Vergoeding voor vroegtijdige zorgplanning bij palliatieve ziekte

Sinds 1 november 2022 maakt het RIZIV 6.480.000 euro per jaar vrij om gesprekken met de huisarts in het kader van vroegtijdige zorgplanning of Advance Care Planning (ACP) te vergoeden.

Een goede begeleiding bij een ongeneeslijke ziekte is onontbeerlijk, zoals adequate ondersteuning op elk vlak, inclusief palliatieve zorg. Een van de instrumenten die kwalitatieve palliatieve zorg zo vroeg mogelijk waarborgen, is vroegtijdige zorgplanning of Advance Care Planning (ACP). Hierbij legt de patiënt samen met de huisarts vast wat de verwachtingen en wensen zijn over toekomstige zorg. Het zijn essentiële gesprekken in de palliatieve fase van een ongeneeslijke ziekte, die heel wat kopzorgen kunnen vermijden bij de patiënt en zijn omgeving.

De planning kan evolueren: de patiënt kan zijn keuzes en plannen op elk moment aanpassen. De zorgplanning gebeurt eerst en vooral in overleg tussen patiënt en huisarts en daarna met de zorgverleners en andere betrokkenen: verpleegkundigen, kinesitherapeuten, andere artsen, mantelzorgers, enz. De patiënt betaalt hiervoor niets: het RIZIV vergoedt de kosten van deze gesprekken en planning volledig. De arts kan het honorarium rechtstreeks aan het ziekenfonds van de patiënt factureren (derdebetalerssyteem).

Meer info: www.riziv.fgov.be/nl/nieuws/Paginas/vroegtijdige-zorgplanning-bij-palliatieve-ziekte-vergoed-1-november-2022.aspx


Terugbetaling eerstelijnszorg bij long covid

Sinds 1 juli 2022 krijgen patiënten met langdurige symptomen na een covid-besmetting zorg terugbetaald.

Naar schatting leven zo’n 13.000 Belgen met long covid. Dat zijn mensen die tot zes maanden na hun besmetting nog steeds symptomen ervaren zoals vermoeidheid, uitputting en hoofdpijn. Sinds 1 juli kunnen patiënten samen met hun huisarts en andere zorgverleners een behandelplan opstellen van zes maanden. Na die termijn kan de zorg één keer verlengd worden of kan een doorverwijzing volgen naar meer gespecialiseerde zorg.

De behandeling hangt af van de zorgnood en het zorgtraject van de patiënt. Ofwel gaat het om een zorgtraject met één zorgverstrekker (logopedist/kinesist/psycholoog), ofwel gaat het om een multidisciplinair traject (begeleiding door meerdere zorgverstrekkers). De nieuwe zorgtrajecten voor COVID-19 zijn gratis. Je betaalt dus geen remgeld of supplement. De trajecten zijn er enkel voor patiënten die twaalf weken na een acute infectie met COVID-19 of na een positieve test nog steeds symptomen vertonen.

Bron: Helan magazine oktober 2022


85 jaar het Wit-Gele Kruis

In 1937 was het Wit-Gele Kruis de eerste georganiseerde dienst voor thuisverpleging. Sindsdien is de organisatie uitgegroeid tot de grootste van België. Op 13 november blies ze 85 kaarsjes uit. Ter gelegenheid van het jubileum publiceert het Wit-Gele Kruis het boek ’85 jaar thuisverpleging’.

In de beginjaren van het Wit-Gele Kruis was de taakomschrijving van de zorgverleners simpel: zieken verzorgen. Anno 2022 is het takenpakket heel wat uitgebreider, technischer en ook meer leidinggevend. De verpleegster is geëvolueerd naar een verpleegkundige, een expert in zijn of haar vakgebied. Het boek ’85 jaar thuisverpleging’ gaat dieper in op de geschiedenis van het Wit-Gele Kruis van 2007 tot 2022 en is het vervolg op ’70 jaar thuis in verpleging aan huis’.

In het boek komen enkele belangrijke hoofdrolspelers van de voorbije vijftien jaar aan het woord over hun ervaring en beleving. Je leest hoe de zorg is geëvolueerd, welke rol het Wit-Gele Kruis speelde bij structurele hervormingen in het zorglandschap en hoe de organisatie kwaliteitsvolle zorg blijft optimaliseren. Het Wit-Gele Kruis kijkt ook vooruit en ziet dat de rol van de zorgvrager en de participatie in zijn of haar zorg, steeds belangrijker wordt. Als grootste organisatie in de thuisverpleging erkent het Wit-Gele Kruis het belang van innovatie en digitalisering, steeds met sociale rechtvaardigheid en inclusie als centraal doel.

Het boek bestel je hier: www.witgelekruis.be/publicatie/85-jaar-thuisverpleging


Nancy Boucquez overleden

In juni namen we afscheid van Nancy Boucquez, lid van regionaal netwerk West-Vlaanderen en al 26 jaar actief bij Hogeschool VIVES. Ze begon haar carrière als lector verpleegkunde. Hierna werkte ze als opleidingscoördinator verpleegkunde. Tot slot nam ze tien jaar lang de rol van studiegebieddirecteur verpleegkunde en vroedkunde op. Haar collega’s, vrienden en familie herinneren Nancy als een vrouw met enorme drijvende kracht, onuitputtelijk enthousiasme en inspirerende woorden. Ook bij NETWERK VERPLEEGKUNDE wordt ze gemist.


Het KCE wil patiënten meer betrekken bij onderzoek

Het betrekken van patiënten bij onderzoek op het gebied van volksgezondheid, organisatie van de zorg, sociaal beleid, … is een trend die overal ter wereld wordt waargenomen. In België was het KCE de eerste federale onderzoeksinstelling die dit deed. Vandaag is een volgende stap gezet met de publicatie van twee brochures voor geïnteresseerde patiënten.  

Het onderzoek van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft als doel de gezondheidszorg te verbeteren. Iedereen is dus betrokken partij: mensen met een ziekte of handicap, hun familieleden en verzorgers, maar ook alle gezonde mensen en alle burgers die belastingen betalen om onze gezondheidszorg te financieren.

Bij zijn onderzoek doet het KCE uitgebreid beroep op deskundigen en belanghebbenden om inzicht te krijgen in de verschillende dimensies van de bestudeerde vraagstukken. Patiënten (of hun familieleden) maken hier een natuurlijk deel van uit, aangezien zij een unieke ervaring en kijk op zorg hebben. Zo worden de koepelorganisaties van patiëntenverenigingen jaarlijks uitgenodigd om te bespreken bij welke projecten van het KCE patiënten zeker betrokken moeten worden. Om de mogelijkheden om als partner bij het onderzoek betrokken te worden toe te lichten publiceerde het KCE nu twee brochures.

Klik hier om de korte brochure (4 blz.) te raadplegen.

Klik hier om de gedetailleerde brochure (16 blz.) te raadplegen.


Willeke Dijkhoffz wordt CEO van ziekenhuisgroep Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS)

De raden van bestuur van zowel Gasthuiszusters Antwerpen (GZA) als Ziekenhuisnetwerk Antwerpen (ZNA) ondertekenden na jaren onderhandelen een intentie tot fusie. Samen zullen ze vanaf 2024 de nieuwe ziekenhuisgroep Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) vormen. Willeke Dijkhoffz, lid van de Juridische Adviesgroep (JAG) van NETWERK VERPLEEGKUNDE, krijgt als CEO de leiding over één van de grootste ziekenhuisgroepen van Europa, met meer dan 3.300 bedden en 10.000 werknemers.

Willeke Dijkhoffz begon haar carrière als verpleegkundige op de afdeling geriatrie van Sint-Vincentius. In 2004 werd ze federaal ombudspersoon voor de rechten van de patiënt. Een jaar later keerde ze als juridisch adviseur terug naar het GZA waar ze doorgroeide als directeur. Sinds 2015 staat ze als CEO in voor de dagelijkse leiding. Daarnaast is Dijkhoffz lid van de federale commissie Rechten van de Patiënt, de Juridische Adviesgroep van NETWERK VERPLEEGKUNDE en geeft ze les aan de AP Hogeschool in Antwerpen.


Marie-Claire Vermeulen overleden

Op 8 augustus bereikte ons het droevige nieuw van het overlijden van Zuster Marie-Claire Vermeulen. De uitvaart vond plaats op zaterdag om 10 uur in de Sint-Walburgakerk in Oudenaarde. Ze was geëngageerd lid van het Regionaal Netwerk Vlaamse Ardennen. Vanuit NETWERK VERPLEEGKUNDE danken we haar voor haar jarenlange inzet.


Commissie Zorgstrategie

Op 1 april 2022 trad het besluit van de Vlaamse Regering over de zorgstrategische planning in werking. De Commissie Zorgstrategie adviseert de minister van Gezondheiszorg over de regionale en thematische zorgstrategische plannen die ziekenhuisnetwerken en samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen kunnen indienen.

Inge Luts, directeur patiëntenzorg van het AZ Damiaan en lid van de werkgroep Directies van NETWERK VERPLEEGKUNDE, werd geselecteerd als lid van de Commissie Zorgstrategie.

De doelstellingen van zorgstrategische planning zijn:

  • het zorgaanbod beter afstemmen op de zorgnoden van de burgers
  • samenwerking en netwerking stimuleren tussen ziekenhuizen en met andere zorg- en welzijnspartners
  • expertise concentreren met name bij complexe pathologieën
  • uitgaven afstemmen op de huidige financiële context om tot een gezondheidseconomisch verantwoord aanbod te komen, onder andere door het hoogtechnologisch zorgaanbod te beperken


Preoperatief screenen en behandelen van een asymptomatische bacteriurie

In bepaalde Oost-Vlaamse ziekenhuizen worden preoperatief urinestalen genomen ter voorbereiding van een urologische ingreep waarbij de mucosa doorbroken wordt. Zo worden postoperatieve complicaties vermeden, zoals urineweginfecties en urosepsis. Andere ziekenhuizen voeren deze preoperatieve screening niet standaard uit. In België bestaat geen eenduidige richtlijn over het preoperatief screenen en behandelen van een asymptomatische bacteriurie bij dergelijke urologische ingrepen. Is dit noodzakelijk?

Context

Vanuit een niet-gestructureerde bevraging bij regionale ziekenhuizen werd vastgesteld dat er nood was aan een richtlijn over het al dan niet preoperatief screenen bij urologische ingrepen waarbij de mucosa doorbroken wordt. Dit is bij volgende ingrepen het geval: ureteroscopie, flexibele ureterorenoscopie, transurethrale resectie van de prostaat (TURP) en transurethrale resectie van de blaas (TURB). Preoperatief een urinecultuur afnemen kan relevant zijn om een specifieke antimicrobiële behandeling te starten. Al is dit niet altijd zo. Daarom zijn eenduidige richtlijnen nodig die correct en specifieke antimicrobiële behandelingen opstellen om op termijn postoperatieve complicaties te vermijden.

Methode

Om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag werd een gedegen literatuuronderzoek uitgevoerd. Het is belangrijk vooraf een aantal begrippen eenduidig te definiëren. Een asymptomatische bacteriurie (ASB) is een infectie, veroorzaakt door één of meerdere soorten bacteriën die zich vermenigvuldigen en terug te vinden zijn in twee opeenvolgende urineonderzoeken. Hierbij vertoont de patiënt geen tekenen of symptomen die kunnen worden toegewezen aan een urineweginfectie (UWI). Een UWI daarentegen is een asymptomatische bacteriurie met waarneembare symptomen zoals een pijnlijke of branderige mictie en een toegenomen mictiefrequentie.

Resultaten

Het behandelen van een ASB wordt niet altijd aangeraden aangezien het tot multiresistente bacteriën kan leiden en niet per se een UWI voorkomt. Bij zorgvragers met risicofactoren kan het behandelen van een ASB toch resulteren in een lager risico op een postoperatieve UWI bij ingrepen waarbij de mucosa doorbroken wordt. Risicoverhogende factoren zijn: het mannelijk geslacht, chronische obstructie, chronische nierinsufficiëntie, een urinestent, nefrolithiasis, ontregelde diabetes, zwangerschap, verblijfskatheters, urostoma of nefrostomie, immunosuppressie en een hogere BMI. Deze bepalen mee of er al dan niet preoperatief gescreend moet worden.

Door de European Association of Urology (EAU) worden vooral de specifieke richtlijnen uitgeschreven voor medische urologische zorgprofessionals. Een diagnostische of therapeutische procedure waarbij de mucosa van de urinewegen niet doorbroken wordt, wordt niet beschouwd als een risicofactor. Bij procedures waarbij de mucosa wel doorbroken wordt, is een bacteriurie wel een risicofactor. Daarom is het belangrijk om voorafgaand aan dergelijke procedures een urinecultuur af te nemen en wordt een behandeling aanbevolen.

Als het urinestaal wordt afgenomen, gebeurt dit het best 48 tot 72 uur voor de urologische ingreep. Indien er een ASB wordt vastgesteld, wordt aangeraden om een korte antimicrobiële behandeling op te starten, dertig tot zestig minuten voor de urologische ingreep.

Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat door de tegenstrijdige richtlijnen geen concreet antwoord is op de onderzoeksvraag. Specifieker onderzoek is dus nodig. Voorlopig blijft de gouden standaard gehanteerd, namelijk de richtlijnen volgen zoals geformuleerd door de EAU. Concreet wil dit zeggen: enkel preoperatief screenen bij ingrepen waarbij de mucosa doorbroken wordt, met name bij endoscopische urologische chirurgie.

 

Bronnen:

  1. Bonkat, G., Bartoletti, R., Buy.re, F., Cai T., Geerlings, S.E, K.ves, B., Schubert, S., & Wagenleghner, F. (2021). EAU Guidelines on Urological Infections.
  2. Cai, T., Verze, P., Palmieri, A., Gacci, M., Lanzafame, P., Malossini, G., Nesi, G., Bonkat, G., Wagenlehner F.M.E., Mirone, V., Bartoletti, R., & Johansen, T. E. B. (2017). Is preoperative assessment and treatment of asymptomatic bacteriuria necessary for reducing the risk of postoperative symptomatic urinary tract infections after urologic surgical procedures?
  3. Nicolle, L.E., Gupta, K., Bradley, S.F., Colgan, R., DeMuri, G.P., Drekonja, D., Eckert, L.O., Geerlings, S.E., K.ves, B., Hooton, T.M., Juthani-Mehta, M., Knight, S.L., Saint, S., Schaeffer, A.J., Trautner, B., Wullt, B., & Siemieniuk, R. (2019). Clinical practice guideline for the management of asymptomatic bacteriuria: 2019 update by the Infectious Diseases Society of America.
  4. Ramos-Castaneda, J.A., Ruano-Ravina, A., Munoz-Price, L.S., Toro-Berm.dez, R., Ruiz-Londo.o, D., Segura-Cardona, A.M., & Lemos-Luengas, E.V. (2019). Risk of infection in patients undergoing urologic surgery based on the presence of asymptomatic bacteriuria: A prospective study.

Annelore De Meyer en Lisa De Schepper studeren in juni 2022 af als bachelor verpleegkundigen aan de Odisee Hogeschool Campus Sint-Niklaas, en Laura Pieters en Emma Berckmoes in het voorjaar 2023. Voor hun bachelorproef ‘Preoperatief screenen en behandelen van een asymptomatische bacteriurie‘ onderzochten ze of het preoperatief screenen en behandelen van een asymptomatische bacteriurie noodzakelijk is bij urologische ingrepen waarbij de mucosa doorbroken wordt.


Ziekenhuizen moeten voortaan zelf medische fouten weerleggen

Een patiënt die tijdens een operatie een infectie opliep en het ziekenhuis daarvoor aanklaagde, heeft gelijk gekregen zonder zelf de fout te moeten bewijzen. Vroeger moest de patiënt kunnen bewijzen dat er een fout gemaakt is. Een nieuwe wet zegt nu dat het ziekenhuis zelf moet aantonen dat het alle voorzorgsmaatregelen genomen heeft.

In 2004 ging een patiënt met erge rugpijn naar een ziekenhuis. Hij kreeg een epidurale verdoving, waarna hij een ziekenhuisinfectie ontwikkelde. De man bleef arbeidsongeschikt en startte een rechtszaak. De zaak sleepte jaren aan.

Jaarlijks zijn er tienduizenden ziekenhuispatiënten die zo’n besmetting oplopen. Het feit van de besmetting kon voor de rechtbank daarom niet als bewijslast gelden. De gerechtsdeskundige vroeg meermaals aan het ziekenhuis om documenten voor te leggen die aantoonden dat er gepaste voorzorgsmaatregelen waren getroffen om het risico op besmetting met de ziekenhuisbacterie te verkleinen.

Omdat het ziekenhuis meldde niet over de documenten te beschikken die konden aantonen dat zorgvuldig werd gehandeld oordeelde de rechter het aansprakelijk. Het is voor het eerst dat een rechtbank een beroep doet op de nieuwe Belgische wet die op 1 november 2020 in werking trad.