Nieuwe uitgave ‘Recht in mijn schoenen’

Kan en mag je als verpleegkundige zelf beslissen om een onrustige patiënt te fixeren? Een patiënt loopt schade op door een verkeerd toegediende inspuiting: wie is aansprakelijk en verantwoordelijk? Ik ben getuige van een verkeersongeval waarbij personen verwondingen opgelopen hebben: ben ik verplicht hulp te bieden, ook al ben ik gehaast?

Op dit soort moreel-ethische en juridische vragen die verpleegkundigen zich stellen wil het boek ‘Recht in mijn schoenen’ een antwoord bieden. Het is een handig praktijkhandboek uitgewerkt door de Juridische Adviesgroep van NETWERK VERPLEEGKUNDE en verschijnt in een nieuwe editie bij uitgeverij Van In. Het boek is opgebouwd aan de hand van thema’s, met praktische vragen uit de dagelijkse praktijk en met aan het einde van elk hoofdstuk een test.


Vroedman opgenomen in het woordenboek

Uitgeverij Van Dale voegt vroedman toe aan het Groot woordenboek van de Nederlandse taal. In de week van 31 maart gebeurde dat al in de online versie, de gedrukte versie volgt binnenkort. Om een woord in het woordenboek te krijgen, moet dit al langere tijd gebruikt worden. Dat is volgens de mensen van Van Dale het geval. Vroedman komt naast vroedvrouw te staan, met als omschrijving “mannelijke verloskundige”. In het Groene Boekje – dat in 2026 zal verdwijnen – staat het woord al langer.


Antwerpse ziekenhuizen wijzen jongeren de weg naar de zorg

Op 18 maart 2025 sloegen de Antwerpse ziekenhuizen de handen in elkaar om tijdens Op Weg naar Zorg leerlingen uit het zesde en zevende jaar, (zorg)leerkrachten en studieadviseurs te laten kennismaken met de sector. Het event werd georganiseerd in samenwerking met de Provincie Antwerpen, tien zorgorganisaties en acht zorgopleidingen.

Het doel van Op Weg naar Zorg is duidelijk: de opleiding verpleegkunde aantrekkelijk maken voor jongeren. Door de krachten te bundelen tonen de zorgpartners de veelzijdigheid en de carrièremogelijkheden binnen de verpleegkunde. Er vonden interactieve sessies, workshops en praktijkgerichte activiteiten plaats die een brede blik gaven op de zorgsector. Daarnaast kregen de deelnemers informatie over de opleidingen en specialisaties binnen de leerladder verpleegkunde.


Tussen trots en twijfel: zo gaat het met de Belgische verpleegkundigen

12 mei, de internationale dag van de verpleegkunde. Het is een belangrijke dag om ons mooie beroep in de belangstelling te zetten en tegelijk op de uitdagingen die voor ons liggen te wijzen. Dat doen we dit jaar aan de hand van een recent rapport, uitgevoerd door de Cel Planning van het Medisch Aanbod en IDEA Consult, in opdracht van de FOD Volksgezondheid. Het opzet? Een studie naar de activiteiten, loopbaan en professionele ontwikkeling van verpleegkundigen in België. “Dit rapport geeft door de hoge responsgraad een bijzonder goed inzicht in de job van verpleegkundigen”, zegt Ellen De Wandeler, algemeen coördinator van NETWERK VERPLEEGKUNDE.

NETWERK VERPLEEGKUNDE maakt deel uit van de Planningscommissie, waartoe de Cel Planning van het Medisch Aanbod behoort. De recente studie gepubliceerd in februari 2025 bouwt verder op eerdere onderzoeken. Zo was er al een studie in het werkveld van 2019 tot 2021, een toekomststudie en een horizonstudie met alternatieve scenario’s voor een optimale verpleegkundige omkadering in functie van de aankomende toename van de zorgvraag. “Met de recente studie wil de Planningscommissie inzicht krijgen in de werkervaringen, loopbanen en uitdagingen binnen het verpleegkundige beroep. Het bredere doel is om de kwaliteit van zorg te waarborgen en het beleid te adviseren om gerichte toekomstscenario’s uit te werken”, vertelt Ellen De Wandeler, die als algemeen coördinator van NETWERK VERPLEEGKUNDE ook deel uitmaakt van de Planningscommissie. Deze commissie bestudeert de behoeften op het vlak van het medische aanbod van verschillende zorgberoepen, waaronder verpleegkundigen.

In deze studie werden interviews afgenomen met verpleegkundigen en beroepsorganisaties. Daarnaast vond eind 2024 een enquête plaats, waarvoor NETWERK VERPLEEGKUNDE 18.680 verpleegkundigen persoonlijk aanschreef met de vraag de enquête in te vullen. Het resultaat: 5.535 respondenten, goed voor een representatieve staal van de Belgische verpleegkundigen over alle sectoren heen, met duidelijke verschillen naar regio en sector toe. “We zijn dankbaar aan alle verpleegkundigen die de tijd namen om deze enquête in te vullen. De studie geeft een zeer goed beeld over ons beroep. Het toont de diversiteit van een job als verpleegkundige. De kenmerken van ons beroep werden in kaart gebracht, net zoals de professionele samenwerkingen, de gezondheid en het welzijn van onze verpleegkundigen, en de aantrekkelijkheid van verpleegkunde in het algemeen.”

Trots op onze job

Verpleegkunde is een job die zowel fysiek als mentaal veel eist van een persoon. Uit de enquête komt naar voor dat 62 procent van de Belgische verpleegkundigen zich goed voelt. Maar het absenteïsme is groot. “Een maand voor de vragenlijst afgenomen werd gaf één verpleegkundige op vijf aan minstens één keer afwezig te zijn geweest door een fysieke of mentale klacht”, licht Ellen toe. “In de woonzorgcentra lag dat percentage hoger dan in andere sectoren. We mogen niet vergeten dat verbaal en fysiek geweld ook een enorme impact hebben op onze verpleegkundigen. Eén op drie zegt regelmatig met verbaal geweld geconfronteerd te worden, acht procent heeft het over fysiek geweld.”

Toch is een van de belangrijkste resultaten uit het rapport is de trotsheid van verpleegkundigen op hun beroep. Liefst 88 procent is fier om verpleegkundige te zijn, in Vlaanderen zelfs 90 procent. “Dat zijn cijfers waar we als beroepsorganisatie blij van worden. De redenen waarom verpleegkundigen tevreden zijn verschillen van zich nuttig voelen in hun job en het gevoel hebben goed werk te leveren tot de kwaliteit van hun werk die erkend wordt door zorgvragers. Al is er ook een keerzijde van de medaille, want één verpleegkundige op vier geeft aan niet tevreden te zijn in hun beroep door de arbeidsomstandigheden. De helft zegt zelfs niet tevreden te zijn in hun werkomgeving. Dat is zeer hoog in vergelijking met andere sectoren. Tevredenheid en werkomstandigheden zijn sterk met elkaar verbonden, dat zien we verderop in de studie ook.”

“Werkdruk ondraaglijk en onhoudbaar”

Als we kijken waarom verpleegkundigen niet tevreden zijn in hun job, dan staat de werkdruk met stip op één. Zo’n 53 procent van de verpleegkundigen is ontevreden. In Vlaanderen gaat het om 39 procent, in Brussel om 58 procent en in Wallonië om 55 procent. Qua sectoren ligt de werkdruk het hoogst in de woonzorgcentra (57 procent) en in de ziekenhuizen (56 procent). In de open velden van de enquête werden over de werkdruk woorden als ondraaglijk, onhoudbaar en te zwaar gebruikt. “Dat is niet verwonderlijk”, zegt Ellen. “Er is minder personeel, veel afwezigheden door ziekte en bepaalde diensten hebben structurele tekorten. Daarnaast gelden hoge eisen qua administratie. We mogen ook de hoge verwachtingen van zorgvragers en hun naasten niet vergeten. Die worden mondiger en veeleisender.” Volgens het rapport kan de technologie hier een handje toesteken, al vraagt dit wel wat aanpassingsvermogen en tijd om alles onder de knie te krijgen. “In de ziekenhuizen constateren we een hogere druk op de ziekenhuisbedden en een groter verloop van patiënten. De patient-nurseratio is er volgens de studie twaalf patiënten per verpleegkundige. Al varieert dit per dienst. In de thuisverpleegkunde gaat het om 24 patiënten voor één verpleegkundige en in de woonzorgcentra om 63 bewoners. Dat is ontzettend veel.”

De hoge werkdruk maakt dat 52 procent van de verpleegkundigen ontevreden is over hun loon. Ook al zijn Belgische verpleegkundigen bij de beste betaalde verpleegkundigen in Europa, het loon zou niet in verhouding staan met de inhoud, de mentale en de fysieke belasting van de job. “Het gaat hem hier om waardering, maar ook om beleid. In de thuiszorg zijn ze het meest ontevreden omdat ze met een verouderde nomenclatuur werken die niet langer overeenstemt met de realiteit. We zien in deze studie ook dat 41 procent van de verpleegkundigen ontevreden is over de steun die ze krijgen van leidinggevenden. In Vlaanderen gaat het om 33 procent. Ook dat helpt niet voor de waardering. De rol van de hoofdverpleegkundige is hier cruciaal om het team te coachen en te ondersteunen. Al merken we dat ook zij vaak moeten bijspringen aan het bed van de patiënt door de personeelstekorten.”

Samenwerking werkt

Laten we even terugkeren naar de positieve noten in dit verhaal. Want 91 procent van de respondenten geeft aan tevreden te zijn met de relatie die ze opbouwen en de steun die ze ontvangen van collega’s. Die zijn gebaseerd op dialoog en respect. Dat is ook het geval in de relaties die verpleegkundigen opbouwen met andere beroepen. “Verpleegkundigen werken het meest samen met gespecialiseerde artsen (72 procent), zorgkundigen (65 procent), logistieke medewerkers (62 procent), kinesitherapeuten (56 procent) en apothekers (55 procent). Dat kan gaan van overleg tot de delegatie van taken”, licht Ellen toe. “Het onderzoek toont bovendien aan dat acht op tien verpleegkundigen het noodzakelijk vindt om de samenwerkingen te versterken door onder meer extra multidisciplinair overleg, een beter begrip te hebben van de realiteit van elk beroep en efficiëntere communicatiemiddelen.”

Ook de relatie met patiënten is een reden waarom 88 procent van de verpleegkundigen met een goed gevoel gaat werken. “In Vlaanderen stijgt dat percentage zelfs naar 92 procent. Contact met de patiënt is nu eenmaal de spil van verpleegkunde. We zien dat het cijfer hoger ligt in de woonzorgcentra en de thuiszorg. Niet verwonderlijk, want daar bouw je vaak een langdurige band op met de bewoner of patiënt.”

Ook belangrijk: 88 procent van de verpleegkundigen is tevreden over de autonomie die ze in hun job ervaren. In de thuiszorg, waar met het meest autonoom gewerkt wordt, gaat het om 92 procent. “Inzetten op meer autonomie is dus een positieve ontwikkeling. Ook over de inhoud van het takenpakket zijn verpleegkundigen tevreden. Al is de administratie repetitief en tijdrovend, en begrijpen veel verpleegkundigen de meerwaarde niet omdat weinig dossiers op voorhand gelezen worden. Zo’n 72 procent van de verpleegkundigen in woonzorgcentra en ziekenhuizen geven aan logistieke taken uit te voeren, bedden op te maken, stock te bestellen, maaltijden rond te brengen en op te halen, kamers schoon te maken, … Dat kan niet de bedoeling zijn. Taakdelegatie zat niet in de enquête, wel in de interviews. Verpleegkundigen gaven aan hier voorstander van te zijn zodat ze zich weer op de kern van verpleegkunde kunnen focussen: de technische handelingen en de relatie met de zorgvrager.”

Eén op twee

Of dit rapport nu goed nieuws brengt? Ellen: “Ja en neen, want één op twee verpleegkundigen zou niet opnieuw voor het beroep kiezen. In Vlaanderen zien we dat 24 procent hun job zelfs niet zou aanbevelen aan anderen en dat in België 16 procent binnen de één tot vijf jaar het beroep wil verlaten. 39 procent wil zelfs helemaal weg uit de gezondheidszorg en 28 procent studeert momenteel al voor een nieuw beroep. Dat is jammer. Wie wil blijven, wil dan vooral het aantal werkuren verminderen. Het is een complex gegeven waar individuele, psychosociale, relationele, organisatorische en institutionele aspecten meespelen. Zo toont de studie aan dat wie een hoger diploma of minder anciënniteit heeft, deeltijds werkt of samenwoont/getrouwd is, vaker van job wil veranderen. Het rapport maakt ook duidelijk dat werken in Brussel als negatiever ervaren wordt dan werken in Vlaanderen. Work-lifebalance, stress, angst, zich niet nuttig voelen, weinig tot geen erkenning ontvangen voor je werk, de werkdruk en werktijden, de inhoud van het werk, de relaties op en naast de werkvloer spelen hier ook allemaal een rol. Werkgevers kunnen hier op inspelen door het werk beter te organiseren en de administratie eenvoudiger te maken. De overheid kan ondersteunen door het loon aan te passen met de zware aard van het beroep en meer opleidingsmogelijkheden. Vanuit de beroepsorganisatie ondersteunen we dan ook deze aanbevelingen. Om verpleegkunde te versterken en om de kwaliteit van zorg te blijven waarborgen.”

Het rapport zelf raadplegen? Dat kan hier.


Inschrijvingscijfers verpleegkunde in Franstalige Gemeenschap blijven dalen

In de Franstalige Gemeenschap leiden zowel de 3,5-jarige HBO5-opleiding als de vierjarige bacheloropleiding tot een erkenning als verpleegkundige verantwoordelijk voor de algemene zorg (VVAZ). De inschrijvingscijfers voor de bacheloropleiding verpleegkunde in de Franstalige Gemeenschap blijven hierdoor dalen.

Voor het academiejaar 2022-2023 schreven zich zo’n 6.755 studenten in voor de bacheloropleiding, een daling van zo’n 12 procent ten opzichte van het academiejaar 2021-2022 toen er 7.710 ingeschreven studenten waren. In 2016 deed zich al een knik voor door de verlenging van de bacheloropleiding verpleegkunde naar vier jaar. Een nog grotere barst zien we in zowel de bachelor- als de HBO5-opleiding nadat die laatste in 2017 opgetrokken werd van drie naar 3,5 jaar. Tussen 2016 en 2022 daalde het aantal inschrijvingen voor de bachelor verpleegkunde in de Franstalige Gemeenschap met 21 procent. Voor de HBO5-opleiding gaat het in die periode om een daling van 36 procent. Deze opleiding kende in 2022-2023 een kleine heropleving met 1.639 studenten tegenover de 1.532 ingeschreven studenten het voorgaande schooljaar.


Arrest van Grondwettelijk Hof over aanpassing WUG

Het Grondwettelijk Hof deed een uitspraak (arrest 24/2025) over het aangetekende beroep van de AUVB (Algemene Unie der Verpleegkundigen van België) tegen de wet van 28 juni 2023, die de regelgeving rond de gezondheidszorgberoepen (WUG 2015) aanpast.

Deze wet verduidelijkt de titel van verpleegkundige volgens de Europese richtlijn 2005/36/EG en voegt de basisverpleegkundige en de klinisch verpleegkundig onderzoeker toe (artikel 2 en artikel 3, 7°). Met dit beroep wilde de AUVB de regering aansporen de wet te verduidelijken met een veiligheidskader voor de functie van de basisverpleegkundige. Zo wil de overkoepelende vereniging die de Nederlands-, Frans- en Duitstalige beroepsorganisaties van het verpleegkundige beroep de kwaliteit van verpleegkundige zorg en de veiligheid van zorgvragers en verpleegkundigen waarborgen. Ze zijn van oordeel dat de “wetgeving voor interpretatie vatbaar is (…) en dit onzekerheid creëert over de verantwoordelijkheden en beperkingen voor de verpleegkundigen.” Het beroep van de AUVB is door het Grondwettelijk Hof verworpen.


Reprint in European Journal of Cardiovascular Nursing

Mogen we toch heel even fier zijn over wat we met Netwerk Verpleegkunde magazine allemaal bereiken? Zo komt de column van Benoit Mores uit nummer 9 van 2024 met als titel ‘Een digitaal belletje doen rinkelen in de verpleegkunde’ in aanmerking voor een reprint in de European Journal of Cardiovascular Nursing. Op het moment van schrijven stond het manuscript al online. De publicatie en een toewijzing aan een volume en issue van het wetenschappelijke tijdschrift volgen in een latere fase.

Benoit Mores zijn column nog eens lezen? Dat kan hier.


Vroedkundigen trekken aan de alarmbel

De Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen trekt in een opiniestuk in Knack aan de alarmbel. “Het huidige beleid duwt vroedvrouwen naar de uitgang”, klinkt het. “Absurde regels dwingen hen te kiezen tussen passie en bestaanszekerheid.”

In Antwerpse ziekenhuizen dreigen negentien vroedkundigen hun job te verliezen. Elders in Vlaanderen zullen misschien nog vroedkundigen volgen. In het ziekenhuis werken ze namelijk in loondienst, voor hun zelfstandige praktijk kozen ze recent om te deconventioneren. Waarom? Omdat hun geconventioneerde loon amper leefbaar is. De helft van de geconventioneerde zelfstandige vroedkundigen gaf in september 2024 aan minder dan 30.000 euro bruto per jaar te verdienen. In het opiniestuk roept de beroepsorganisatie op om aandacht te besteden aan dit probleem en om de falende nomenclatuur dringend aan te pakken.

Raadpleeg het opiniestuk hier.


Erkenningscommissie registratie zorgkundigen

De leden van de erkenningscommissie voor de registratie als zorgkundige bij het departement Zorg zijn benoemd. NETWERK VERPLEEGKUNDE, de Belgische federatie voor zorgkundigen en de Vlaamse Hogescholenraad droegen leden voor. Twee personen beschikken over een definitieve registratie als zorgkundige: Dany Heinderson en Ann Van Coile. De drie andere leden zijn Patricia Bousery, Eva Van der Linden en Sam Cordyn. Sam is voor onze beroepsorganisatie mandataris in het RIZIV.


Miss Travestie 2025 is een verpleegkundige

Joanne Grace is Miss Travestie 2025. Zij is het alter ego van Sean Van Diest uit Drongen. Dragqueen en diva op het podium in het weekend, directeur van woonzorgcentrum Kapelleveld in Sint-Katherina-Lombeek tijdens de week. Sean behaalde zijn bachelordiploma verpleegkunde aan de UCLL en werkte vervolgens als zelfstandig verpleegkundige, op de dienst neurologie van het UZ Leuven en op palliatieve zorgen in het Heilig Hart Leuven.

“Mijn collega’s wisten al een tijdje dat ik optredens geef als dragqueen, maar de bewoners van het rusthuis kwamen het pas enkele weken geleden te weten”, vertelt Sean aan vrtnws. “Ik heb geen enkele negatieve reactie gekregen.” Integendeel, heel wat collega’s kwamen Sean tijdens de verkiezingen aanmoedigen. En met succes. Proficiat, Joanne Grace met je kroontje!

Copyright foto: Jan Vens