Nieuwseditie juni 2016

Cursus Rampenmanagement NVKVV

 

‘Verpleegkundigen hebben een cruciale rol bij rampen’

 

Op 14 maart organiseerde het NVKVV een grote rampenoefening op de zeedijk van Oostende. Twee “drenkelingen” werden gered uit zee. Wat een goeie week later gebeurde, was geen oefening: twee aanslagen op de luchthaven van Zaventem en de Brusselse metro eisten 31 slachtoffers. Beide gevallen maakten één ding duidelijk: het enorme belang van (getrainde) verpleegkundigen op het terrein.

De rampenoefening tijdens de Week van Verpleegkundigen was indrukwekkend. Bij een reddingsactie op zee zijn 22 partijen betrokken, die gaan van kust- en strandredding over scheepvaartinstanties, vier alarmcentrales, de ministeries van Volksgezondheid en Defensie tot tien kustburgemeesters. Met zoveel partners is een perfecte samenwerking cruciaal en precies dat werd duidelijk tijdens de oefening. Op het veld was vooral voor de verpleegkundigen een belangrijke rol weggelegd: zij dienden de eerste zorgen toe meteen na het aan land brengen van de slachtoffers, zorgden voor transport naar de ambulance en gingen onderweg naar het ziekenhuis verder met de reanimatie.

 

Switch maken

In Brussel waren de omstandigheden anders: dit was geen oefening, en de plaats van het gebeuren werd achteraf door velen omschreven als een “chaotische oorlogszone”. Toch hadden de verpleegkundigen ook hier een cruciale rol: zij moesten orde brengen in de chaos, slachtoffers triëren, en de eerste zorgen toedienen. ‘Eigenlijk zijn deze taken het verlengde van hun dagelijkse bezigheden op de spoedgevallendienst of in de ambulance’, zegt voormalig spoedverpleegkundige Marc Van Bouwelen. ‘Alleen zijn de omstandigheden helemaal anders. In een ziekenhuis worden alle mensen en middelen ingezet voor één patiënt. Bij rampen zijn er tien, twintig, honderd… patiënten. Verpleegkundigen moeten op zo’n moment helemaal anders gaan denken, een switch maken naar een collectieve aanpak. Dat is vaak niet evident: verpleegkundigen zijn geneigd om meteen te beginnen helpen, maar in geval van een ramp primeert de organisatie boven de eerste patiënt die ze tegenkomen. Ze moeten de situatie inschatten, de medische keten voorbereiden, slachtoffers triëren en medische zorgen toedienen. Daarbij komt ook de psychosociale ondersteuning en de opvang van de slachtoffers en familie.’

 

Een complete opleiding

Om verpleegkundigen en andere zorgverleners hiervoor te trainen, biedt het NVKVV een cursus Rampenmanagement aan. Marc Van Bouwelen is medeorganisator en lector. ‘De cursus is ontstaan eind jaren 80’, zegt hij. ‘Het Heizeldrama had toen al plaatsgevonden, net als de scheepsramp voor de haven van Zeebrugge. Enkele artsen bij Defensie hadden het gevoel dat ze daar iets mee moesten doen, en richtten samen met de universiteit van Leuven een eerste cursus rampenmanagement op. Het NVKVV wist meteen dat dit voor verpleegkundigen ook interessant was en sloot zich bij hen aan. Zij zorgden voor een bijkomend, meer praktijkgericht cursusdeel. Nadien toonden ook andere hulpdiensten, zoals politie en brandweer, hun interesse. Zo is de cursus geëvolueerd naar een complete, tiendaagse opleiding waarin we de volledige medische keten bekijken. Wij kunnen alle zorgverleners – (spoed)artsen, verpleegkundigen, politie, brandweer, verantwoordelijken van het Rode Kruis… – aanraden om de cursus te volgen: in deze tijden van terrorismedreiging is die kennis helaas actueler dan ooit.’

 

Cursus Rampenmanagement

De cursus rampenmanagement wordt jaarlijks aangeboden door het NVKVV, de faculteit Geneeskunde (afdeling Urgentiegeneeskunde) van de KULeuven en Defensie (Koninklijke Militaire School en de Medische Component). Diverse experten uit de andere Vlaamse universiteiten geven er les. Hij bestaat uit een basismodule en een aantal gespecialiseerde modules, zoals ziekenhuisrampenplanning, medische technieken en psychosociale hulpverlening, opgedeeld in theorie, praktische demonstraties en oefeningen. De basismodule duurt tien dagen. Specifiek voor artsen en verpleegkundigen is er ook een verkorte versie van twee dagen. Daarin komen dezelfde onderwerpen aan bod, toegespitst op het optreden van het eerste team ter plaatse. De cursus geeft recht op betaald educatief verlof.

 

Interesse? Bij NVKVV-secretariaat kun je een aanvraag indienen: navorming@nvkvv.be of 02 737 97 85.

 

22 maart 2016: explosies op Zaventem

Spoedverpleegkundigen Luc Orlans en Jan Vaes, respectievelijk hoofdverpleger/coördinator Interventiediensten MHKA (Militair Hospitaal Koningin Astrid) en adjudant-chef, volgden allebei de lange opleiding Rampenmanagement. Hun kennis bleek – totaal onverwacht – van levensbelang, toen ze op 22 maart werden opgeroepen voor wat aanvankelijk werd omschreven als “een explosie op Zaventem”. ‘We waren al onderweg toen we bericht kregen dat er meer aan de hand was en dat het wellicht om een bomaanslag ging’, zegt Luc. ‘Maar dan nog konden we niet vermoeden in welke ravage we zouden terechtkomen. De luchthaven leek veranderd in een oorlogsgebied. Er heerste chaos, overal lagen slachtoffers, de schade was enorm. Eén seconde overviel het ons, konden we alleen maar wezenloos rondkijken. Maar we herpakten ons en gingen aan het werk. Hiervoor waren we opgeleid, we wisten wat we moesten doen. Ik was er als adjunct-directeur Medische hulpverlening en begon meteen een medische structuur op poten te zetten. Ook daarbij kwam de kennis uit de cursus me heel erg van pas: ik had een houvast, ik wist precies waar ik naartoe wilde. Dat merkte ik vooral op de momenten waarop ik snel beslissingen moest nemen. Normaal gezien hoort bij de triage van slachtoffers bijvoorbeeld een speciaal formulier voor de registratie. Maar ik heb die dag heel snel besloten om dat te laten vallen. Er was gewoon geen tijd voor. We hadden slechts twee prioriteiten: patiënten stabiliseren en het terrein leegmaken. Al de rest konden we later doen.’ Jan Vaes sluit zich hierbij aan: ‘Ik was als regulator in Zaventem: het was mijn taak om de patiënten te verdelen over de verschillende ziekenhuizen. Op zo’n moment kun je niet “volgens het boekje” werken: de aanvoer van slachtoffers is te groot, er heerst chaos en het onveiligheidsgevoel is enorm. Dankzij de cursus hadden we toch een duidelijke richtlijn voor ogen. Dat is een grote meerwaarde in dergelijke omstandigheden.’

Na de gebeurtenissen in Zaventem pleit Luc Orlans ervoor om de verkorte opleiding van twee dagen verplicht te maken voor alle hulpverleners zodat ze verpleegkundigen en artsen beter kunnen bijstaan: ‘Op de luchthaven waren heel veel mensen van de brandweer aanwezig, maar er was geen brand om te blussen. Daarom hebben zij ons toen geholpen met het dragen van slachtoffers. Maar ze waren niet allemaal op de hoogte van onze medische structuur, waardoor het soms te snel ging. Er werden bijvoorbeeld slachtoffers op de medische post gebracht die nog niet waren gezien door de medische equipe. Als zij allemaal de cursus zouden volgen, zouden ze precies weten welke structuur wij op zo’n moment opzetten. Daardoor zouden we nog beter op elkaar kunnen inspelen.’

 

Author: Evelien Roels

Leren leiding geven

 

De Kaderopleiding van het NVKVV helpt je op weg.

Goede hoofdverpleegkundigen zijn de spil van een team en onmisbaar in een kwaliteitsvolle zorg. Daarom organiseert het NVKVV, samen met het CVO Lethas, reeds jaren de Kaderopleiding voor (toekomstige) leidinggevenden in de zorg.

De Kaderopleiding omvat verschillende modules over twee jaar en is een praktijkgerichte voorbereiding op een leidinggevende functie in een algemene zorginstelling, in geriatrie en ouderenzorg of in een psychiatrische zorgingsinstelling. De docenten zijn allen experten in hun kennisgebied met jaren ervaring.

Enkele voorbeelden van modules zijn: beleid en organisatie van de gezondheidszorg, communicatie, sociale vaardigheden en leidinggeven, management van patiëntenzorg en van een verpleegafdeling, ethiek en gezondheidszorg, informatie en literatuur, en leidinggeven in de praktijk. In het eerste jaar wordt voornamelijk gefocust op de theorie, het tweede jaar neemt de praktische toepassing ervan op. Wanneer je al kennis hebt over leidinggeven, kan je ook één of meerdere modules volgen en is vrijstelling mogelijk voor andere. Na afronding van het eindwerk ontvangen de cursisten een officieel diploma dat erkend is door het Ministerie van Onderwijs en Vorming.

 

De Kaderopleiding praktisch

De Kaderopleiding staat open voor gegradueerde en bachelor verpleegkundigen met minimum twee jaar beroepservaring. Ook andere professionals uit de zorgsector zijn welkom. De opleidingsdagen worden zoveel mogelijk gegroepeerd in drie opeenvolgende dagen van 8u30u tot 16u45 en gaan door in de lokalen van het NVKVV, Vergote Square 43 – 1030 Brussel.
De Kaderopleiding is erkend in het kader van Betaald Educatief Verlof. Per opleidingsjaar betaal je € 900. Leden van het NVKVV ontvangen € 100 korting op die prijs, wat méér is dan het bedrag van een lidmaatschap.

Meer informatie en inschrijven: www.nvkvv.be/kaderopleiding en www.lethas.be/Nursing

Heb je vragen? Stuur een mailtje naar j.smeets@cvolethas.be (secretariaat) of kate.meier@cvolethas.be (coördinator).

 

‘De Kaderopleiding: een meerwaarde in mijn leven’

Viviane Vanrossum (50) is ex-cursiste van de Kaderopleiding van het NVKVV. Ze vertelt: ‘Meer achtergrond in wat ik doe, was mijn drijfveer om te starten met de Kaderopleiding. Door de cursus te volgen, kreeg ik ook steeds meer zin om de taak van hoofdverpleegkundige op te nemen. Vrienden en collega’s stimuleerden me ook daartoe. Dus ging ik solliciteren. Nu werk ik sinds twee jaar als hoofdverpleegkundige in Huize Sinte-Angela, een WZC in Onze-Lieve-Vrouw Waver.

Door de cursus te volgen, heb ik met andere ogen leren kijken en breder leren denken. De cursus Communicatie heeft me als persoon laten groeien. De tips die we meekregen, gebruik ik dagelijks zoals het formuleren van ik-boodschappen voor het geven van goede en minder goede feedback en het gebruik van de juiste vergadertechnieken. Ook de cursus Ethiek leerde me anders omgaan met moeilijke vragen in de zorg.

De cursus combineren met mijn werk was niet altijd even eenvoudig. Ik had recht op dagen Betaald Educatief Verlof maar die had ik nodig om de lesdagen te kunnen volgen. Voor het studeren en voor het maken van mijn taken, nam ik mijn persoonlijke verlof op. De cursus vroeg dus wel wat energie maar gaf ook heel wat energie. En op moeilijke dagen was er altijd een mede-cursist die een por gaf: “Kom aan. We gaan door!”

 

Ik ben heel erg blij dat ik de cursus gevolgd heb. Die heeft me de nodige achtergrond gegeven om mijn functie als ‘hoofd’ op te nemen en is een meerwaarde in mijn leven door de persoonlijke groei die ik gemaakt heb. Ik ben erg blij met mijn werk en mijn nieuwe functie.’

 

Author: Els Put


Nieuwseditie mei 2016

Loopbaancoaching in de zorg

 

Als het allemaal even te veel wordt

‘Goed in je vel in je job’ is een bijzonder aandachtspunt voor het NVKVV. In een ideale situatie vertrek je iedere ochtend al fluitend naar je werk. De realiteit is evenwel vaak anders: heel veel verpleegkundigen kampen met klachten als stress, burn-out en depressie.  ‘In zo’n geval is het goed om een loopbaancoach in te schakelen’, zegt loopbaancoach en verpleegkundige Mie Baert. ‘Niet zozeer om van job te veranderen, wel om binnen je job opnieuw op het juiste spoor te raken.’

 

De cijfers liegen er niet om: 22 procent van de werkende Vlamingen loopt een hoog risico op een burn-out 1. Bij hulpverleners liggen die cijfers nog hoger: 1 op 4 verpleegkundigen loopt een hoog risico op burn-out 2, 7 procent van hen heeft daadwerkelijk met een burn-out te kampen 3, waardoor het moeilijk of zelfs onmogelijk wordt om hun job goed uit te oefenen. ‘Dat verbaast me niet’, zegt loopbaancoach Mie. ‘Verpleegkundigen zijn van nature vaak zorgende mensen, die altijd willen helpen. Alleen verliezen ze zichzelf daarbij al eens uit het oog.’

Loopbaancheques

Om die hoge cijfers terug te dringen, riep de overheid loopbaancheques in het leven. Daarmee kunnen werknemers en zelfstandigen terecht bij een erkend loopbaancentrum voor persoonlijke coaching. Eén cheque is goed voor vier uur coaching (met een eigen opleg van 40 euro) en om de zes jaar heb je recht op twee cheques. ‘Daarmee kun je een mooi traject volgen’, zegt Mie. ‘Acht uur is doorgaans voldoende om een werknemer met een compleet nieuwe blik naar het werk te laten kijken.’

Moeilijk voor verpleegkundigen

Hoe verloopt zo’n traject? Mie: ‘Na een kennismakingsgesprek proberen we te achterhalen waar het probleem zit. Voelt de coachee zich bijvoorbeeld onderbetaald, klikt het niet met de collega’s, is het werk te veeleisend of net te saai, is de baas respectloos…? Dan bekijken we samen wat de oplossing zou kunnen zijn. Dat doen we aan de hand van vragen als: wat is je droomjob, wat zijn jouw talenten, waar ben jij goed in? Bij verpleegkundigen merk ik vaak dat dit moeilijk ligt. Ze kunnen geen reden bedenken waarom de patiënt hen een goede verpleegkundige zou vinden want het is toch maar normaal om hem te verzorgen? Onlangs was hier bijvoorbeeld een verpleegkundige infectiebeheersing. Toen ik haar vroeg of ze goed was in haar vak, aarzelde ze. Tot ik begon door te vragen: hebben jouw patiënten vaak infecties? Nee? Aan wie ligt dat dan? Zo begon ze stilaan in te zien dat ze wel degelijk een goede verpleegkundige is.’

Oplossingen

Tijdens het traject komt vaak heel wat bovendrijven. ‘We merken heel regelmatig dat iemand iets doet omdat het zo verwacht wordt. Een jonge moeder werkt bijvoorbeeld deeltijds om ook voor de kinderen te kunnen zorgen. Of omgekeerd: ze werkt voltijds omdat ze denkt dat haar partner dat verwacht maar eigenlijk kan ze de stress niet aan. Dat proberen we om te buigen naar wat de coachee zelf wil. Wil ze liever voltijds werken en een carrière uitbouwen? Misschien kan een grootouder de kinderen van school halen? Of andersom: is het financieel echt noodzakelijk om voltijds te werken? Door te doen wat je zelf wil en niet wat anderen van je verwachten, word je vaak een heel stuk gelukkiger. Tijdens een loopbaancoaching ontdekken mensen hoe ze dit kunnen ombuigen. Wij denken mee, reiken inzichten en handvatten aan, maar de oplossing komt altijd vanuit de coachee zelf.’

 

Selffulfilling prophecy

Heel vaak is het niet nodig om van werkgever te veranderen, merkt Mie. ‘Het merendeel blijft na de coaching bij z’n job. Alleen handelen ze op een andere manier of kijken ze anders naar werk en werkomgeving. Zo sprak ik bijvoorbeeld een verpleegkundige die heel ongelukkig was op haar werk, omdat ze ervan overtuigd was dat alle collega’s tegen haar waren. Als ze op de werkvloer kwam en iemand keek nog maar in haar richting, zette ze haar stekels al op “want ze waren haar weer aan het viseren”. Terwijl dat eigenlijk helemaal niet zo was. Maar die collega’s voelden natuurlijk haar negativiteit waardoor die zich uiteindelijk toch van haar afkeerden. Dat bevestigde het gevoel van de coachee, maar ze had niet in de gaten dat het een vorm van selffulfilling prophecy was. Dat inzicht maakt vaak een enorm verschil.’

 

Interesse?

Meer informatie over Mie en haar collega’s vind je op www.nextstepcoaching.be.

Loopbaancoaches in heel Vlaanderen vind je hier: www.vdab.be/loopbaanbegeleiding/waar#/

Loopbaancheques aanvragen doe je via www.vdab.be/loopbaanbegeleiding of op het gratis nummer 0800 30 700.

 

‘Totale ommekeer’

Ingrid Slock is creatief begeleidster in een psychiatrisch ziekenhuis. Zij voelde enkele maanden geleden dat er binnen haar job iets niet klopte: ‘Ik kon mijn ei niet kwijt. Tijdens vergaderingen bijvoorbeeld, gaf ik altijd de anderen gelijk. Ook als ik zelf een heel andere mening had. Dat voelde niet juist en dat werkte ik ’s avonds uit op mijn gezin. Een collega raadde me aan om coaching te volgen bij Mie. Met gerichte vragen wist zij heel snel de vinger op de gevoelige plek te leggen. Ik ben toevallig in deze job beland: aanvankelijk was ik zelfstandig pottenbakker maar ik miste menselijk contact. Dus volgde ik enkele opleidingen en via een stage kwam ik terecht in het ziekenhuis. Ik deed m’n werk meteen heel erg graag maar vanuit mijn achtergrond had ik het gevoel dat alle anderen beter gekwalificeerd waren om daar te werken. Dat ze van me dachten: waar komt zij nu mee aan? Dus zweeg ik maar. Terwijl het voor collega’s net veel fijner is als ik actief mee denk. Dat besef ik nu maar al te goed. Die coaching heeft voor een totale ommekeer gezorgd: ik ga nu met meer goesting naar m’n werk, voel me meer betrokken. Ik besef dat ik wel degelijk mijn kwaliteiten en sterke punten heb. En ik geef nu altijd mijn mening (lacht)!’

Noten

1 Onderzoek Groep IDEWE, februari 2012

2 Aiken, L. H., Sermeus, W., Van den Heede, K., Sloane, D., Busses, R., McKee, M., Bruyneel, L., Rafferty A.M., Griffiths, P., Moreno-Casbas M.T., Tishelman, C., Scott A., Brzostek, T., Kinnunen, J., Schwendimann R., Heinen M., Zikos D., Strømseng Sjetne I., Smith H.L., Kutney-Lee A. (2011). Impact of Nursing on Patient Safety, Satisfaction, and Quality of Hospital Care in 12 Countries in Europe and the United States. working paper, 31pp.

Sermeus, W., e.a. (2011). Nurse forecasting in Europe (RN4CAST): Rationale, design and methodology. BMC Nursing, 10, 6.

3 Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen, Dr. Sofie Vandenbroeck, Mme Els Vanbelle, Prof. Dr. Hans De Witte, Mme Evelien Moerenhout, M. Maarten Sercu, Mme Hilde De Man, Dr. Kris Vanhaecht, Mme Eva Van Gerven, Prof. Dr. Walter Sermeus, Prof. Dr. Lode Godderis, 2013.


Nieuwseditie april 2016

Opleiding referentieverpleegkundige infectiebeheersing

 

‘Kwalitatief, dynamisch en op maat’

 

Steeds meer ziekenhuizen schakelen referentieverpleegkundigen infectiebeheersing in: basisverpleegkundigen die verantwoordelijk zijn voor ziekenhuishygiëne op de eigen afdeling. Ook in woonzorgcentra groeit hun aantal. Om hen duidelijke handvatten te bieden over inhoud en praktijk organiseert het NVKVV de opleidingen ‘referentieverpleegkundige infectiebeheersing ziekenhuis’ en ‘referentieverpleegkundige infectiepreventie woonzorgcentrum’.

Instellingen zijn niet verplicht om te werken met referentieverpleegkundigen infectiebeheersing. Daardoor is er ook geen wettelijke bepaling over hun taken of job inhoud. ‘Tegelijk wordt hun aanwezigheid in een ziekenhuis of woonzorgcentrum wél sterk aanbevolen 1’, zegt Pedro Braekeveld, voorzitter van WIN (Werkgroep Infectiebeheersing NVKVV) en grondlegger van de cursus. ‘Er was dan ook nood aan duidelijk omlijnde informatie: welke zijn de taken en competenties van een goede referentieverpleegkundige infectiebeheersing? Met de werkgroep WIN besloten we dat te onderzoeken en te verwerken tot een praktijkgerichte cursus.’

Inhoud

De inhoud van de cursus werd grondig voorbereid: de werkgroep schakelde meerdere experts in en organiseerde een rondvraag in verschillende ziekenhuizen waar al met een referentieverpleegkundige infectiebeheersing werd gewerkt. Pedro: ‘De resultaten bleken overal min of meer hetzelfde. We kwamen uit bij vijf kerntaken:

  1. informeren van zorgverstrekkers, patiënten en bezoekers over ziekenhuishygiëne;
  2. bewaken en opvolgen van de dagelijkse toepassing van de procedures rond ziekenhuishygiëne;
  3. coachen en adviseren van collega’s en andere zorgverstrekkers over ziekenhuishygiëne;
  4. motiveren en sensibiliseren van zorgverstrekkers om de procedures rond ziekenhuishygiëne dagelijks toe te passen;
  5. signaleren en registreren van problemen met betrekking tot ziekenhuishygiëne.

Op die vijf taken hebben we de inhoud van onze cursus gebaseerd. We maakten twee blokken: enerzijds zijn er de theoretische onderdelen zoals het wettelijk kader van ziekenhuishygiëne, de rol van de referentieverpleegkundige, de besmettingscyclus en microbiologie. Anderzijds – en dit is het grootste blok – zijn er ook praktijkgerichte topics. Die gaan bijvoorbeeld over handhygiëne en ontsmetten, over het motiveren van collega’s, het geven van feedback en het omgaan met weerstand. Zo leren de verpleegkundigen de theorie over de overdracht van de ziekenhuisbacterie en weten ze op welke manier ze collega’s hierover het best kunnen aanspreken en motiveren. De schroom daarvoor is immers vaak nog groot.’

Ook woonzorgcentra

Aanvankelijk was de inhoud van de opleiding enkel afgestemd op de ziekenhuizen. Intussen is er ook een tweede versie voor woonzorgcentra. ‘We kregen steeds meer aanvragen uit die richting’, zegt Pedro. ‘Maar het woon- en leefklimaat in een woonzorgcentrum is natuurlijk helemaal anders dan in een ziekenhuis. Daardoor waren bepaalde onderdelen van de cursus voor deze verpleegkundigen minder interessant terwijl andere delen net onvoldoende waren uitgewerkt. Dus gingen we opnieuw aan de slag en maakten we een tweede vorming: ‘referentieverpleegkundige infectiepreventie woonzorgcentrum’. Die is specifiek op maat van de woonzorgcentra. De grote thema’s zijn hetzelfde maar de concrete toepassingen zijn aangepast aan de werkomgeving. Zo wordt in het blok zorggerelateerde infecties bijvoorbeeld de melkvoeding bij gastro-intestinale infecties niet besproken maar vervangen door een uitgebreidere bespreking van de algemene voedingsmiddelenhygiëne. En bij het onderdeel postoperatieve wondinfecties wordt het accent gelegd op wondzorg en het voorkomen van wondinfecties. Daar worden verpleegkundigen in woonzorgcentra vaker mee geconfronteerd door de steeds kortere verblijfduur van patiënten in het ziekenhuis.’

Voordelen

Cursisten die de opleiding hebben gevolgd, kunnen nadien goed onderbouwd aan de slag als referentieverpleegkundige. ‘Met andere woorden: ze kunnen het infectiepreventiebeleid op een zorgafdeling mee invullen, en de toepassing, uitvoering en implementatie van voorzorgsmaatregelen op hun afdeling bewaken. Uit de eerder genoemde nota 1 blijkt het belang hiervan voor een afdeling. Daarin wordt bijvoorbeeld gesteld dat deze mensen een belangrijke pion zijn in de strijd tegen zorginfecties: zij zijn de ogen, oren en stem op het terrein en een belangrijke steun voor de verpleegkundige en geneesheer ziekenhuishygiënist of van het management. Bovendien is de instelling zeker van een kwalitatieve achtergrond: onze opleiding wordt gegeven door ervaren verpleegkundigen ziekenhuishygiëne uit verschillende hoeken van Vlaanderen en door een ervaren expert binnen het domein van motiveren, coachen en omgaan met weerstand. Daarnaast is het een dynamische cursus: na elke opleiding evalueren we en sturen we bij indien dat nodig is. Ten slotte werken we graag op maat van de instelling: bepaalde modules worden aangepast naargelang de noden van een specifieke ziekenhuis of centrum, en kan er een competentieprofiel op maat worden aangemaakt.’ Nog een voordeel: de cursus kan in de instelling zelf gegeven worden. Voor de cursisten is dat fijn omdat ze zich niet extra hoeven te verplaatsen. Voor de instelling zelf is dat een voordeel omdat al hun referentieverpleegkundigen infectiebeheersing over dezelfde informatie en aanpak beschikken, omdat op alle afdelingen op dezelfde manier gewerkt wordt, en omdat het teamgevoel aangesterkt wordt omdat de verpleegkundigen elkaar tijdens de cursus beter leren kennen.

Inschrijven

De volledige opleiding duurt vijf werkdagen (veertig opleidingsuren) en wordt afgesloten met een praktijkdag. Sinds de aanvang van de opleiding in 2005 werden reeds achttien opleidingen georganiseerd en meer dan vijfhonderd cursisten gevormd.

Instellingen die interesse hebben om de opleiding aan te bieden, kunnen contact opnemen met het NVKVV (zie kader).

1 Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (2007). Nota van 19 juli 2007 van Christiaan Decoster betreffende het KB van 26 april 2007 en het KB van 19 juni 2007.

‘Kennis enorm kunnen uitbreiden’

Marina Noé is verpleegkundige op het operatiekwartier (recovery) van het ziekenhuis Heilig Hart in Leuven. Zij volgde eind vorig jaar de opleiding referentieverpleegkundige infectiebeheersing ziekenhuis. ‘Ik werkte al enkele jaren als referentieverpleegkundige hygiëne toen het ziekenhuis me voorstelde om deze opleiding te volgen’, zegt ze. ‘Het thema was voor mij dus niet nieuw, maar toch heb ik enorm veel bijgeleerd. Zo kregen we bijvoorbeeld een duidelijk kader aangereikt van onze rol als referentieverpleegkundige: wat zijn je taken, wat wordt er verwacht? Daarnaast werd het thema heel breed behandeld, van afname en bewaring van stalen tot reinigen, ontsmetten, steriliseren en handhygiëne. Ook verschillende infecties en de daarbij horende voorzorgsmaatregelen kwamen uitgebreid aan bod. Daardoor heb ik mijn kennis enorm kunnen uitbreiden. Het meest interessante vond ik de workshops rond het geven van feedback en het motiveren van collega’s. Het is niet altijd makkelijk om aan bijvoorbeeld een arts een opmerking over hygiëne te geven. In de workshops kregen we daarvoor heel praktische tips, zoals: zeg niet gewoon wat iemand moet doen, maar leg duidelijk uit waarom dat zo belangrijk is. Die tips gebruik ik nu dagelijks in de praktijk. Ook het feit dat ik een bredere kennis heb over het onderwerp, maakt het makkelijker om collega’s te informeren en te motiveren.’

De in company opleidingen van het NVKVV

Het NVKVV biedt niet alleen de cursussen ‘referentieverpleegkundige infectiebeheersing ziekenhuis’ en ‘referentieverpleegkundige infectiepreventie woonzorgcentrum’ aan maar ook andere zoals:

  • werken volgens evidence based richtlijnen in de zorg
  • (verpleegkundig/vroedkundig) juridisch advies aan huis
  • sociale wetgeving en roosterplanning
  • omgaan met zorgkundigen
  • communicatievaardigheden
  • leidinggeven, coachen en delegeren
  • zingeving en spiritualiteit, presentie in de zorg, omgaan met moral distress in de zorg
  • veranderingsmanagement
  • oplossingsgericht werken met ouderen
  • spoedeisende hulp (aan ouderen, kinderen, specifieke situaties…)
  • cultuursensitief werken

De opleidingen kunnen doorgaan in de lokalen van de instelling of van het NVKVV.

Voor meer informatie, contacteer je het NVKVV via navorming@nvkvv.be of 02 737 97 85.


Nieuwseditie maart 2016

Het NVKVV biedt leden een BA-verzekering aan

‘Iedereen loopt het risico op een klacht’

Alle leden van het NVKVV kunnen een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid met rechtsbijstand afsluiten. Dat is geen overbodige investering, want iedereen kan in zijn beroepsleven een schadegeval of een klacht oplopen.

Nieuw is de verzekering niet, want het NVKVV biedt ze al aan sinds 1994. ‘We merken dat heel wat leden nog geen verzekering hebben’, zegt Christine Demeyer namens CPS verzekeringen. De verzekering dekt zowel burgerlijke aansprakelijkheid als rechtsbijstand (zie kaderstuk).

Peter werkt al 35 jaar als thuisverpleegkundige en heeft al enkele jaren een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering via het NVKVV. ‘Als thuisverpleegkundige ging ik gedurende jaren langs bij een patiënte’, vertelt hij. ‘Haar vriend deed de financiën, maar toen hij overleed, moest dat op een andere manier geregeld worden. Eerst vroeg de vrouw dat aan de bankdirecteur, maar die stopte daarmee, omdat het filiaal werd overgelaten. De Onafhankelijke Thuiszorg Vlaanderen heeft dat een korte tijd gedaan, maar toen ook dat niet meer mogelijk was, zat ze met de handen in het haar. Ze vroeg mij om dat over te nemen, maar ik weigerde. We mogen dat niet doen, en ik wou het ook niet. Ze drong erop aan en we kwamen overeen dat ze me een volmacht per keer zou geven en dat er elke keer een ontvangstbewijs zou worden opgemaakt. Zo geschiedde, maar ze bleef veel geld uitgeven. Ze zat zo krap bij kas dat ze via het OCMW wou huren. Toen ging de bal aan het rollen. Het OCMW ging op onderzoek, ontdekte de geldafhalingen en begon met een gerechtelijke procedure, omdat het vermoedde dat ik geld had achtergehouden. Hoewel de procureur al twee keer een buitenvervolgingstelling heeft gevraagd en de vrouw zelf nooit een klacht tegen mij heeft ingediend, blijven de advocaten van het OCMW bijkomende onderzoeken vragen. De gerechtskosten zijn zo groot dat ik die nooit alleen had kunnen betalen.’

Een ander voorbeeld

Dirk heeft een conflict met het Riziv. ‘Een paar jaar geleden was ik het niet eens met de kwalificatie van de controleverpleegkundige over de afhankelijkheidsgraad van een patiënte. Zij gaf geen gehoor aan mijn opmerkingen en daarom stuurde ik er een onafhankelijke controlearts op af, die de patiënt uren gevolgd heeft en een goed dossier opmaakte. Blijkbaar heb ik met die beslissing een gevoelige snaar geraakt, want plots werden al mijn patiënten gecontroleerd en moest ik hun dossiers doorgeven. Zelf ging ik ervan uit dat het volstond om door te geven welke taken ik deed, maar blijkbaar moest ik in detail printen wat ik precies gedaan heb. Omdat die informatie niet in het dossier zat dat ik doorgestuurd had, moet ik voor de Beperkte Kamer verschijnen terwijl ik al die documenten wel heb. Waarom word ik vervolgd? Gelukkig kan ik rekenen op mijn verzekering rechtsbijstand want het bedrag aan gerechtskosten loopt snel en hoog op.’

Gemoedsrust

‘Voor de burgerlijke aansprakelijkheid komt de verzekering tussenbeide, zodat de verzekerde geen schadevergoeding moet betalen als hij of zij daartoe veroordeeld wordt’, legt advocaat Jan Vande Moortel uit. ‘Doet de verzekerde ook een beroep op de rechtsbijstand, dan moet die geen gerechtskosten en ook geen advocatenkosten betalen.’

‘Verpleegkundigen kunnen bij de uitoefening van hun beroep schade berokkenen aan een patiënt’, wijst Vande Moortel op de specifieke risico’s die verbonden zijn aan het beroep van verpleegkundige. ‘Het gebeurt dat patiënten een procedure opstarten omdat de verpleegkundige een fout heeft gemaakt, waardoor de patiënt zegt schade te hebben geleden. De verpleegkundige heeft meteen recht op rechtsbijstand. We zien heel uiteenlopende zaken, zoals medicatiefouten, verkeerd plaatsen van een sonde of een val uit een tillift. Voor verpleegkundigen in een woonzorgcentrum kan het gaan over verkeerde medicatie geven of medicatie aan een verkeerde patiënt geven. Het kan ook zijn dat er een besmetting is geweest omdat het gebruikte materiaal onvoldoende steriel werd gemaakt. Of een patiënt in de psychiatrie die een hulpverlener beschuldigt van seksueel misbruik. Zulke zaken kunnen zwaar wegen op de verpleegkundige.’ ‘Voor ons is het belangrijk dat de verzekerde zich geen zorgen moet maken over een financiele aderlating’, vult Demeyer aan.

‘Verpleegkundigen die in een ziekenhuis werken, hebben een verzekering via hun werkgever, maar de verzekering die het NVKVV aanbiedt, geeft toch nog bijkomende dekkingen aan, die interessant zijn’, zegt Vande Moortel. ‘Bijvoorbeeld bij schuldig verzuim: wanneer een verpleegkundige geen arts heeft geraadpleegd als dat nodig was omdat hij of zij symptomen verkeerd heeft ingeschat. Schuldig verzuim wordt beschouwd als een opzettelijk misdrijf. Heel wat verzekeraars sluiten die “opzettelijke daden” uit. Dat is niet het geval bij de verzekering via het NVKVV.’ ‘Nog een voordeel is er in het geval dat het bedrag waarvoor men verzekerd is, opgebruikt is’, geeft Vande Moortel aan. ‘Ook daar maakt de verzekering via het NVKVV het verschil met de meeste andere verzekeraars, omdat we boven dat verzekerde bedrag van de verzekering via het ziekenhuis gaan.’ ‘Als verzekerde kunnen de verpleegkundigen ook een eigen advocaat raadplegen, los van die van het ziekenhuis’, vult Vande Moortel nog aan. ‘Zo’n neutrale advocaat kan zeker een voordeel zijn.’

Bemiddeling

Volgens Christine Demeyer is de bemiddeling de grootste troef van de verzekering, zowel voor werknemers als voor zelfstandige verpleegkundigen. Vande Moortel bevestigt het belang daarvan. ‘Er kan inderdaad een voorafgaandelijke vorm van bemiddeling zijn als er iets is fout gegaan. Dan kunnen de verschillende partijen met een vertrouwenspersoon samenzitten. Het dossier wordt besproken, zodat er een regeling kan worden bereikt en een gerechtelijke procedure eventueel wordt vermeden. Dat preventieve is er niet bij de meeste andere verzekeringen.’

‘Nog een pluspunt: de verzekering die het NVKVV aanbiedt, is opgesteld voor en door mensen die hetzelfde beroep uitoefenen’, zegt Vande Moortel. ‘Dat is een wezenlijk verschil. Op zo’n moeilijk ogenblik krijg je dan ook steun van mensen die daarin onderlegd zijn.’

Demeyer beaamt: ‘De morele ondersteuning, die gemoedsrust kan geven, is heel belangrijk. Bij een probleem kunnen de verpleegkundigen bellen en worden ze binnen de week geholpen, maar vooral gerustgesteld. Iemand aan de andere kant van de lijn hebben die beseft wat je meemaakt, is een meerwaarde. Zodra een verzekerde advies vraagt, beginnen wij met de verdediging. We houden alle dossiers bij, want soms kan het lang duren vooraleer de patiënt een procedure opstart. Jaren na de feiten heeft de verpleegkundige niet zomaar alle documenten bij de hand. Die houden wij voor hen bij.’

Zelfstandige verpleegkundigen zijn wettelijk niet verplicht om een dergelijke verzekering af te sluiten, maar het is een absolute noodzaak dat ze zich verzekeren. De jaarpremie voor een zelfstandige bedraagt 80 euro, voor een ziekenhuisverpleegkundige is dat 70 euro. ‘Ook al is deze laatste verzekerd via de werkgever, toch heeft de NVKVV-polis een belangrijke meerwaarde’, zegt Demeyer.

 

Het NVKVV biedt alle leden de mogelijkheid om een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

De verzekering is tweeledig:

Burgerlijke aansprakelijkheid van de verpleegkundige in geval van een veroordeling tot een schadevergoeding. Ziekenhuisverpleegkundigen worden door het ziekenhuis gedekt. Als zelfstandig verpleegkundige sluit je zelf een verzekering af.

Rechtsbijstand:

  • Eerstelijns juridische bijstand: bij vermoeden van een schadegeval of klacht kan een verzekerd lid binnen de 48 uur een consult aanvragen bij het kantoor Advamo.
  • Klachtenbehandeling: ook wanneer er een klacht tegen een verpleegkundige wordt ingesteld door een patiënt of de werkgever, kan de verzekerde een beroep doen op hetzelfde kantoor.
  • Tussenkomst bij schuldig verzuim als er bewezen is dat er geen opzet mee gemoeid was.

 

Meer informatie: www.nvkvv.be > Lid worden > Verzekeringen > Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering met rechtsbijstand

Peter en Dirk zijn schuilnamen

Author: Karen De Becker


Nieuwseditie januari 2016

In gesprek met de nieuwe voorzitter van het NVKVV

‘Inzetten op expertise’

Koen Balcaen is de nieuwe voorzitter van het NVKVV. Hij staat voor een grote uitdaging want het landschap van de verpleegkunde en van verpleegkundige beroepsorganisaties is in volle ontwikkeling. Welke troeven en welke toekomst heeft het NVKVV? Hoe ziet hij zijn rol als voorzitter?

Koen Balcaen: ‘Een beroepsorganisatie voor verpleegkundigen blijft ook in 2016 en in de volgende decennia erg belangrijk. Ondanks het feit dat verpleegkundigen de grootste beroepsgroep uitmaken binnen de gezondheidszorg is hun stem nog steeds niet zo krachtig. Een professionele en moderne beroepsorganisatie kan verpleegkundigen direct en laagdrempelig informeren en bevragen naar hun ideeën en standpunten en hen op die manier vertegenwoordigen. Hierin spelen geen hiërarchische hinderpalen noch ideologische of politieke motieven. Het gaat immers over wat de patiënt en verpleegkunde ten goede komt. Een beroepsorganisatie is bij uitstek een verzamelpunt van experten die ervaringen uitwisselen. Ze helpen om discussies inhoud te geven en standpunten rijker en scherper te krijgen. Het NVKVV wil die informatie consolideren en goed onderbouwd op de tafel te brengen tijdens overleg met stakeholders zoals overheden, patiëntenverenigingen, onderwijsinstellingen, andere beroepsorganisaties, werkgeverskoepels, universiteiten, netwerken…. Het is immers niet voldoende om die expertinformatie te verzamelen en te consolideren, ze dient ook uitgedragen te worden naar het maatschappelijke debat. Een nota is maar zo sterk als ze gedeeld en verdedigd wordt. Onze expertise uitdragen is meteen onze topprioriteit.’

Het NVKVV is meer dan een gebouw in Brussel. Het is een beroepsorganisatie die wijd verspreid en verankerd is. De leden in de regio’s maken de beroepsorganisatie en geven input uit heel Vlaanderen en Brussel. Koen Balcaen: ‘Het NVKVV is de verbindende factor om al die informatie en expertise te bundelen en verschillende partijen rond specifieke thema’s met elkaar in gesprek te brengen. Het NVKVV heeft een sterke traditie van inzet van experten als gemandateerde in commissies bij overheden en zorgorganisaties in België en Vlaanderen en heeft de reputatie te beschikken over talentvolle spelers die het verschil maken.’

De start en de financiering van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB) – het NVKVV maakt deel uit van raad van de bestuur van AUVB en van de Nederlandstalige kamer van de AUVB – hertekende het landschap van de verpleegkundige beroepsorganisaties en hun vertegenwoordiging bij de overheid. Koen Balcaen: ‘Ik juich die overkoepeling van de Belgische beroepsorganisaties toe. NVKVV heeft die beweging actief ondersteund om het versnipperd landschap dichter bij mekaar te brengen. Ik zie het NVKVV nog steeds als een belangrijke speler binnen die context maar ik kijk ook met enige bescheidenheid naar haar positie: ik ontmoet elke dag talentvolle collega’s uit andere beroepsorganisaties en daarnaast is er een grote groep verpleegkundigen die de meerwaarde van een actieve rol via een beroepsorganisatie nog niet gezien heeft.’

4 jaar

Het mandaat van de voorzitter en van de Raad van Bestuur van het NVKVV loopt over vier jaar. Waar wil Koen Balcaen met zijn ploeg op inzetten in die periode? Koen Balcaen: ‘In de eerste plaats willen we investeren in bijkomende expertise, zowel voor onze staf en medewerkers als voor de regionale netwerken en de werkgroepen. We willen de ploeg in Brussel versterken met een voltijdse stafmedewerker om de professionalisering van de verpleegkunde een duwtje in de rug te geven. In de regio’s, specifiek voor elk netwerk, willen we werken met duidelijke en ambitieuze doelstellingen. Ook de werkgroepen krijgen meer ondersteuning en onderlinge samenwerking. Als een ploeg dankzij een mooi samenspel een goede voorzet geeft en een goal maakt, dan is dat de kers op de taart. Als voorzitter wil ik die dynamiek stimuleren. Die goal maken laat ik met plezier aan de experten over.’

Experten en expertise zijn woorden die je hier al enkele keren las. Koen Balcaen: ‘Het is mijn doel om het NVKVV op eerder korte termijn uit te bouwen tot een expertisecentrum rond welbepaalde thema’s en op een selectieve set van domeinen. Het hele brede veld van de verpleegkunde is immers te ruim om meteen te omvatten. We willen komen tot dossierexperten op specifieke domeinen en ons daarmee profileren. Hier willen we erover waken dat niet één persoon over één expertise gaat maar dat expertise ook voldoende gedeeld wordt door verschillende goedgekozen personen in functie van continuïteit. Om die expertise uit te dragen, kiezen we voor een inhoudelijke opzet van onze communicatie eerder dan voor sloganeske taal, voor een gedragen en onderbouwd concept eerder dan te willen scoren met oneliners.’

Eén van de sterke troeven van het NVKVV is het juridisch advies. Koen Balcaen: ‘Zoveel kennis in huis: dat is uniek. En het belang van die kennis en dat advies zal in de toekomst alleen maar toenemen. Dat willen we valoriseren. We willen onze aandacht ook richten naar een wetenschappelijke onderbouw van wat we naar buiten brengen. Dat is onmisbaar om geloofwaardig te zijn. Hiertoe willen we acties ondernemen om de diverse stakeholders (Vlaams, nationaal en internationaal) samen te brengen rond specifieke thema’s. We willen de motor zijn die alles in beweging zet maar zonder onze eigenheid te verloochenen. Ook het mobiliseren van verpleegkundigen blijft op onze agenda staan: we willen hen motiveren om hun rol op te nemen in de toekomstige ontwikkeling van de verpleegkunde en hen aanmoedigen zich te engageren via onze beroepsorganisatie!’

De taak van de voorzitter

Koen Balcaen: ‘Als voorzitter wil ik talenten verbinden, mensen samenbrengen en kansen creëren. Om het in voetbaltermen te zeggen: ik ben een spelverdeler die aanspeelbaar blijft, geen trainer aan de zijlijn. Ik zal mee de actie bepalen, en er ten volle aan participeren. Ik hoop ook alle informatie uit de verschillende mandaten te kunnen consolideren en te kunnen investeren in uitbouw van expertise. Daarnaast is de professionalisering van onze werking en van de verpleegkunde een gerichte keuze. Die werking wil ik resultaatgericht sturen: waarom doen we dit? Met welk resultaat? Is wat we doen efficiënt? Kan het beter?

Met onze ploeg willen we inzetten op innovatie zoals een nieuwe wijze van leren, op netwerken en communicatie. We willen een centrale communicatie uitbouwen die snel informatie naar buiten kan brengen met aandacht voor vorm en stijl. Met andere woorden op een fijne manier en op een hoog niveau zonder opdringerigheid, overmoed of agressiviteit.

In de evolutie die de verpleegkundige beroepsorganisaties maken, hoop ik persoonlijk dat we in de komende decennia kunnen groeien naar één centrale beroepsorganisatie zodat we onze krachten effectief bundelen en we als verpleegkundigen kunnen inzetten op inhoud en uitbouw van ons beroep. Het geeft ons ook de mogelijkheid om een internationaal netwerk uit te bouwen.’

Wie is Koen Balcaen?

Koen Balcaen startte zijn loopbaan als verpleegkundige op de afdeling Intensieve Zorgen van de Universitaire Ziekenhuizen in Leuven waar hij na enkele jaren ook hoofdverpleegkundige werd. Hij verruilde Leuven voor Brugge en maakte een drietal jaar deel uit van het directieteam van het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen. In 2002 werd hij voor de functie van directeur patiëntenzorg in het AZ Groeninge in Kortrijk gekozen. Zes jaar geleden keerde hij terug naar de UZ Leuven als directeur verpleegkunde.

In die periode werd hij lid van de werkgroep Directies van het NVKVV en was hij één van de drijvende krachten van de werkgroep. Sinds 2011 is hij lid van de Raad van Bestuur van het NVKVV. Die Raad verkoos hem op 17 november tot hun voorzitter.

 

Het NVKVV verwelkomt Koen Balcaen van harte in zijn nieuwe functie binnen de organisatie. Samen bouwen we aan de toekomst van de verpleegkunde voor alle verpleegkundigen.

 

Author: Els Put