KCE-onderzoek naar verpleegkundige consultaties

Het KCE voert momenteel een verkennend onderzoek naar de implementatie van verpleegkundige consultaties in België. Dit onderzoek wil een actueel overzicht geven van wie op dit moment verpleegkundige consultaties uitvoert, hoe deze worden ingevuld, wat probleemgebieden zijn en welke hefbomen er nodig zijn voor een succesvolle implementatie.

Vandaag bestaat in België nog geen duidelijk wettelijk, structureel en financieel kader voor de implementatie van verpleegkundige consultaties. Het KCE voert daarom een verkennende studie uit naar de implementatie van verpleegkundige consultaties voor patiënten met complexe aandoeningen in België. Op basis van dit onderzoek zal de KCE adviezen formuleren gericht aan de ministers bevoegd voor Volksgezondheid, Gezondheid en andere beleidsmakers.

Meer informatie: kce.fgov.be/nl/lopende-en-geplande-studies/lopende-studies/studie-2021-05-hsr-verpleegkundig-consult-voor-patienten-met-complexe-aandoeningen


Equal pay day

7 maart is equal pay day. Op deze dag staan we stil bij de loonkloof tussen vrouwen en mannen. De gemiddelde loonkloof in Europa bedraagt 13 procent. Dit is het verschil in gemiddeld bruto uurloon tussen mannen en vrouwen in de hele economie. In België bedraagt de gemiddelde loonkloof 5.3 procent.

Het goede nieuws: de loonongelijkheid verkleint wel degelijk. Bij alleenstaanden zonder kinderen is de loonkloof op basis van uurlonen zelfs negatief (-7 procent), in het voordeel van vrouwen. Keerpunt is de leeftijd tussen dertig en veertig jaar: vanaf dat moment stijgt het loonverschil snel, om te eindigen in een maandelijks pensioenkloof van wel 33 procent.

Cijfers van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen tonen aan dat vrouwen en mannen zonder kinderen per uur ongeveer evenveel verdienen. Met elk extra gezinslid vergroot de loonkloof, van 1,5 procent (geen kinderen) naar 4,8 procent (1 kind) tot 5,7 procent en 6,3 procent bij respectievelijk 2 en minstens 3 kinderen. Moeders zien hun inkomsten vooral dalen omdat zij hun betaalde arbeid terugschroeven.

De loonkloof van dichterbij bekeken

De loonkloof verkleint drastisch als de factor deeltijds werk buiten beschouwing wordt gelaten. Een heel aantal culturele, wettelijke, sociale en economische factoren (versterken genderbias op de werkvloer en) leiden ertoe dat vrouwen minder verdienen. Bovendien blijkt uit onderzoek van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen dat een vrouw in dezelfde sector en met dezelfde anciënniteit/opleiding/leeftijd/gezinssituatie/job/… als een man, gemiddeld nog steeds minder verdient.

De prijs van moederschap

Het zijn nog altijd vooral vrouwen die zich het meeste bezighouden met de organisatie van het huishouden en de opvoeding van de kinderen, waardoor zij minder werken en minder verdienen. De (loon)kloof vergroot alleen maar naarmate mensen ouder worden, want terwijl een vrouw haar carrière op een lager pitje zet, kan een man wel doorgroeien. Dit heeft bovendien een zelfversterkend effect: juist doordat vrouwen minder verdienen, is het logischer dat hun job niet de prioriteit krijgt wanneer er keuzes gemaakt moeten worden.

Vrouwelijke en mannelijke sectoren

Het feit dat vrouwen vaker deeltijds werken – in de eerste plaats om voor kinderen te zorgen – verklaart dus voor een groot deel de loonongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Maar zelfs onder deeltijdwerkers worden vrouwen nog steeds minder betaald, met een verschil van gemiddeld 10,7 procent. Er zijn immers nog andere factoren die de genderongelijkheid in stand houden: zo werken vrouwen en mannen vaak in verschillende sectoren. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in onder andere het onderwijs, de zorg, dienstverlening, administratieve en ondersteunende jobs en huishoudpersoneel: ‘zachte’ sectoren waar de lonen niet hoog liggen en deeltijdse contracten normaal zijn.

Opvallend is het feit dat de beroepen die essentieel bleken om het land overeind te houden tijdens de pandemie over het algemeen tot de ‘zachte’ sectoren hoorden. De gezondheidszorg, voedingswinkels, kinderdagverblijven, schoonmaak… draaien grotendeels op de werkkracht van vrouwen. Ontluisterend zijn de gemiddelde lonen die bij deze essentiële beroepen horen. Verpleegkundigen hebben een lager loon dan de gemiddelde werknemer met een bachelor-diploma.

Bron: equalpayday.be


Onderzoeksvraag NETWERK VERPLEEGKUNDE weerhouden bij KCE

Het onderzoeksvoorstel van NETWERK VERPLEEGKUNDE ‘Impact overconsumptie, ontbreken taakdifferentiatie en niet-erkende bedden op verpleegkundige tekorten in de gezondheidszorg’ is door het KCE geselecteerd voor het KCE-studieprogramma voor 2023.

Het originele onderzoeksvoorstel van NETWERK VERPLEEGKUNDE bevatte twee onderzoekspistes om een efficiëntere inzet van verpleegkundig personeel te bekomen: het verminderen van overconsumptie van de zorg en functiedifferentiatie. Om tot een haalbare KCE-studie met concrete aanbevelingen te komen zal de scope beperkt worden tot functiedifferentiatie binnen zorgteams (verpleegkundigen, zorgkundigen en logistieke medewerkers) van enkele types hospitalisatieafdelingen. Aan de hand van een tijdsmeting zal geobjectiveerd worden wat de huidige tijdbesteding is (bv. proportie verpleegkundige tijd besteed aan directe en indirecte patiëntenzorg, niet verpleegkundige activiteiten, etc. ) en waar ruimte tot verbetering is (bv. afhankelijk van type shift). Op basis van deze analyse, en het bestuderen van internationale praktijkvoorbeelden, zullen verbetervoorstellen voor de Belgische context geformuleerd worden.


ProGezondheid: nieuw gemeenschappelijk portaal van FOD en RIZIV

ProGezondheid is een nieuw portaal dat ontwikkeld werd door de FOD volksgezondheid en het RIZIV. Dit portaal heeft MyRIZIV vervangen en is nu ook beschikbaar voor zorgverleners zonder RIZIV-nummer. Het doel is de kwaliteit van de zorg voor de patiënt te verbeteren en het gegevensbeheer van zorgverleners te vereenvoudigen.

Eén portaal

Zorgverleners moeten vaak met verschillende toepassingen werken. Om de administratie te vereenvoudigen, ontwikkelden de FOD en het RIZIV samen een nieuw portaal. Zo moet meer tijd overblijven voor de kwaliteit van zorg. Op ProGezondheid kan de zorgverlener op termijn:

  • het register van praktijken aanvullen/raadplegen
  • een digitaal portfolio bijhouden, wat verplicht is sinds het in voege trede van de kwaliteitswet op 1 januari 2021
  • contactgegevens doorgeven
  • communiceren met de administraties

Functionaliteiten in fases

ProGezondheid neemt de bestaande functionaliteiten over van MyRIZIV. Vervolgens breidt het portaal uit met bijkomende functionaliteiten, gerelateerd aan alle gezondheidszorgberoepen. Dit zal in verschillende fases gebeuren.

De eerste fase ging van start in december 2022. Daarbij lag de focus op contactgegevens en het kunnen raadplegen ervan. Deze eerste fase moet zorgverleners ook beter wapenen tegen toekomstige crisissen. Tijdens de coronacrisis werd duidelijk dat de gegevens over de plaats van tewerkstelling en contactgegevens niet voldoende waren.

In een tweede fase zullen andere functionaliteiten van het register worden toegevoegd, eventueel pilootprojecten vanuit de taken van het RIZIV en een digitaal portfolio. Op termijn zullen nog andere instellingen toetreden tot het portaal. Over de aanpassingen en timing wordt tijdig gecommuniceerd.

Surf naar riziv.fgov.be/nl/toepassingen/Paginas/progezondheid.aspx om je aan te melden.

Vragen over het portaal of andere veranderingen in verband met kwaliteitszorg? Contacteer het RIZIV via het Service Center Gezondheid: forms.riziv.fgov.be of telefonisch via +32 2 5249797.


Vaccinaties COVID-19 door thuisverpleegkundigen

Over de toediening en registratie van een COVID-19-vaccin door thuisverpleegkundigen ontbreekt duidelijke communicatie. Het NPTV (Nederlandstalig Platform voor Thuisverpleegkundigen) werkt aan een kortetermijnoplossing samen met Vaccinnet waarbij een verpleegkundige gekoppeld wordt aan een arts en op die manier de registratie in Vaccinnet in orde kan brengen. Op de lange termijn is het de bedoeling dat dit flexibeler kan, zonder die koppeling met een arts. Zodra we meer informatie ontvangen voor een kortetermijnoplossingen, delen we die via onze kanalen.


Europese richtlijn vermeldt jammer genoeg term ‘ziekenverpleger’

De Europese RICHTLIJN 2013/55/EU van het Europees parlement en Europese Raad publiceerde in 2013 het rapport inzake de benoeming van de Europees mobiele bachelor verpleegkundige onder de term ‘verantwoordelijke algemeen ziekenverpleger(s)’. De opdracht van de EU-landen ligt bij het omzetten van deze richtlijnen in nationale wetgeving. Daarom wordt vandaag ook op federaal niveau aan de nodige wetgeving gewerkt om zo een duidelijk onderscheid te maken met HBO5-verpleegkundigen.

Naar aanleiding van het voorontwerp van de wet basisverpleegkundige en klinisch onderzoeker werd uit naam van de Algemene Unie der Verpleegkundigen van België (AUVB) een brief overgemaakt aan het kabinet van minister Frank Vandenbroucke.

In essentie gaat het om de vraag om de naamgeving ‘verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger’ aan te passen in Europese wetgeving om de volgende redenen:

  • De term ‘verpleger’ is niet genderneutraal.
  • De term ‘ziekenverpleger’ is erg beperkend en niet toekomstgericht.
  • De combinatie ‘verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger’ klinkt oubollig en dus weinig motiverend voor  jongeren om in het beroep te stappen.

In het huidige wetsvoorstel wordt melding gemaakt van de term ‘verantwoordelijk algemeen ziekenverpleegkundige’. Een meer correcte vertaling zou zijn de ‘verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg’.


Het EBP-netwerk wordt Evikey: nieuwe naam en website

Het EBP-Netwerk zit in een nieuw jasje. Dit netwerk dat expertisecentra en Belgische gezondheidsactoren samenbrengt heet vanaf nu Evikey.

De naam en huisstijl van Evikey zien er anders uit, de doelstelling van het netwerk blijft evenwel dezelfde: de kwaliteit van de zorg verbeteren door evidence-based practice (EBP). Op de nieuwe website evikey.be kom je meer te weten over de structuur van het netwerk, zijn partners en hun respectievelijke rollen, over evidence-based practice zelf en over de projecten waarin EBP-producten worden ontwikkeld in de praktijk van zorgverleners.


Tijd dringt voor veranderingen in de wetgeving: “Verpleegkundige zorg met de verpleegkundige aan het stuur”

Het wetsvoorstel dat op tafel ligt om de WUG – de wet van 10 mei 2015 op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen – te wijzigen is niet wereldschokkend, maar wel cruciaal. Het is gebaseerd op talrijke adviezen van de Federale Raad voor Verpleegkundige en de Technische Commissie voor Verpleegkunde om een oplossing aan te reiken voor de aanzienlijke tekorten aan personeel. Deze wetswijziging moet er volgens NETWERK VERPLEEGKUNDE dringend komen, voor het hele zorglandschap. Simon Malfait legt uit waarom.

De grote personeelstekorten, de toenemende druk en de voortdurende nood om kwaliteitsvolle zorg te garanderen wegen op de gezondheidszorg- en welzijnssector. Voor opvoedingscentra, woonzorgcentra, centra voor geestelijke gezondheidszorg of gehandicaptenzorg is het bijzonder moeilijk om voldoende verpleegkundig personeel aan te werven, net zoals voor de ziekenhuizen en de thuisverpleging. De tijd dringt om het een en ander te veranderen. Daarom ligt een voorstel op tafel om de WUG, de wetgeving die de uitoefening van de verpleegkunde reglementeert, aan te passen naar hoe het zorglandschap er vandaag uit ziet. Want, zo staat in het voorstel, nationale en internationale cijfers[1] tonen aan dat het tekort aan verpleegkundigen in België eerder relatief van aard is.

Oorzaken

“COVID-19 was een zeer uitdagende periode, maar het gaf de verpleegkundige zorg wel een uniek momentum”, vertelt Simon Malfait, die tijdens de COVID-pandemie tijdelijk de mobiele testteams voor Oost- en West-Vlaanderen coördineerde. “Zo liet tijdelijke wetgeving toe dat niet-verpleegkundigen verpleegkundige handelingen mochten stellen. Al snel bleek dat dit concept verder diende te worden verkend als mogelijke oplossing om tegemoet te komen aan de reeds jaren gestelde vraag naar een nieuwe duurzame rol en definitie van verpleegkunde, en het acute tekort aan verpleegkundigen vandaag. Een Belgische denktank, samengesteld uit juristen en verpleegkundig juridisch experten, zat samen en distilleerde enkele grote concepten uit dat KB en de praktijk. Die werden vervolgens afgestemd bij belangrijke stakeholders. Ook vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE werd hieraan actief meegewerkt. Onder meer de functieladder en functiedifferentiatie, de gestructureerde equipe, het beschermen van de bekwame helpers en oplossingen voor het onwettig uitvoeren van verpleegkundige handelingen zullen van belang zijn om tegemoet te kunnen komen aan de zorgvraag van morgen. Kortom: verpleegkundige zorg met de verpleegkundige aan het stuur.”

Wie is Simon Malfait?

  • Master in de verpleegkunde en master in gezondheidszorgmanagement en -beleid
  • Werkte als psychiatrisch verpleegkunde en verpleegkundig zorgmanager in het Psychiatrisch Ziekenhuis Gent-Sleidinge
  • Sinds 2014 werkt hij in het UZ Gent, eerst als onderzoeker en vandaag als zorgmanager van de klinisch ondersteunende sector.
  • Geeft als klinisch professor les aan de Universiteit Gent
  • Is lid van het wetenschappelijk comité van Kom op tegen Kanker
  • Is lid van de werkgroep Geestelijke Gezondheidszorg NETWERK VERPLEEGKUNDE
  • Zetelt als expert in de Hoge Gezondheidsraad

De oorzaken van het tekort aan verpleegkundigen zijn onder meer de combinatie van een uitgebreid zorgaanbod, een verouderde ongedifferentieerde normering en de bevolkingspiramide. Het aantal verpleegkundigen, dat afneemt ten gevolge van ouderdom, wordt teveel gespreid, zowel in als tussen de sectoren. Daardoor worden ze niet altijd efficiënt ingezet in de functies en op de plaatsen waar ze nodig zijn. Ook het feit dat bepaalde financieringen en taken wettelijk en exclusief aan verpleegkundigen worden toegewezen[2], draagt hieraan bij. Zo voeren verpleegkundigen vandaag nog te vaak enkelvoudige handelingen uit in plaats van de coördinatie en planning van zorg op zich te nemen.

Daardoor gebeuren inbreuken op de wetgeving. “Dat is onvermijdelijk, zeker wanneer je rekening houdt met het feit dat de lijst van verpleegkundige handelingen verouderd is. Er komt een gigantische demografische zorgvraag op ons af dat vandaag moet bemand worden door verpleegkundigen, terwijl er in de praktijk niet altijd de nood is om hun unieke en specifieke competenties en wettelijke bevoegdheden daar in te zetten”, zegt Simon. “We pleiten er vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE dan ook voor om de verpleegkundige meer te laten coördineren in plaats van uit te voeren.”

Herdefinieer verpleegkunde

Met dit wetsvoorstel worden ook de bekwame helpers beschermd. De verpleegkundige zou andere gezondheidszorgberoepen en niet-gezondheidszorgberoepen moeten kunnen opleiden, informeren en evalueren of ze geschikt zijn om de bepaalde verpleegkundige handelingen uit te voeren. Net zoals ze bijvoorbeeld een opvoeder in de geestelijke gezondheidszorg of gehandicaptenzorg opleidt om medicatie te geven of parameters op te nemen, waardoor verpleegkundigen ontlast zouden kunnen worden. De gestructureerde equipe vormt hier de basis, waarbij een coördinerend verpleegkundige bepaalt wie bekwaam en bevoegd is. Dat kan dus in functie van specifieke noden van de werkplek bijvoorbeeld ook een zorgkundige, een zorgondersteuner of een logistiek medewerker zijn, op basis van het portfolio, opleiding of evaluatie.

De voorstellen zijn organisch vanuit de basis gegroeid, vanuit de specifieke noden uit alle sectoren waar verpleegkundigen tewerkgesteld zijn. Functie- en taakdifferentiatie zijn de sleutels naar de andere oplossingen, hand in hand met een grondige herziening van de WUG en de kwaliteitsvoorwaarden zoals die omschreven worden in de Kwaliteitswet. “Een van de basisprincipes van het voorstel is de nood aan een nieuwe, ruimere en hedendaagse definitie van verpleegkunde”, licht Simon toe. “Dit vertrekt vanuit verpleegkundig leiderschap en coördinatie en zal ook het imago van het verpleegkundig beroep een boost geven. Door de wettelijk bepaalde handelingen en de grote personeelstekorten verloopt de ontwikkeling van verschillende verpleegkundige profielen moeizaam.” Daarbij moet ook de volledige in de praktijk bestaande functieladder verpleegkunde verankerd worden in de wet. De niet-EU conforme basisverpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten de verpleegkundig onderzoeker verdienen een duidelijke plaats in de nieuwe wetgeving en dus ook in de verpleegkunde. Hun functiepakket moet uitgebreid worden op basis van de maatschappelijke noden.

Zorgteam rond de zorgvrager

Daar zullen de andere principes van het voorstel ook toe bijdragen, zoals een opsplitsing van de huidige verpleegkundige handelingen van wat delegeerbaar en niet-delegeerbaar is, maar ook duidelijke wettelijke bepalingen rond een gestructureerd verpleegkundig zorgteam volgens het principe bekwaam is bevoegd. Daarbij wordt rekening gehouden met de behoefte aan verpleegkundige competenties, de noden van de zorgvrager en competenties van de andere leden van het zorgteam. Zo’n team bestaat uit een coördinerend verpleegkundige die een zorgteam aanstuurt en voor toevertrouwde medische handelingen samenwerkt met een arts. Daarbij is de verpleegkundige enkel aansprakelijk voor de eigen gestelde handelingen en kunnen handelingen met onderlinge toestemming en door aantoonbare bekwaamheid gedelegeerd worden naar andere teamleden, samen met de bijhorende verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Opleiding en toezicht zullen daarbij een grote rol spelen. Tot slot moet ook taaksubsidiariteit eenvoudiger worden door de uitbreiding van medisch delegeerbare handelingen door de betrokken arts aan een verpleegkundige.

“Tijdens covid was overduidelijk sprake van een crisis. Maar onze gezondheidszorg zit vandaag in een nog veel grotere crisis”, duidt Simon de nood aan actie. “Ons hele zorgsysteem en de toegankelijkheid ervan staat onder druk. We mogen niet conservatief denken, maar moeten deze twee crisissen aangrijpen als een kans om de zeggenschap over ons beroep in handen te nemen. We mogen niet vasthouden aan een lijst met handelingen. We moeten weg van verpleging als opsomming van taken en gaan bepalen wie wat gaat doen: coördineren en totaalzorg bieden. Verpleegkundigen, dat zijn de brains en de handen aan het bed. Als beroepsgroep moeten we nu het voortouw nemen en aandringen op politieke moed en verantwoordelijkheid. Het besef dat er iets moet veranderen is er, want de uitstroom was nog nooit zo groot. De oplossingen liggen op tafel en hoe we vandaag werken is niet vol te houden. Daarvan getuigen de vele verpleegkundigen die uitvallen door stress en burn-outs. Laten we samen uitstralen dat we een beroepsgroep zijn die klaar is voor de uitdaging en voor een nieuw tijdperk. Stap dus weg van de financiële discussies en vertrek van dit voorstel om de zorgkwaliteit te garanderen en om de schoonheid van het verpleegkundig beroep nog meer in de kijker te zetten.”

[1] Sermeus, W., Gillet, P., Tambeur, W., Daniel, G., Grietens, J., Laport, N., Michiels, D., Thonon, O., Vanden Boer, G., Van Herck, P., Swartenbroekx, N., & Ramaekers, D. (2007). Financiering van verpleegkundige zorg in ziekenhuizen [Health Services Research (HSR)](53A). (KCE Reports, Issue. https://kce.fgov.be/report/53A)

[2] Van den Heede Koen, Bruyneel Luk, Beeckmans Dorien, Boon Niels, Bouckaert Nicolas, Cornelis Justien, Dossche Dorien, Van de Voorde Carine, Sermeus Walter. Verpleegkundige bestaffing voor een veilige(re) zorg in acute ziekenhuizen. Health Services Research (HSR). Brussel. Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). 2019. KCE Reports 325A.


Belgen zijn onzorgvuldig met medicatie

De Belg gebruikt veel en dagelijks medicatie. Toch worden hierbij ook fouten gemaakt die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Uit een bevraging bij duizend Belgen door online apotheek Viata blijkt dat mensen niet altijd even zorgvuldig omspringen met medicatie.

65 procent van de Belgen neemt dagelijks medicatie. Naast de voor de hand liggende anticonceptie bij vrouwen (27 %), gaat het hierbij ook om bloeddrukverlagende middelen (21 %), cholesterolverlagers (15 %) en bloedverdunners (12 %). Eén op de tien Belgen neemt dagelijks slaapmiddelen, eenzelfde aantal neemt dagelijks antidepressiva. De meest gebruikte medicijnen zijn ontstekingsremmers (68 %), koorts- en pijnstillers (68 %) en antibiotica (66 %). Uit de bevraging van Viata blijkt dat 31 procent van de Belgen zelden tot nooit de huisapotheek controleert op vervaldatum. 40 procent bewaart medicatie in de badkamer, wat geen goed idee is door de schommelingen in temperatuur en vochtgehalte. Beter is een keukenkast. 22 procent geeft aan tabletmedicatie te breken zonder doktersadvies. Verkeerd gebruik van geneesmiddelen kan leiden tot een mindere werking of net meer bijwerkingen, dus sensibilisering is belangrijk.

Bron: viata.prezly.com/65-belgen-neemt-dagelijks-medicatie


Herwerking handboek ‘Van hygiëne tot infectiepreventie’

Eind september verscheen bij Acco de herwerking van het boek ‘Van hygiëne tot infectiepreventie’ van Mia Vande Putte, lid van de werkgroep Infectiepreventie van NETWERK VERPLEEGKUNDE. Het boek is een referentiehandboek voor zorgverleners dat verschillende facetten van hygiëne en infectiepreventie belicht.

Hygiëne en infectiepreventie zijn basiskenmerken van professionele zorgverlening. Een goed inzicht in alle mogelijke infectiebronnen en overdrachtswegen is dan ook cruciaal om besmettingen te voorkomen en te beperken. ‘Van hygiëne tot infectiepreventie’ is een referentiehandboek voor verpleegkundigen en vroedvrouwen dat alle aspecten van hygiëne en infectiepreventie op didactische wijze uiteenzet, voor zowel de basiszorg als gespecialiseerde handelingen, en dat in de acute, de chronische en de thuiszorg. Bij elk onderwerp komen verschillende pijlers van kwaliteitszorg aan bod, zoals geschikte materiële voorzieningen en correcte procedures. De casuïstiek op het online Sofia-platform verhoogt de verwijzing naar de praktijk. De digitale oefeningen en het film- en beeldmateriaal ondersteunen de lezer bij de verwerking van meer gedetailleerde kennis.

Mia Vande Putte is stafmedewerker op de dienst Ziekenhuishygiëne van UZ Leuven en verzorgt opleidingen over de preventie van ziekenhuisinfecties aan de KU Leuven. Als expert bij de Hoge Gezondheidsraad van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu werkt ze mee aan de nationale aanbevelingen voor infectiepreventie in de gezondheidszorg.

Meer info en een leesfragment vind je op shop.acco.be/nl-be/items/9789464148640/Van-hygi-ne-tot-infectiepreventie.