“De verandering voor ons beroep is ingezet met uitzonderlijke opportuniteiten en doorgroeikansen”
12 mei, internationale dag van de verpleegkundige. Dit jaar hebben we als verpleegkundigen ‘geen stilstand meer’ te vieren. De vele hervormingen en wetswijzigingen die op ons beroep afkomen stoten soms op weerstand tegen verandering, maar toch zijn ze hoognodig. Er ligt nog heel wat werk op de plank naar praktische uitvoering toe, waarbij de inspraak van alle verpleegkundigen uiterst belangrijk is. NETWERK VERPLEEGKUNDE roept daarom alle verpleegkundigen op om samen met hun leidinggevenden in dialoog te gaan.
Er zijn grote, belangrijke stappen gezet in de laatste maanden van 2023 en in het eerste deel van 2024. Het zijn fundamentele wettelijke bouwstenen om de verschillende verpleegkundige taken van de toekomst vorm te geven. De duidelijke functieladder, de wetswijzigingen in het kader van het gestructureerde zorgteam en de koninklijke besluiten (KB’s) rond de bekwame helper en ADL stuwen ons beroep richting nieuwe opportuniteiten en houden het werkveld terecht bezig. “Het onderwerp leeft, zoveel is duidelijk uit de vele reacties die we bij NETWERK VERPLEEGKUNDE van leden en niet-leden ontvangen”, zegt algemeen coördinator Ellen De Wandeler. “Er is dan ook een duidelijke nood om de versnipperde informatie die vandaag circuleert en soms ook onjuist is opnieuw te stroomlijnen. Daar ligt een belangrijke taak voor NETWERK VERPLEEGKUNDE weggelegd. We zijn verpleegkundigen. We dragen dezelfde achternaam ongeacht onze plaats van tewerkstelling. Het is belangrijk dat we als een familie, met één stem spreken. Er mag geen hiërarchie zijn. Elkaar ondersteunen is een bouwsteen van onze beroepsorganisatie.”
Klaarstomen voor komende uitdagingen
De onderlinge samenwerking tussen verpleegkundigen, en bij uitbreiding tussen zorgprofessionals algemeen, is nodig. De demografische uitdagingen die op ons afkomen zijn namelijk niet min. Zeer concreet staat de vergrijzing voor de deur. Maar wat betekent dit precies? Vanaf 2025 zijn er in Vlaanderen voor het eerst in onze geschiedenis minder min-18-jarigen dan 67-plussers. In 2023 was 19,75 procent van de Belgische bevolking ouder dan 65 jaar. Dit neemt de komende vijftig jaar toe met 57,5 procent.
“De arbeidskrapte vandaag, maar ook die van de komende jaren, vraagt onze aandacht en bewustwording”, zegt Ellen. “Willen we kwaliteitsvolle zorg blijven garanderen aan de huidige en komende generaties, dan moeten we vooruitdenken aan een nieuwe, toekomstgerichte rol voor de Verpleegkundige Verantwoordelijk Algemene Zorg (VVAZ). Die moeten we dan ook op korte termijn durven opnemen. Al in de jaren 70 lagen de geplande hervormingen op tafel. Die komen nu in een stroomversnelling. De weg is nog lang, maar de start is gegeven. De verandering is ingezet en hierbij zie ik voor ons beroep uitzonderlijke opportuniteiten en doorgroeikansen.”
Klinisch verpleegkundige expertise
Het heeft bijzonder veel inspanningen gevraagd om de VVAZ als enige beroep in de coördinerende rol binnen het gestructureerd zorgteam te houden. De coördinatie van zorg is dan ook een taak die vaak ook andere zorgberoepen zich willen toe-eigenen. “Het is een logische en absolute vereiste dat de klinisch verpleegkundige expertise voldoende aanwezig is, zowel bij de VVAZ als diens directe leidinggevenden. We hebben een coördinerende rol gevraagd aan het beleid, nu moeten we deze ook samen door de inzet van verpleegkundig leiderschap waarmaken.”
“We moeten onze verantwoordelijkheid als verpleegkundige groter durven plaatsen binnen een maatschappelijke context. Welke zorg willen we aanbieden als verpleegkundigen binnen de beperkte middelen van de toekomst? Ons verbergen en niet het woord durven voeren op de hoogste echelons van onze gezondheidszorg en zorginstellingen moet echt tot de verleden tijd gaan behoren. Als verpleegkundigen zijn we met veel. We moeten in die mate ook de nodige inspraak verwerven.”
Relatieve versus absolute tekorten
De rapporten van de OESO tonen aan dat in ons land 112 verpleegkundigen per 10.000 inwoners actief zijn. Voor Vlaanderen ligt dat cijfer op 118 verpleegkundigen, voor Wallonië op 109. Ter vergelijking: het gemiddelde van die OESO-landen is 88 verpleegkundigen per 10.000 inwoners. Toch blijkt uit een gesprek met Sabine Stordeur (zie pagina’s 18 tot 20 van dit magazine), directrice-generaal van het directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, dat er nuancering bij de cijfers nodig is, zeker voor wat betreft het aantal verpleegkundigen per 10.000 inwoners.
“Zo liet de FOD ons weten dat als we kijken naar de landen die het dichtst bij België liggen, dan het gemiddelde in West-Europa 124 verpleegkundigen en in Noord-Europa 135 verpleegkundigen per 10.000 inwoners bedraagt. Met 111 verpleegkundigen per 10.000 inwoners zit België dus onder deze twee cijfers. Hier moeten we gepast mee omgaan en dat vraagt de nodige inspanningen.”
Hoopvol voor de toekomst
“De verandering is ingezet”, besluit Ellen. “We zijn hoopvol over de stappen die op beleidsniveau gezet worden. Het maakt dat we er tijdens onze vijftigste Week van de Verpleegkundigen in Oostende echt een feesteditie van kunnen maken. We mogen best fier zijn op de evolutie die we als verpleegkundigen samen mee in gang hebben gezet. Als beroepsorganisatie zijn we ook trots op onze vele leden en vrijwilligers in de werkgroepen en regionale netwerken. Hun expertise en praktijkervaringen zijn voor onze organisatie van onschatbaar belang.”
“Waar de komende legislatuur absoluut werk nog van moet gemaakt worden is de noodzaak aan en de toegang tot opleiding en specialisaties en een correcte verloning binnen IFIC. We maken ons de komende maanden klaar met een memorandum die voor en na de verkiezingen zal dienen om ons beroep verder te professionaliseren. Er is nog veel werk aan de winkel. Als we ons blijven verenigen en samen toewerken naar die verandering, dan komen we er samen wel.”
Leden hebben toegang tot een digitaal platform waarop de webinars rond de nieuwe wetgeving zijn ondergebracht. Ben je lid en wil je toegang tot dit kanaal? Mail naar vorming@netwerkverpleegkunde.be.
Wat is NETWERK VERPLEEGKUNDE?
NETWERK VERPLEEGKUNDE is een pluralistische, niet-gesubsidieerde beroepsorganisatie met 7.400 betalende leden die zich richt tot alle verpleegkundigen. De organisatie heeft mandatarissen in diverse raden en commissies op federaal en gemeenschapsniveau. NETWERK VERPLEEGKUNDE vertegenwoordigt basisverpleegkundigen, HBO5-verpleegkundigen, verpleegkundigen verantwoordelijk algemene zorg (bachelor), gespecialiseerde verpleegkundigen (met inbegrip van verpleegkundig consulenten), verpleegkundig specialisten (master) en verpleegkundigen klinisch onderzoeker (PHD).
De leden van NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn aanwezig op alle domeinen van het verpleegkundige werkveld. We maken geen onderscheid in specialisatie of plaats van tewerkstelling. Verschillende visies en standpunten stroomlijnen in zo’n grote groep is geen evidentie. Vooruitgang betekent inzetten op de visie van de meerderheid. En die meerderheid hebben we door de gedragenheid van de leden uit de verschillende werkgroepen en regionale netwerken van onze beroepsorganisatie.
De werkgroepen binnen NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn:
- diabetesverpleegkundigen
- thuisverpleegkundigen (zelfstandigen en in dienstverband)
- directies verpleegkunde
- verpleegkundigen gehandicaptenzorg
- verpleegkundigen geestelijke gezondheidszorg
- hoofdverpleegkundigen en middenkader
- informaticasysteemverpleegkundigen
- kinderverpleegkundigen
- verpleegkundigen ouderenzorg
- verpleegkundigen palliatieve zorg
- pijnverpleegkundigen
- verpleegkundigen spoed en intensieve zorgen
- verpleegkundigen juridisch expert
- verpleegkundigen infectiebeheersing
- begeleidingsverpleegkundigen
- verpleegkundigen medische beeldvorming
- verpleegkundigen maatschappij en gezondheid
- studenten verpleegkunde
- wetenschappelijke ethiek
- geschiedenis verpleegkunde
Zin om deel uit te maken van deze werkgroepen? Contacteer administratie@netwerkverpleegkunde.be.
Opstart project voor nationale dataset benchmark spoed
Om spoedgevallendiensten te optimaliseren is er nood aan een duidelijk inzicht in de werking ervan. Een diepgaande analyse van beschikbare gegevens leidt tot meer effectiviteit en een datagedreven besluitvorming. In België ontbreekt momenteel een gestandaardiseerde aanpak voor het verzamelen van proces- en uitkomstgegevens. Daarom werken NETWERK VERPLEEGKUNDE, de Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg (VVVS) en de Association Francophone des Infirmiers d’Urgence (AFIU) aan een nationale dataset voor proces- en uitkomstgegevens van spoedgevallendiensten in België. Het doel? De operationele efficiëntie en effectiviteit van spoeddiensten aanzienlijk te verbeteren en datagedreven benchmarking te faciliteren.
Datagedreven besluitvorming en benchmarking zijn cruciaal in een tijdperk van toenemende gegevensbeschikbaarheid. Zo nemen organisaties weloverwogen beslissingen op basis van feitelijke bevindingen. Dat resulteert in een betere operationele efficiëntie en een meer gerichte, strategische benadering. Op spoedgevallendiensten in België ontbreekt momenteel een gestandaardiseerde aanpak voor het verzamelen van proces- en uitkomstgegevens. Daar moet een nationale dataset voor proces- en uitkomstgegevens van spoedgevallendiensten in België verandering in brengen. Die komt tot stand door een samenwerking tussen de werkgroep Kritieke Diensten van NETWERK VERPLEEGKUNDE, de Vlaamse Vereniging van Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg (VVVS) en de Association Francophone des Infirmiers d’Urgence (AFIU).
Het initiatief wil een nationale dataset voor proces- en uitkomstgegevens ontwikkelen met als doel de operationele efficiëntie en effectiviteit van spoeddiensten aanzienlijk te verbeteren. Via een gevalideerd Nederlands codeboek voor een meer gestroomlijnde databank faciliteert het project een uniforme, nauwkeurige gegevensverzameling en -analyse. Door aan benchmarking te doen evalueren en vergelijken organisaties hun werking met die van anderen. Ze identificeren hun zwakke punten en ontdekken hun best practices. Daardoor kunnen organisaties een holistische benadering hanteren om hun concurrentievermogen te versterken en langetermijndoelstellingen te bereiken.
Het project zal na de zomermaanden van 2024 door VVVS, AFIU en NETWERK VERPLEEGKUNDE uitgebreid gepresenteerd worden aan hun leden en relevante stakeholders.
Nieuwe KB’s zijn een feit
Ze zijn lang aangekondigd, er is veel over geschreven en er is vooral zeer hard aan gewerkt. Nu is er eindelijk witte rook, want de koninklijke besluiten rond de bekwame helper en de activiteiten uit het dagelijkse leven (ADL) en een aanpassing van het KB 1990 zijn in het Staatsblad gepubliceerd op 29 februari 2024.
Het KB over ADL bepaalt de concrete voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om bepaalde activiteiten binnen de gezondheidszorg niet langer door verpleegkundigen, maar door niet-gezondheidszorgbeoefenaars te laten uitoefenen op een legale manier.
Het KB van de bekwame helper geeft dan weer een wettelijke context over de technische verpleegkundige handelingen die gedelegeerd worden naar een mantelzorger of bekwame helper. Het bevat een lijst van technische verstrekkingen en de voorwaarden voor de uitoefening ervan, net zoals de vereiste opleidingsvoorwaarden.
Tot slot werd ook het KB van 18 juni 1990 aangepast. Dit is een lijst met verpleegkundige handelingen die door een arts of tandarts aan verpleegkundigen worden toevertrouwd, net zoals de manier van uitvoeren en de kwalificatievereisten die nodig zijn om de handelingen te mogen uitvoeren. Dit KB kreeg een update.
Marc Van Bouwelen stopt als voorzitter TCV
Op 8 februari zwaaide Marc Van Bouwelen, Mavabo voor de vrienden, af als voorzitter van de Technische Commissie voor Verpleegkunde (TCV). Dit was meteen de laatste keer dat de TCV samenkwam, aangezien deze binnenkort samenvloeit met de Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV). De Federale Raad geeft aan de minister advies over de algemene ontwikkeling van het beroep, de Technische Commissie over de handelingen van de verpleegkundigen.
Marc zetelde al in de TCV sinds 2001 en leidde de verpleegkunde door enkele woelige wateren. Daarin nam hij steeds een verbindende rol op, met een neutrale blik op de standpunten die op tafel lagen. Dit maakt dat hij zowel door alle leden als door de betrokken beroepsorganisaties zeer gerespecteerd werd.
Op de afscheidszitting had Marc voor elk lid van de TCV een cadeautje mee: een koffietas met de lamp van Florence Nightingale en TCV erop gedrukt. Zo attent is hij sinds zijn aanstelling als voorzitter in 2007 altijd geweest. Toen nam hij de fakkel over van Thierry Lothaire (FNIB, 2001-2007), die hem op zijn beurt overnam van Rene Tytgat (NVKVV 1995-2001). In de bijna vijftig jaar van de Commissie werden regelmatig verantwoordelijken van NVKVV als voorzitter verkozen.
Op professioneel vlak is Marc al enkele jaren met pensioen. Al valt daar in de praktijk niet veel van te merken. Hij blijft actief als verpleegkundige in een woonzorgcentrum, is vertaler voor het Koninklijk Legermuseum in Brussel, neemt zijn kleinkinderen op sleeptouw (of andersom) en is met het Rode Kruis op verschillende festivals te vinden.
Binnen onze beroepsorganisatie zet hij zich al jaar en dag, met hart en ziel, in als lid en secretaris van de Juridische Adviesgroep. Samen met professor Marc Sabbe (KU Leuven) en Defensie ontwikkelde hij ook de opleiding rampenmanagement. Niet geheel onlogisch als je weet dat hij jarenlang actief was als spoedverpleegkundige in het Stuivenbergziekenhuis (Antwerpen) en zijn kennis doorgaf in een aantal onderwijsinstellingen.
Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn we ontzettend dankbaar voor de onvermoeibare inzet van Marc en zijn sterke bijdrage aan de ontwikkeling van het verpleegkundige beroep. We zetten hem dan ook graag eventjes letterlijk in de bloemetjes. Bedankt, Marc!
De TCV wordt voortaan opgenomen in de FRV als een vaste werkgroep. Het werk is dus nog niet gedaan. Edgard Peters was als voorzitter van de FRV aanwezig op de laatste zitting van de TCV als zelfstandig orgaan. Hij beloofde alvast de leden onder zijn hoede te nemen wanneer de werkgroep verder vorm krijgt.
Gratis online carrière- en opleidingswijzer via Careēr
Meer dan 6.000 openstaande vacatures in zorg en welzijn. Dat vraagt gezamenlijke inspanningen. Daarom lanceren Vlaams minister Hilde Crevits, Vlaams Zorg- en Welzijnsambassadeur Candice De Windt en de sociale partners de volgende fase van Careēr. Het project bestaat uit meerdere campagnegolven per jaar om zoveel mogelijk Vlamingen te bereiken, van studenten tot zij-instromers. Zo is er voortaan de gratis carrière- en opleidingswijzer, die je online kan raadplegen.
Via care-er.be kan je een vragenlijst invullen over je interesses, studies, huidige werksituatie, … De tool oriënteert je dan naar een opleiding of job in de domeinen zorg en welzijn, en koppelt er meteen informatie over financiële tegemoetkomingen aan voor wie voor een knelpuntberoep kiest.
Niet toevallig wordt deze campagne nu gelanceerd, op het moment dat scholieren en studenten een studiekeuze maken. Candice De Windt: “Zij zijn volop bezig met de vraag: wat wil ik worden of doen in het leven? De komende weken en maanden zal Careēr hen via een uitgekiende campagne en boodschappen op maat prikkelen om na te denken over de vraag: ‘Zorg of welzijn, is dat iets voor mij?’ Want ook al zijn we heel blij met het stijgend aantal inschrijvingen in de opleidingen, we mogen nu niet op onze lauweren rusten.”
Daarnaast richt Careēr zich natuurlijk ook naar mensen die al aan het werk zijn, al dan niet in een andere sector. Daarom bundelt de website heel wat nuttige informatie over de zowat dertig zorg- en welzijnsberoepen, steunmaatregelen, opleidingen, vacatures, inleefmomenten, … Op basis van jouw interesses en vaardigheden zoekt de carrièrewijzer de loopbaan die bij je past.
Nieuwe cijfers actieve verpleegkundigen
De Planningscommissie brengt het aantal actieve Belgische verpleegkundigen tussen 2019 en 2021 in kaart met een nieuw rapport. Dit geeft een gedetailleerde beschrijving van de activiteit van de verpleegkundigen: leeftijd, geslacht, gewest, gemeenschap, diploma, activiteitssectoren en beroepsstatus.
In het rapport worden drie soorten beroepsbeoefenaars gedefinieerd:
- Beroepsbeoefenaars gemachtigd om het beroep uit te oefenen (LTP): 223.624 in België, waarvan 133.779 in de Vlaamse Gemeenschap en 89.845 voor de Franse Gemeenschap.
- Actieve beroepsbeoefenaars op de Belgische arbeidsmarkt: 153.167 actieve verpleegkundigen (68 procent van de LTP-groep) waarvan 78 procent als loontrekkende, 12 procent als zelfstandige en 9 procent die een activiteit als loontrekkende met een activiteit als zelfstandige combineerde.
- Beroepsbeoefenaars actief in de Belgische gezondheidszorgsector: 134.413 verpleegkundigen (60 procent van de LTP-groep) werken in de gezondheidszorgsector.
Het volledige rapport raadpleeg je via http://www.health.belgium.be/hwf.
Toekomstagenda voor het werken in de zorg beschikbaar
De zorg wordt geconfronteerd met grote uitdagingen en veranderingen op vlak van organisatie, leiderschap, innovatie en digitalisering. Dat is de conclusie van het rapport Toekomstagenda voor het werken in de zorg. Het rapport is het resultaat van een historisch participatief traject met de sociale partners en de beroepsorganisaties, waaronder ook NETWERK VERPLEEGKUNDE, in navolging van een uitnodiging van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.
De Toekomstagenda geeft een globaal en breed overzicht van de aspecten die raken aan de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg, en vertrekt vanuit de beleving van het zorgpersoneel zelf. Het rapport omvat drie luiken:
- Een omschrijving van vaststellingen op het terrein,
- De reeds genomen maatregelen,
- Mogelijke pistes van oplossingen.
“Het is een bijzonder lijvig document geworden. Dit is het resultaat van vele intensieve gesprekken”, zegt Ellen De Wandeler, algemeen coördinator van NETWERK VERPLEEGKUNDE. “We kijken tevreden terug. Voor het eerst in lange tijd werd een gemeenschappelijke visienota geschreven, wat historisch is en hopelijk ook duurzaam voor de toekomst. Het rapport biedt heel wat mogelijkheden om het beleid de komende jaren op te enten. Zeker voor wat betreft arbeidsvoorwaarden, recht op vorming, stagemogelijkheden, … Het is noodzakelijk om hier nu dringend mee aan de slag te gaan en zo tegemoet te komen aan de terechte verzuchtingen van verpleegkundigen.”
Raadpleeg het volledige rapport: https://www.netwerkverpleegkunde.be/file?fle=1356623&ssn=8563602ccfeef82d6e0c7534049e49210da0c68a
Dit moet je weten over de nieuwe Wet Patiëntenrechten
De Wet Patiëntenrechten dateert uit 2002 en zag het levenslicht om het recht op zelfbeschikking voor patiënten te garanderen. Dit jaar kreeg de wettekst een update, afgestemd op het huidige zorglandschap, meer vanuit een focus op kwaliteitsvolle zorg. Samen met de Kwaliteitswet is zo een kader voor patiëntenrechten gecreëerd. We leggen professor gezondheidsrecht Tom Goffin (UGent en voorzitter van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt) jouw concrete vragen voor.
De zeven rechten in de Wet Patiëntenrechten kregen een opfrissing. Daarbij is aandacht besteed aan drie belangrijke pijlers. “Zo verankerden we patiëntenrechten in het belang van de wil, doelen en voorkeuren van de patiënt”, zegt professor Tom Goffin. “Ook de patiënt als copiloot in zijn zorg is sterker verankerd, net zoals patiëntenrechten door de patiënt. Zo bepaalt hij zelf wie aanwezig mag zijn bij het zorgproces. De vernieuwde wet is een aanvulling op de algemene kwaliteitsvereisten en bepalingen rond risicovolle verstrekkingen die in de Kwaliteitswet zijn opgenomen. Patiëntenrechten gaan namelijk veel verder dan wat in deze nieuwe wettekst staat. Ze moeten samen met de Kwaliteitswet ingebed worden. Daarnaast bestaat er nog heel wat meer om de kwaliteit van zorg voor patiënten te waarborgen. Denk maar aan de accreditering, het Fonds Medische Ongevallen, sensibiliseringscampagnes, de ziekenhuiswet, het kwaliteitsdecreet, de deontologie, … De Wet Patiëntenrechten is geen doel, wel een middel voor kwaliteitsvolle en patiëntgerichte zorg. We hebben bij deze vernieuwing goed geluisterd naar het werkveld, om zo dicht mogelijk bij het huidige zorglandschap te staan.”
Hoe definieer je een patiënt?
“Een patiënt is een natuurlijk persoon die gezondheidszorg ontvangt, ‘al dan niet op eigen verzoek’. Dat is een actievere formulering dan wat er voordien stond. In de wet schreven we ook het recht op een vertrouwenspersoon in. Dat is een familielid, vriend of een andere beroepsbeoefenaar en verschilt van de door de patiënt aangewezen vertegenwoordiger. Als vertrouwenspersoon kan je een patiënt bijstaan doorheen het hele zorgtraject. Zo wordt onder meer het bezoekrecht, dat tijdens covid onder druk stond, gegarandeerd.”
Kan je als patiënt dan meerdere vertegenwoordigers of vertrouwenspersonen aanduiden?
“Een vertegenwoordiger en vertrouwenspersoon bepaal je zelf, maar nog niet veel mensen doen dit. Je kan er meerdere aanduiden, maar je moet wel een rangorde aangeven. Heb je geen vertegenwoordiger, dan geldt een cascadesysteem. Indien je als patiënt onder een beschermingsstatuut staat en er is een bewindvoerder aangesteld door de vrederechter, zal dit de eerste persoon zijn die kan optreden als vertegenwoordiger. Die rechter bepaalt wel of de Wet Patiëntenrechten onder de bevoegdheid van de bewindvoerder valt. Anders is het je partner, en zo verder. Ook daar is niets aan veranderd met deze wetswijziging. Let wel, een benoemde vertegenwoordiger zal altijd voorrang hebben op een bewindvoerder.”
Kan een minderjarige een andere vertegenwoordiger aanduiden dan iemand met ouderlijk gezag?
“Daar voerden we een uitbreiding door om het voor voogden en pleegouders makkelijker te maken. Een minderjarige die voldoende maturiteit en een redelijke beoordeling van zijn belangen aantoont, kan in theorie een andere vertegenwoordiger aanduiden. Op die manier kan een minderjarige ook zichzelf vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld: een jonge kankerpatiënt kent de kankerbehandeling door en door en kan misschien wel beslissingen nemen over deze behandeling, maar dat wil niet zeggen dat hij ook voldoende kan oordelen over andere soorten zorgen die hij zelf nodig heeft. In de praktijk gebeurt dat dus niet.”
Hoe hou ik als verpleegkundige rekening met de Wet Patiëntenrechten?
“De Wet Patiëntenrechten is er enerzijds voor de patiënt en anderzijds voor wie een gezondheidszorgberoep uitoefent. Daarnaast bouwt deze nieuwe wettekst ook bepalingen in voor anderen die zorg verlenen zoals stagiairs, mantelzorgers en bekwame helpers. Een maatschappelijk werker valt hier bijvoorbeeld niet onder, omdat hij geen zorg verleent.”
De patiënt aan het stuur van zijn zorg, maar wat als die bepaalde zorgen weigert?
“De vernieuwde wet houdt inderdaad sterk rekening met patiëntautonomie en met wat de patiënt wil. Daarnaast is er ook de diagnostische en therapeutische vrijheid van de zorgverlener, die weet wat de patiënt nodig heeft. Die blijft ook onverkort geleden, al moet de zorgverlener door de Kwaliteitswet wel rekening houden met de wensen van de patiënt in de uitoefening van die diagnostische en therapeutische vrijheid.”
Mag de patiënt eisen dat er voldoende verpleegkundigen zijn?
“Neen. De patiënt heeft recht op een vrije keuze van zorgverlener, maar we weten dat dit onder druk staat door de tekorten. Wat we in dit recht wel versterkt hebben, is het informeren van de patiënt. Zo moet je actief de patiënt informeren over je individuele of collectieve verzekering voor beroepsaansprakelijkheid. Kan of mag een zorgverlener bepaalde zorgen niet toedienen omdat hij of zij bv. geschorst is, dan moet dit aan de patiënt gemeld worden. Op verzoek van de patiënt moet hij ook zijn beroepsbekwaamheid en ervaring aantonen.”
Hebben patiënten dan inzage in het portfolio?
“Het portfolio wordt bijgehouden in het kader van de Kwaliteitswet. De patiënt heeft geen inzage, maar wanneer hij ernaar vraagt is dit wel een handig hulpmiddel om je ervaring aan te tonen. Weiger je bepaalde zorgen toe te dienen, dan moet je te allen tijde de continuïteit van zorg waarborgen met een doorverwijzing naar iemand van dezelfde beroepsgroep en bekwaamheid. Ook daar duikt het portfolio weer op. Vanuit de federale overheid wordt volop gewerkt aan een register van praktijken om in kaart te brengen wie wat doet in de gezondheidszorg. Het zal de plicht zijn van de individuele zorgverlener om de informatie in die databank up-to-date te houden.”
De patiënt heeft rechten, maar ook plichten. Denk maar aan het geweld tegen zorgverleners. Hoe giet je dit in een wettekst?
“De gezondheidszorgbeoefenaar en de patiënt werken samen aan de optimale verstrekking van zorg en gedragen zich respectvol tegenover elkaar, andere patiënten en andere zorgverleners. Het verbod op agressie staat er dus niet letterlijk in, maar die respectvolle omgang impliceert dit wel. Ook therapietrouw en de zorgverlener correct informeren horen daarbij.”
Als patiënt heb je recht op kwaliteitsvolle informatie over je gezondheidstoestand. Hoe gaat dat in zijn werk voor patiënten die geen Nederlands spreken?
“Informatie moet kwaliteitsvol en op maat van de patiënt gegeven worden. Hoeveel informatie hij wil, dat bepaalt de patiënt zelf. Het recht op een tolk is niet opgenomen in de wet, maar wordt in het kader van kwaliteitsvolle informatie wel aangeraden op kosten van de patiënt.”
Wat met de taalkennis van de zorgverlener?
“Er is een andere wetswijziging in de maak die de taalbepalingen voor zorgverleners zal opnemen in de Kwaliteitswet. Bij het aanvragen van je visum zal je niet alleen je diploma moeten voorleggen, maar ook een bewijs van je taalkennis Nederlands, Frans of Duits.”
Gelden de taalvereisten ook voor de ouderenzorg, waar vaak verpleegkundigen uit onder meer India actief zijn? Of zijn er uitzonderingen voor bepaalde beroepen?
“De uitzonderingen gelden voor zorgverleners die een gespecialiseerde veelal eenmalige taak komen doen in België, bv. een chirurg met een heel bijzondere expertise die hier in België een specifieke operatie komt uitvoeren.”
Wat bedoelt de wet met het recht op geïnformeerde toestemming?
“De patiënt heeft het recht om geïnformeerd te worden over elke tussenkomst van een zorgverlener en vervolgens zijn toestemming al dan niet te geven. We willen daarbij streven naar shared decision-making. Het komt erop neer dat de patiënt toestemming moet geven voor het verlenen van zorg. Dat kan mondeling, schriftelijk, maar ook stilzwijgend. Kom je als verpleegkundige de kamer binnen met een bloeddrukmeter en stroopt de patiënt zijn mouwen al op, dan is dit stilzwijgend akkoord gaan.”
Mag de patiënt weigeren dat zaken worden toegevoegd aan het patiëntendossier of passages laten verwijderen, denk maar aan agressie tegen een zorgverlener?
“Neen. De patiënt heeft recht op een dossier, maar geen recht op geen dossier. Er is dus dossierplicht. Iets weigeren of laten schrappen op vraag van de patiënt mag niet, iets toevoegen wel in het kader van doelgerichte zorg. De minimale inhoud van een patiëntendossier is bepaald in de Kwaliteitswet.”
Moet je voortaan dan voor elk diagnose- of consultatieverslag bijkomende informatie zelf opvragen, aangezien de patiënt toegang heeft tot consultatieverslagen?
“Neen, de wet gaat over zorg verlenen. Patiënten krijgen dus geen inzage via achterliggende e-healthplatformen van zorgverleners. Ze kunnen wel hun eigen dossier inkijken, al dan niet bijgestaan of gedelegeerd naar een vertrouwenspersoon. Ze hebben ook recht op toelichting over de inhoud. Een patiënt kan ook een afschrift van het dossier vragen. De eerste versie is gratis, de tweede ten laste van de patiënt. Uitzonderingen die de patiënt niet kan zien, zijn gegevens over derden en de motivering van de therapeutische exceptie.”
In de praktijk hoor je vaak schrijnende voorbeelden van ouders die het dossier van hun overleden kind niet kunnen inkijken. Is daaraan gesleuteld?
“We hebben de post mortem-inzage inderdaad aangepast. Ouders konden het dossier van hun minderjarige kind enkel inkijken mits motivatie en via enkel via een zorgverlener. Zij hebben nu volledig recht op inzage en afschrift, zonder motivatie. Daarnaast hebben enkel bloedverwanten tot en met de tweede graad recht tot inzage, maar moeten ze hun aanvraag wel nog motiveren.”
Je moet patiëntendossiers minstens dertig jaar en maximaal vijftig jaar bijhouden na het laatste patiëntencontact. Binnenkort moet dit digitaal verlopen. Moet je bij inzage van het dossier historische persoonlijke notities toevoegen?
“Er zijn geen overgangsmaatregelen gestipuleerd van het papieren naar het digitale dossier. Je zou in principe die persoonlijke notities moeten toevoegen aan het patiëntendossier.”
Hoe informeer je als thuisverpleegkundige de patiënt over de zorgtarieven?
“Dit is een actieve verplichting, die ook online mag ingevuld worden. Heb je een website, dan kan je de informatie daar kwijt. Anders zal je werk moeten maken van een brochure of flyer. Dit zijn informatieve documenten of publicaties die je aan patiënten geeft. Ze dienen niet om reclame te maken. Je mag nooit patiënten ronselen, enkel bekendmaken dat je bestaat.”
De zeven patiëntenrechten
- Het recht op kwaliteitsvolle zorg
- Het recht op vrije keuze van zorgverlener
- Het recht op informatie over de gezondheidstoestand
- Het recht op geïnformeerde toestemming
- Het recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier
- Het recht op intimiteit en bescherming van het privéleven
- Het klachtrecht
Recht en bio-ethiek
Professor Tom Goffin (UGent) en professor emeritus Herman Nys (KU Leuven) brengen bij Lannoo een nieuwe editie uit van hun boek ‘Recht en bio-ethiek’. Dit biedt de noodzakelijke inzichten en voorbeelden om in versterkt vertrouwen zorg te bieden. Het is een basiswerk bij de rechtsregels in de gezondheidszorg en behandelt het juridisch statuut van wie zorg verleent en van wie zorg ontvangt. Zowel studenten en professionals in de rechten, als in de geneeskunde, verpleegkunde, zorg en welzijn kunnen met dit boek aan de slag.
Nood aan nieuw beroepskwalificatiedossier VVAZ
NETWERK VERPLEEGKUNDE vraagt aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) om het beroepskwalificatiedossier voor de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg (VVAZ) aan te passen. Dit is nodig om tegemoet te komen aan de recente hervormingen en door de lopende wetteksten over de verschillende verpleegkundige profielen. De VVAZ neemt een andere rol en functie waardoor het huidige beroepskwalificatiedossier niet langer voldoet aan de noden in het werkveld. Daarnaast hoopt NETWERK VERPLEEGKUNDE mee aan tafel te mogen zitten bij het samenstellen van een werkgroep voor dit beroepskwalificatiedossier.
Onafhankelijke waarderingstool voor zorgaanbieders
Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Hilde Crevits laat een digitale waarderingstool ontwikkelen voor zorgaanbieders in de residentiële ouderenzorg, zorginstellingen voor personen met een handicap, jeugdhulp en kinderopvang. Het gaat om een pilootproject van twee jaar dat deze lente start.
Hiermee wil de minister online waarderingen en reviews van gebruikers van dienstverleners in de zorgsector verzamelen op een onafhankelijk gemodereerd platform. Dit draagt bij tot het delen van betrouwbare ervaringen met het bredere publiek. Het verhoogt ook de transparantie, informatie en interactie, heeft een potentieel effect op kwaliteitsverbeteringen en schenkt aandacht aan positieve verhalen en ervaringen binnen zorg en welzijn.