Hervorming verpleegkunde: wetsontwerpen naar het parlement

Er komt licht aan het einde van de tunnel. Minister Vandenbroucke maakte de drie wetsontwerpen over de basisverpleegkundige, de bekwame helper en de klinisch verpleegkundig onderzoeker over aan het parlement. Ondanks de miljarden euro’s aan investeringen in de zorg, is de nood aan een allesomvattend plan om de zorgberoepen aantrekkelijker te maken zeer hoog. Dat laat de minister in een persbericht weten.

Om de duurzaamheid van gezondheidszorg te waarborgen vindt minister Vandenbroucke het belangrijk om te bekijken of zorgpersoneel adequaat wordt ingezet. Waar schuilen mogelijkheden om zorg anders te organiseren en taken te herverdelen? Hoe werken we toe naar geïntegreerde zorg? Hoe delen we knowhow in een multidisciplinair team? Als belangrijke stap kijkt de minister daarvoor naar een brede hervorming van het verpleegkundig beroep, dat nog onvoldoende naar waarde wordt ingezet.

“Als we hoogstaande zorg in ons land willen blijven verzekeren, moeten we niet alleen volop blijven investeren in onze gezondheidszorg, maar ook de inzet van ons zorgpersoneel herbekijken”, laat hij in een persbericht weten. “Zo is een brede hervorming van onze verpleegkundige zorg nodig om iedereen klaar te stomen voor de toekomst en de aantrekkelijkheid van het beroep te verhogen. Dit wil zeggen dat we niet alleen de verpleegkundige profielen, maar ook verpleegkundige handelingen in hun geheel onder de loep nemen en dit met één doel: alle verpleegkundigen in de praktijk naar waarde inzetten.”

De nieuwe zorgladder in de verpleegkundige is een toekomstgericht functiemodel waarbinnen ieder verpleegkundig profiel een plaats heeft. Met duidelijke verschillen, maar ook met haalbare doorgroeimogelijkheden. Eind 2023 worden de resultaten uit de Kamer verwacht. Ook aan de bekwame helper is gedacht, met een duidelijk statuut die de kwaliteit van leven van patiënten en van wie zorg geeft garandeert. Daarover moet eind september 2023 een beslissing vallen.


Aandachtspunten bij de hervorming Wet Patiëntenrechten

Na twintig jaar is de Wet Patiëntenrechten aan een update toe. Daar wordt momenteel hard aan gewerkt. In een communicatie naar Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke en professor Tom Goffin onderstreept NETWERK VERPLEEGKUNDE enkele belangrijke aandachtspunten in de toepassing van de huidige wet.

De actuele Wet Patiëntenrechten is nog niet door alle zorgberoepen even goed gekend en wordt dus niet even consequent toegepast. Zo zijn we met NETWERK VERPLEEGKUNDE van mening dat de wet geldt voor iedere persoon die deelneemt aan de gezondheidszorg. Niet alleen zorgverleners, maar ook ondersteunende medewerkers zoals maatschappelijk werkers en de (toekomstige) bekwame helpers. Gelet op de invoering van de gestructureerde equipe voor de verpleegkundige zorgen, is dit een belangrijk aandachtspunt.

Daarnaast is NETWERK VERPLEEGKUNDE van mening dat de verplichting om alle informatie schriftelijk te verstrekken niet nodig is wanneer de zorgverlener correct en professioneel met de zorgvrager en diens omgeving communiceert. Dit wil zeggen dat het patiëntendossier tijdig en zorgvuldig aangevuld en gedeeld wordt. De zorgvrager kan een schriftelijke bevestiging vragen, maar dit verplichten verhoogt de werkdruk nog meer en staat haaks op het beleid dat vandaag gevoerd wordt. Deze formaliteiten creëren ook meer afstand tussen zorgverlener en zorgvrager en bevorderen geen empathische communicatie.


AUVB ontvangt 404.000 euro steun

Minister Frank Vandenbroucke keurde een KB goed dat financiële tegemoetkoming regelt voor de AUVB, de Algemene Unie der Verpleegkundigen van België. Daar zijn nu 45 beroepsorganisaties bij aangesloten. Het gaat om financiële steun voor een bedrag van 403.962,80 euro voor de werkingskosten, voorbereidingen en deelname aan vergaderingen en werkgroepen zoals de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, de TCV, de FRV, het KCE, de Planningscommissie, … NETWERK VERPLEEGKUNDE benadruk dat geen enkele euro van dat bedrag naar haar organisatie gaat.


EU wil halt toeroepen aan onbetaalde stages

Zo’n 18 procent van de stages in België zijn onbetaald, dat meldt de Vlaamse Jeugdraad. Stages moeten de overgang van de studiebanken naar het werkveld makkelijker maken, maar vaak gaat het om nepstages waarbij jongeren onbetaald werken. Het Europees Economisch en Sociaal Comité tikte ons land daar in 2022 al voor op de vingers met de duidelijke vraag om daar tegen op te treden.

Volgens Europa schenkt de Belgische arbeidsinspectie te weinig aandacht aan het oneigenlijk gebruik van stages. Het gaat dan niet over de stages die studenten, al dan niet vrijwillig, volgen in het kader van hun opleiding. Wel over de stages waarmee jongeren meer ervaring willen opdoen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. In slechts 18 procent van de gevallen hangt daar een vergoeding aan vast. Daarmee scoort België het laagst van alle EU-lidstaten. Die onbezoldigde stages hebben volgens de Vlaamse Jeugdraad enkele gevolgen. Ze veroorzaken een ongelijkheid in de samenwerking, want niet iedereen kan het zich veroorloven om gratis te werken. Jongeren die dat niet kunnen, hebben zo minder kansen op de arbeidsmarkt. Ook mentaal heeft het een negatieve invloed. Ze voelen zich niet gewaardeerd en bouwen geen financiële zekerheid op. Op Europees niveau wordt intussen gewerkt aan een wettelijk kader met duidelijke regels, een statuut en/of een minimumvergoeding.


Alle competenties op de werkvloer benutten

2023 is bijna halfweg. Dat betekent dat de internationale dag van de verpleegkundigen op 12 mei er weer aan komt. We blikken even terug op een woelige maar boeiende periode en kijken vooral vooruit naar de niet zo verre toekomst. Kunnen we in aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar nog een aantal dingen in beweging krijgen? Komt er eindelijk schot in een oplossing voor het nijpend personeelstekort? Hoe wapenen we ons tegen de zorgmassa die op ons afkomt? Hoe staan we tegenover actuele topics binnen de verpleegkunde? Ellen De Wandeler, algemeen coördinator van NETWERK VERPLEEGKUNDE, leidt ons door haar blikveld.

De verbouwingen aan de kantoren van NETWERK VERPLEEGKUNDE aan het Vergotesquare in Brussel zijn voor een belangrijk deel achter de rug. De beroepsorganisatie maakt bewust de keuze voor een circulair gebouw met een duurzaam karakter. “De renovatie had heel wat voeten in de aarde, maar we zijn fier op het resultaat. Dit draagt bij aan de professionele uitstraling van NETWERK VERPLEEGKUNDE en van verpleegkundigen in het algemeen. We nodigen al onze leden en externe partners van harte uit om gebruik te maken van onze lokalen voor vergaderingen, opleidingen of netwerkmomenten. Dit is jullie thuis”, vertelt Ellen. “Niet enkel met ons gebouw willen we de ecologische voetafdruk van onze organisatie verkleinen, ook voor onze evenementen maken we de denkoefening om minder afval te produceren en minder energie te verbruiken.”

Memorandum

Hoewel de klimaatproblematiek een belangrijke rol speelt, is de hoofdrol nog steeds weggelegd voor het zorgpersoneel. “Ook op dat vlak beweegt er heel wat en dat is goed. In 2024 trekken we naar de stembus, de campagnes komen volop op gang. Met NETWERK VERPLEEGKUNDE gaan we na de zomer aan de slag met een memorandum dat we aan alle politieke partijen bezorgen. Dit maken we op in samenspraak met al onze leden en werkgroepen. In deze politieke adviesnota zullen we onze visie en de speerpunten voor de toekomst van verpleegkunde op een transparante manier toelichten. We hopen dan ook van harte dat onze signalen serieus genomen worden en een prominente plaats op de politieke agenda zullen innemen.”

Gestructureerd zorgteam

Een precair agendapunt blijft het aanwerven en inzetten van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel. “Momenteel horen we volop de terechte schreeuw naar meer personeel, maar nationale en internationale cijfers tonen aan dat dit eigenlijk relatief is”, stelt Ellen. “Het aanwezige, goed opgeleide personeel voert gewoon teveel taken uit die door andere profielen opgenomen kunnen worden.” Door een combinatie van een uitgebreid zorgaanbod en verouderde ongedifferentieerde normering, wordt het aantal beschikbare verpleegkundigen te veel gespreid en onvoldoende ingezet voor de functies en plaatsen waar het echt nodig is. “Dat is echt jammer en het draagt niet bij tot de attractiviteit van verpleegkunde. Bepaalde financieringen en taken zijn wettelijk en exclusief aan verpleegkundigen toegewezen, hierdoor worden verpleegkundigen te vaak ingezet voor enkelvoudige, losstaande verpleegkundige taken en te weinig voor de coördinatie en planning van de verpleegkundige zorg.”

Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE werd het voorbije jaar hard gewerkt aan een wetsvoorstel over het gestructureerd zorgteam verantwoordelijk voor de coördinatie van de verpleegkundige zorgen. “Dat kan in principe al na de zomer 2023 in voege gaan. Het wetsvoorstel hebben we overgemaakt aan minister Vandenbroucke. Tegelijkertijd verzetten we momenteel hemel en aarde om zoveel mogelijk de neuzen van verschillende stakeholders in dezelfde richting te zetten. Binnen het zorgteam, onder coördinatie van een verpleegkundige, moeten handelingen kunnen worden gedelegeerd aan andere gezondheidzorgberoepen, maar ook niet-gezondheidzorgberoepen. Uiteraard dient de nodige opleiding verzekerd te zijn. Op deze manier behoudt de verpleegkundige het toezicht, dat enkel afhankelijk van de context, fysiek dient te zijn. Zo worden ze ook ontzorgd, maar vooral ook bijgestaan bij de uitvoering van de totale verpleegkundige zorgen. Dat laat ook toe andere collega’s op een veel efficiëntere manier in te zetten.”

Op initiatief van minister Vandenbroucke werd in 2023 een werkgroep samengesteld om concrete voorstellen uit te werken rond een grondige taak- en functiedifferentiatie en randvoorwaarden. Het voorstel van gestructureerd zorgteam verantwoordelijk voor de coördinatie van de verpleegkundige zorgen hebben we ook daar een onderdeel van kunnen laten uitmaken. Deze zomer worden de resultaten verwacht. Het resultaat wordt deze zomer verwacht. “NETWERK VERPLEEGKUNDE werkt constructief mee aan deze gesprekken. We zijn dankbaar dat onze expertise erkend wordt.”

Wachten op goedkeuring

Twee laatste belangrijke items op de agenda zijn het wettelijk verankeren van de bekwame helper en de hervorming van de verpleegkundige HBO5-functie. NETWERK VERPLEEGKUNDE kijkt uit naar de parlementaire goedkeuring van deze wetsvoorstellen tijdens de zomer van 2023, die een waardevolle impact kunnen betekenen in het werkveld. De bekwame helper moet toelaten dat de nabijheid van kwaliteitsvolle zorg gegarandeerd is en dat hierbij aansluitend de personen die de verpleegkundigen handelingen uitvoeren juridisch beschermd zijn. “Met NETWERK VERPLEEGKUNDE ijveren we samen met andere belangrijke partners zoals het Vlaams Welzijnsverbond al tientallen jaren voor deze wetsaanpassing”, zegt Ellen nog. “De voorbije jaren werden FRV- en TCV-adviezen uitgewerkt die nu deels uitgevoerd worden. Tijdens de studiedag gehandicaptenzorg op de Week van de Verpleegkundigen in Oostende komen we hier uitgebreid op terug.”

De nieuwe HBO5-titel, basisverpleegkundigen, werd inmiddels door de bevoegde overheden afgeklopt, samen met de uitwerking van een volwaardig beroepsprofiel en takenpakket op basis van FRV- en TCV-adviezen. “Het is onze opdracht als beroepsorganisatie hier op een positieve manier mee om te gaan en te verzekeren dat deze nieuwe verpleegkundige functie ook in complexe zorgsituaties kan worden ingezet binnen een gestructureerd zorgteam verantwoordelijk voor de coördinatie van de verpleegkundige zorgen. Vandaag lezen we in de communicatie van het kabinet van minister Vandenbroucke dat deze functie voornamelijk voorbehouden zal worden voor minder complexe zorg. De minister stipuleert daarbij specifiek de ouderenzorg, eerstelijnszorg, geestelijke gezondheidzorg, … Daar staan we met NETWERK VERPLEEGKUNDE absoluut niet achter. Meer nog, zulke boodschappen openen de deur naar devalorisatie van de benoemde sectoren. We blijven de stelling verdedigen dat ongeacht de sector of dienst complexe zorg aanwezig kan zijn en dat een grondige taak- en functiedifferentiatie ongeacht de sector of dienst moet worden doorgevoerd. Ik wil benadrukken dat voor afgestudeerde HBO5-verpleegkundigen en zij die de opleiding al gestart zijn, niets verandert”, besluit Ellen. “Hier heeft NETWERK VERPLEEGKUNDE steeds zeer hard voor geijverd. HBO5-verpleegkundigen zullen in de toekomst ook hun verpleegkundige bevoegdheden behouden en op een efficiënte, opbouwende manier kunnen doorgroeien naar andere functies.”

 

Meer informatie over het nieuwe beroepsprofiel voor HBO5 vind je op netwerkverpleegkunde.be.

 

Bedankt aan onze vrijwilligers!

NETWERK VERPLEEGKUNDE is een beroepsorganisatie die groeit en bloeit door de hulp van haar vrijwilligers. Zo’n 450 verpleegkundigen zetten zich gemotiveerd en vrijwillig in voor onze vzw. Het is een netwerk van betrokken en geëngageerde mensen en we verwelkomen graag nieuwe gezichten. Zo waren er dit jaar opnieuw twee keer zoveel kandidaten als plaatsen in onze raad van bestuur. Iedere vrijwilliger in onze organisatie werkt mee aan ons succes en laat zijn positivisme afstralen op ons NETWERK. We zijn ongelooflijk fier en bijzonder dankbaar. Die trots tonen we ook met onze nieuwe naam, waar we veel complimentjes op krijgen. De naamsverandering werd vorig jaar gestemd tijdens de Algemene Vergadering en in de zomer van 2022 doorgevoerd. Zo maken we een duidelijke link naar ons magazine, dat intussen al aan de twintigste editie toe is en twee kaarsjes mag uitblazen.


Gault&Millau-erkenning voor AZ Groeninge

Zorgkwaliteit staat in iedere zorginstelling en bij iedere zorgverlener centraal. AZ Groeninge gaat nog een stapje verder en nam de voeding voor hun 900 patiënten onder de loep, met steun van de mensen van gastronomiegids Gault&Millau. Als eerste ziekenhuis in België ontvangen ze een erkenningslabel. Philip Dupont, facilitair manager in AZ Groeninge, is fier op zijn keukenteam.

In AZ Groeninge worden dagelijks 900 maaltijden in koude lijn klaargemaakt. Philip Dupont startte met Gault&Millau een consultatietraject van zes maanden om de recepturen voor de patiënt te verbeteren en dat verliep niet zonder slag of stoot. “Bij de eerste inspectie proefden de inspecteurs 35 sauscomponenten. Daarvan waren er 5 goed, 15 te verbeteren en de rest moest weg”, zegt Philip. “We denken soms dat we goed bezig zijn, maar een externe partner biedt vaak een waardevolle blik. Ze bevroegen de zorgondersteuners, de koks, controleerden de buffetwagens, het aanbod aan variatie, … Daarnaast deden ze bevragingen bij patiënten naar hospitality, smaak, verblijfduur, temperatuur, consistentie, uitzicht, keuze, dieet, enzovoort. Elke proefsessie gebeurde in een apart zaaltje. Ze kregen het menu van de dag voorgeschoteld en we vroegen ook hun advies voor nieuwe gerechten. Daarna bespraken ze de feedback rechstreeks met de keuken. Hun aanpassingen voeren we nu door, met aandacht voor verbeteringen, suggesties en innovaties.”

Als in een labo

De erkenning behalen was een intensief proces. Een zoektocht naar de juiste smaken en combinaties. Zo werd voor de audit 30 procent zelf gemaakt en 60 procent ingekocht. Nu ligt die verhouding op respectievelijk 60 en 40 procent. “De keuken werd net geen labo”, zegt Philip. “Ik denk dat we vijftig soorten stoofvlees proefden, op zoek naar de perfecte samenstelling. Die switch naar meer zelf bereiden wilden we doen omdat we het vaak lekkerder vonden en omdat het verser is. Goed eten is primordiaal voor een vlot herstel van de patiënt. Ik ben blij dat we de steun kregen van de directie en dat mijn team met veel passie te werk ging. De kwaliteitserkenning is zeker geen eenmalig feit. We bekijken voortdurend wat we extra kunnen doen en hoe we ons keuzebeleid kunnen bijsturen. Ik ben er zeker van dat andere zorginstellingen ook zullen volgen.”


Foute berekening vraagt rechtzetting

X-Care in Motion, recent nog vierde in de verkiezing Great Place To Work Belgium van Vlerick Business School, betreurt de vele misverstanden die de voorbije maanden over projectstaffing en interimwerk ontstaan zijn. “De cijfers die de ronde doen zijn totaal maar dan ook totaal onjuist”, benadrukt Sam Baro, CEO van hr-dienstverlener PLANET Group, waarvan X-Care in Motion als zorgverlener deel uitmaakt. “Superhoge afwervingssommen worden in praktijk voor interimwerk totaal niet toegepast. En wat projectmedewerkers betreft: die willen niet en horen niet te worden afgeworven. Die staan op de payroll van onze eigen zorgonderneming. Een contractueel beding met een afwervingssom moet gezien worden als een soort boete waarvan je wil vermijden dat je die moet betalen. Het enige doel is een mogelijke afwerving van een vaste medewerker van het projectstafbedrijf te vermijden, niet om een som van, bijvoorbeeld, 25.000 euro te kunnen aanrekenen.”

Ook de berekening dat interim- en projectverpleegkundigen 50 tot 80 procent duurder zouden zijn, klopt volgens Sam Baro hoegenaamd niet. “De meerkost voor de zorgvoorziening is slechts tussen de 24 en 30 procent. Dit ligt mijlenver van de cijfers die Zorgnet-Icuro iedereen wil laten geloven. De kost van een verpleegkundige is geen jaarkost die je zomaar deelt door het maximaal aantal weekdagen of werkuren per jaar of per maand. De formule is complexer. Er zijn gemiddeld tot vijftig dagen per jaar waarop medewerkers niet presteren. Verlofdagen, opname overuren, feestdagen, ziektedagen, opleidingen, … Al die dagen en/of uren moet je aftrekken van het totaal aantal effectieve gepresteerde en ongepresteerde weekdagen in een jaar. Als je dan de jaarkost deelt door het correcte gemiddelde aantal prestatiedagen of -uren, dan kom je uit op een meerkost voor zowel interimwerk als projectwerk van slechts 24 tot 30 procent. Wie anders beweert, rekent bewust of onbewust totaal fout.”

Nochtans stak X-Care in Motion heel wat tijd en energie in het uitleggen van deze berekening. “We hebben het met handen en voeten aan de koepelorganisaties al uitgelegd dat hun berekening fout is. Ook aan Zorgnet-Icuro en aan het kabinet van de Vlaams minister van Welzijn. Onbegrijpelijk dat ze dit naast zich blijven neerleggen en foute informatie de wereld blijven insturen. Aangezien ze via ons wel degelijk over de juiste informatie beschikken, kan ik alleen maar concluderen dat ze doelbewust niet willen luisteren. Zo zet je de eigen leden, namelijk de zorgvoorzieningen, en de minister van Welzijn inclusief, helemaal op het verkeerde been. Deze desinformatie is sterk polariserend en dus heel destructief voor de zorgsector. Niet moeilijk om op die manier met valse premisses een onterechte tweestrijd te creëren. En dat kan tellen vind ik, in een sector die al zwaar onder druk staat door het hoge werktempo en arbeidskrapte. Ik nodig minister Crevits dan ook graag persoonlijk uit om tijd te maken voor dialoog. Zo kunnen we de foute cijferanalyse van haar adviseurs in detail bespreken.”


Zorgzwaarte mag in rekening gebracht worden

De zorgsector staat onder druk, dat hoeven we niet meer te vertellen. Onder meer huisartsen en verpleegkundigen presteren onder zware werkomstandigheden. Daarom boog een reflectiegroep van het RIZIV zich over mogelijke oplossingen zoals een duurzame organisatie en financiering van de huisartsenpraktijk, met ruimte voor taakdelegatie en ondersteuning. Het resultaat is een voorstel om de verhouding tussen prestatie- en capitatiefinanciering beter in balans te brengen door het aandeel van honoraria te verlagen en het aandeel per patiënt te verhogen in functie van de zorgzwaarte. Op die manier worden taken die in het basispakket van de huisartsenpraktijk zitten, maar nog niet of onvoldoende gefinancierd worden, correcter vergoedt volgens zorgzwaarte en complexiteit. Het bevordert ook samenwerking, taakdelegatie en preventie.

Daarnaast voorziet het voorstel ook een premiefinanciering om in te zetten op kwaliteit, ondersteuning en beschikbaarheid. Er is ook ruimte voor optionele financiering om een verpleegkundige in de huisartsenpraktijk aan te werven.


Geschiedenis van het patrimonium van NETWERK VERPLEEGKUNDE

Brussel is altijd de thuisstad van NETWERK VERPLEEGKUNDE geweest. In 1962 verhuisde het toenmalige NVKVV van de Dwarsstraat naar de Jozef II-straat en in 1973 naar het huidige secretariaat in de Vergotesquare 43. Dat herenhuis ligt op 500 meter van de Europese wijk en dateert van 1909. Het werd gekocht met financiële steun, onder meer in de vorm van renteloze obligaties, van leden en van anderen. Het vervolmakingscentrum werd toen ook ondergebracht in twee andere gebouwen in de aansluitende Frédéric Pelletierstraat 100 (nieuwbouw kantoor) en 96 (aankoop herenhuis).

Duurzame circulaire verbouwing

Door de nieuwe onderwijsregelgeving in de jaren negentig werden de gebouwen niet zo intensief meer gebruikt en het vervolmakingscentrum werd afgebouwd. In 2016 werd door de bestuursleden en de leden van de algemene vergadering – na advies van de notaris, de bank en het vastgoedkantoor – besloten om het patrimonium van de vzw te vrijwaren tegen een mogelijke waardevermindering van het vastgoed. Het herenhuis op de Vergotesquare werd bij die oefening gedefinieerd als een waardevolle investering voor de huidige en toekomstige leden van de vzw.

Daarom werd in 2021 en 2022 gestart met een grondige renovatie van het herenhuis, met ecologisch en circulair verbouwen als centrale waarden. Het pand krijgt meteen ook een nieuwe bestemming als een open huis voor alle verpleegkundigen. Voor dit initiatief kreeg NETWERK VERPLEEGKUNDE in 2019 een erkenning van het Brussels Gewest en werd het laureaat van de prijsuitreiking be.exemplary, goed voor een subsidie van 123.000 euro.

Financiering van de verbouwing

Als onderpand voor de renovatiekosten werd in 2016 het gebouw op nummer 96 verkocht. Om tegemoet te komen aan de regels van goed bestuur en het sociaal passief veilig te stellen, werd een overbruggingskrediet van 500.000 euro en een hypothecaire lening van 200.000 euro op 20 jaar afgesloten. Nu de renovatie voltooid is, zal ook het gebouw op nummer 100 worden verkocht voor de financiering van het overbruggingskrediet. De totale renovatiekosten bedragen zo’n 1.500.000 euro.

Alle verpleegkundigen welkom

Sinds januari 2023 vind je NETWERK VERPLEEGKUNDE in het gerenoveerde gebouw. Je wordt er ontvangen in een leuke, gezellige setting en de werkgroepen maken graag gebruik van de ontmoetings- en vergadermogelijkheden. We mogen best fier zijn op deze uitvalsbasis. Als enige beroepsgroep beschikken we over zo’n warme thuis voor alle verpleegkundigen. Wees welkom!


Kom op tegen Kanker roept ziekenfondsen op om ook fysiek en telefonisch bereikbaar te blijven

Uit meldingen aan de Kankerlijn blijkt dat patiënten hulp en financiële ondersteuning mislopen omdat ziekenfondsen steeds minder toegankelijk zijn. Sinds corona werd de dienstverlening sterk gedigitaliseerd, maar meer dan een vijfde van de mensen is niet digitaal vaardig genoeg om hier gebruik van te maken.

Kom op tegen Kanker pleit er daarom voor dat ziekenfondsen inzetten op het principe van call-click-connect om overal een minimale dienstverlening te garanderen. Dat houdt in dat ziekenfondsen, naast hun digitale aanbod (click), zowel inzetten op de telefonische bereikbaarheid (call) als op de fysieke bereikbaarheid (connect). Daarnaast vraagt Kom op tegen Kanker dat ziekenfondsen blijven investeren in de werking en toegankelijkheid van hun maatschappelijke dienstverlening en actiever inzetten op het bereiken van kwetsbare personen door naar hen toe te gaan, buiten de muren van hun organisatie.