Planningscommissie publiceert rapporten en scenario’s over verpleegkundigen
De planningscommissie publiceerde verschillende rapporten met betrekking tot de verpleegkundigen op zijn website.
Je vindt er onder andere het PlanKad-rapport ‘Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt 2019-2021’ dat al eerder was gepubliceerd. Daarnaast raadpleeg je er ook enkele scenario’s:
- Basisscenario’s: ‘Verpleegkundigen – De workforce in 2046: basisprojectie uitgaande van de reële instroom tot 2022’
- Alternatieve scenario’s: ‘Verpleegkundigen – De workforce in 2046: alternatieve projecties op basis van de reële instroom tot 2022’
Interessante cijfers en studies
Naast het rapport en de voorgestelde scenario’s staan nog boeiende studies en cijfers online. Zoals de ‘Studie IM Associates Horizon scanning en kwantificeringsmodel voor het verpleegkundige beroep’. Ook de gedetailleerde jaarlijkse statistieken van 2023 raadpleeg je op de website.
Proefprojecten testen innovatieve zorgplanningstool Alivia uit
Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits ging in april op huisbezoek bij de 88-jarige Frans in Avelgem. Hij is een van veertig zorgvragers die met zijn team van zorgverleners Alivia zal uittesten. Deze zorgplanningstool moet een hulpmiddel zijn om zorg en ondersteuning in complexe zorgsituaties op een innovatieve manier te organiseren: doelgericht, vanuit de wensen en noden van de patiënt, en met een intense samenwerking tussen zorgverleners en welzijnswerkers.
Alivia is een innovatieve digitale tool waarmee een zorgplanning en zorgberichten opgemaakt en gedeeld worden over zorg- en welzijnssectoren heen. Voor het eerst hebben de zorgvrager en zijn mantelzorger niet alleen volwaardig toegang, ze hebben zelf de aansturing en controle over de tool. Tegelijk stimuleert Alivia een andere manier om de zorg te organiseren door te vertrekken van de levensdoelen van de patiënt. De ontwikkeling van de tool is een actie uit het hervomingstraject dat de Vlaamse overheid in de eerstelijnsgezondheidszorg uitvoert en dat ook de oprichting van de eerstelijnszones en de zorgraden inhield.
Twee proefprojecten van 6 maanden
Een eerste versie van Alivia werd ontwikkeld door het Departement Zorg. Twee proefprojecten in Zuid-West-Vlaanderen en Antwerpen zullen het platform voor de eerste keer uittesten in echte zorgsituaties en met hun feedback de verdere ontwikkeling mee vorm geven. De testpersonen zijn mensen met uiteenlopende en vaak gecombineerde zorg- en welzijnsproblemen zoals chronische aandoeningen, ouderdomsziekten of mentale of sociale problematieken. Ook mensen in een palliatief zorgtraject doen mee.
In deze proefprojecten testen ze de vijf basismodules van Alivia uit, noodzakelijk om een doelgerichte zorgplanning op te stellen en uit te voeren:
- levensdoelen formuleren die voor de persoon het belangrijkste zijn en waar het hele zorgplan zich uiteindelijk op zal richten
- zorg- en ondersteuningsdoelen opstellen
- een zorg- en ondersteuningsteam samenstellen
- zorg- en ondersteuningstaken opslijten en duidelijk toewijzen
- communicatie bevorderen met een digitaal zorgschrift
In de testfase wordt meteen ook bekeken welke impact en meerwaarde Alivia heeft in het doelgericht organiseren van zorg.
Waarderingsplatform voor zorgvoorzieningen
Sinds april bestaat een gloednieuwe website waarop mensen hun ervaringen met zorginstellingen kunnen delen: waarderingsplatform.be. Het gaat over woonzorgcentra, maar ook over kinderopvanginitiatieven, instellingen in de gehandicaptenzorg en jeugdhulpvoorzieningen. Zowel gebruikers als bezoekers kunnen aan de hand van scores en inhoudelijke feedback hun waardering uiten over de dagelijkse werking.
Waarderingsplatform.be geeft gebruikers en hun omgeving een publieke stem in de waardering van zorgorganisaties. Het creëert meer transparantie en informatie over de zorg en ondersteuning. De interactie tussen de gebruikers en de organisaties stimuleert een kwaliteitsverbetering waar mogelijk. Het platform wordt beheerd door een samenwerkingsverband van organisaties, zoals de Gezinsbond en de Vlaamse Ouderenraad, dat instaat voor een onafhankelijke eindredactie op de geplaatste waarderingen. Zo wordt gegarandeerd dat er geen persoonsnamen worden vermeld, er respect is voor andere gebruikers en organisaties, en er geen valse informatie wordt verspreid.
Momenteel zit het project in een pilootfase waarin 65 organisaties het platform vrijwillig testen. Na evaluatie kan het verder uitgerold worden. Ongeveer 150 organisaties hebben al interesse getoond. Het waarderingsplatform kwam tot stand in samenwerking met het Departement Zorg, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en het Agentschap Opgroeien.
- Ontdek het Waarderingsplatform
De regionale netwerken versterken
De regionale netwerken zijn het bruisende hart van NETWERK VERPLEEGKUNDE. De lokale verankering en het engagement van de bestuursleden verzekeren onze werking. We zijn letterlijk een netwerk van gedreven verpleegkundigen, die elkaar ondersteunen en motiveren. Of je nu werkt in een bedrijf, ziekenhuis, woonzorgcentrum of in de thuisverpleging: in onze regionale netwerken kan je sowieso je ei kwijt. Luc Heirstrate en Peter van Rosendaal van het Regionaal netwerk Antwerpen delen hun ervaring.
“Een regionaal netwerk is een brug tussen de verpleegkundige en NETWERK VERPLEEGKUNDE”, legt Luc Heirstrate, bestuurder van het Regionaal netwerk Antwerpen, uit. “Vroeger ontstond die brug tijdens fysieke samenkomsten. Vandaag boren we ook andere kanalen aan om contact te leggen met onze leden, zoals sociale media en webinars. Want onze werking is altijd bottom-up en vertrekt vanuit de leden zelf.”
Contact en expertise
De belangrijkste taken van de regionale netwerken zijn verpleegkundigen met elkaar in contact brengen tijdens inspirerende events, en kennis en expertise delen en verspreiden in een zo breed mogelijke context. Door te luisteren naar de noden en vragen van het werkveld functioneert zo’n regionale netwerk als een laagdrempelig aanspreekpunt. Luc: “Het is belangrijk om zichtbaar en bereikbaar te zijn. Daarom organiseren we in Antwerpen enkele fysieke events. Zo was er in mei een uiteenzetting over de nieuwe wetgeving. In het najaar staat opnieuw iets op stapel. We hopen dit de komende jaren uit te breiden, want ons netwerk was wat stilgevallen sinds de pandemie.”
Engagement gezocht
Om de netwerken een nieuwe adem te geven, zijn ze op zoek naar geëngageerde bestuursleden zoals Luc en Peter van Rosendaal. Peter: “Luc heeft me destijds warm gemaakt om in het regionale netwerk actief te worden. Vandaag ben ik al zes jaar bestuurslid en het heeft me heel wat kennis en contacten opgeleverd. Daarom blijf ik me ervoor inzetten, door events te organiseren, het netwerk uit te bouwen en te ondersteunen, en bezig te zijn met de communicatie. Die vier werven zijn de fundamenten van onze werking.”
Blijf je graag op de hoogte over de nieuwste ontwikkelingen in de verpleegkunde? Kijk je met plezier over het muurtje om te zien waar je collega’s in andere organisaties mee bezig zijn? En krijg je energie van contacten leggen en kennis delen? Dan is een regionaal netwerk vast iets voor jou. Elke regio heeft zijn eigen netwerk, waar jij lid van kan worden. Ontdek hier bij welk netwerk jij kan aansluiten.
Verspreid jij onze boodschap?
Sta je op een jobbeurs, geef je een lezing op de middelbare school of wil je iemand overtuigen om lid te worden van een regionaal netwerk? Met onze video maak je meteen duidelijk waar we voor staan. Bekijk het filmpje en download hier onze affiche om uit te hangen.
Nieuwe bestuursleden raad van bestuur NETWERK VERPLEEGKUNDE
Eind april werden de nieuwe leden van de raad van bestuur van NETWERK VERPLEEGKUNDE verkozen. Acht personen stelden zich kandidaat voor zes plaatsen. Een mooi bewijs dat we als netwerk een bruisende organisatie zijn met enthousiaste leden. De volgende kandidaten werden verkozen als nieuw lid:
- Inge Luts
- Benjamin Willaert
- Ruth Ieven
- Birgit Van Wambeke
- Micheline Lefèvre
- Veerle Schoeters
Voor de vorige zes bestuurders zat hun maximale mandaat van acht jaar erop. NETWERK VERPLEEGKUNDE wil hen nogmaals bedanken voor hun engagement over die periode. We namen afscheid van:
- Jan Ampe
- Kurt Surmont
- Anne De Bièvre
- Kurt Vandenbussche
- Bram Claeys
- Ivan Bauwmans
Enorm bedankt vanwege alle collega’s.
Straatnaam voor pionier in de verpleegkunde
Op 25 mei 2024 werd het naambord van de Zuster Jules-Marie Heymansstraat ingehuldigd op de vernieuwde Hertogensite in Leuven, alsook een herdenkingsplaat voor ‘de school van zuster Jules-Marie’ op de Kapucijnenvoer. Beide borden zijn een eerbetoon aan de pionier van de verpleegkunde in België. Meer weten over deze Belgische verpleegkundige? Je leest er alles over in het boek van historicus Luc De Munck, voorzitter van de werkgroep geschiedenis verpleegkunde van NETWERK VERPLEEGKUNDE, en op onze website.
Wat verwachten verpleegkundigen van de verpleegkundig specialist?
Met de twee nieuwe koninklijke besluiten over het statuut en de invulling van de nieuwe functie verpleegkundig specialist, staan heel wat veranderingen op til. Eind 2019 organiseerde NETWERK VERPLEEGKUNDE een brede bevraging naar de verwachtingen van verpleegkundigen over de taken van de verpleegkundig specialist die op masterniveau is opgeleid. Toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block creëerde het eerste wettelijke kader voor deze functie. Waar staan we vijf jaar later?
We gaan even terug in de tijd. In 2019 creëerde de toenmalige minister voor het eerst een wettelijk kader voor de verpleegkundig specialist. Deze functie op masterniveau moet wetenschappelijke innovatie vertalen naar de klinische praktijk. Al was de functie in de Vlaamse praktijk niet helemaal nieuw. Verpleegkundig specialisten bouwden al eerder door hun jarenlange ervaring een vertrouwensrelatie op met artsen, verpleegkundigen, andere zorgverleners en zorgvragers. Door deze functie wettelijk te verankeren wilde men kwaliteitsprocessen verbeteren, de autonomie van deze functie juridisch versterken, een aansluitende financiering bekomen en tot slot een bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep.
Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE werd eind 2019 samen met beroepsorganisaties acn en KPVDB een enquête georganiseerd in Vlaanderen, Wallonië en Duitstalig België. De kernvraag: wat verwachten verpleegkundigen van een verpleegkundig specialist? Met 461 respondenten voor de volledige vragenlijst kregen we inzichten om concrete aanbevelingen te doen in de toen aankomende adviezen binnen de Federale Raad voor Verpleegkunde en Technische Commissie voor Verpleegkunde over het statuut van de verpleegkundig specialist.
Waarom het statuut en de invulling van de functie verpleegkundig specialist in de wetgeving belangrijk is?
De functie van verpleegkundig specialist bestond eind 2019 gefragmenteerd in de praktijk en was niet wettelijk geregeld. Uit de bevraging bleek dat verpleegkundig specialisten vaak sterk afgebakende taken kregen met weinig autonomie. Hun wetenschappelijke bagage en expertise werd dus niet altijd optimaal benut. Ze bleven bovendien zeer vaak een actieve rol opnemen in de acute zorg en werden niet altijd vrijgesteld voor de taken en opdrachten die toebehoren aan de functie van een verpleegkundig specialist. Nochtans betekent een arts die niet altijd moet tussenkomen, sneller schakelen en meer continue opvolging van patiënten. Kortom: als verpleegkundig specialist wil je verder specialiseren, meer kennis vergaren. De vraag naar meer autonomie, met bijhorende aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid, was dan ook niet vreemd. Daar moest juridisch de ruimte en de mogelijkheden voor worden voorzien.
Wat werd op dat moment verwacht van een verpleegkundig specialist door verpleegkundigen zelf?
Kennis opbouwen bleek een belangrijk en zelfs prioritair aspect van de functie te zijn in 2019, zolang die kennis goed werd doorgegeven. Verpleegkundigen zien in een verpleegkundig specialist een mentor voor aanwijzing, expertise, begeleiding en coaching. Een team van verpleegkundigen verkiest om te leren van een verpleegkundig specialist eerder dan van een arts, bleek uit de bevraging. Die verwachting is niet altijd geijkt op afdelingsniveau, maar moet net ook afdelingen overschrijden aangezien coaching en kennis noodzakelijke voorwaarden zijn voor de functie. De verpleegkundig specialist vertaalt kennis naar elk niveau. Nog belangrijk daarbij is de ervaring met zorg aan het bed. Een verpleegkundige met een specialisatie is een verpleegkundige met haar voeten op de grond, die de voeling met de effectieve en acute zorg blijft behouden. Bovendien heb je als verpleegkundige een andere relatie met de patiënt en zijn context. Zo is de verpleegkundig specialist een brug tussen arts en patiënt en vult die een belangrijke leegte in.
Samengevat zagen verpleegkundigen in de functie van de verpleegkundig specialist een belangrijke meerwaarde om zelf mee te zijn met nieuwe inzichten en wetenschappelijke innovaties. Een collega in het team en op hun niveau die hiervoor bevoegd is, ervaarden ze als een grote meerwaarde. Dit biedt kansen tot bijscholing en begeleiding, maar ook tot ethische en sociale innovatie. Facetten die geen luxeproblemen zijn, wel een noodzaak. NETWERK VERPLEEGKUNDE leidde uit de resultaten af dat de functie van verpleegkundig specialist de aantrekking van het verpleegkundig beroep verhoogt. Het statuut zal doorgroeimogelijkheden bieden voor de VVAZ en gespecialiseerde verpleegkundigen. Vijf jaar later is het zover.
Erkenning van de verpleegkundig specialist
De verpleegkundig specialist staat vandaag ingeschreven in de zorgladder met een eigen functie- en competentieprofiel. Sinds 2019 staat ze ook in de Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen (WUG). Die bepalingen worden vandaag aan de hand van twee nieuwe koninklijke besluiten (KB’s) aangevuld. Het eerste KB bepaalt de criteria om als verpleegkundig specialist erkend te worden, het tweede bevat de bevoegdheden van het statuut: de klinische activiteiten en medische handelingen die de verpleegkundig specialist[1] kan stellen. De KB’s werden eind april gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en treden op 1 januari 2025 in werking.
Volgens de wet toont de verpleegkundig specialist ‘een bijzondere deskundigheid in de verpleegkunde en initieert die voortdurende actualisering en vernieuwing van (evidencebased) verpleegkunde om de kwaliteit en veiligheid van verpleegkundige zorg te bevorderen’.
Katrien Vervoort, adviseur volksgezondheid op het kabinet van minister Frank Vandenbroucke, gaat dieper in op enkele belangrijke vragen.
Welke opleiding moet je genoten hebben?
“De verpleegkundig specialist is volgens het nieuwe KB een verpleegkundige verantwoordelijk voor de algemene zorg (VVAZ) met een masterdiploma in de verplegingswetenschap dat voorbereidt op de functie van verpleegkundig specialist en met minstens 3.000 effectieve uren praktijkervaring als VVAZ in een voltijds equivalent binnen een bepaalde zorgcontext of specialisatiedomein.”
Zijn er overgangsmaatregelen?
“Wie al als verpleegkundig specialist werkt maar beschikt over een andere master in de gezondheidswetenschappen, kan vier jaar lang een beroep doen op overgangsmaatregelen om toch het statuut van verpleegkundig specialist te bekomen. Al zal je hier wel je competenties met betrekking tot de rol van verpleegkundig specialist moeten aantonen.”
Eens een verpleegkundig specialist, altijd een verpleegkundig specialist?
“In het KB staan ook criteria om je erkenning als verpleegkundig specialist te behouden. Om zijn kennis en bekwaamheid te onderhouden en te ontwikkelen en zo verpleegkundige zorg te kunnen verstrekken overeenkomstig de evolutie van de verpleegkundige wetenschap, moet de verpleegkundig specialist een permanente vorming van minstens 80 effectieve uren per periode van vier opeenvolgende jaren volgen. Daarnaast moet je in die vier jaar ook minstens 1.500 praktijkuren werken als verpleegkundig specialist.”
Wanneer mag je bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen stellen?
“Het tweede KB gaat over de klinische activiteiten en medische handelingen die je als verpleegkundig specialist mag stellen, en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn. Deze komen bovenop de handelingen die je als VVAZ mag stellen, worden vastgelegd in een interprofessionele samenwerkingsovereenkomst (IPS) en gelden enkel voor jouw specifieke zorgcontext of specialisatiedomein en voor een bepaalde groep patiënten. Met andere woorden: je erkenning als verpleegkundig specialist is – volgens het eerste beschreven KB – niet gelinkt aan een zorgcontext of specialisatiedomein, de handelingen die je mag uitvoeren wel.”
Hoe zal worden gecontroleerd welke handelingen je mag uitvoeren?
“Je portfolio zal daar een belangrijke rol in spelen, net zoals de IPS die je met alle betrokken partijen ondertekent, waaronder de betrokken arts(en).”
Is er een aparte nomenclatuur voor verpleegkundig specialisten nodig?
“Dat is niet de bedoeling, een hervormde financiering in de verschillende sectoren biedt een meer duurzame vorm van financiering. Nomenclatuurfinanciering is niet de aangewezen financiering voor de verschillende rollen van de verpleegkundig specialist.”
Nieuwe kansen, maar ook mogelijke valkuilen
Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE zijn we ervan overtuigd dat de verpleegkundig specialist in alle zorgdomeinen aan bod moet kunnen komen. Ook in de thuiszorg bijvoorbeeld, waar de verpleegkundig specialist deel kan uitmaken van een breder team en ingezet wordt op basis van de noden in het werkveld. Al mag het ontwerp de verpleegkundig specialist niet reduceren tot een loutere uitvoerder van – al dan niet gefactureerde – medische technieken. Dit is niet wat zowel verpleegkundig specialisten als vertegenwoordigers van de algemene verpleegkunde voor ogen hadden toen ze samenkwamen in de werkgroep Zorgladder en de werkgroep Functiedifferentiatie[2]. Hier gaven zij expliciet te kennen dat de verpleegkundig specialist een sleutelrol toekomt in de ondersteuning en ontwikkeling van het beroep en de collega’s.
Als laatste bevat het ontwerp van de verpleegkundig specialist de bevoegdheid om voor te schrijven. NETWERK VERPLEEGKUNDE ijvert al jaren om de bevoegdheid van ‘voorschrijven’ te laten starten vanaf het niveau van de VVAZ. Dit wordt nu ook zo voorzien maar is nog niet in voege. Hierbij zal het portfolio bepalend zijn voor wat wel en niet door een VVAZ en bijgevolg door een verpleegkundig specialist kan worden voorgeschreven.
De komende jaren zullen we met andere beroepsorganisaties, waaronder ook BVVS in dialoog blijven gaan voor de verdere uitwerking van de uitvoeringsbesluiten.
[1] Dit is een algemene term voor de internationaal erkende profielen van ‘clinical nurse specialist’ of ‘nurse practitioner’. In ons Belgische systeem gebruiken wij één functiebenaming, nl. de ‘verpleegkundig specialist’; wetsontwerp tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, teneinde de hervorming van de verpleegkunde, de afschaffing van de Technische Commissies voor verpleegkunde en de paramedische beroepen en de aanpassing van de taken van de Federale Raden voor verpleegkunde en paramedische beroepen hierin op te nemen, Parl. St. Kamer, 2023-24, nr. 3890/001, 15; https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/3890/55K3890001.pdf.
[2] Kabinet minister Vandenbroucke, 2022-2023.
Wat zijn de bevoegdheden van een verpleegkundig specialist?
Als verpleegkundig specialist krijg je volgens dit nieuwe KB vijf bevoegdheden, die opgenomen moeten worden in de IPS, samen met afspraken rond overleg, patiëntenbespreking en rapportering.
- Beslissingen over de diagnostiek, behandeling en opvolging in de totaalzorg van de patiënt, na een primaire of door de arts gestelde diagnose.
- Doorverwijzen van patiënten naar andere zorgprofessionals.
- Voorschrijven van geneesmiddelen en gezondheidsproducten.
- Opstellen van medische attesten.
- Beslissen over de opname en het ontslag van patiënten.
Aan deze bevoegdheden zijn wel enkele voorwaarden gekoppeld. Zo mag de verpleegkundig specialist dit enkel autonoom doen als het om geroutineerde klinische activiteiten of handelingen gaat van een beperkte complexiteit en waarvan de risico’s te overzien zijn. Die complexiteit en waarschuwingscriteria worden eveneens vastgelegd in de IPS. Dat IPS vraagt bovendien periodieke evaluatie en bijsturing.
Operatie Alert
Seksueel en intrafamiliaal geweld is ook in België een belangrijk volksgezondheidsprobleem. Ongeacht leeftijd, gender, seksuele oriëntatie, achtergrond en opleidingsniveau kan iedereen op een dag geweld meemaken. Dat kan een zeer grote impact hebben op de fysieke, psychische, seksuele en reproductieve gezondheid van slachtoffers, maar ook van hun omgeving. Daarom lanceert de overheid een nieuwe campagne: Operatie Alert. Daarmee leren zorgverleners signalen van seksueel en intrafamiliaal geweld, en vrouwelijke genitale verminking herkennen en bespreken.
Operatie Alert biedt ziekenhuismedewerkers een brede waaier aan gratis opleidingen en tools, die helpen de vicieuze cirkel van geweld te doorbreken. Op operatiealert.be vind je e-learnings, instrumenten, flowcharts en checklists rond vijf thema’s:
- Wat zijn verschillende vormen geweld en wat zijn de gevolgen?
- Hoe communiceer je bij en over geweld?
- Zelfzorg
- Wat houdt holistische en traumasensitieve zorg in na geweld?
- Hoe bied je diversiteitssensitieve zorg voor specifieke kwetsbare groepen?
Advies over de gespecialiseerde verpleegkundigen
De Federale Raad voor Verpleegkunde (FRV) bracht op verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke een advies uit over de gespecialiseerde verpleegkundige. De FRV heeft een lijst opgesteld van gespecialiseerde verpleegkundigen en van de zorgcontext waarin deze zorgprofessionals moeten worden opgenomen.
De gespecialiseerde verpleegkundige is een verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg die een bijkomende opleiding gevolgd heeft in een specifiek zorgcontext, en hierdoor bevoegd is om zijn praktijk uit te oefenen als deskundige in een gespecialiseerd domein. Deze nieuwe context van verpleegkunde wordt gekenmerkt door de groeiende complexiteit van zowel intra- als extramurale beroepsuitoefening en de noodzaak aan interdisciplinaire samenwerking.
Ze worden ingedeeld in een van de zes zorgcontexten die worden aanbevolen in een gezamenlijk advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde (2023-04 van 14 maart 2023) en van de Technische Commissie voor Verpleegkunde (2023-05 van 30 maart 2023) betreffende de zorgladder. Zo zijn er gespecialiseerde verpleegkundigen in:
- acute en kritieke zorg
- chronische zorg
- zorg voor kind en gezin
- zorg voor de oudere
- geestelijke gezondheidszorg
- transversale zorg
Lees het volledige advies hier.
Nieuwe campagne over gebruik psychofarmaca
Psychofarmaca worden verontrustend vaak gebruikt. Een op vier Belgen nam in 2022 ten minste één psychofarmacon. Om gezondheidsprofessionals te ondersteunen ontwikkelde de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in samenwerking met expertengroep BelPEP (Belgisch Psychotropics Experts Platform) een gloednieuwe portaalwebsite met nuttige en evidencebased informatie over het onderwerp.
Gezondheidsprofessionals spelen de belangrijkste rol in een bewust gebruik van psychofarmaca. Hun taak is ruimer dan de diagnosestelling en het voorschrijven van de medicatie. Je hebt ook de verantwoordelijkheid om het gebruik ervan nauwgezet op te volgen en patiënten voldoende te informeren, sensibiliseren, motiveren, ondersteunen en waar nodig door te verwijzen. Daarom ontwikkelde de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in samenwerking met expertengroep BelPEP (Belgisch Psychotropics Experts Platform) een gloednieuwe portaalwebsite. Daarmee heeft elke zorgverlener toegang tot betrouwbare, recente en evidencebased bronnen over het voorschrijven, het gebruik, de aflevering en de opvolging van psychofarmaca. De website kwam tot stand met de ondersteuning van de beroepsorganisaties Domus Medica, SSMG, APB, UPPCF en de VVKP.