Hebben mannen een hogere of net een lagere pijngrens dan vrouwen?

Er wordt vaak gedacht dat vrouwen een hogere pijngrens hebben dan mannen. Want “vrouwen baren kinderen zonder verdoving” en “van de kleinste griepinfectie ligt een man out in de zetel”. Maar is dat wel zo? Recente onderzoeken wijzen uit dat gender een rol speelt bij pijnbeleving, zowel wat pijntolerantie betreft als de manier waarop ons lichaam pijn registreert.

Anesthesioloog–pijnspecialist prof. dr. Monique Steegers en onderzoeker dr. Esmeralda Blaney Davidson van het Radboud Universitair Medisch Centrum, verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, voerden in 2017 in Nederland een grootschalig pijnexperiment[1] uit bij mannen en vrouwen om uit te wijzen wie van beide nu het meest gevoelig is voor pijn. Wat bleek? Gemiddeld gaven vrouwen hogere pijnscores dan mannen. Studies met pijnlijke metingen – waarbij onderzoekers tegen de onderarm van de proefpersoon een voorwerp houden dat langzaam steeds warmer wordt – bevestigen deze bevinding. Vrouwen vragen sneller om te stoppen met de pijnmeting dan mannen.

Weinig vrouwen betrokken bij pijnstudies

Eén verklaring voor een hogere pijngevoeligheid bij vrouwen is dat ze op bepaalde plaatsen meer pijnzenuwen hebben dan mannen. Maar ook hormonen beïnvloeden pijn en liggen mogelijks aan de basis van het verschil in pijnervaring. Al zijn de hormooncycli bij vrouwen net de reden dat pijnonderzoek vaak alleen bij mannen wordt uitgevoerd. Onderzoekers vrezen namelijk dat deze cycli tot meer variabiliteit in de tijd en tot minder betrouwbaarheid bij de beoordeling van pijn leidt. Recent onderzoek[2] toont aan dat vrouwen een hogere test-hertestbetrouwbaarheid[3] hebben op thermische pijnmetingen dan mannen. Daarmee wordt de veronderstelling waarop onderzoekers zich baseren om de pijnstudies alleen bij mannen uit te voeren, ontkracht.

Andere routes naar pijnsensatie

Al in 2009 ontdekten Robert Sorge en Jeffrey Mogil[4] door een studie bij knaagdieren dat pijn anders geregistreerd wordt bij mannelijke en vrouwelijke muizen. Door af te wijken van de conventies van de meeste pijnonderzoekers brachten ze aan het licht dat verschillende types immuuncellen en verschillende hormonen bijdragen tot de pijnervaring bij mannetjes en vrouwtjes. Beide geslachten hebben dus een andere bedrading om dezelfde pijn te voelen. Dit onderzoek betekent een mogelijke doorbraak in pijnbestrijding bij de verschillende genders. Ongeveer twintig procent van de mensen wereldwijd ervaart chronische pijn. De meerderheid van hen is vrouw. Als de oorsprong van pijn verschillend is, dan is naar alle waarschijnlijkheid andere pijnmedicatie nodig voor vrouwen en mannen. Verdere studies tonen bovendien ook aan dat pijngevoeligheid evolueert over tijd en beïnvloed wordt door genetica, anatomische ontwikkeling en hormoonspiegels.

De conclusies van de verschillende studies zijn eenduidig: er is nog veel onduidelijkheid over de impact van de geslachten op pijnbeleving. Al brengen deze nieuwe inzichten hoop dat in de toekomst pijnbestrijding gerichter kan worden toegepast en gepersonaliseerd worden naar de individuele zorgvrager.

[1] https://www.radboudumc.nl/en/news/2017/national-research-project-on-pain

[2] https://www.nccih.nih.gov/research/research-results/acute-pain-tolerance-is-more-consistent-over-time-in-women-than-men-according-to-new-research#:~:text=to%20New%20Research-,Acute%20Pain%20Tolerance%20Is%20More%20Consistent%20Over%20Time%20in%20Women,reliability%20in%20ratings%20of%20pain

[3] De test-hertestbetrouwbaarheid is een maat voor de consistentie tussen metingen.

[4] https://www.nature.com/articles/d41586-019-00895-3#:~:text=Researchers%20have%20long%20attributed%20sex,on%20its%20concentration%20and%20location


Breng de lente in huis

Van januari tot mei genieten we volop van het tulpenseizoen. Met een boeketje felgekleurde bloemen fris je je interieur helemaal op. Of leuker nog, met het mooie weer in aantocht, is om er zelf op uit te trekken. In april staan de bloemen volop in bloei. Het moment om de natuurpracht te bewonderen, te wandelen tussen de tulpen en zelf een ruiker te plukken.

Wie tulpen zegt, zegt Nederland. Daar worden jaarlijks ongeveer 4 miljard tulpen gekweekt. Dat is twee derde van de wereldwijde teelt. Terecht dus, dat Nederland het land is dat het meest bekend staat om de bolbloemen.

In België worden naar schatting zo’n 60 miljoen tulpen gekweekt per jaar. Ieder jaar huren Nederlandse boeren namelijk velden in ons land om hun eigen tulpenbollen te kweken. Zo baden de akkers van de Rode Moerpolder en de Koningskieldrechtpolder in Meerdonk tijdens het voorjaar in de felste kleuren.

Wandelen of fietsen langs de tulpenvelden

De polders in het Waasland zijn deze tijd van het jaar zeker een bezoekje waard. Het is er zalig wandelen en fietsen tussen de kleurrijke bloemen. De tulpen, die in april volop in bloei staan, vallen al van kilometers ver op. Aangezien het de kwekers alleen om de bollen te doen is, blijven de bloemen staan tot ze uitgebloeid zijn. Vergeet je fototoestel niet mee te nemen, want het adembenemende kleurenpalet levert fraaie kiekjes op.

Bezoek de tulpenvelden met respect voor de natuur en het privédomein van de boeren. Blijf op de voorziene wandelpaden. Je wil geen bloemen kapot trappen door te wandelen waar het niet mag. Pluk ook zeker geen bloemen wanneer het niet is toegelaten. Om zelf een boeketje bloemen samen te stellen, trek je naar een daarvoor voorziene pluktuin.

Waar kan je tulpen plukken?

Hier en daar vind je in België pluktuinen waar je zelf je boeketje bloemen mag plukken. Meestal vind je hier ook veel meer dan alleen tulpen, zodat je een mooie en gevarieerde ruiker samenstelt. Het plukseizoen loopt ongeveer van maart tot oktober. In sommige tuinen kan je terecht voor een eenmalige plukbeurt, in andere kan je een heus plukabonnement afsluiten. De moeite waard!

Zo blijven tulpen langer mooi

Een boeket kleurrijke tulpen ruikt heerlijk en fleurt de hele ruimte op. Daarom enkele tips om je bloemen zo goed mogelijk te verzorgen.

  • De bloemen die je zelf plukt, blijven langer vers in de vaas.
  • Zet je verse bloemen zo snel mogelijk in zuiver, fris water.
  • Hou je boeket uit de volle zon en de tocht.
  • Voor je de tulpen in een vaas zet, verwijder je het best de bladeren aan de stengels die in het water zitten. Snij ook een stukje van de stengels. Snij om de twee dagen opnieuw één à twee centimeter af, zodat de bloem goed water kan blijven opnemen.
  • Vul de vaas niet tot boven met water, maar begin met een bodempje. Voeg elke dag wat water doe. Zo blijft het water fris en proper en blijven je bloemen langer gezond.


Op de bank met een boek

De lente staat voor de deur, maar we weten allemaal dat in maart daar soms nog wat druilerige dagen aan voorafgaan. Grijzen wolken, de regen tikt tegen het raam, … Het ideale moment om in een boek te duiken. Lekker ontspannend, met tegelijk heel wat voordelen.

Het is goed voor je geheugen

Tijdens het lezen neem je heel wat nieuwe informatie op die je ook moet verwerken. De locatie van de gebeurtenissen, de personages, hun achtergrond, hun geschiedenis, hun persoonlijkheden, de subplots, … je onthoudt het allemaal. Je hersenen zijn dus hard aan het werk. Door te lezen wordt je brein gestimuleerd om nieuwe herinneringen te maken, goed voor je kortetermijngeheugen.

Meer focus en concentratie

Creëer een rustmoment voor jezelf door even te gaan zitten met een boek. Je brein wordt meteen aangespoord tot fantasie en hoeft zich maar op één ding te richten. Een luxe in tijden waarin onze aandacht continu in honderden verschillende richtingen wordt getrokken. Af en toe stoppen met multitasken komt je stressniveau en concentratie ten goede.

Je slaapt er beter door

Het is laat, je bed voelt lekker warm, en je voelt je ogen langzaam dichtvallen boven een boek. Klinkt goed? Leg die gsm aan de kant voor je gaat slapen en maak lezen deel van je avondroutine. Het is in ieder geval een betere gewoonte dan scrollen of bingewatchen.

Lezen verbreedt je horizon

Als je non-fictie leest, verwacht je misschien iets bij te leren. Maar ook door fictie te lezen, steek je heel wat op. Je vangt een glimp op van andere culturen en plaatsen, door de ogen van de auteur. Door te lezen ontdek je andere landen en andere mensen – ook al is het fictief. Het verhaal kan je ogen openen voor andere gewoontes en hoe mensen met elkaar omgaan.

Emotie en empathie

Een verhaal kan je emotioneren en uiteindelijk zelfs je empathie vergroten. Door jezelf te verliezen in een verhaal, voel je de emoties van de personages. Zo word je je meer bewust van hoe verschillende dingen andere mensen beïnvloeden en leef je je ook in het dagelijkse leven makkelijker in de situatie van andere mensen in.

Probeer eens een audioboek

Te weinig tijd om te lezen? Is gaan zitten met een boek gewoon te saai? Probeer eens een audioboek. Er zijn heel wat platformen waar je luisterboeken vindt, zoals Storytel of Audible. Die zijn betalend, maar je kan beginnen met een gratis proefperiode van twee weken. Je vindt ook heel wat gratis luisterverhalen op Spotify of Youtube. De voordelen van een audioboek op een rijtje:

  • Je kan overal en op elk moment luisteren.
  • Je voelt je helemaal afgesloten van de wereld voor de ultieme ontspanning.
  • Combineer je luisterboek met huishoudelijke taakjes, zoals strijken of de was doen.
  • Je onthoudt beter wat je hoort dan wat je leest.
  • Je stopt minder snel met luisteren dan dat je een boek weglegt.
  • Je kan verhalen versneld afspelen en zo meer boeken lezen/luisteren.


Eerste hulp bij stress en overspanning

Verpleegkundigen dragen een grote verantwoordelijkheid en staan onder hoge werkdruk. Daar komt stress bij kijken. Volgens coach Annita Rogier is stress in se niet ongezond, zolang stressmomenten afgewisseld worden met momenten van ontspanning. Als je niet meer tot rust kan komen, loop je risico op overspanning of een burn-out.

Uit onderzoek blijkt dat dertig tot veertig procent van de zorgverleners burn-outklachten ervaart, tien procent heeft een burn-out. Tussen 21 en 27 procent overweegt zelfs te stoppen met hun job. “Ondertussen zien we dat heel wat verpleegkundigen uitvallen door de gevolgen van aanhoudende stress”, vertelt Annita Rogier. “Verpleegkundigen hebben een hoge werkethiek en veel idealisme. Daardoor gaan ze soms te lang door, ook al hebben ze hevige spanningsklachten, uit schuldgevoel tegenover hun collega’s of patiënten. Ik wil hier het cliché benadrukken: voorkomen is beter dan genezen. Door op tijd in te grijpen en even gas terug te nemen, voorkom je dat je voor langere tijd uitvalt.”

5-vinger-check

Volgens Annita is het essentieel dat zorginstellingen een beleid voeren dat inzet op preventie, maar er zijn ook heel wat kleine ingrepen die je zelf kan doen om rustmomenten in te bouwen. Bijvoorbeeld de 5-vinger-check tijdens een drukke dag. Sta even stil en overloop je vijf vingers:

  1. Duim: moet ik iets eten of drinken?
  2. Wijsvinger: moet ik naar het toilet?
  3. Middelvinger: hoe is mijn ademhaling?
  4. Ringvinger: zijn mijn spieren ontspannen?
  5. Pink: heb ik contact met een ander nodig?

Check out na de werkdag

Betrokkenheid met je zorgvragers en collega’s is essentieel, maar als verpleegkundige moet je ook leren het werk los te laten. Dat kan door rituelen te creëren aan het einde van de shift. “Je kan het uittrekken van je uniform zien als het loslaten van de dag”, stel Annita voor. “Of voel bij het handen wassen hoe de stress van je afstroomt. Denk aan wie je allemaal geholpen hebt tijdens je shift en richt vervolgens de aandacht op thuis: een geliefde die je opwacht, een hobby die je helpt ontspannen, … De mogelijkheden zijn eindeloos. Gaandeweg zal je een ritueel ontdekken dat voor jou werkt.”

Oefenen met een app

In de gratis app Patient Journey vind je speciaal voor zorgverleners ‘Eerste hulp bij stress en overbelasting.’ Na het downloaden geef je ‘Physicoach’ in en selecteer je ‘in NL’. Je krijgt twee weken lang oefeningen en nuttige tips via de app. “Dit is een goede aanzet om zelf beter te letten op je welzijn. Het allerbelangrijkste is: praat erover. Met geliefden, met collega’s of met professionele zorgverleners als je klachten te ernstig worden.”

Wat is overspannenheid?

  • Een toestand met aanhoudende fysieke en/of psychische spanningsklachten.
  • Ontstaat door chronische overbelasting en stress.
  • Je komt niet meer tot rust, hebt het gevoel dat je het niet meer aankan en functioneert minder goed.
  • Duurt gemiddeld tussen drie weken en zes maanden.

Wat is burn-out?

Burn-out is een energiestoornis waarbij de klachten lang aanhouden (minstens zes maanden).

Kernsymptomen

  • Uitputting: totale vermoeidheid
  • Emotionele ontregeling: huilen, uitvliegen, …
  • Cognitieve ontregeling: worstelen met nadenken, concentreren en beslissingen nemen
  • Mentale distantie: onverschillige, afstandelijke houding tegenover patiënten (die ook tot schuldgevoel kan leiden)

Bijkomende dimensies

  • Psychische spanningsklachten: weinig zelfvertrouwen
  • Psychosomatische spanningsklachten: nek-, hoofd- en buikpijnen zonder aantoonbare oorzaak
  • Depressieve stemming


De lunchbox die je fit en gelukkig houdt

Tijdens de ochtendspits de lunch voor jezelf en je kinderen klaarmaken resulteert nogal snel in een simpele boterham met choco of kaas. Dat begint al snel te vervelen, en echt gezond is het ook niet. Een doordachte brooddoos is deel van een fitte levensstijl: een voedzame lunch helpt je om doorheen de dag je energie op peil te houden en de juiste voedingsstoffen binnen te krijgen. Maar hoe maak je gezonde keuzes, die niet saai zijn?

Een gezonde brooddoos bestaat uit een combinatie van eiwitrijke voedingsmiddelen, vetten, complexe koolhydraten en voedingsmiddelen met vezels. Voorbeelden van eiwitrijke voedingsmiddelen zijn kaas, eieren, humus, kipfilet en noten. Goede vetten vind je in avocado, noten en olijfolie. Kies voor een volkoren boterham in plaats van wit brood om de nodige complexe koolhydraten en vezels binnen te krijgen.

Gezond broodbeleg

Een belangrijkste vuistregel bij het beleggen van je brood is: let erop dat je een boterham maakt met beleg en niet omgekeerd. Vaak is het beleg de dikmaker, en niet het brood. Ook qua beleg kan je slimme keuzes maken voor een evenwichtige brooddoos. Beleg je bruine boterham bijvoorbeeld liever met magere kazen, zoals platte kaas, cottage cheese of een light variant. Verkies daarnaast vers vlees boven bewerkt vlees en wit vlees boven rood vlees. Denk bijvoorbeeld aan een verse kipfilet die je zelf bakt en in sneetjes op de boterham legt. Ook vis is lekker en gezond als broodbeleg. Geef de voorkeur aan vette vissoorten zoals sardienen, haring, zalm en makreel. Zij brengen essentiële omega-3-vetzuren aan. Let op met kant-en-klare vissalades. Maak die liever zelf en vervang de mayonaise door yoghurt. Meteen een pak frisser en gezonder.

Help! Ik ben een zoetekauw

Zoet beleg kan een plaatsje krijgen in een evenwichtige voedingspatroon. Confituur is rijk aan suikers, maar bevat weinig of geen vetten. Hierdoor is confituur relatief caloriearm en kan je er gerust een paar keer per week van genieten. Beperk chocolade(spreads) of speculoospasta tot één keer per week, want deze smeersels zitten boordevol suiker en vet. Probeer eens een boterham met fruit. Plakjes banaan samen met notenpasta (controleer wel even de ingrediënten of er echt enkel noten inzitten zonder extra toevoegingen) of aardbei met platte kaas. Of prak je fruit zelf tot moes: smeren maar!

Mag het eens iets anders zijn?

De klassieke boterham even beu? Gelukkig zijn er nog heel wat gezonde alternatieven. Meng bijvoorbeeld blokjes kalkoen of kip met groentjes in een pitabroodje. Of kies voor wraps. Die kan je werkelijk met alles beleggen. Door te kiezen voor groentewraps breng je meteen extra kleur en voedingsstoffen in je lunchbox. Een overschotje pasta van gisteren? Maak een snelle pastasalade. Je kan er zowat alles aan toevoegen van mozzarella en tomaat tot zalm en spinazie.

De ultieme tip voor gezonde brooddozen die niet gaan vervelen is: zorg voor variatie. Verse groenten zoals komkommer, tomaat of sla vragen weinig bereidingstijd en fleuren je boterham zo op. Licht geroosterde groenten zoals paprika, courgette of champignons gaan lekker samen met humus of light kaas. Voeg ook eens een potje yoghurt of handjevol noten toe als lekker en gezond dessert.

Eet de regenboog

Hoe meer kleuren op je bord, hoe gevarieerder je eet en hoe meer gezonde voedingsstoffen je binnenkrijgt. Wist je dat de kleur van groenten en fruit je ook een hint geeft over hun gezondheidsvoordelen?

Rood: aardbei, framboos, granaatappelpitjes, kersen, paprika, radijs, rodekool, tomaat
Rijk aan vitamine A en C
Goed voor je hart, geheugen en lever

Geel en oranje: ananas, banaan, maïs, mango, pompoen, sinaasappel, wortel, zoete aardappel
Rijk aan vitamine A en C
Goed voor je immuunsysteem, hart, ogen en huid

Groen: avocado, boontjes, broccoli, doperwten, kiwi, komkommer, paksoi, peterselie, rucola, sla, spinazie, spruitjes
Rijk aan vitamine B, C, E en K
Goed voor je ogen, tanden en botten

Blauw en paars: aubergine, bietjes, blauwe bessen, bramen, druiven, pruimen, vijgen
Rijk aan vitamine C en K
Goed voor je geheugen en tegen veroudering

Wit: appel, asperges, champignons, knoflook, kokos, pastinaak, prei, raapjes, ui, venkel
Rijk aan vitamine B, C en K
Goed voor je hart en je cholesterol


Omgaan met koortsblazen

Koortsblazen of herpes labialis: een vervelend fenoneem. De slijmvliezen in de mond en de lippen worden geïnfecteerd door het herpes-simplexvirus type 1 (HSV-1). Wat kan je er aan doen? Hoe verzorg je ze? En hoe bescherm je zorgvragers wanneer je zelf een koortsblaas hebt?

Wat zijn koortsblazen?

Koortsblazen zijn de oorzaak van het herpes-simplexvirus type 1. Zo’n 65 procent van de Belgen zou drager zijn van het virus, maar niet iedereen krijgt daarom koortsblazen. Het virus sluimert in onze zenuwknoppen, waardoor het vaak terugkeert in situaties van stress, koorts, verminderde weerstand, tijdens de menstruatie, bij contact met zonlicht, wanneer je onder de zonnebank gaat of wanneer je ergens een wondje hebt.

De koortsblaas start als jeuk, een brandend gevoel of tintelingen en groeit dan binnen de 24 uur uit tot een blaasje. Die blaasjes drogen uit en verdwijnen weer na vijf tot acht dagen. Bij veel mensen uiten deze blaasjes zich op de lip, maar ze kunnen ook voorkomen op het gezicht, de handen en vingers.

Hoe raak je besmet?

Het virus wordt overgedragen door contact met de huid, met vocht uit de koortsblaas of door speeksel van een besmet persoon. Dat kan gebeuren door seksueel contact, maar ook door het bestek, een glas, de lippenbalsem, tandenborstel of handdoek van iemand die besmet is te gebruiken. Eens je besmet bent, draag je het virus levenslang mee.

Hoe behandel je koortsblazen?

Er bestaan heel wat huis-tuin-en-keukenmiddeltjes om koortsblazen te behandelen. Gaande van ijsblokjes om de zwelling te verzachten tot tandpasta, honing of azijn. Daarnaast bestaan ook antivirale zalfjes die de koortsblaas sneller zouden doen genezen.

Wanneer ben je besmettelijk?

Wanneer je blaasjes op je lip hebt, ben je 24 tot 48 uur besmettelijk. Ook wanneer de blaasjes openbarsten, let je maar beter op. De infectie verdwijnt na een tot twee weken vanzelf. Kortom: zolang de blaasjes niet droog zijn, is er een hoge kans op besmetting van andere personen.

Waar let je op?

Heb je als verpleegkundige een koortsblaas? Let dan goed op. Raak de blaasjes niet aan, krab niet en prik ze niet open. Was regelmatig je handen en wees alert om patiënten te beschermen. Vooral wanneer je patiënten met een verminderde weerstand, zoals bijvoorbeeld kankerpatiënten, verzorgt. Ook baby’s zijn zeer gevoelig voor het virus omdat ze geen antistoffen hebben.

Heeft je patiënt een koortsblaas? Wees ook dan op je hoede zodat je zelf niet besmet raakt. Situeert het blaasje zich rond de ogen? Dan kan de patiënt beter bij de dokter langsgaan, want het virus kan op die plaats gevaarlijke oogontstekingen veroorzaken.


Ontprikkelen na de feestdagen (of na een drukke werkdag)

Kruip je na een hectische dag het liefst onder een dekentje in je zetel? Kijk je reikhalzend uit naar een dagje me-time? Kan je niet goed tegen te veel lawaai? Heb je na Sinterklaas, kerst en nieuwjaar nood aan een weekendje rust? We geven je enkele tips om al die extra prikkels moeiteloos van je af te schudden.

Zorg voor jezelf

Of je nu introvert of extravert bent, iedereen heeft op tijd en stond nood aan wat me-time. Tijdens de eindejaarsperiode is dat al wat moeilijker in te plannen, zeker met kinderen die vakantie hebben en de wisselende uren op het werk. Maak dus voldoende tijd voor jezelf. Omring je met mensen en activiteiten die je energie geven. Geef hen een dikke knuffel in plaats van drie (of vier) nieuwjaarszoenen. Of sta vijf minuten langer onder die douche. Kortom, doe kleine dingen die je blij maken.

Energiedagboek

Vind je het moeilijk om te weten wat je energie geeft en wat niet? Schrijf het op in je energiedagboek. In kolom A noteer je wat je batterijen oplaadt, in kolom B de gebeurtenissen die veel van je vragen. Zo kom je al snel te weten wat je tot rust brengt en kan je makkelijker anticiperen op periodes waarin het druk, druk, druk is.

Snuif de buitenlucht op

Naar buiten gaan om te wandelen of fietsen is de ideale manier om even alle zorgen en alle drukte achter je te laten. Bovendien is het niet alleen goed voor je hoofd, maar ook voor je lichaam. Je komt hoe dan ook terug met een volle tank energie. Misschien was meer bewegen wel je goede voornemen voor 2023? Win-win.

Let op je voeding

Het spreekt misschien voor zich, maar door gezond te eten doe je ook aan zelfzorg. Je geeft je lichaam goede bouwstenen om de dag door te komen. Beperk ook je alcoholinname. Je zal al snel merken dat het je meer energie geeft.

Je bent niet alleen

De leukste tip hebben we voor het einde gehouden: weet dat je niet alleen bent. Heel wat mensen kijken uit naar een rustig weekend na kerst en nieuwjaar. Het is dus helemaal niet zo erg om je familie na al die bijeenkomsten even beu te zijn en gewoon lekker op jezelf en je eigen gezin te focussen.


Hoe pijnlijk is seks na de bevalling?

De eerste keer seks na de bevalling is niet voor elke vrouw een moment om naar uit te kijken. Sommigen zijn er mentaal nog niet aan toe door de vermoeidheid en de zorgen voor hun baby. Anderen hebben vooral angst voor pijn. Hoewel pijn bij seks na de bevalling bij veel vrouwen voorkomt, wordt die gemiddeld als licht tot matig ervaren. Bovendien verbetert dit aanzienlijk in de eerste maanden na de geboorte.

Een bevalling doet heel wat met een vrouwenlichaam, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Zeker bij een eerste kind is de impact op het leven van de vrouw ingrijpend. Niet verwonderlijk dus dat velen niet onmiddellijk toe zijn aan seks na de bevalling. Sowieso raden verloskundigen en artsen aan minimaal zes weken te wachten met vrijen en tot het bloedverlies volledig gestopt is. Het vrouwenlichaam heeft die tijd nodig om te herstellen. Hou bovendien rekening met het volgende:

  • De vagina is minder vochtig, zeker als je borstvoeding geeft.
  • De hormonen in je lichaam leiden tot een lager libido.
  • De baarmoeder ligt lager dan normaal, wat gevoelig kan zijn bij het vrijen.
  • De vagina is nog uitgerekt, waardoor je minder voelt.
  • Ben je geknipt of gescheurd, dan moeten de hechtingen of het littekenweefsel voldoende herstellen.
  • Een traumatische bevalling kan seksuele intimiteit bemoeilijken.

Onderzoek naar dyspareunie – pijn tijdens de seks – duidt aan dat de meeste vrouwen die pijn hebben bij het vrijen na een bevalling, deze als licht tot matig ervaren. Bovendien neemt de pijnscore af in de eerste maanden na de geboorte. Dyspareunie komt trouwens niet alleen voor bij vrouwen die een kind baarden. Tot één op vijf vrouwen heeft er last van, ongeacht of ze moeder zijn of niet. Al praten te weinig vrouwen hierover met een huisarts, gynaecoloog of bekkenfysiotherapeut.

Manier van bevallen

Hoewel velen ervan overtuigd zijn dat de manier van bevallen – natuurlijk versus keizersnede – een impact heeft op het seksueel welzijn, blijkt dit toch niet het geval. Studies tonen aan dat een keizersnede geen garantie is voor een beter seksueel functioneren na de bevalling. Bovendien wordt de impact van de levenskwaliteit, met name vermoeidheid en energiepeil, nog te vaak onderschat. Vrouwen die een keizersnede ondergaan, hebben zes maanden na de bevalling een lager algemeen welbevinden dan vrouwen die natuurlijk bevallen. Elf jaar na de bevalling hebben zij bovendien een veel grotere kans op pijn in de vagina tijdens seks. De oorzaak hiervan is niet altijd gelinkt aan de bevalling zelf, want sommigen hadden al vooraf last van dyspareunie en hebben hierdoor net meer kans op een keizersnede. Verder onderzoek is dus nodig om de onderliggende verbanden uit te wijzen.

Hoe begin je eraan?

Of je nu angst hebt voor pijn, te uitgeput bent of je lichamelijk minder aantrekkelijk voelt, de juiste setting doet veel bij de eerste vrijpartijen na de bevalling. Hoe beter je in je vel zit, hoe spontaner en makkelijker het vrijen verloopt.

  • Praat met je partner over je angsten en verwachtingen.
  • Gun jezelf voldoende tijd om te ontspannen.
  • Creëer een relaxte sfeer die je in de stemming brengt.
  • Kolf vooraf of geef voeding aan je baby. Zo is de kans dat je borsten lekken kleiner.
  • Gebruik glijmiddel de eerste tijd na de bevalling.
  • Help je partner tijdens het vrijen en voel zelf wat pijnlijk of gevoelig is.
  • Vergeet de anticonceptie niet, ook als je borstvoeding geeft.
  • Ervaar je toch pijn, stop dan. Ook zonder penetratie kan je intiem zijn met je partner.

Bronnen:

  • mediquality.net/be-nl/medical/article/25122058/seksueel-genot-na-de-bevalling-speelt-de-manier-van-bevallen-een-rol
  • ncbi.nlm.nih.gov/28447919/


Eerste hulp bij winterdip: 5 tips om de winter door te komen

Het is weer zover: de donkere wintermaanden staan voor de deur. Voor sommigen het moment om reikhalzend uit te kijken naar kerst en het huis te versieren met gezellige lichtjes. Voor anderen een risicovolle periode, want wie wintermaanden zegt, zegt ook winterdip. Of niet?

1. Eet gezond

Daar komt de tijd van warme thee en chocolademelk, gesmolten marshmallows, pepernoten en talloze aperitiefjes om het nieuwe jaar in te gaan. De wintermaanden betekenen voor velen een drang naar ongezond voedsel. Toch is dit geen goed idee. Hou een gevarieerd en gezond eetpatroon aan, zo blijven je lichaam en geest in balans. Zet een heerlijk groentenstoofpotje op het menu, eet noten en fruit en vermijd toegevoegde suikers. Let ook op met te veel koffie en alcohol.

2. Breng licht in je leven

Toegegeven, opstaan en thuiskomen in het donker zijn niet bevorderlijk voor je humeur. Verpleegkundigen die de nachtdienst doen, weten dit als geen ander. Voldoende licht zien op een dag is bijzonder belangrijk. Idealiter pik je de eerste ochtendstralen mee, want die bevatten veel blauw licht waardoor je melatonineproductie afneemt en je minder slaperig bent. Zet ook voldoende licht aan in huis of gebruik in overleg met je arts lichttherapie.

3. Beweeg en ga naar buiten

Bewegen is het hele jaar door belangrijk, en zeker tijdens de wintermaanden. Als je beweegt, maakt je lichaam het gelukshormoon endorfine aan, en dat kan je in de winter goed gebruiken. Ga naar buiten voor een wandeling of een fietstocht, zelfs als het koud is. Zo pik je meteen wat daglicht mee en snuif je de buitenlucht op. Zit je de hele dag op je werk, gebruik dan je pauze om een luchtje te scheppen.

4. Plan iets leuks

Boek een kort verblijf met je gezin of vrienden. Maak een daguitstap naar je favoriete stad of natuurgebied. Trek erop uit met een goede vriend(in). Door leuke, kleine gebeurtenissen in te plannen, heb je iets om naar uit te kijken en stap je eens uit je dagelijkse sleur. Geen tijd of geld om leuke dingen te doen? Probeer dan voor jezelf elke dag drie zaken te noteren waar je dankbaar voor bent. Je zal versteld staan van het positief effect op je humeur.

5. Hou een ritme aan

Een winterdip verstoort je biologische klok. Daarom is het belangrijk om zoveel mogelijk op hetzelfde moment te gaan slapen, op te staan en te eten. Zo weet je lichaam waar het zich aan kan verwachten. Bewaak ook de kwaliteit van je slaap: vermijd cafeïne, alcohol en schermtijd vlak voor het slapengaan.

Wat is een winterdip?

Bij een winterdip heb je last van volgende fysieke en/of mentale klachten:

  • vermoeidheid
  • somberheid
  • meer behoefte aan slaap
  • concentratieproblemen
  • niet uitgerust wakker worden
  • apathie
  • minder behoefte aan sociale contacten
  • prikkelbaarheid
  • meer eetlust of je eten smaakt niet meer


Beïnvloedt de anticonceptiepil het gedrag van vrouwen?

Eind augustus was er ophef in de media nadat een nieuwe studie[1] zou aantonen dat de anticonceptiepil het gedrag van vrouwen stuurt. Vrouwen die de pil gebruiken, zouden minder competitief zijn, minder doorzettingsvermogen hebben en zich minder sexy kleden. Maar toont het onderzoek dit wel aan?

In West-Europa blijft de pil de meest gebruikte anticonceptiemethode. Toch daalt het pilgebruik de laatste jaren in verschillende landen, waaronder België, ten voordele van andere middelen, zoals de spiraal, de vaginale ring of een hormonaal implantaat. Het wantrouwen tegenover de pil neemt toe. Nochtans blijven de gezondheidsrisico’s van de pil – trombose of hart- en vaatziekten – voor de meeste vrouwen laag. Maar wat met de psychologische impact ervan? Dat laatste is al langer voer voor discussie en onderzoek. Recent bracht een groep psychologen de resultaten van 46 studies over de gevolgen van hormonale conceptie samen in een overzichtsonderzoek. Het doel? Nagaan of de pil daadwerkelijk een invloed heeft op competitie, motivatie en relaties.

Natuurlijke vs. synthetische hormonen

Dat natuurlijke hormonen ons gedrag beïnvloeden, is gekend. Onze hormoonhuishouding speelt een rol in onder andere het libido, iemands stemming of onze neiging tot sociale interacties. Dat is niet alleen bij vrouwen zo, maar ook bij mannen. Denk aan haantjesgedrag of agressie bij mannen onder invloed van testosteron, en aan premenstruele spanningen of de babyblues bij vrouwen onder invloed van estrogeen en progesteron.

Het is dus zo gek niet om je af te vragen of de synthetische hormonen, die aanwezig zijn in de pil, hetzelfde doen. Dat de pil een effect kan hebben bij sommige vrouwen, is geweten. Al werkt dit in beide richtingen: bepaalde vrouwen kikkeren op van de pil, anderen worden er somberder door. Toch omvatten de meeste studies een te kleine groep deelnemers om representatief te zijn. Vaak worden ook externe invloeden, zoals culturele of sociaaleconomische factoren, volledig buiten beschouwing gelaten. De bestaande studies tonen met andere woorden geen directe, wetenschappelijk onderbouwde link aan tussen gedrag en de pil als anticonceptie. Het besluit van de onderzoekers luidt dan ook: “Let op met het trekken van voorbarige, ongegronde conclusies.”

Bronnen:

  • eu/gezondheid/de-pil-stuurt-het-gedrag-van-vrouwen-niet
  • com/statistics/1268282/contraceptive-methods-of-women-in-europe-by-region/
  • be/anticonceptiegebruik-bij-belgische-jongeren-en-volwassenen-feiten-en-cijfers

[1] Arthur L, Casto K, Blake K. Hormonal contraceptives as disruptors of competitive behavior: Theoretical framing and review. Frontiers of Neuroendocrinology 2022; 6 July.