo kunnen we de foute cijferanalyse van haar adviseurs in detail bespreken.”


Zorgzwaarte mag in rekening gebracht worden

De zorgsector staat onder druk, dat hoeven we niet meer te vertellen. Onder meer huisartsen en verpleegkundigen presteren onder zware werkomstandigheden. Daarom boog een reflectiegroep van het RIZIV zich over mogelijke oplossingen zoals een duurzame organisatie en financiering van de huisartsenpraktijk, met ruimte voor taakdelegatie en ondersteuning. Het resultaat is een voorstel om de verhouding tussen prestatie- en capitatiefinanciering beter in balans te brengen door het aandeel van honoraria te verlagen en het aandeel per patiënt te verhogen in functie van de zorgzwaarte. Op die manier worden taken die in het basispakket van de huisartsenpraktijk zitten, maar nog niet of onvoldoende gefinancierd worden, correcter vergoedt volgens zorgzwaarte en complexiteit. Het bevordert ook samenwerking, taakdelegatie en preventie.

Daarnaast voorziet het voorstel ook een premiefinanciering om in te zetten op kwaliteit, ondersteuning en beschikbaarheid. Er is ook ruimte voor optionele financiering om een verpleegkundige in de huisartsenpraktijk aan te werven.


Geschiedenis van het patrimonium van NETWERK VERPLEEGKUNDE

Brussel is altijd de thuisstad van NETWERK VERPLEEGKUNDE geweest. In 1962 verhuisde het toenmalige NVKVV van de Dwarsstraat naar de Jozef II-straat en in 1973 naar het huidige secretariaat in de Vergotesquare 43. Dat herenhuis ligt op 500 meter van de Europese wijk en dateert van 1909. Het werd gekocht met financiële steun, onder meer in de vorm van renteloze obligaties, van leden en van anderen. Het vervolmakingscentrum werd toen ook ondergebracht in twee andere gebouwen in de aansluitende Frédéric Pelletierstraat 100 (nieuwbouw kantoor) en 96 (aankoop herenhuis).

Duurzame circulaire verbouwing

Door de nieuwe onderwijsregelgeving in de jaren negentig werden de gebouwen niet zo intensief meer gebruikt en het vervolmakingscentrum werd afgebouwd. In 2016 werd door de bestuursleden en de leden van de algemene vergadering – na advies van de notaris, de bank en het vastgoedkantoor – besloten om het patrimonium van de vzw te vrijwaren tegen een mogelijke waardevermindering van het vastgoed. Het herenhuis op de Vergotesquare werd bij die oefening gedefinieerd als een waardevolle investering voor de huidige en toekomstige leden van de vzw.

Daarom werd in 2021 en 2022 gestart met een grondige renovatie van het herenhuis, met ecologisch en circulair verbouwen als centrale waarden. Het pand krijgt meteen ook een nieuwe bestemming als een open huis voor alle verpleegkundigen. Voor dit initiatief kreeg NETWERK VERPLEEGKUNDE in 2019 een erkenning van het Brussels Gewest en werd het laureaat van de prijsuitreiking be.exemplary, goed voor een subsidie van 123.000 euro.

Financiering van de verbouwing

Als onderpand voor de renovatiekosten werd in 2016 het gebouw op nummer 96 verkocht. Om tegemoet te komen aan de regels van goed bestuur en het sociaal passief veilig te stellen, werd een overbruggingskrediet van 500.000 euro en een hypothecaire lening van 200.000 euro op 20 jaar afgesloten. Nu de renovatie voltooid is, zal ook het gebouw op nummer 100 worden verkocht voor de financiering van het overbruggingskrediet. De totale renovatiekosten bedragen zo’n 1.500.000 euro.

Alle verpleegkundigen welkom

Sinds januari 2023 vind je NETWERK VERPLEEGKUNDE in het gerenoveerde gebouw. Je wordt er ontvangen in een leuke, gezellige setting en de werkgroepen maken graag gebruik van de ontmoetings- en vergadermogelijkheden. We mogen best fier zijn op deze uitvalsbasis. Als enige beroepsgroep beschikken we over zo’n warme thuis voor alle verpleegkundigen. Wees welkom!


Kom op tegen Kanker roept ziekenfondsen op om ook fysiek en telefonisch bereikbaar te blijven

Uit meldingen aan de Kankerlijn blijkt dat patiënten hulp en financiële ondersteuning mislopen omdat ziekenfondsen steeds minder toegankelijk zijn. Sinds corona werd de dienstverlening sterk gedigitaliseerd, maar meer dan een vijfde van de mensen is niet digitaal vaardig genoeg om hier gebruik van te maken.

Kom op tegen Kanker pleit er daarom voor dat ziekenfondsen inzetten op het principe van call-click-connect om overal een minimale dienstverlening te garanderen. Dat houdt in dat ziekenfondsen, naast hun digitale aanbod (click), zowel inzetten op de telefonische bereikbaarheid (call) als op de fysieke bereikbaarheid (connect). Daarnaast vraagt Kom op tegen Kanker dat ziekenfondsen blijven investeren in de werking en toegankelijkheid van hun maatschappelijke dienstverlening en actiever inzetten op het bereiken van kwetsbare personen door naar hen toe te gaan, buiten de muren van hun organisatie.


Hoge Gezondheidsraad raadt bloeddonaties af voor 66-plussers

De Hoge Gezondheidsraad (HGR) stelt in een nieuw advies voor om bloeddonatie vanaf 66 jaar “niet aan te bevelen”. Het Rode Kruis Vlaanderen laat weten dat ze geen reden tot bezorgdheid zien. In de praktijk zal er niks veranderen aan de huidige regels voor bloedgiften, zo blijkt uit een reactie van minister Vandenbroucke.

Volgens de Hoge Gezondheidsraad houdt bloed geven als 66-plussers bepaalde risico’s in, zowel voor henzelf als voor degenen die het bloed uiteindelijk krijgen. Concreet zou het risico bestaan dat sommige kankers of ouderdomsziektes zoals parkinson en alzheimer in een vroeg stadium worden doorgegeven. Senioren die voor het eerst bloed geven, zouden ook kunnen flauwvallen of stuipen krijgen. Daarom raadt de HGR alle mensen vanaf de leeftijd van 66 af om bloed te geven.

In België is er een groeiend tekort aan bloeddonoren. Om die tekorten op te vangen, pleit de HGR voor brede campagnes. Ze willen daarmee nieuwe, jongere donoren vinden en de huidige donoren aanmoedigen om vaker bloed te geven.

Rode Kruis ziet geen reden tot bezorgdheid

Rode Kruis Vlaanderen reageert dat het in de realiteit geen problemen ziet en de HGR vooral een theoretisch probleem schetst. Volgens het Rode Kruis ligt het aantal Vlaamse 65-plussers dat fysieke ongemakken ondervindt bij het bloed geven niet hoger dan bij andere leeftijdscategorieën. Het risico op flauwvallen zou zelfs drie keer kleiner zijn dan bij 20- tot 29-jarigen. Dat valt te verklaren door het feit dat voor het bloed geven altijd een medische screening gebeurt door de arts, die zeer voorzichtig omgaat met oudere donoren.

Wat betreft de eventuele risico’s op ziekten bij de patiënt die het bloed krijgt, heeft het Rode Kruis alle vertrouwen in de drie veiligheidslagen: de medische screening door de arts, de grondige tests waaraan de bloedstalen onderworpen worden en de bewerking van de bloedproducten.

Vandenbroucke past regels niet aan

Minister Vandenbroucke had de Hoge Gezondheidsraad om advies gevraagd. In een schriftelijke reactie geeft het kabinet-Vandenbroucke aan dat ze de reactie van het Rode Kruis over de veiligheid van de bestaande praktijk volgen. De status quo blijft behouden: wie vroeger nog geen bloed doneerde, mag daar na 66 niet mee beginnen. Wie vroeger wel al regelmatig bloed gaf, mag dat na 66 blijven doen.

Bronnen: vrt.be/vrtnws/nl/2023/02/22/hoge-gezondheidsraad-beveelt-aan-om-bloeddonaties-boven-65-niet

health.belgium.be/nl/advies-9718-verlenging-van-de-leeftijdsgrens-voor-bloeddonatie


Controle op gezondheidsbudget

Vertegenwoordigers van alle zorgverleners en ziekenfondsen beslissen jaarlijks mee over een gezondheidsbudget van 35 miljard euro. Een aanvaring tussen artsensyndicaat BVAS en minister Vandenbroucke lokte kritiek uit op het gebrek aan politieke inspraak en niet-transparante verdeling van het geld van de ziekteverzekering.

In zijn afscheidsspeech haalde Roel Van Giel, de ex-voorzitter van huisartsenvereniging Domus Medica, hard uit naar het Belgisch overlegmodel dat jaarlijks beslist over een gezondheidsbudget van 35 miljard euro. Dat zegt De Standaard van 13 februari 2023. Van Giel: “Zorgverstrekkers en ziekenfondsen verdelen vandaag 35 miljard, terwijl de politiek maar vanop de zijlijn wat kan proberen bij te sturen. De sociale partners hebben onnoemelijk veel macht, maar het overleg blokkeert. Er is geen visie.”

Zorgverleners en ziekenfondsen zijn vertegenwoordigd in commissies en comités. Ze moeten de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg in de gaten houden, en nemen zo ook beslissingen over hun eigen inkomen. Het jaarlijkse budget van de ziekteverzekering omvat:

  • Erelonen artsen (10 miljard)
  • Financiering ziekenhuizen via dagprijzen (8,3 miljard)
  • Terugbetaling van onder andere geneesmiddelen (6 miljard)
  • Honoraria van verpleegkundigen in de thuisverzorging (2,1 miljard)
  • Compensatie volledige ontvangsten art. 111/81 (1,4 miljard)
  • Honoraria van tandheelkundigen (1,3 miljard)
  • Verzorging door kinesitherapeuten (1,1 miljard)
  • Andere (4,6 miljard)

Nood aan hervorming

De federale regering heeft wel nog altijd het laatste woord over de definitieve goedkeuring van het budget. De aanloop daarnaartoe gebeurt grotendeels achter de schermen. Meestal blijft het gezondheidsoverleg onder de publieke radar. Dat veranderde toen begin dit jaar het grootste artsensyndicaat BVAS dreigde het akkoord tussen artsen en ziekenfondsen over het gezondheidsbudget op te blazen, omdat er onenigheid was met minister Vandenbroucke over de prijsafspraken voor geneeskunde. Na extra overleg trok de BVAS dat dreigement weer in.

Volgens Van Giel bewijst het voorval in ieder geval dat een hervorming van het overlegmodel noodzakelijk is. Thomas Gevaert, de voorzitter van de artsenvakbond AGSB/Kartel, dringt daarnaast aan op meer transparantie: “Omdat het over zulke grote bedragen gaat, zou het publiek wat mij betreft welkom moeten zijn op de vergaderingen, met de verslagen voor iedereen beschikbaar.”

Langetermijnvisie

De ziekenfondsen sluiten zich vooral aan bij de klachten van Van Giel over het gebrek aan langetermijnvisie. “Dit gaat over geld van de samenleving, dus moeten we ook met een duidelijke visie komen. Als ziekenfondsen moeten we die rol nog meer opnemen, maar nieuwe ideeën worden altijd afgeschoten”, zegt Luc Van Gorp, de voorzitter van de Christelijke Mutualiteit. Hij geeft daarbij het voorbeeld van de trage ommezwaai in de zorg naar meer preventie. “Voor dergelijke overkoepelende doelstellingen, zoals de opvolging van diabetes of obesitas, wordt maar 52 miljoen euro uitgetrokken, tegenover 10 miljard voor artsenlonen.”

Bron: De Standaard, 13 februari 2023


Projectstaffing: nood aan duidelijke omkadering, begeleiding en meer transparantie

Op 1 januari 2023 ging een besluit van de Vlaamse regering van kracht rond projectstaffing in de zorg. Vlaams minister Hilde Crevits besliste de financiering van projectverpleegkundigen stop te zetten in woon- en dagverzorgingscentra. De financiering voor interimverpleegkunde blijft wel lopen. Zo hoopt de minister de hoge bedragen die voor projectverpleegkundigen gevraagd worden een halt toe te roepen. Wat volgde was een storm aan reacties, tegen de beslissing en tegen het al dan niet inzetten van projectverpleegkundigen. Hr-dienstverlener X-Care in Motion trok zelfs naar de Raad van State. Al wordt vanuit het werkveld vooral gepleit voor een grondig debat, meer transparantie en een duidelijke omkadering en ondersteuning.

Laten we starten bij het begin. Een projectverpleegkundige zet je – zoals de naam het zegt – in op bepaalde projecten binnen een organisatie. Deze verpleegkundige beschikt over een unieke expertise die nodig is om programma’s rond zorg en kwaliteit vorm te geven en uit te rollen. Hij/zij is dus langere tijd aanwezig in de zorginstelling en integreert zich volledig in de werking van het ziekenhuis, woonzorgcentrum, … Interimverpleegkundigen zijn op korte termijn inzetbaar op basis van bepaalde motieven. Afhankelijk van dat motief kunnen ze tot zes maanden of een jaar ingezet worden. Ze garanderen een tijdelijke vervanging van een andere verpleegkundige. Het is een flexibele manier om bijvoorbeeld zwangerschapsverlof, afwezigheden door ziekte of pieken in de opnames op te vangen. Deze twee definities zijn het ideale scenario, want de praktijk toont vaak iets anders. Het is net daar, bij dat onderscheid, dat het schoentje voor heel wat zorginstellingen, zorgverleners en de overheid knelt en dat de vraag om een duidelijk kader zeer luid klinkt. “Het gaat over het oneigenlijke gebruik van projectverpleegkundigen”, zegt Vlaams Zorg- en Welzijnsambassadeur Candice De Windt. “Ze worden niet ingehuurd voor hun specifieke expertise, maar wel ingezet om tekorten op te vangen binnen de reguliere zorg. Dit staat haaks op de continuïteit van zorg en de kwaliteit van zorg waar we met z’n allen naar streven en naar blijven streven.”

Volgens Sam Baro, CEO van hr-dienstverlener PLANET Group, waarvan X-Care in Motion als zorgverlener deel uitmaakt, is deze definitie voor het onderscheid tussen interim- en projectverpleegkunde niet juist en gestoeld op geen enkele wettelijke of juridische basis. “Ineens is iemand zomaar uit het niets een veel te enge interpretatie van een project gaan rondstrooien, en dat is een eigen leven gaan leiden”, zegt hij. “Werken aan programma’s rond zorg en kwaliteit is inderdaad één mogelijk type project, maar de tijdelijke inzet in de reguliere basiszorg – gedefinieerd als een aanneming van een bepaald werk – kan een ander type project zijn. Het tijdelijk tekort dat ontstaat wanneer bijvoorbeeld een verpleegkundige met zwangerschapsverlof gaat, kan perfect worden opgevangen door een tijdelijk project, dat wordt uitgevoerd door een projectverpleegkundige, die dan het tijdelijke gebrek aan kennis op de afdeling opvangt.”

Voordelen, bonussen en flexibiliteit

Waarmee projectverpleegkundigen de voorbije maanden vooral de aandacht trokken was hun goede verloning, de meer flexibele uren en de bedrijfswagen. Daar schuilt dan ook een wezenlijk verschil tussen uitzendarbeid en projectsourcing. Uitzendkrachten moeten minimaal verloond worden volgens dezelfde loonvoorwaarden als een eigen werknemer van de zorginstelling. In het geval van projectsourcing worden de loonvoorwaarden individueel overeengekomen tussen het bureau en de projectmedewerker. “We gaan daar niet flauw over doen: die voordelen zijn opmerkelijk beter dan in de reguliere zorg. Projectsourcingbureaus bepalen hun tarieven zelf, zorginstellingen zijn gebonden aan paritaire comités en barema’s”, zegt Candice De Windt. “Dat creëert een ongelijk speelveld, ook op het vlak van arbeidsvoorwaarden en uurroosters. Zo dienen we ook het besluit om de financiering van projectverpleegkundigen stop te zetten te interpreteren.”

Al dringt een debat zich misschien eerder op. Dat vindt ook Kenny De Cuyper, verpleegkundig diensthoofd zorgzone geriatrie en revalidatie bij GZA ziekenhuizen en voorzitter van de werkgroep ouderenzorg van NETWERK VERPLEEGKUNDE. “Geriatrie is een speerpunt binnen GZA, met zes afdelingen acute geriatrische zorg. Geriatrie vraagt een specifieke kennis en intrinsieke motivatie. Door enerzijds een schaarste op de arbeidsmarkt en anderzijds een hoge concentratie van ouderenzorg in Antwerpen doen wij een beroep op project- en interimverpleegkundigen”, legt Kenny uit. “De vergoedingen en voordelen nemen momenteel de overhand in het debat en op de werkvloer. In ziekenhuizen en woonzorgcentra bestaat het IFIC-systeem. Sommige ziekenhuizen bieden wel maaltijdcheques, fietsleasing of een extra verlofdag aan, maar daar houdt het vaak op. Bij uitzendbureaus voor project- en interimverpleegkundigen wordt gesproken over warrants, flexibel uren kiezen, een eigen auto, soms ook aanmeldingsvergoedingen in de vorm van bonussen of punten waarmee je bijvoorbeeld op citytrip kan gaan, … Het is een business naast de zorg, maar wel actief binnen de zorg. Daar situeert zich een belangrijk onderdeel van het probleem.”

Daar is Sam Baro het niet mee eens. “De dienstverlening van X-Care in Motion situeert zich wel degelijk binnen de zorgsector zelf. Dat staat buiten kijf. We maken deel uit van paritair comité 330 en hanteren net dezelfde IFIC-lonen als de zorgsector. Van hogere lonen is bij ons dus geen sprake. Er is hier bij ons geen enkele projectverpleegkundige die aandelen of warrants krijgt, noch aanmeldingsvergoedingen, noch bonussen of punten om op reis te gaan. Wat onze mensen wel hebben, is een bedrijfswagen in het kader van de verschillende klanten die zij bedienen. Zij moeten dan ook heel wat kilometers afleggen, want zij doen verschillende projecten, vaak ook ver van huis. Dat kan als voordeel beschouwd worden, maar uiteraard betalen zij ter compensatie ook een voordeel in natura voor het gebruik van die wagen, dat afgaat van het nettoloon, net zoals iedereen die een bedrijfswagen heeft.”

Kostprijs

Projectverpleegkundigen zijn vaak duurder, maar ze hebben ervaring, expertise en zijn flexibel inzetbaar. Bovendien brengen ze rust op de afdeling. “Al is die ervaring in de praktijk niet altijd aanwezig. Algemeen merken we wel dat de verpleegkundigen op de afdeling tevreden zijn als de projectverpleegkundige wel over die kwaliteiten beschikt, want ze krijgen concrete  versterking en hun dienst kan open blijven”, zegt Kenny. Ook Jan Vande Moortel, juridisch adviseur van NETWERK VERPLEEGKUNDE en oprichter van Zorg met Zorg, ziet de voordelen in. “Een projectverpleegkundige blijft langer in je zorgorganisatie en leert de dienst beter kennen. Daarnaast is er ook het verschil in kostprijs. Stel dat een verpleegkundige je ruwweg 35 euro bruto kost, maar dat is nog niet hetzelfde als het brutoloon dat de zorgverlener op zijn/haar loonfiche ziet. Dat is veel minder dan een projectverpleegkundige, maar als de reguliere verpleegkundige ziek wordt moet je hem/haar gedurende dertig dagen wel verder betalen. Een interim- of projectverpleegkundige die je bruto ongeveer 52 euro kost, hoef je niet door te betalen. Je betaalt bij de traditionele uitzendbureaus ook niet enkel de verpleegkundige, maar de hele organisatie die erachter zit al dan niet in de vorm van een afzonderlijke te betalen en bijkomende administratiekost.”

Op basis van cijfers van begin 2022 merkt Zorgnet-Icuro dat de kostprijs voor projectstaffing en uitzendarbeid afhankelijk is van hoe sterk onderhandeld wordt. Er zijn uiteenlopende kostprijzen in omgang. Volgens de analyse van Zorgnet-Icuro kost een interimverpleegkundige gemiddeld 52,89 procent meer dan een bachelorverpleegkundige (IFIC14) met 15 jaar anciënniteit die ook weekenden, nachten en avondwachten doet, en een projectverpleegkundige en een projectverpleegkundige 88,12 procent meer.

“Er doen de laatste maanden spookverhalen de ronde, dat de inzet van een projectverpleegkundige op jaarbasis 2 tot 2,2 keer duurder zou zijn dan een verpleegkundige in vaste dienst”, zegt Sam. “Dat is larie en apekool. Elke financiële of hr-directeur met kennis van zaken weet heus wel dat de effectieve kost voor een eigen verpleegkundige 1,68 keer het brutoloon bedraagt. Wanneer je die 1,68 deelt door de coëfficiënt 2,2 kom je aan een bruto marge van 24 procent voor het project- of interimkantoor op jaarbasis. De marge op interimwerk en projectstaffing is bovendien quasi identiek. De cijfers van Zorgnet-Icuro zijn totaal fout. De extra kost bedraagt tussen de 24 procent en 30 procent voor zowel projectstaffing als interim. Eenieder die een ander percentage uitkomt, berekent de daadwerkelijke uurkost voor de effectieve prestaties van zijn eigen medewerkers volledig, maar dan ook volledig, verkeerd. Met deze normale, marktconforme marge betalen we de ziektedagen van de projectverpleegkundigen, de verlofdagen, de opleidingsdagen en opleidingskost, de begeleiding door field coaches, de planning van de inzet in shiften, onze medewerkers op kantoor/backoffice, onze wachtdienst die bereikbaar is tot tien uur ’s avonds, … Na aftrek van deze specifieke kosten blijft er een bescheiden winst over als reserve om de lonen van projectverpleegkundigen voor te financieren, want onze klanten zorgvoorzieningen betalen facturen pas na dertig dagen en vele wanbetalers pas na zestig of negentig dagen. Het loon daarentegen wordt voor het einde van de effectief gepresteerde maand betaald.”

Op de werkvloer

Projectverpleegkundigen worden binnen GZA altijd ingezet voor minstens drie maanden. Daarna wordt gekeken of het structurele tekort zich nog steeds voordoet. Kenny: “We zullen hen altijd verwelkomen met een inwerkperiode zoals bij een vaste collega. Indien de verpleegkundige zich echt thuis voelt, er een vacature is, er wordt voldaan aan de verwachting en er wederzijdse interesse is, dan willen we verder het gesprek aan gaan met het bureau. Om een projectverpleegkundige over te nemen, worden afspraken gemaakt met het uitzendbureau over een overgangsperiode en/of een vergoeding. Er zijn ook uitzendbureaus waarbij de projectverpleegkundige niet zomaar ontslag kan geven en dan vrij kan werken waar hij of zij wil. Ze worden tijdelijk contractueel verboden om bij een cliënt van dat uitzendbureau te gaan werken, na ontslag.”

Bij X-Care in Motion kunnen interimverpleegkundigen na een inzet van tachtig gepresteerde dagen altijd kosteloos bij een cliënt van het uitzendbureau in dienst gaan. Een projectverpleegkundige daarentegen niet. Die staat immers vast op de payroll van het zorgbedrijf. “Deze projectverpleegkundigen willen simpelweg niet afgeworven worden”, zegt Sam. “Zij kiezen voor deze specifieke jobinhoud, flexibiliteit en afwisseling. Het klopt inderdaad dat in de contracten van de projectmedewerkers die vast in dienst zijn bij ons een hoog bedrag vermeld wordt in geval van afwerving. Niet met de verwachting dat we die som willen ontvangen als een soort afwervingsfee. Het bedrag is een soort bescherming of doelgerichte boete, omdat het niet de bedoeling is dat een projectverpleegkundige – in tegenstelling tot een interim – wordt afgeworven door de klant.”

Kenny vertelt dat soms ook pas afgestudeerde of minder ervaren verpleegkundigen via een uitzendbureau worden aangeboden. “Er is bij hen nog een beperkte expertise, nog een ontwikkelingstraject te gaan. Maar de kostprijs is wel dezelfde.” Daarom dringt Kenny aan op ruimte om te praten en te onderhandelen met de uitzendkantoren. “Zo voorzien enkele bureaus field coaches en dat vinden we zeer waardevol. Voor een specifieke afgestudeerde bachelorstudent kwamen we overeen dat zij eerst enkele weken als zorgkundige zou werken en vergoed worden. Zo kreeg ze de tijd en ruimte om bij te leren en te groeien. Ondersteuning van de organisatie en van de verpleegkundige is belangrijk.”

Ethisch kader

En voor die ondersteuning pleiten alle partijen, want ook ethisch spelen enkele belangrijke aspecten mee. Zo gaat Zorg met Zorg van Jan Vande Moortel anders te werk. Zorg met Zorg is een coöperatieve vennootschap waarbij de zorginstellingen en de zorgverleners de coöperanten. Het doel van Zorg met Zorg is de zorginstellingen administratief ontzorgen en de zorgverleners op financieel en voor een deel op familiaal en sociaal vlak ontzorgen. “We rekenen dus geen administratiekosten”, zegt Jan. “De verpleegkundige wordt door de instelling rechtstreeks betaald. We willen als coöperatieve geen winst maken, wel een totale bescherming bieden aan de sector en aan de verpleegkundigen. Elke euro die we winnen, investeren we in verdere kwaliteitsprojecten in de zorg. Zo helpen we vandaag al 140 verpleegkundigen en zorgkundigen in Oost-Vlaanderen alleen.”

Waarom dat nodig is? “Zelfstandige (project)verpleegkundigen zijn ondernemers. Ze weten dat ze  van iedere verdiende euro meer dan de helft opzij moeten zetten voor de belastingen en de sociale zekerheid. De projectverpleegkundigen die uitgestuurd worden door uitzendbureaus hebben meestal als bediende gewerkt en worden nu plots verloond als interimkrachten”, legt Jan uit. “Zij hebben een andere mindset en gaan volledig uit van hun overtuiging om zorg te dragen voor mensen. Ze verdienen dus meer, maar er moet slechts 11,11 procent van hun loon worden ingehouden. Wanneer de belastingbrief in de bus landt, duiken onaangename verrassingen op. Jonge mensen met schulden tot 30.000 euro zijn slechts enkele van de schrijnende verhalen die we horen. Met Zorg met Zorg ondersteunen we hen door een afbetalingsplan, onderhandeld met de FOD Financiën, op te stellen. Het stopzetten van de financiering voor projectverpleegkundigen kan je volgens mij dus ook zien vanuit een beschermende overheid.”

Oorzaak van tekorten

Lossen projectverpleegkundigen de tekorten in de zorg op of zijn ze mee de oorzaak? Een pasklaar antwoord op die vraag bestaat niet. Misschien is er wel een dringende nood om het IFIC-systeem aan te passen of om de verloning te verhogen of flexibiliseren voor verpleegkundigen in loondienst. Als je als verpleegkundige gespecialiseerd bent in een bepaalde zorg, waarom zou je dan ook niet vrij mogen onderhandelen over je verloning? Dat doen tandartsen, huisartsen en kinesitherapeuten intussen al door ruim te deconventioneren. Het is een denkpiste die de deur naar deconventionalisering van verpleegkunde op een kier zet.

Voor Sam Baro is het duidelijk: “Wij zijn volledig akkoord dat projectstaffing nooit – en interimwerk trouwens evenmin – mag gezien worden als een oplossing voor het structureel tekort in de zorgsector dat nu al jaren bestaat. Projectstaffing dient om specifieke, tijdelijke tekorten en noden flexibel in te vullen, en mag dus uiteraard niet structureel de bovenhand nemen. Daar is de dienstverlening niet voor. Projectstaffing is niet de oorzaak van de tekorten aan zorgpersoneel. We hebben het hier over amper 600 bedienden projectverpleegkundigen in loondienst, op een totaal van 140.000 verpleegkundigen in België. Hier kan toch bezwaarlijk gesteld worden dat deze mensen zorgen voor de ontwrichting van de zorgsector? Meer nog. Het gros van deze groep zou wegstromen uit de zorg, als zij niet konden kiezen voor een job als projectverpleegkundige, of sommigen zouden zelfs nooit in de zorg instromen. Ze zijn dus helemaal niet de oorzaak, maar ook niet een structurele oplossing voor het tekort aan zorgpersoneel. Ik geloof net zoals de minister en de beleidsmakers sterk in de kracht van een vast team rond een zorgvrager om de continuïteit van de zorg te garanderen. Als aanvulling kunnen projectverpleegkundigen een unieke meerwaarde bieden door de tijdelijke tekorten in deze vaste teams op te vangen met specialisten die voor een iets langere periode kunnen worden ingezet dan een interim. Het structurele tekort aan zorgpersoneel bestaat al twintig jaar en vraagt andere technieken en oplossingen om dit aan te pakken: een betere taakverdeling, een aanpassing van de financiering, … Het betoog tot schrapping van deze nuttige dienstverlening op basis van een paar geïsoleerde opgesmukte cowboyverhalen vergroot enkel en alleen maar de tekorten.”

Meerwaarde mits duidelijk kader

Toch zijn er in het debat rond de inzet van project- en interimverpleegkundigen enkele aandachtspunten die telkens opnieuw naar boven komen. “Ik ben helemaal niet voor of tegen organisaties die project- of interimverpleegkundigen uitzenden of inzetten. Meer nog: ik vind het een mooie kans voor deze verpleegkundigen om te proeven van alle verschillende sectoren en zorgdomeinen. Maar ik pleit er wel voor om hen in te zetten zoals het hoort en waarvoor ze nodig zijn. Projectverpleegkundigen werken projecten uit en zijn er niet om elke dag twintig mensen te verzorgen”, zegt Candice De Windt. “In mijn ideale scenario maak je zoveel mogelijk gebruik van mensen in vaste loondienst. Al moet een mix zeker kunnen, binnen een duidelijk continuïteits- en kwaliteitskader. Als verpleegkundige maak je het verschil door verbinding aan te gaan met zorgvragers, door herkenbaar en aanspreekbaar te zijn. Die continuïteit is er dus ook voor de verpleegkundigen zelf. Is project- en interimwerk wel houdbaar op lange termijn voor die persoon? Verloning is slechts een klein onderdeel van jobtevredenheid. Je moet je telkens opnieuw inwerken. Dat vergt hoge eisen en een extreme flexibiliteit. Je proeft ook niet van de cultuur van een zorginstelling tijdens die enkele uren per week. Autonomie en betrokkenheid ontwikkel je enkel als je ergens langer bent. Het brandt in de zorg- en welzijnssector en het speelveld moet gelijk getrokken worden. Met normen en voorwaarden in een duidelijk kader, waar de zorginstellingen zelf aan meewerken.”

Ideaal scenario?

Die bewuste omgang met de inzet van project- en interimverpleegkundigen is ook waar Kenny De Cuyper voor pleit. “Stel je als bedrijf en organisatie open voor een waardige field coaching, praat over de kost en opleiding wanneer het bijvoorbeeld gaat om enthousiaste (pas afgestudeerde) verpleegkundigen met nog weinig relevante ervaring en wees transparant in de voorwaarden en contracten. Afkoopsommen waarbij verpleegkundigen nog twee jaar in dienst blijven van het bureau, die gaan regelrecht in tegen de flexibilisering van de zorg. Tot slot ben ik van mening dat ook de loonkost evenredig gemaakt moet worden aan die van een verpleegkundige in de zorgorganisatie”, zegt Kenny.

Voor Jan Vande Moortel schuilt de oplossing ergens anders, namelijk in de keuze om flexibel te kunnen werken. “Zorg met Zorg is een beweging afgestemd op de maatschappelijke noden van vandaag waarin werk en privé beter op elkaar afgestemd zijn. Ons huidige systeem laat daarin niet veel flexibiliteit toe, daarom zijn project- en interimverpleegkunde zo aantrekkelijk. In mijn ideale scenario wordt de sociale wetgeving aangepast naar de flexibiliteit waar mensen naar hunkeren. Ik hoop zelfs dat Zorg met Zorg binnen tien jaar niet meer hoeft te bestaan. Dan is iedereen in feite tewerkgesteld door een instelling zelf, zonder tussenkomst van een derde partij.”

Candice De Windt

Sam Baro

Kenny De Cuyper

Jan Vande Moortel

Procedure voor de Raad van State X-Care in Motion

Vlaams minister Hilde Crevits zette de financiering van projectverpleegkundigen in woonzorgcentra en dagverzorgingscentra stop. Daarop trok hr-dienstverlener X-Care in Motion naar de Raad van State met een vernietigingsprocedure en startte het tegelijkertijd een procedure in de burgerlijke rechtbank. In een persbericht spreekt X-Care in Motion van een ongrondwettelijke beslissing die ze ongedaan willen maken. CEO Sam Baro licht toe: “Wij hebben nooit de intentie gehad om de overheid voor de rechter te slepen. Integendeel. Ik ben voorstander van het juiste debat en wil in samenspraak de puntjes op de i zetten. Wij pogen al meer dan  negen maanden om het kabinet en koepelorganisaties te overtuigen dat hun vooroordelen gebaseerd zijn op een aantal geïsoleerde cases en wilde cowboyverhalen. Wij pleiten bij hen al maanden voor een ethisch charter rond de inzet van projectverpleegkundigen. Maar er wordt niet naar ons geluisterd en geïsoleerde incidenten worden aangegrepen om een negatieve framing te creëren. Wij zien ons nu genoodzaakt om het debat op gang te trekken door een procedure in te leiden. Als interimverpleegkundigen en freelancers gefinancierd worden, dan is het discriminerend om de financiering voor projectverpleegkundigen af te schaffen. De financiering is een instrument om  specifieke zorg aan patiënten en bewoners te financieren. En die financiering wordt nu gebruikt en stopgezet om bepaalde handen die noodzakelijke zorg – in de juiste context – leveren, uit te sluiten. Wij reiken graag nog steeds de hand uit om het debat verder te voeren, gebaseerd op juiste feiten, en dus niet op leugens of foute premisses.”

Standpunt Zorgnet-Icuro

Zorgnet-Icuro vroeg op zijn beurt een verbod op de groeiend oneigenlijk gebruik  van projectverpleegkundigen. “Bedrijven maken gebruik van de schaarste aan zorgprofielen om een winstgevende business op te zetten. Op de werkvloer ontstaan er ongelijke loons- en arbeidsvoorwaarden. Patiënten en bewoners dreigen de dupe te worden”, klinkt het[1]. “Daarom vragen we om projectstaffing aan te bieden waarvoor het bedoeld is, namelijk projectwerk. Niet om reguliere zorg binnen een afdeling over te nemen. Dat heeft namelijk belangrijke gevolgen. De projectstaff moet autonoom het project kunnen uitvoeren, zonder specifieke en individuele instructies van artsen, leidinggevenden, … van de zorginstelling waar ze werken. In de reguliere zorg is dat niet altijd mogelijk. Zorgen voor iemand doe je als een multidisciplinair team, aangestuurd door leidinggevenden. Daarnaast willen we een gelijk speelveld inzake loon- en arbeidsvoorwaarden voor mensen die in de zorg werken. Ten derde moet er een gezonde rem komen op de meerwinsten van de interim- en projectsourcingkantoren met als doel de zorg voor iedereen betaalbaar te houden. Tot slot vragen we een afwervingsbeding met redelijke, duidelijke en proportionele afwervingsbedragen en termijnen. Een afwervingsbeding dat bovendien wederkerig is. Vandaag betalen zorginstellingen die hoge bedragen (tot 25.000 euro) aan de kantoren, maar kantoren die verpleegkundigen afwerven bij zorginstellingen betalen geen enkele vergoeding.”

[1] www.zorgneticuro.be/nieuws/projectstaffing-als-businessmodel-ontwricht-de-zorgsector, geraadpleegd op 28 februari 2023.

Foute berekening vraagt rechtzetting

X-Care in Motion, recent nog vierde in de verkiezing Great Place To Work Belgium van Vlerick Business School, betreurt de vele misverstanden die de voorbije maanden over projectstaffing en interimwerk ontstaan zijn. “De cijfers die de ronde doen zijn totaal maar dan ook totaal onjuist”, benadrukt Sam Baro, CEO van hr-dienstverlener PLANET Group, waarvan X-Care in Motion als zorgverlener deel uitmaakt. “Superhoge afwervingssommen worden in praktijk voor interimwerk totaal niet toegepast. En wat projectmedewerkers betreft: die willen niet en horen niet te worden afgeworven. Die staan op de payroll van onze eigen zorgonderneming. Een contractueel beding met een afwervingssom moet gezien worden als een soort boete waarvan je wil vermijden dat je die moet betalen. Het enige doel is een mogelijke afwerving van een vaste medewerker van het projectstafbedrijf te vermijden, niet om een som van, bijvoorbeeld, 25.000 euro te kunnen aanrekenen.”

Ook de berekening dat interim- en projectverpleegkundigen 50 tot 80 procent duurder zouden zijn, klopt volgens Sam Baro hoegenaamd niet. “De meerkost voor de zorgvoorziening is slechts tussen de 24 en 30 procent. Dit ligt mijlenver van de cijfers die Zorgnet-Icuro iedereen wil laten geloven. De kost van een verpleegkundige is geen jaarkost die je zomaar deelt door het maximaal aantal weekdagen of werkuren per jaar of per maand. De formule is complexer. Er zijn gemiddeld tot vijftig dagen per jaar waarop medewerkers niet presteren. Verlofdagen, opname overuren, feestdagen, ziektedagen, opleidingen, … Al die dagen en/of uren moet je aftrekken van het totaal aantal effectieve gepresteerde en ongepresteerde weekdagen in een jaar. Als je dan de jaarkost deelt door het correcte gemiddelde aantal prestatiedagen of -uren, dan kom je uit op een meerkost voor zowel interimwerk als projectwerk van slechts 24 tot 30 procent. Wie anders beweert, rekent bewust of onbewust totaal fout.”

Nochtans stak X-Care in Motion heel wat tijd en energie in het uitleggen van deze berekening. “We hebben het met handen en voeten aan de koepelorganisaties al uitgelegd dat hun berekening fout is. Ook aan Zorgnet-Icuro en aan het kabinet van de Vlaams minister van Welzijn. Onbegrijpelijk dat ze dit naast zich blijven neerleggen en foute informatie de wereld blijven insturen. Aangezien ze via ons wel degelijk over de juiste informatie beschikken, kan ik alleen maar concluderen dat ze doelbewust niet willen luisteren. Zo zet je de eigen leden, namelijk de zorgvoorzieningen, en de minister van Welzijn inclusief, helemaal op het verkeerde been. Deze desinformatie is sterk polariserend en dus heel destructief voor de zorgsector. Niet moeilijk om op die manier met valse premisses een onterechte tweestrijd te creëren. En dat kan tellen vind ik, in een sector die al zwaar onder druk staat door het hoge werktempo en arbeidskrapte. Ik nodig minister Crevits dan ook graag persoonlijk uit om tijd te maken voor dialoog. Zo kunnen we de foute cijferanalyse van haar adviseurs in detail bespreken.”